• No results found

Bewaarbaarheid van de appelrassen Karmijn, Spartan en Melrose 1975-1976

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bewaarbaarheid van de appelrassen Karmijn, Spartan en Melrose 1975-1976"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S P R E N G E R I N S T I T U U T H a a g s t e e g 6 , W a g e n i n g e n

T e l . : 0 8 3 7 0 - 1 9 0 1 3

(Publikatie uitsluitend met toestemming van de directeur)

Rapport no. 1984

Drs. S.P. Schouten en A . C R . van Schaik

BEWAARBAARHEID VAN DE APPELRASSEN KARMIJN, SPARTAN EN MELROSE 1975-1976,

(2)

INLEIDING

Gedurende enkele jaren werden de rassen Karmijn, Spartan en Melrose op bewaarbaarheid getoetst. De ervaringen kunnen als volgt worden samengevat: Karmijn bleek gevoelig voor lage-temperatuurbederf (inwendig bruinl en "zacht". Beide ver-schijnselen traden het sterkst op na een warme nabewaring. Karmijn leek geen r a s , dat voor langdurige bewaring geschikt i s . Spartan was zeer beperkt bewaarbaar door het optreden van "zacht" en inwendig bruin. Beide verschijnselen kunnen in januari reeds optreden. De bewaarverliezen met Melrose waren het gevolg van "zacht", inwendig bruin en scald. De laatste twee bewaarziekten traden het ergst op bij bewaring tot in april. Bewaring van Melrose bij 3 C leverde hoge

percentages scald op en relatief weinig inwendig bruin. Had opslag bij 1 C p l a a t s , dan trad scald in mindere mate op; inwendig bruin echter des te meer.

Om tot een duidelijke richtlijn te komen voor de bewaring van deze drie rassen, werden deze gedurende het seizoen

1975-1976 onder verschillende condities bewaard.

WERKWIJZE

Het ras Karmijn werd betrokken van een bedrijf in Dronten, Spartan van een bedrijf in Heiningen en Melrose van de proeftuin Horst.

Op de bedrijven werd het produkt met de hand op maat g e -sorteerd; afwijkende exemplaren werden verwijderd. Vervolgens werden de vruchten voorzichtig gemengd en in

plastic kratjes met 12 kg appels naar het Sprenger Instituut vervoerd. Daar werden ze in zinken containers in cellen,

geplaatst, die reeds op de gewenste temperatuur waren gebracht, Drie dagen na de inbreng van het produkt (twaalf kratjes

per container) werden de containers gesloten, waarna de CA-condities werden verkregen door zolang met stikstof te spoelen tot het gewenste zuurstofniveau was bereikt. De koolzuurconcentratie werd gerealiseerd door zuivere C0„ in de containers te spuiten. De gewone CA-condities werden verkregen door de containers te sluiten; na enkele dagen was de gewenste CO^-O^-verhouding bereikt. In het schema

(3)

2 -Bewaring Temperatuur 1°C 1°C 1°C 1°C 3°C 3°C 3°C 3°C 5°C 5°C 5°C CO (%) 0 6 0 3 0 6 0 3 0 0 3

o

2

(%)

21 15 3 3 21 15 3 3 21 3 3 Rassen Karmij n X * * * * * Spartan * * * * * * Melrose * * * * * * * *

Met behulp van Fyrite en Servormex werden dagelijks de CO -en 0„-conc-entraties bepaald -en zonodig bijgeregeld. Voor de inzet werd een lugoltoets uitgevoerd, terwijl bij inzet en uitslag refractiemetingen werden gedaan. De laatste bepaling werd na nabewaring bij 15 C uitgevoerd. Voor

genoemde bepalingen werden monsters van 25 appels per object gebruikt.

CONTROLE BIJ UITSLAG

Van ieder ras werden op gezette tijden per object vier kisten uitgeslagen. Deze tijdstippen werden gekozen in afhankelijk-heid van de conditie van het produkt, terwijl tevens rekening gehouden werd met ervaringen uit voorafgaande bewaar-seizoenen .

