Vraag nr. 83 van 4 april 1996
van de heer PATRICK HOSTEKINT
Bevordering lokale ambtenaren – Anciënniteitsvereiste Indien een gemeentebestuur inzake de minimuman-ciënniteit die nodig is voor de overgang van het ene niveau naar het andere, zwaardere voorwaarden stelt dan bepaald in de krachtlijnen-Kelchtermans (Ge-meenschappelijke krachtlijnen voor een samenhangend personeelsbeleid in de lokale en regionale besturen), moet dit gebeuren "binnen de perken der redelijkheid" en op basis van een "grondige motivatie".
Wat verstaat de minister onder "binnen de perken der redelijkheid" en onder "grondige motivatie" ?
Wat indien een gemeentebestuur zich daar niet aan houdt ?
Antwoord
Het redelijkheidsbeginsel en de motiveringsplicht behoren tot de algemene beginselen die iedere over-heid bij haar beslissingen moet in acht nemen. Iedere overheidsbeslissing moet gesteund zijn op rechtens en feitelijk aanvaardbare motieven. Daarnaast moet de overheid bij afweging van de belangen in alle redelijk-heid tot de uiteindelijke beschikking komen.
De lokale en regionale overheden moeten dus aanto-nen waarom ze van het sectoraal akkoord van 18 juni 1993 afwijken. Het is dan ook onmogelijk in deze mate-rie grenzen vast te stellen.
De Vlaamse regering kan in het kader van het adminis-tratief toezicht optreden tegen kennelijk onredelijke of niet-gemotiveerde gemeenteraadsbesluiten.