• No results found

Mijn God

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mijn God"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L E T T E R

& G E E S T

EINDREDACTIE JAFFE VINK EN PETER HENKSTEENHUIS - VORMGEVING CHRISTINE BAART

„In een periode waarin alles

mag wat niet schadelijk is en

wij er uitsluitend op uit zijn om

in deze wereld gelukkig te

worden, is godsdienst een

middel om de eigen

ontplooiing en vooral ook

beleving te intensiveren.

Religie kan van alles zijn:

datgene waarin ik eindelijk

mijzelve terugvind (welkom

thuis!) tot een kick die ik toch

ook eens gehad had willen

hebben. Religie is een grillig,

ongebonden ding geworden."

De godsdienstsocioloog

Meerten B. ter Borg over de

vraag waarom God nu opeens

een hype is: „ik meen dat de

secularisatie de voornaamste

oorzaak is van de herleving

van de godsdienst."

door Meerten B. ter Borg

Hij heeft het geschopt tot thema van de Nederlandse boekenweek. Zijn werk staat, naverteld hoog. op de Nederland-se boeken-toptien en zelfs binnen de Amsterdamse grachtengordel wordt weer serieus over Hem gesproken. Bo-vendien bespeur ik bij mensen, die reli-gie een warm hart toedragen, een en-thousiasme waarbij het tandenknarsen van de anti-religieuze delegatie nauwe-lijks te horen is. En het lijkt er zelfs op dat de Leidse filosofie-hoogleraar Her-man Philipse in zijn kruistocht tegen het godsgeloof merkwaardig alleen bijft staan. Maar betekent dit ook dat het goed gaat met God?

Het kan verkeren. Driejaar geleden, bij het uitkomen van het rapport Secularisatie in

Nederland, 1966-1991 van het

Sociaal-Cultureel Planbureau werd er ach en wee geroepen over de verdwijnende godsdien-stigheid in Nederland. 'Nederland gelooft steeds minder', kopte Trouw. De teloor-gang van de Nederlandse kerken zou doorzetten tot diep in de 21 ste eeuw. Hoe nu? Maken wij een radicale trend-breuk mee? Zit er een haarspeldbocht in de grafieken? Dat is niet het geval. Men heeft destijds te eenzijdig geïnterpreteerd en kerklidmaatschap en geloof op één hoop gegooid.

Uit de cijfers die in hetzelfde rapport gepu-bliceerd zijn, kan men gemakkelijk iets af-leiden dat strookt met de manier van den-ken die tegenwoordig dominant is: er is een markt voor God. De cijfers laten zien dat minder dan een vijfde zich rekent tot de enige levensbeschouwelijke positie die volgens de filosoof Philipse houdbaar is: het atheïsme.

Uit het Sociaal-Cultureel Rapport 1996 blijkt dat dit aantal m de jaren negentig zelfs is gedaald. Daar staat tegenover dat bijna dne kwart van de Nederlandse bevolking nog altijd op de één of andere wijze gelooft in enigerlei hogere macht. Dit aantal is iets gestegen. Ten slotte is het het vermelden waard dat ruim een vijfde 'zoekgedrag' ver-toont waar het levensbeschouwing betreft. Dat is een geweldige markt. Het zijn miljoe-nen mensen en ik beveel hun mijn boeken van harte aan.

Als we nu kijken naar de ontwikkeling in de getallen, dan moeten we vaststellen dat die gering zijn. De mensen geloven. Des-ondanks gaat de trend van de secularisatie door, zij het zeer langzaam. Toch heeft men nu opeens het gevoel dat God terug is. Het is een paradoxale situatie. Waarom

heeft men nu pas die markt ontdekt die er jaren geleden al was? Waarom is God op-eens een hype?