Data inzet en uitslag: Karmijn: inzet:23 september 1975

uitslagen: 7 december 1975, 20 januari 1976, 7 april 1976 Spartan: inzet: 24 september 1975

uitslagen: 16 december 1975, 15 januari 1976, 10 februari 1976

(4)

-3-Melrose: inzet: 10 oktober 1975

uitslagen: 6 januari 1 9 7 6 , 12 februari 1 9 7 6 , 5 april 1976. De vier kisten per object werden gesorteerd en de gave

vruchten werden een week bij - 15 C opgeslagen. Bij het sorteren werd gelet op rot en stek en verder op alle

mogelijk voorkomende bewaarziekten, die bij hard fruit kunnen optreden.

Controle op inwendig bruin had plaats door van iedere kist appels vijf gezonde vruchten door te snijden. Na de n a -bewaring werd op exact dezelfde manier gecontroleerd.

CONSISTENT!EMETING

Na de nabewaring had een consistentiemeting met de Instron plaats (methode P l i n s t ) . Bij deze metingen wordt volgens een gestandaardiseerde werkwijze een monster (schijfje) uit de vrucht genomen. Dit wordt gecomprimeerd met een plaat, die aan een met constante snelheid bewegende balk is gemonteerd. De kracht, die het monster tegen deze beweging uitoefent, wordt door een recorder geregistreerd. Eén van de punten, die met deze methode wordt vastgelegd,is de Top. Dat geeft de breekkracht van het monster aan in kg.

RESULTATEN

De cijfers, betreffende de lugoltoets en de refractometingen, zijn weergegeven in tabel 1. De tabellen 2, 3 en 4 geven

overzichten van de sorteerresultaten direct na uitslag en na een week nabewaring.

In deze tabellen zijn de percentages inwendig bruin aan het einde van de kolommen geplaatst. De waarnemingen staan enigs-zins op zichzelf; het zijn immers als gaaf beoordeelde

vruchten.

(5)

I I

.a

CO i - T - -s?- « ^ Y D ! <K . » «S *s | - . -v CM C O 0"> C O C O C O t r1. L A S3' CO " C Y Q | *» *, ~ *, | «* * C O C O C O e n c o e n CM O V Û P \ t f \ CO Y D | «V O «S «X I + ; - I « c o n n n c ^ d c o O N O N O N O N O N O N < 1 » , t% c* «. I »> | I •% c o t o c o c o o o c o c H (> t ' ) ^ t - l W +> C<> O

§1

j a Q M • I ' M • H „ S fcjl Cj r - l CQ - P M •ri

3

lui rj r i I c3

3

r H C3 0> p i o - H m o o O 1— c - r--«s w. t \ a« C*"\ 0 ' \ P ' \ C^y C~ £ > -- « I i i m en 0 3 v I I I « « » I I « ~ I I I CN CN I I I « ~ I - ~ I l f \ l I • -O O O V Û M D O O O C O c n c n m c \ i — t n r - L A C ^ T - m e n t — vo l ~ -H% •ri i-< rt p< S • r a \£> M M ri r--r v \ • H l-i r.1 - 1 b < K CN t — M M V > J -f ^ i — r - < • H (Ü H H H I A t ~ - V D ( I N r~ h C l O n o o r -i — • r i f' Ci r i

u

\n i^ ON *~ •H U rt E M o H M n i « H t.') + J •ri 2 H H M H M r-~ rr> V * -tt (,') , U H 0) C) t i r— *— vn r— a\ ^o •ri »H r i p i

a

" - 3 O CN r^-O N 1 — r H •ri rt r^

SP

(6)

