• No results found

voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAADGEVENDE COMMISSIE VOOR DE

BESCHERMING VAN DE

PERSOONLIJKE LEVENSSFEER

ADVIES Nr 86 / 052 van 18 september 1986 --- O. ref. : 10527 / L / A / 56

BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de erkenning van het informaticacentrum "Association Intercommunale Mixte Hennuyère de Mécanographie" s.c. voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen.

--- De Raadgevende Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer;

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot de regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op de artikelen 5, 6, en 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1984 betreffende de erkenning van informaticacentra voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het verzoek om advies dd. 6 augustus 1986 van de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt inzake een ontwerp van koninklijk besluit houdende de erkenning van het informaticacentrum "Association Intercommunale Mixte Hennuyère de Mécanographie" s.c., voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen;

Heeft op 18 september 1986 volgend advies verstrekt :

De erkenning, in het ontwerp van koninklijk besluit, van de "Association Intercommunale Mixte Hennuyère" s.c., afgekort A.I.H.M., staat gelijk met een machtiging waarbij, op grond van artikel 5, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, toegang tot het Rijksregister wordt verleend aan instellingen die opdrachten van algemeen belang vervullen.

Artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties, bepaalt uitdrukkelijk dat het recht tot toegang voortvloeit uit de erkenning.

(2)

"Wanneer een derde instelling het geautomatiseerd bevolkingsbeheer voor een gemeente uitvoert, kan zij toegang hebben tot de in het Rijksregister opgenomen informaties en kan zij aan het Rijksregister informaties meedelen onder dezelfde voorwaarden als die welke door de artikelen 1 tot 4 aan de gemeenten zijn opgelegd.

Daartoe moet de instelling erkend zijn door de Minister tot wiens bevoegdheid het Openbaar Ambt behoort en moet de tussen de gemeente en de instelling gesloten overeenkomst aan deze laatste de mogelijkheid bieden toegang te hebben tot en mededelingen uit te wisselen met het Rijksregister".

Bovendien bepaalt artikel 10 van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de samenstelling van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen, dat naast de naam van iedere persoon die in het bevolkingsregister is ingeschreven, het identificatienummer van die persoon bij het Rijksregister, moet worden vermeld.

Het is derhalve onontbeerlijk dat het erkende centrum dat op verzoek van een gemeente instaat voor het geautomatiseerd beheer van het bevolkingsregister van die gemeente, gemachtigd is om daartoe het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken.

Dat geldt ook voor de overige verwerkingen die door het centrum worden uitgevoerd, en wel in het kader van de mededeling van gegevens bedoeld in artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 16 oktober 1984.

Het gebruik van het identificatienummer bij de mededeling van informaties is slechts van nut indien dit nummer kan worden vermeld bij de verwerking van gegevens en in de bestanden waaruit informaties worden medegedeeld.

De Commissie wijst erop dat het voorstel van koninklijk besluit de mogelijke aanwendingen van het identificatienummer door het centrum uitdrukkelijk opsomt en het gebruik ervan beperkt tot het grondgebied van de provincie Henegouwen.

De Commissie stelt eveneens vast dat de erkenning voorgesteld in het ontwerp van koninklijk besluit geldt tot 31 december 1989 en dat bepaalde taken in onderaanneming ter uitvoering kunnen worden opgedragen aan het informaticacentrum van de provincie Henegouwen. Uit het onderzoek van het voorgelegde dossier blijkt dat een overeenkomst is opgemaakt waarin uitdrukkelijk het personeel en de middelen worden vermeld die door de provincie Henegouwen ter beschikking zijn gesteld van de A.I.H.M.

Bijgevolg verstrekt de Commissie een gunstig advies met betrekking tot het voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit.

De Commissie herinnert er evenwel aan dat het de taak is van de Minister tot wiens bevoegdheid het Rijksregister van de natuurlijke personen behoort, om te onderzoeken of de A.I.H.M. inderdaad voldoet aan de voorwaarden opgesomd in artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 oktober 1984.

De Minister moet eveneens nagaan of het centrum de nodige maatregelen heeft genomen om de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de inlichtingen te waarborgen.

De Commissie herinnert er ten slotte aan, dat de gemeente, die de verwerking van gegevens inzake bevolking toevertrouwt aan een erkend centrum, eveneens moet nagaan of de maatregelen inzake veiligheid en vertrouwelijke behandeling worden toegepast.

(3)

De Commissie wijst in dit verband op de bijzondere verantwoordelijkheid van de beambte die door de gemeente is aangewezen overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties.

De Secretaris, De Voorzitter,

J. BARET D. HOLSTERS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Zie verslag Vandezande, Parl.. Zo het aan de Commissie voorgelegde ontwerp aan de formele wettelijke vereisten beantwoordt, dient nog nagegaan te worden of het ook verenigbaar is

Deze beperking in de tijd vloeide voort uit de vaststelling van onvolkomenheden ten aanzien van de erkenningsvoorwaarden gesteld in artikel 2 van het organieke koninklijk besluit van

Naar luid van artikel 1 van het ontwerp van besluit zijn de houders van de machtiging tot het gebruik van het nummer van het Rijksregister de Minister van Verkeerswezen, de

Artikel 1 van het ontwerp van koninklijk besluit duidt, benevens de Minister van Landsverdediging, daartoe aan "de officieren en de ambtenaren van niveau 1 belast met het beheer

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het

Uit artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede

Indien, niettegenstaande het negatief advies van de Commissie, een machtiging tot onderaanneming wordt verleend, dan dient naar het oordeel van de Commissie van deze

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het