De situatie is nog paradoxaler dan zij lijkt. Niet alleen bestaan er twee dingen tegelij-kertijd, die elkaar op het eerste gezicht zouden moeten uitsluiten, ik meen zelfs dat de secularisatie de voornaamste oor-zaak is van de herleving van de godsdienst. Secularisatie wordt in navolging van Bnan Wilson door nogal wat sociologen gedefi-nieerd als het minder belangrijk worden van religie voor de samenleving. Dit wordt geïnterpreteerd als het verdwijnen van de religie uit de samenleving. Hoe dan ook. Dat gaat veel te ver. Het is eerder zo dat re-ligie minder verbonden raakt met institu-ties als vakbonden, politieke partijen, zie-kenhuizen, en deze instituties ook minder beïnvloedt Religie komt op zichzelf te staan, als een afzonderlijke levenssfeer. In Nederland heeft de seculansatie in deze zin een heftig verloop gehad. Religie en le-vensbeschouwing waren in de eerste helft van onze eeuw uiterst belangnjk. Onze sa-menleving was georganiseerd op gods-dienstige basis. De maatschappelijke scheidslijnen waren grofweg religieuze scheidslijnen. We leefden in een verzuild land. Dat betekende dat veel van onze acti-viteiten religieus gekleurd waren. We stemden op de partij van onze religie, we waren lid van een religieus gekleurde vak-bond en voetbalvereniging. We gingen in religieus of levensbeschouwelijk verband naar school. Er leefden drie samenlevingen door elkaar heen, die nauwelijks met el-kaar in verband stonden: de katholieken, de protestants-christelijken en de algeme-nen, die 'niets' waren. Tussen de verschil-lende groeperingen bestond een grote aversie. Men vertrouwde elkaar niet. „Als je een christen-democraat een hand geeft, moet je je vingers natellen", zei een libe-raal en velen zeiden het hem na

Wie zei dat hij katholiek was, zei daarmee niet alleen dat hij een aanhanger was van de paus van Rome. Hij vertelde onmiddel-lijk ook waar hij politiek stond, hoe hij op-gevoed was, welke moraal hij had, welke krant hij las. HIJ vertelde tegenover wie hij vijandig stond, en tegenover wie niet. Door die lading kreeg religie een symbo-lisch gewicht. Godsdienst stond voor een levensstijl (het Rijke Roomse Leven); het stond voor waarden en normen. Hierdoor werd godsdienst ook beklemmend. De

ge-organiseerde religie was voor iedereen, ongeacht de zuil waartoe hij behoorde, een breidel. Zij stond v*or beperkingen en maakte daarmee ook teel animositeit los. Zij die 'niets' waren, Ontwikkelden daar-door een aversie tegen godsdienst als zo-danig, die gevoed weië door de ideologie van de Verlichting.

De ontzuiling, eind jaien zestig, was een plotselinge sécularisait. In korte tijd hiel-den religie en levensbeschouwing op de voornaamste bedding te zijn, waarin het maatschappelijk lev« voortstroomde.

De religie had haar invloed verloren, maar daarmee nog niet zijn^mbolische beteke-nis. Voor wie 'niets' VAS geweest, was de ontzuiling een bevestfging van het eigen gelijk en van de bekrompenheid van de an-deren. Nu zouden we een fase ingaan, waarin we verlost zouden zijn van dat soort achterlijkheid. Voofvelen die zich nu van hun religie afkeeBÉen, kreeg gods-dienst dezelfde betekenis: de kerk werd het instituut dat hun zefcntplooiing in de weg had gestaan Religie werd gezien als debron van onderdrukking van hun jeugd. De kerk werd m het defensief gedrongen. Godsdienst als het symbool van achterlijk-had en onderdrukking Zo'n denkbeeld blijft lang hangen; al ptemaal wanneer het spoort met de ideobgie van de groe-penng die zichzelf afc triomfator be-schouwt. Zoiets heeft epi generatie nodig om te verdwijnen Dertijjaar zolang heb-ben sommigen nodig om het te vergeten en anderen om milder|estemd te raken, en weer anderen om hi§schouders erover op te leren halen. Is datje reden, waarom er nu pas zonder gënJiwer God gepraat kan worden en dat nu pas de religieuze markt ontdekt wordt? W lijkt mij één fac-tor. Minstens zo belanajk lijkt mij het feit dat de christen demératische politiek sinds kort uit het centiw» var> de macht is

verdwenen.

Onder invloed van de «dichting is de se cularisatie vooral gezi«Mls een effect van

rationalisatie en verwttenschappehjking Er lijkt mij echter veel ÏfX te zeggen om de secularisatie en dusdok het ontzuilings-proces vooral te zien afc*61"1 effect van de individualisering Wij mijten ons losvan de traditionele gemeens^«3 en beslissen voortaan zelf waar wij Üp*11 gaan, met wie