* •Q it ri S

1

M h

I

-«) M O - P M •> $ ,_

JP SP

.2 h "Ö o (4 S o œ O ,Q .s â SP !-< 10 - P •ri •B 0>

1

I

r-<

1

O JS SP r-l C l - P 3 ra • H - P •rt T f g a> «

S

8

43 S

s

SP f - l ro - P •ri Pi S .a § M +» o u + « +3 w •y «î p Si •s 4 » S + J>S V - P m • p Ä o ri H + M - P ta - P .a o « to *a °j p 60 • p a • H o > CM Ä T CM O S ft • p o o o M «k *k o o o o o o o o o o o o •k «k »k o o o co o o *— P N 0 \ r -c n CTV P N «k «* «k v o 1 - t — ON O N e— o . . © o •vv ffc *k o o o O ON * -•k «k «k r - O • * o o o •k «k «k o o o CO t - O N o « * t — 0 \ M ~ i - c*i n n w * •k «k «k t ^ l A r ON ON CO H H H H t — CM O t f \ O O O •k, *k «k o o o o o o o o o o o «a-«k »k «a-«k o o o UN T - CO N n ( n CM « t 0 \ •k «« *k VO LA CM ON ON CN O O O •k M «k O O O * CO CA •k *k «k o « - o o o «*• *k «k #k o o o r - O N O N CM T - CM r > L T i O V r - T - CM t ^ p > oo •k «k «k VO C-~ PN ON ON ON M M H H H l H t_ CM o ; PN O O O «k «k «ki O O O o o o o o o o o o o o o U N U N P N r- r- CM U N « - N O *kj « k « k C - C O UN ON ON ON O O O •k «k «k O O O l > t t -flk «k «k o o «-o «-o «-o •k «k. «k o o o CO CO NO o o o O • * T -r O N T - CO P N •k O* «k CO co t -ON -ON -ON H H H H t H M P N O U N O • k O O o o o co o vo •\ co ON o o o o o o co o NO o UN • k co ON H I PN o PN O O »k • * O-* o o •k *k o o o o «k «k o o T- VO CM T -« - PN •k «k C - N O cr\ cr\ o o <?<* 00 NO •k • • O T -o -o o o PN O * - O CO T -O CM ON ON «k «k c c -ON -ON H H l H l H l H l O • k O o o o « k o UN r -UN • k t -ON O « k O o • k o o CO UN ^-o T— UN • k c~-O N H l P N P N U N O O •k «k O O o o o o o o o o • * CM O r t t -•k »s CO v o ON CN O O O O O CM O « -O o •k «k o o v f O o o UN « -*- CM 1 - ON •k *k CO ! > • ON ON H l H l H H l H l O « > j O o o o o « 3 -r— N C C ^ O N O • k o vo • k o o • k o co o o ^* CM • k co ON H PN PN PN O O a» «k O o o o •k «k o o o o «V «k o o O PN O « -O C-O •k «k o . vo C \ ON o o «k «k o o o o •k «k o o o o «k «k o o O PN O T -O -ON r- 5— O ON •k «k ON VO ON ON H l BR ON S" a H l H H vo ON H l UN 0 \ "g O o tv "O

(7)

£•-,—, L A T— u a f i m Ü - P P < t > CO • « ƒ CNJ - P Ü N

.a

- p .ü o

t

<L> - P O H .g - p CJ . Q H p « G) - p 0 0> o o u p , •S

s

-p s CO - p et) ri d w tvD .g r H <D T J U O O O PQ o-\ r i <D ,o rf £H .g . • M 'S r! li & f4 05 "5 CJ Ü M ri ? * O - P M G> 0) T —

a

M .9 r - l T J u o o CJ r C M ri r - l W - P 9 CÖ £ 4 3 O c> C i • r ! fcO •S r - f P i U o o o .a CO CD • H + 3 • H 'CJ O

3

C) m

1

1

CJ . Q c j R r - l co - p • H

l

§

O rQ CïS « S SP r - l CT -(^ • H f i Si P ï • r i + 3 CO -p ja O cä K + .M o -p •P o t-l h ^ •3

