Vraag nr. 50
van 29 november 2000
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Kraainem – Gemeentelijk infoblad
In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 5 van 7 september 1999 aangaande het taalgebruik in het gemeentelijk informatieblad van Kraainem deelde de minister mee dat hij aan de gouverneur van V l a a m s-Brabant een onderzoek had aange-v r a a g d (Bulletin aange-van Vragen en A n t w o o rden nr. 2 van 22 oktober 1999, blz. 61 – red.).
Behoudens vergissing van mijnentwege werd nog geen besluit van dat onderzoek bekendgemaakt. Wat is hierbij de stand van zaken ?
Antwoord
Het onderzoek waarmee ik de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant gelastte naar aanleiding van de parlementaire vraag nr. 5 van 7 september 1999 met betrekking tot het taalgebruik in het ge-meentelijk informatieblad van de gemeente Kraai-n e m , heeft aaKraai-n het licht gebracht dat het gemeeKraai-nte- gemeente-lijk infoblad van maart 1999 inderdaad aan de Franstalige zijde van het blad een artikel bevatte van de hand van de burgemeester, met de titel "Une agression contre les francophones", w a a r i n hij de omzendbrief van de vorige minister van Bin-nenlandse Aangelegenheden Leo Peeters met be-trekking tot het taalgebruik in de gemeentebestu-ren van het Nederlandse taalgebied bekritiseerde. In dit artikel riep hij de Franstalige inwoners van de gemeente Kraainem op om een formulier te versturen naar het gemeentebestuur waarin zij vra-gen om het aanslagbiljet voor de huisvuilbelasting in het Frans te ontvangen (werkwijze waarvan ik reeds bij een aantal vorige gelegenheden heb aan-gegeven dat ik deze kon aanvaarden) en waarin zij tevens protesteren tegen de schending van hun ele-mentaire rechten door de autoriteiten van het Vlaams Gewest.
Aan de Nederlandstalige zijde van het infoblad droeg het artikel de titel : "Bericht betreffende de h u i s v u i l b e l a s t i n g " . In dit artikel deelde de burge-meester op zakelijke wijze mee welke oproep hij tot de Franstalige inwoners van Kraainem gericht h a d . Het artikel eindigde met de uiting van de hoop dat met deze handelwijze de taalvrede in de gemeente behouden zou blijven.
Aangezien er tegen het bewuste artikel bij de toe-zichthoudende overheid geen klacht werd inge-d i e n inge-d , weringe-d het infoblainge-d inge-door inge-de inge-diensten van inge-de gouverneur niet opgevraagd. Het is pas na de vraag van de Vlaamse volksvertegenwoordiger dat dit wel gebeurde en dat gebleken is dat beide artikels qua inhoud zeer verschillend waren, hetgeen in elk geval in strijd is met artikel 24 van de gecoördi-neerde wetten op het gebruik der talen in bestuurs-z a k e n , aangebestuurs-zien mededelingen aan het publiek, conform de taalwetgeving, in het Frans en het Ne-derlands moeten worden opgesteld en naar vorm en inhoud indentiek moeten zijn, met voorrang voor het Nederlands.
De gouverneur deelde mij tevens mee dat hij een schrijven heeft gericht aan het college van burge-meester en schepenen waarin hij deze schending van de taalwetgeving heeft aangeklaagd, en waarin het college dringend werd verzocht er in de toe-komst op toe te zien dat deze wetgeving in publica-ties van de gemeente strikt zou worden nageleefd. Dit blijkt het geval te zijn, aangezien mij sedertdien geen verdere klachten bekend zijn m.b. t . het taal-gebruik in het gemeentelijk infoblad.