we omgaan, wat we geloven en door wie we ons laten adviseren. We leggen zelf maatstaven aan van goed en kwaad. De waarden die men onmiddellijk na de ontzuiling aanhing, nu voor eigen reke-ning, waren aanvankelijk nog dezelfde, die binnen de zuil hadden gegolden. Bijvoor-beeld: de solidariteit die men uit de zuil kende, werd nu op de hele wereld van toe-passing verklaard. Dat waren de wilde ja-ren zestig en zeventig. De linkse oriëntatie in de politiek kan wellicht begrepen wor-den als een groepssolidariteit, die zich los heeft gemaakt van de eigen groep en nu op de hete mensheid wordt geprojecteerd. Met individualisenng gaat altijd een pro-ces van universalisering gepaard. De ethi-sche, de sociale, de politieke idealen gel-den nu niet langer de eigen groep, maar de mensheid als geheel. Men blijft een ge-meenschapswezen, maar nu op wereld-schaal Dat strookt met het christendom, dat altijd een godsdienst is geweest waar-in de praktijk van groot belang is. In de ja-ren zestig en zeventig gaat het ook bij veel christenen om deze wereld. God werd vooral gezocht in de naaste.

Het proces van individualisenng gaat door. Men gaat de individuele vnjheid belangrij-ker vinden, terwijl de op de wereld gepro-jecteerde gemeenschapsidealen abstrac-ter worden.

Dat is de situatie waarin de maatschappij zich nu bevindt: een vergaand individualis-me, waarbij men zichzelf als individu zoekt. Het individu is maatstaf en doel. In-dividuele vrijheid en inIn-dividuele ontplooi-ing staan voorop. Andere waarden, zoals solidariteit, zijn van secundair belang. Er wordt geld aan uitgegeven, maar het moet aan deskundigen worden overgela-ten.

Dit individualisme zorgt nu dat religie als een algemeen geaccepteerd cultuurgoed terug kan komen. Natuurlijk is religie nooit weggeweest, want de mens is een kwets-baar wezen dat zich niet genoeg kan in-dekken tegen de grilligheden van het lot. Maar er werd buiten de slinkende schare belijdende christenen nauwelijks over ge-sproken. Zij bestond daar vooral op een impliciete manier of zij was hooguit van belang in de intiemste sfeer. Men was met andere dingen bezig: aanvankelijk met de ideale samenleving en daarna met het op-lappen van de economie Over religie kon maar beter niet gesproken worden.

Nu de idealen zijn stukgelopen, de econo-mie voorlopig gered en het individu de eni-ge maatstaf is eni-geworden, is dat veranderd. Religie kan als een geïndividualiseerde reli-gie van de moderne wereldburger, die overal zijn waarden vandaan haalt. Ze wordt erkend als een manier om jezelf te ontplooien. Daar ligt haar belang. Ze heeft haar gemeenschapskarakter voor een groot deel verloren. Daarom is het moge-lijk tolerant te zijn ten opzichte van ver-schillende religies. Als jij je met een be-paald religieus idee happy voelt, als jij er als individu mee kunt groeien: succes ermee. Zolang het niet schaadt, mag je. Hoe knet-tergek het ook is. Geen bezwaar. Natuurlijk: de individuen van de moderni-teit blijven sociale wezens, ze blijven in el-kaar geïnteresseerd. Maar anderen inte-resseren me niet zozeer als lid van de groep waar ik ook bij hoor. Anderen inte-resseren me in toenemende mate als indi-vidu. Hoe ontplooien zij zich? Kan ik daar-van leren? Het wordt in een dergelijke situatie de moeite om over jezelf te vertel-len. Over je zielen roerselen, maar ook over je godsdienst.

In een periode waarin alles mag wat niet schadelijk is en wij er uitsluitend op uit zijn om in deze wereld gelukkig te worden, is godsdienst een middel om de eigen ont-plooiing en vooral ook beleving te intensi-veren. Religie kan van alles zijn, datgene waarin ik eindelijk mijzelve terugvind (wel-kom thuis!) tot een kick die ik toch ook eens gehad had willen hebben. En ze is vrijblijvend. Zo komt er een hype, of een hypje. Religie is een grillig, ongebonden ding geworden. Ze is nu in sommige krin-gen in de mode, en ze zal weer uit de mo-de raken. Grote groepen zullen zich er voor altijd aan verslingeren, voor anderen zal religiositeit niet meer zijn dan een gril. Ver-dwijnen zal de religie nooit. Ze zal steeds andere vormen aannemen.