4

p. • H • P W • P . 0 Ü ci + CJ - p H3 O a u P . • H - P L0 . O . C O ri t v + M O - P •P o Cl r ) - P Kt . 0 CJ o «H •H r-l CJ CJ W) > 13 Ê , ^ f - ï Vî. 1 CM O S o P . H CJ 4 > O O O O O C V o o o • \ f* «* o o o o o o o o o CM T - O N * > » L » » r ~ v j * -T - C A C A _ __ T - CT\ v t vo vo o CM c L A o\ «V *> »«. ir» L A to» C - - I A v j o o o o o o T V O r -\ - CN OJ C A CO O M \~ v j - C A o o o * , «v «* O O O co v?- co t r i c> o v— CO T - I A v j - CM V U f v t v . C A r_ v - r_ Lr, OM vt r ~ vo o CD CO t > H M M Hl H H i — CM O o t.« I A O O O O O V f o o o o o o o o o o o o O vi- o V O CM V O \— OJ CM v + C A v j o * - vr v - v - CM CM v j £ > -CO t — MO O O O •k r> •« <o o o \ n c v to, r - v j - C \ \ ~ r r -O -O M C^\ O o <-O <-O <-O - . IV » i O O O v j I > - L T \ v j - t > - VCi v j " v t r -o -o en I A r - L T \ T - CM CM ir\ co OM «V • * » . co, OM r~-OM CO CO H H M H H M *— c-l O O O C " | o o o Ofc Ok ^ O O Ml o o o o o o o o o •v av «v o o o CO t t \ L T \ o L A c^ v - O M CM CM CM v j -O f l V ) V O o o OM C M OM O O O *v •» • * o o o co CM r-v O v i - CM O co r~-^ , w» * O O i -o O O o o o O C 1 C 0 • t *fc n O T - O t - r - I A CM CM CM O C A t ^ T~ T - 1— OM v t O 4^ t% «V V O C A t A OM C M O M M H I - I H U M C A O O O I A O O O o o co o o o o o o o o o o o o OM v? OM Ot *» »V T - v r C M C-v CJCJ ' — v - T - L A vo c v v o L A OJ O OM OM a \ o o o o o o I A O I A r - v t CM •VI L A v j -O -O M O O O O O O f t * O O O 0 ^ C M > t— ^— T -CO O L A O 1 - r-L A C A I A t - ~ t v V C O M O M O M M H M H r - l 1--! C A O O O C A O O C J O O CM C A O CD O O O CO O OM O O O O O t v CM O L A CO V O L A v -CM f - L A V O O O M V O r - I A C M O M CO O L A O O O O O C A CM O I A CO r - C v o i - O C A O -vt- O C O O O v j - o O O O L A CO T— T - O CM CO CO CO o o o t A L A v -t v e - , -t v OM C M OM H l H l H H H H C A C A O O L A C O O CJ o CO ' o o o o o o O O C v o o «-O I A C A O O CM m o i -O -O CM I A t v MO •» »» «fc CO CO CM C \ O N OM O O C A ^ «* 9* O o <-O I A <-OM O o * -O -O v f •k »» • * O O O O O v j o o a O O vS-o vS-o vS-o CO O C v o o «-V D CO C A O O T -L A CM C A CO OM V O O M OM O M H l M M M M H I C A C A O O C A •ri r i ß HI HI HI II H OM M

(8)

4

O N •8 •8 O T

-i

4 » •S i 4 Sa-ft 9 fi o o k •S t » n S CI

i

ta Q> u 00 r-l e o o « «J-I - «J-I o g .o •SP •a

I

•a g 0) o 4 » a) a

i?

