Eindexamen wiskunde B havo 2011 - I
▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬
© havovwo.nl
Sinusoïde
12 De evenwichtsstand is ½, dus a = ½ . De amplitude is de helft van het verschil tussen de maxima en de minima, oftewel de helft van 1, dus ½ .
Dit is dus b. De periode is π, en voor een periode λ geldt
λ 2π
c = dus c = 2.
Als laatste moet je d vinden. Dit doe je door te kijken waar de sinus het eerst door de evenwichtsstand omhoog gaat. Dit is bij x = π/4 .
Dit levert dus d = π/4 .
Samenvattend: a = ½ , b = ½ , c = 2 , d = π/4 .
13 Waar naar wordt gevraagd is de helling van de grafiek in het punt x = π/4 oftewel de waarde van de afgeleide in dat punt. De afgeleide van y is (let op de
kettingregel):
y’ = 2 sin x · cos x
Vul in x = π/4
Dit geeft y'(4π) = 2sin 4π ⋅cos4π
Zowel de sinus als de cosinus van π/4 zijn gelijk aan ½ √2
dus y'( ) 2 ( )2 2 2 1 1
4
π = ⋅ =