Vraag nr. 11 van 3 oktober 2003
van de heer JAN VERFAILLIE Luchthaven Oostende – Nachtvluchten
Om de maatschappijen te ontmoedigen om nacht-vluchten uit te voeren, verhoogde de Regie der Luchtwegen eind 1997 in een koninklijk besluit (KB) de vergoedingen die zij moeten betalen voor n a c h t v l u c h t e n . Ook naarmate een vliegtuig meer lawaai maakt, moet men een hogere vergoeding betalen.
Op de luchthaven van Oostende mogen elke nacht twee vluchten vertrekken.
1. Kan de minister een overzicht geven van het aantal nachtvluchten in 2002 en in 2003 (tot heden) op de luchthaven van Oostende ? 2. Klopt het dat een luchthaven minstens 1.500
nachtvluchten per jaar nodig heeft om winstge-vend te worden ?
3. Zijn er bepaalde types vliegtuigen die de lucht-haven 's nachts niet mogen aandoen ?
Antwoord
Het ministerieel besluit van 19 februari 2003 hou-dende vaststelling van de luchthavenvergoeding voor de luchthaven Oostende regelt de vergoeding voor het landen en opstijgen. Dit besluit voorziet in een tarief van 2,60 euro per ton (maximum take off weight) tussen 7.00 en 23.00 uur en in een tarief van 4 euro per ton tussen 23.00 en 7.00 uur.
Momenteel dient er dus geen hogere vergoeding betaald te worden naarmate men meer lawaai m a a k t . Sedert 1 april 2002 is het immers voor hoofdstuk II-toestellen verboden om te landen en op te stijgen op luchthavens van de Europese Unie ( E U ) . Op dit verbod zijn slechts zeer beperkte uit-zonderingen mogelijk. Deze uituit-zonderingen kun-nen worden toegestaan door het federale Directo-raat-Generaal Luchtvaart, onder andere voor hu-manitaire vluchten. Hoe dan ook worden deze uit-zonderingen nooit toegestaan voor nachtvluchten. De milieuvergunning van 18 oktober 2000 voorziet in een jaarcontingent nachtbewegingen (een nacht-beweging is een landing of opstijging tussen 23.00 uur en 6.00 uur), namelijk :
– maximum 900 bewegingen/jaar met toestellen groter dan 6 ton ;
– maximum 330 bewegingen/jaar met toestellen tot en met 6 ton.
Er is dus geen beperking tot twee vluchten per nacht.
In 2002 werden er 368 nachtbewegingen uitge-voerd met toestellen groter dan 6 ton en 356 met toestellen tot en met 6 ton. In 2003 werden er tot eind september 586 nachtbewegingen uitgevoerd met toestellen groter dan 6 ton en 97 met toestel-len tot en met 6 ton.
Er is geen rechtstreekse relatie tussen het aantal nachtvluchten en de winstgevendheid van een l u c h t h a v e n . Wel worden nachtvluchten een schaars g o e d , zij zullen in de toekomst steeds schaarser w o r d e n . Hieruit volgt ook dat de nachtvluchten steeds duurder zullen worden.
Het is wel zo dat de aantrekkelijkheid van een in-ternationale luchthaven die intercontinentaal transport wil aanbieden, in grote mate bepaald wordt door de mogelijkheid om er ook ’s nachts te kunnen landen of opstijgen. Een groei van het aan-tal nachtvluchten, weliswaar met stillere toestellen, moet volgens het principe van duurzame ontwikke-ling mogelijk zijn om tot een evenwichtige verhou-ding tussen de economische belangen en de nacht-rust van de omwonenden te komen. Deze proble-matiek zal ten gronde bestudeerd worden in het milieueffectenrapport dat momenteel in opmaak is ter ondersteuning van de aanvraag tot het verkrij-gen van een definitieve milieuvergunning voor de internationale luchthaven Oostende-Brugge vanaf 13 april 2005.
Momenteel mogen alle types van toestellen ’s nachts op de internationale luchthaven Oostende-Brugge landen en opstijgen, met uitzondering van : – subsonische burgerlijke straalvliegtuigen die
niet beantwoorden aan de normen van hoofd-stuk III van de bijlage 16 van de Conventie van Chicago inzake de burgerluchtvaart (toepassing van de EU-richtlijn 92/14) ;