r-4 o • a u o o a> m SP 1-4 (Q 4 ^ • H E l 4 » O V

a

1 3

Ü

«> "E o o o «

I

O

1

3

o «>

1

SP r-t CO

Î

1

Cl) H •a •a o I » + tO 4 9 b f i O

I

"g (S N •a •3 o ra 4 > •s s) H •a •3 o m + M v +> m £ t m 4 » m O « H 8>t

1

If I - l a S El

if

« o " o t l o o o o ° o o o o • b « b «b o o o U N o o • b «b bb T - O O I - - U N V O V - 0 \ U N •»J- CD vo ir\ o \ O CM T -T— U N P N . • b bb 1 O N ' S -t - O -t -t . bb bb | o o N O T -fb. m f O O ' P N O O t b »b 1 O o co o o t b « t b o o o t - • « • N O r- O N I A T - CO V O U N O N O M . r t - c - t ~ CO U N O N U N N D O O N f -M H -M CM O P N o o o c T c T c T o o o t b t b t b O O f O O N O t b t b bb o o o P N C - - CNI « - i - U N o o e— O O T -O C-O CM t b bb «b C ^ N O O O N O N U N o o vo bb t b bb o o o P N P N CM t b t b t b 1— T— *— P N o o o t b t b M o o o o o o *b bb bb o o o e -«• © o o • * o o t-~ o o »-r-» UN PN T - t - CM P N t « -CO -CO CM O N O N CO H M H H M H CM O o o o bb * «h O O CM o o o c T c T c T o o o * * «b o o c P N U N CM CM »S- U N r - co O - 4 - V O O O U N «b «b | E- f O N CM o o * . bb t b 1 o o P N P N . •b t t | CM • * U N O O « - 1 O o o o o t b t b bb o o o O CM CM O O U N CM CO O 'S" N O O O U N N O O V O O T - o U N P N U N O N CO CO O N t -H O M U H U N V O o o o • t • * • » o i - o 'S-o 'S-o 'S-o «b t b t b O O V O O "4- O • b * «b o o • * 1 — o • * o o o o O Ó \ r o o • « • CM O P N •» « •* O N t V -O N -O N C-O O U N O • k «^ «^ O O 1 -O U N -O c T c T c T O U N 0 0 •b «k «b O O CNI o o o «b «h «b o o o o o o o o o O " 3 - P V o o * -CO P N V O O T - o CM P N T -O N C-O 0 0 O N O N O N H M M H H l H U N V O o o o «b • * «* o o o O 'Ö o •* «* •* o o o O • * U N • » • * «b o o o V O O N P N O O U N U N P N P N t -O T - P N P N O N P N • b ab «b CO U N O O N O N ' S -O t U N «v «b «* O O O O O N U N O O V O CM P N O N P N O O CM O O O •h «k «b O O O vo o co o o co CM O Tl- co o o o CO U N CO O T - O V O r - V O CO CO O N O N O N V O H M H M H H I P N O O o P N O O O •» •« ** o o co o o „ «h «b ^ « b o o • * O O •>!• • b «b «b o o o t ~ i> r -O T - PN P N CO U N O O « -CM U N CO «b Ob «b CO V O P N O N O N O N O O f «b *b «b O O O £ - - O O N •b «b Ob o o * -P N ^ - r~ •b «b *b O O f o o o «b «b «b o o o O t N O O T 1 -o »s- • * o o o CO O V O o »- o CM O N CM O N V O t -O N -O N -O N H l H l H l H l H l H l P N O o O O •b «b bb o o o o o o o o o o o o «b *b «b o o o o r - co O O U N U N CM C - C M T - T - r -C - - P N « • «b «b *b I — V O CM O N 0 N i l -CS O O • b * b ^ ^»b O o ° o t - «-t b ab «b O O • > * CM V D P N ' S -•b «b «b O t - O O O O •b bb «b O O O o o c -o -o «-P N vo 'S- co o o o T - P N V O • i - « - o P N P N O N CO CO V D C N O N V O H l H l H l H l H l H P N P N P N O O O O O O bb bb »b O O CM O O U N «b bb »b O O O o o o o o o vo «- o O CM P N V D O N « -• b «b bb CO V D V D O N O N O N O O U N bb «b bb O O O o o o o o o O O N I ~ -• b «b «b O O t -o -o -o «b bb bb o o o o o o o o o V O P N P N O f b -Œ O t o «- o V O t - ~ P N co r^ oo O N O N O N H.H Hl Hl Hl PN PN ON Si

I

UN B H •ri

H

o •° vo •O ON El VO I I * M IK*"'* lH

(9)

T a b e l 5. C o n s i s t e n t i e m e t i n g e n n a n a b e w a r i n g (Top in k g ) 'Karmi j n meetdatuir 2 4 - 1 2 - ' 7 5 2 8 - l-'76 1 5 - 4-'76 b e w a r i n g : 3 C

%co

2

-%o

2 0-21 6,205 6,009 5,721 0-3 8,771 6,817 5,955 3-3 10,301 8,458 5,987 _o bewaring: 5 C

%co

2

-%o

2 0-21 6,147 6, 342 5,681 0-3 6,856 6 ,628 6,040 3-3 7, 164 6,495 Spartan meetdatum 23-12-'75 23- l-'76 18- 2-'76 bewaring: 3 C

%co

2

-%o

2 0-21 4,852 4, 147 4, 566 0-3 4,768 4,688 4,782 3-3 5,602 4,699 4,863 .-O bewaring: 5 C

%co

?

