• No results found

Vraag nr. 28 van 22 september 1995 van de heer JEAN-MARIE BOGAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 28 van 22 september 1995 van de heer JEAN-MARIE BOGAERT"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 28

van 22 september 1995

van de heer JEAN-MARIE BOGAERT Vakantiespreiding – Evaluatie en conclusies

De vakantiespreiding tijdens de paasvakantie 1995 heeft opnieuw geleid tot sterke reacties bij de tegen-standers in kringen van horeca-uitbaters, vooral aan de Vlaamse kust.

Deze reacties zijn te begrijpen : de uitbaters van hore-cazaken moeten voor een periode van drie weken per-soneel aanwerven, maar anderzijds kunnen zij slechts rekenen op een voldoende klantenbezetting tijdens één week, uiteraard de middenweek, als zowel Vlamingen als Walen vakantie genieten.

In het derde nummer van 1995 van het tijdschrift West-Vlaanderen Werkt zegt het Westvlaams Economisch Studiebureau dat vakantiespreiding inderdaad slechts zinvol is als de volle capaciteitsbezetting wordt bena-derd. Anderzijds pleit het WES wél voor vakantiesprei-ding in de zomermaanden. Dit standpunt groeide uit een toenemende bezorgdheid voor de nadelige gevol-gen van een te sterke concentratie van de hoofdvakan-ties.

1. Hoe heeft de minister de vakantiespreiding tijdens de paasvakantie 1995 geëvalueerd ?

2. Zijn er op basis daarvan al beslissingen genomen voor de kerstvakantie en de paasvakantie 1996 ? Bestaat er daarover occasioneel of stelselmatig overleg met de regering van de Franse Gemeen-schap, van het Waals Gewest, met de betrokken toeristische sectoren middenstand en horeca, onder meer van de Vlaamse kust ?

3. Zijn er al beslissingen genomen inzake vakantie-spreiding voor de volgende zomervakantie ? Zo ja, zijn die vooraf voor advies voorgelegd aan de voor deze materie bevoegde collega's van de minister op regionaal en federaal niveau, of aan de betrokken toeristische sectoren ? Zo neen, is er zo'n advies-procedure gepland ?

N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Van den Bossche, minister vice- president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken.

Antwoord

Na onderzoek van de vraag blijkt dat vooral de beleids-domeinen onderwijs (vakantieperiode) en toerisme aan bod komen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de heer Luc Van den Bossche, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs en A

Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de heer Luc Van den Bossche, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs en

Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Van den Bossche, minister vice-pre- sident van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken en aan de heer

Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de heer Luc Van den Bossche, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs en

Op 15 december 1989 had de toenmalige Vlaamse rege- ring reeds haar principiële goedkeuring gegeven aan bovenvermeld ontwerpbesluit en werd de toenmalige gemeenschapsminister van

Het antwoord wordt verstrekt door de heer Luc Van den Bossche, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs en

Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegd- heid van de heer Luc Van den Bossche, minister vice- president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs

De werken zoals opgegeven in de vraag worden inderdaad in overweging genomen via de voorstel- len in het programma 1997 en het driejarenpro- gramma 1997-1998-1999, die mij door