Voor velen is religie een spel geworden. Nu religie van andere instituties is losgezon-gen, kunnen mensen vnj spelen, zoals ze ook vnj de muziek kunnen maken die ze wil-len of vrij naar een sportwedstnjd kunnen kijken of vnj de liefde kunnen bednjven. Religie als vnjblijvend spel, naast andere spellen. Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die deze manier van uitdrukken als kleirend ervaren, maar niets is zo serieus te ne-men als spelen. In het spel geven wij onze wereld betekenis. Het spel is ook het mid-del om onze individualiteit tot uitdrukking te brengen. In het spel bereikt de mens zijn bestemming.

De histoncus J. Huizinga wijst in Homo

lu-dens al op het sacrale karakter van het

spel. De homo religiosus als homo ludens. Er was een tijd dat spelen slechts in de kin-dertijd was toegestaan. Tegenwoordig le-ven we in het rijk der vrijheid, waarin de droom van Karl Marx - 's morgens vissen, 's middags jagen, 's avonds Platolezen -is gereal-iseerd, wel-iswaar enigszins aan-gepast: 's morgens mediteren, 's middags kantoor en 's avonds zappen.

Deze vrijheid van het spel is mogelijk dankzij een historisch en mondiaal ge-sproken onvoorstelbare vnjheid, die wij wreedaardig bewaken tegen eenieder die het minder heeft. Het is de vnjheid op een eiland, in een poel van mondiale sociaal-economische ellende. Hier zoeken we onszelf. Eventueel maakt de geïndividuali-seerde religiositeit het ons mogelijk deze sociale ellende te relativeren of zelfs bui-ten beeld te houden.

De toenemende individualisenng geeft te-gelijkertijd de religie een ander, grimmi-ger gezicht. Door de individualisering ra-ken wij los van de gemeenschap die ons vroeger hielp onze zekerheden overeind te houden. Die functie kunnen wij niet missen. Voor een deel wordt in deze be-hoefte voorzien door het oeverloos toene-mende aantal praatprogramma's op de buis en het toenemende aantal columnis-ten in de dag-, week- en maandbladen. Maar al zijn er zoveel, en ook al zeggen ze allemaal hetzelfde, voor velen is het niet genoeg.

Ook voor het zoeken naar zekerheid van op zichzelf teruggeworpen individuen heeft religie een functie. Religie werpt zich op de markt van zekerheidzoekers. Het is een groeimarkt, waarop ook de psychotherapie zich bevindt en de medi-sche wetenschap en de kwakzalverij en de farmaceutische industne met haar placebo's.

In de geseculariseerde wereld zijn de mensen van tijd op tijd op zoek naar God. Sommigen doen het voor een lolletje; an-deren doen het om zich te ontplooien; weer anderen omdat ze op zoek zijn naar liefde, troost of zekerheid, die hun mede-mensen hun niet kunnen geven. Sommi-gen zoeken God omdat ze verleSommi-gen zitten om een thema voor de boekenweek.

De godsdienstsocioloog Meerten B. ter Borg debatteert vrijdag 14 maart met de schrijver en criticus Michael Zeeman in boekhandel

Schottens Wristers te Groningen, 19.30 uur

Trouw

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aan de hand van deze voorbeelden gaat Kirschenmann in op de vraag of natuurwetenschappelijke kennis een inhoudelijke norm kan zijn voor de theologie.. Zijns inziens ondermijnt

7:658 BW moet een werkgever zorgen voor een veilige werkplek en deze zorgplicht ziet niet alleen op fysieke schade, maar ook op psychische schade.. Op grond

Grondstoffen ontgonnen binnen Vlaanderen (productieperspectief) en door de Vlaamse consumptie (consumptieperspectief) in 2016 volgens het Vlaamse IO-model... MOBILITEIT,

Er wordt een lid toegevoegd, luidende: de gemeenteraad kan gevallen van activiteiten aanwijzen waarin participatie van en overleg met derden verplicht is voordat een aanvraag om

En is het niet de Europese rechter, dan is het wel de voor privacy- bescherming verantwoordelijk Europees Commissaris, Viviane Reding, die dit signaal expliciet verwoordde: “This

2) Enkele grondwetsbepalingen staan delegatie niet toe; dan is dus experimenteren bij lager voorschrift niet toegestaan. 3) Is delegatie in concreto mogelijk, dan is, als niet aan

‘Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!’... een dienst bewijst. Ik wacht nu op een brief van jou voor ik me hierover een opinie vorm, en in

Als je denkt dat iets niet goed gaat bij je vriendje of vriendinnetje, een klasgenootje of iemand uit je buurt, dan is er voor jou het.