-%o

2 0-21 0-3 4, 329 4, 178 3,918 ; 5,314 4 ,698 4,826 3-3 4,550 3,765 3 ,883 Melrose meetdatum 1 4 - 1 - ' 7 6 2 0 - 2 - ' 7 6 1 3 - 4 - V 7 6 b e w a r i n g : 1 C

%co

2

-%o

2 0-21 5, 455 5,769 4,797 6-15 5,661 7,013. 5,290 0-3 6,894 ;7 , 283 4,801 3-3 7, 740 9,122 7, 061 bewaring: 3 C

%co

2

-%o

2 0-21 4,901 5,325 4,619 6-15 5, 597 6,421 4,692 0-3 6,559 6,004 .4,7.8.0 3-3 6, 446 7,493 5,226

(10)

•9-BESPREKTNG RESULTATEN

a. Lugoltoets en refractiewaarden

De uitslag van de lugoltoets wijst op vrij hoge zetmeelgehalten bij inzet van de proef. Alleen het ras Melrose vertoont wat

hogere waarderingscijfers en dus een geringer zetmeelgehalte. Het is echter nog een omstreden vraag in hoeverre deze toets

als objectief rijpheidscriteriura bruikbaar is. Dit houdt in, dat de cijfers met enige reserve moeten worden bezien en dat men niet domweg kan stellen, dat bij inzet de appels nog onrijp waren. Overigens werpt zich ook de vraag op, of men

alle rassen dan maar in eenzelfde rijpheidsstadium moet nemen. Waarschijnlijker lijkt, dat ieder ras t.a.v. het meest

geschikte rijpheidsstadium voor opslag zijn eigen eisen zal stellen. Tevens is. dit afhankelijk van de geplande bewaar-tijd. De refractiewaarden vertonen alle dezelfde tendens, namelijk een bepaalde waarde bij inzet, vervolgens bij de eerste uitslag een hoger percentage. Bij de tweede en derde uitslag loopt de refractiewaarde steeds terug. Wij zijn geneigd dit als normaal te beschouwen. Immers, de metingen houden o.a. verband met de hoeveelheid opgeloste suikers. Bij inzet is nog veel zetmeel aanwezig, dat tijdens bewaring o.a. in suikers wordt getransformeerd, dus een hogere waarde bij de eerste uitslag. Naarmate de bewaring langer duurt zal echter de hoeveelheid suikers afnemen door o.a. verademing,

b. Gewichtsverliezen

Deze zijn voor alle drie de rassen zeer laag te noemen. Alleen bij het ras Karmijn lijkt een tendens van toenemend gewichtsverlies aanwezig in de tijd (tabel 2 ) . Verwondering behoeft dit effect niet. Het produkt wordt opgeslagen in gesloten metalen containers. Bovendien wordt

van plastic fust gebruik gemaakt. Deze methode impliceert een hoge relatieve luchtvochtigheid en dus een zeer laag dampspanningsdeficit. Het produkt zal dus weinig mogelijk-heden hebben vocht te verliezen.

In de praktijk worden in de regel houten kratten voor op-slag gebruikt en in dat geval kan vocht uit het produkt

(11)

1 0

-zich verplaatsen naar het hout. Vaak bedraagt de gewichtstoe-neming van een houten krat na bewaring 100 tot 200 gram. Dit betekent (een kist weegt 4 - 5 kg) een toename van 2-4%. Deze vochtverplaatsing wordt als gewichtsverlies genoteerd.

Karmij n

In proeven gedurende enkele bewaar seizoenen (1972-1975) zijn van dit ras een aantal gegevens verkregen. Een temperatuur van 1 C werd niet verdragen. Zelfs bij 3 C trad.nog lagetemperatuur-bederf op.

Bewaring langer dan februari-maart onder CA-condities leek niet waarschijnlijk. Uit de gegevens in tabel 2 wordt duidelijk,

dat bij 5 C en in mindere mate 3 C het gewoon gekoelde produkt bewaard in april niet meer acceptabel was met respectievelijk

19% en 3,8% stek h rot. Alle CA-objecten vertoonden minder rot en stek, terwijl bij geen van de behandelingen sprake was van typische bewaarziekten (alleen bij 3 C, object 0-3 wordt na nabewaring 4% inwendig bruin w a a r g e n o m e n ) .

