• No results found

Toerisme/recreatie in het (nationaal) landschap

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Toerisme/recreatie in het (nationaal) landschap"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Toerisme/recreatie in het (nationaal) landschap

door P.C.E. van Wijmen, voorzitter RLG Uit: Laag Holland, juni 2007

Toerisme: zich verplaatsen uit interesse, hetzij voor cultuur, hetzij voor natuur. Doelen zijn stad of platteland, bergen of kusten, bos of open gebied. Het gaat bij landschap – de stad als smeltkroes met zijn architectuur, kerken, musea, vertier en (multi)culturele uitwisseling laat ik verder buiten beschouwing – om horizon, ruimte, begroeiing, rust, duisternis, stilte, geluiden van de natuur (wind, vogels, branding). Het is hier dat de begrippen toerisme en recreatie elkaar raken.

Recreatie: beleving van de stad en platteland als tegenhangers en op het platteland en in het landschap de rust als anti-stressremedium, letterlijk herschepping, herbronning, het opladen van de accu (voor velen gebeurt dat ook bij terras-, concert-, wedstrijd-, of museumbezoek, maar dat zou ik buiten beschouwing laten). De begrippen recreatie en toerisme vertonen hoe dan ook een sterk onderling verband.

Landschap: de veruitwendiging van natuurlijke en ecologische processen. Tijd en ruimte werken op elkaar in.

(Grond)water, reliëf, begroeiing, aardkundige waarden, kavelpatronen en verloop van wegen-rivieren-beken, landbouwpercelen en agrarische bebouwing – dit alles maakt het landschap, visueel en perceptief. Ruim van schaal, kalm van tempo; differentiatie, coulisse, variatie, doorzicht, functionele streekeigen bouwsels en natuurlijk verspreid door dat landschap de dorpen, gehuchten of lintbebouwing. Karakteristiek zijn die per landschapstype en daaruit ook voortkomend: hoevenlandschap, terpdorpen, veenkoloniën of de kerkringen in de Zeeuwse stadjes.

Landschap is doorgankelijk via wegen en rivieren. Jij beweegt, de aanblik verschuift. Tijd/tempo verlopen langzaam; ruimte/schaal zijn wijd en open.

Dat bewegen door het landschap moet wel gebeuren op menskrachtgerelateerde wijze. Dus: te voet, per fiets, te paard eventueel, per kano of roeiboot en soms op de schaats.

Waarom trouwens gaan verblijfstoerist èn dagrecreant juist naar een nationaal landschap? De vraag stellen includeert het antwoord. Dan ligt dus ook hier de crux, het Wendepunkt van de redenering: recreatie en toerisme moeten zodanig worden ingericht (voorzieningen) dat massaliteit en overbezetting of -betreding worden voorkomen en dan vooral zó dat de waarden die landschap biedt, kunnen blijven bestaan. Dat zijn een gave natuur, een grondgebonden duurzame landbouw, het water in al zijn aspecten en vooral: géén verrommeling. Die moet dus onverwijld worden gesaneerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit wordt bevestigd door het Ruimtelijk Structuurplan Voeren (Omgeving, 2008) waarin wordt gesteld dat het Voerense landschap beschermd moet worden ten behoeve van toerisme

Bij ontwikkeling van recreatie en toerisme gaat het om groei van het aantal bezoekers (recreanten / toeristen) in allerlei subsectoren, van bezoek aan Vliegveld Teuge tot

• Bethlehem informal settlement is not a museum of white poverty, but a living testimony of how best the church in mission can live out her hope, “mission as action in hope,” as

What counts for Marx, in this instance, is that the free press provides an open political space, the space of a free public, the very space of what becomes the guiding thread

This in turn emphasises the importance of the concept of sustainable use, which limits the PSNR principle by recognising that even though states have the right to exploit their

rezoning and protection of agricultural land; (b) preserve and develop agricultural land by – (i) encouraging – (aa) farming on agricultural land in

Het Nederlandse beleid dat is gericht op de landbouw en het landschap bestaat uit een aantal wetten en nota’s, waarvan de WILG, de Nota Ruimte, de Agenda Vitaal Platteland, de

In de praktijk blijkt dat dit ook zo is, kleinere boeren geven aan dat ze minder last hebben van de kernkwaliteiten dan de grotere boeren, het percentage kleine