De appels van de oogst 1975 waren dus wel zeer goed bêwaarbaar, daar ze een maand langer bewaard werd en dan de oogst van 1974. Bovendien trad in maart 1975 bij 3 C (object 0%CO -3%0 ) zacht en inwendig bruin op (vooral na n a b e w a r i n g ) . De conclusie, dat men zander risico's het ras Karmijn kan bewaren, is dus niet gewettigd, hoewel de cijfers in dit verslag hier wel aanleiding toe geven.

N.B. Bij de uitslag in april 1976 bleken vooral de vruchten bewaard bij 5 C erg geel te zijn geworden.

Ten aanzien van de consistentie is er bij alle objecten

terug-gang in de tijd. Verder blijken de CA-objecten beter dan de gewone gekoelde bewaring. Tenslotte lijkt de consistentie beter behouden te blijven bij 3 C dan bij 5 C. Als de

ervaringen van de bewaarproeven met Karmijn worden samengevat, is het volgende advies voor gewone gekoelde bewaring van

toepassing: temperatuur niet lager dan 4 C„ CA-bewaring verlengt de bewaarduur. Er moet echter niet worden verwacht, dat Karmijn bij gewone gekoelde bewaring lang bewaard kan worden; waarschijnlijk niet langer dan tot eind december. Met CA-bewaring kan men 1 tot 2 maanden langer bewaren.

(12)

1 1

-Spartan

Gevoeligheid voor lagetemperatuurbederf en zacht was bij dit ras bekend voor het bewaarseizoen 1975/1976. De bewaarver-wachtingen waren niet hoog, daar bij temperaturen van 5 C en 3 C zich snel veel zacht manifesteerde, zowel bij gekoelde als bij CA-bewaring.

In tabel 3 zijn de resultaten samengevat van 1975-1976. Op grond van deze gegevens moet men tot de conclusie komen, dat Spartan bij gewone koeling nauwelijks bewaard kan worden. Zowel bij 3 C als 5 C zijn de percentages zacht half december

reeds onaanvaardbaar hoog. Tot äan de eerste helft van

februari nemen deze hoeveelheden toe. Wordt CA-bewaring toe-gepast, dan wordt het "zacht" duidelijk teruggedrongen. De vruchten bewaard bij 3%C0 -3%0 vertonen eind december nog geen zacht. Ook bij de latere uitslagen zijn de percen-tages zacht aanzienlijk lager dan bij de gewone gekoelde bewaring. Overigens wil het laatste zeker niet zeggen, dat CA-bewaring de oplossing voor dit ras betekent. Bij de laatste uitslag was het percentage gave vruchten tot

ongeveer 9 0 % gedaald en kwam bovendien inwendig bruin voor. Een bewaaradvies voor Spartan is moeilijk te geven. Gewone gekoelde bewaring leidt in december reeds tot hoge verliezen. Met CA-bewaring (3%CO_-3%0„) zijn de vruchten het beste te bewaren bij 3 C, echter zeker niet langer dan tot half

december.

De consistentieraetingen (tabel 5) geven weliswaar zeer lichte steun aan dit advies.

Melrose

Bij dit ras zijn enkele zaken duidelijk. Het ras is beperkt bewaarbaar, hetgeen voornamelijk veroorzaakt wordt door de grote gevoeligheid voor scald. Bij 1 C wordt scald nog

rede-lijk voorkomen, echter bij die temperatuur is de kans op in-wendig bruin groot. Kiest men 3 C als bewaartemperatuur, dan heeft men van laatsgenoemd euvel geen last, van scald helaas des te meer. Verder is ook zacht waargenomen. Bestudering van tabel 4 levert de volgende tendensen:

(13)

-1

P.-Met gewone gekoelde bewaring tot januari zijn sr nauwelijks problemen.

Bij de uitslag in februari treedt echter bij 3 C uitbundig scald op, hetgeen bij 1 C nog volledig achterwege blijft. Bewaring tot april laat echter zien, dat dan ook veel scald bij 1 C voorkomt en tevens inwendig bruin.

Wat men aanvankelijk wint met bewaring bij 1 C, gaat later weer verloren.

De gewone CA-bewaring levert bij 3 C geen verschillen met de gewone gekoelde bewaring. Bij 1 C wordt scald goed on-derdrukt; er komt echter veel inwendig bruin voor in de plaats.

CA-bewaring bij 3 C gaat goed tot februari. De uitslag op 4 april heeft zeer hoge percentages scald. Met CA-bewaring wordt dus minstens een maand winst geboekt t.o.v. gewone gekoelde bewaring.

CA-bewaring komt bij 1 C vooral bij 3%C0 -3%0 zeer goed uit de verf, waar het scald betreft (tabel 4 ) . Echter bij 1 C en 3 C en langdurige bewaring (tot april) zien we weer inwendig bruin optreden. Het produkt moet dit seizoen van zeer goede kwaliteit zijn geweest want in het bewaarseizoen 1974/1975 kwam bij 1°C in april tot 100% inwendig bruin

voor.

Zacht is alleen te vinden bij produkt, dat bewaard is tot april onder gewone koeling of gewone CA-bewaring.

De consistentiemetingen laten in het algemeen een teruggang in de tijd zien. De CA-bewaring is wat beter dan de

mechanische koeling. Groot verschil tussen de beide

o o bewaartemperaturen is er niet; 1 C is wat beter dan 3 C.

Een bewaaradvies kan als volgt luiden: Bewaring onder gewone mechanische koeling is goed mogelijk bij 3 Crmits niet langer bewaard wordt dan tot januari. Onder CA-bewaring kan men het produkt goed houden bij 3 C tot half februari.

Tussentijds zal steeds gelet moeten worden op scald, terwijl temperaturen van 3°C of lager het risico inhouden van inwendige bruinverkleuring.

(14)

-13-SAMENVATTING

Gedurende het bewaarseizoen 1975-1976 werden de rassen Karmijn, Spartan en Melrose onder gewone gekoelde en CA-condities bewaard, Uit de waarnemingen van dit bewaarseizoen bleek, dat voor het

ras Karmijn bij 3 C nog kans bestaat op inwendige

bruinver-kleuring. Gewone gekoelde bewaring moet voor januari beëindigd worden, terwijl men met CA-bewaring één tot twee maanden

langer kan bewaren.

Spartan lijkt een r a s , dat nauwelijks geschikt is voor bewaring. Met gewone gekoelde bewaring moeten in december al grote

verliezen worden verwacht. Met de CA-bewaring komt men bij 3 C ook niet veel verder dan half december.

Melrose is berucht om zijn gevoeligheid voor scald, hetgeen zich ook nu weer duidelijk manifesteerde. Bewaring met gewone mechanische koeling is bij 3 C met succes tot januari uit

te voeren. Onder CA-bewaring bij 3 C bleef het produkt goed tot half februari. Bij 3 C trad veel scald op en geen in-wendig bruin, terwijl bij 1 C het omgekeerde plaatsheeft. Dit werd bij bewaring tot april bevestigd.

Wageningen, 7-7-'77 SPS/ARCvS/EvdL.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

A graphical user interface (GUI) was further developed on a host computer to monitor the FESS. Firstly the performance of the controller with regard to the control

Therefore, this research study is focused on single foster mothers’ perceptions of alternative father figures in the lives of children in alternative care, foster care..

Single Mothers Empowerment through Small Business Development Projects in Gweru, Zimbabwe: The Case of the GWAPA Poverty Alleviation Programme.. Maxwell Constantine Chando

Our results on the SULT1A1 allele frequency distribution and copy number estimation per individual were from the largest and most well-defined population group studied

It is in the light of this background that the objectives of this study were as follows: firstly, to determine the notational singles match-analysis results of male

the NCA to serve as an alternative to sequestration. It also potentially encourages the abuse of the process by creditors who may wish to circumvent the NCA's

Die sinode van 2003 beveel aan dat van die 1936-beryming en 2001-omdigting gepraat word, in plaas van die Totius- of Cloete-beryming, aangesien daar in beide gevalle ook