inlichtingen bij dhr. J. Zegveld telefoonnummer (026) 359 97 93
e-mailadres post@gelderland.nl BNG Bank Den Haag, rekeningnummer 28.50.10.824 IBAN-nummer: NL74BNGH0285010824
BIC-code van de BNG: BNGHNL2G
btw-nummer: NL001825100.B03 KvK-nummer: 51468751
Het college van Burgemeester en Wethouders van Doetinchem Postbus 9020
7000 HA DOETINCHEM
Bezoekadres Gebouw Marktstate Eusebiusplein 1a 6811 HE Arnhem
telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-mailadres post@gelderland.nl internetsite www.gelderland.nl
Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem
datum zaaknummer
31 januari 2017 2016-010420
onderwerp
Voorontwerpbestemmingsplan Ziekenhuis 2017 van de gemeente Doetinchem
Geacht college,
In het kader van het overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening ontving ik op 8 december 2016 het voorontwerp van het bestemmingsplan voorontwerpbestemmingsplan Ziekenhuis 2017.
Na een periode van goede samenwerking in de diverse projectgroepen tussen gemeente, ziekenhuis, waterschap en provincie, ligt nu het aanvullende deel van het voorontwerpbestemmingsplan ten behoeve van de bouw van het ziekenhuis voor.
Indien u daar behoefte aan heeft, is nader overleg over de gemaakte opmerkingen zeker mogelijk.
Provinciaal beleid
Het provinciaal beleid is vastgelegd in de Omgevingsvisie Gelderland en de bijbehorende
Omgevingsverordening Gelderland. De Omgevingsvisie en –verordening, vastgesteld in 2014, worden tweemaal per jaar geactualiseerd.
Planbeschrijving
Het plan voorziet in de verplaatsing van het Slingeland Ziekenhuis van de huidige locatie aan de Kruisbergseweg 25 in Doetinchem naar een locatie aan de snelweg A 18 bij de afrit Doetinchem-Oost.
Het nu ter beoordeling voorliggende plan is een aanvulling op het voorontwerpbestemmingsplan Ziekenhuis 2016. Op 13 september 2016 hebben de provinciale afdelingen advies uitgebracht over dit plan. Op het moment dat de eerste fase van het voorontwerpplan werd voorgelegd, koos uw college ervoor om een tweede fase van het voorontwerpplan op een later tijdstip op te sturen.
Deze tweede fase betreft een uitbreiding van de eerste fase op de volgende onderdelen:
- Natuurontwikkeling en landschappelijke inpassing (toelichting paragraaf 4.7), - Verkeer en parkeren (toelichting paragraaf 4.10),
- De voortoets, kwantitatieve stikstof toetsing en de verwerking van dit onderzoek in de toelichting (toelichting paragraaf 4.7),
- De Ladder voor duurzame verstedelijking (bijlage A).
Het plangebied wordt gekenmerkt door een open agrarisch landschap tussen de Ettenseweg (N317), de A18 en de rivier de Oude IJssel. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 9,75 hectare.
Provinciaal belang
De locatie waarop het toekomstige ziekenhuis is geprojecteerd is in de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening aangeduid als Groene Ontwikkelingszone (GO).
In de GO worden geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen mogelijk gemaakt die leiden tot een significante aantasting van de kernkwaliteiten van het betreffende gebied, tenzij:
- Sprake is van redenen van groot openbaar belang;
- De negatieve effecten op de kernkwaliteiten, de oppervlakte en de samenhang zoveel mogelijk worden beperkt; en
- De overblijvende negatieve effecten op de kernkwaliteiten, de oppervlakte en de samenhang gelijkwaardig worden gecompenseerd in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 2.7.1.1, derde tot en met zesde lid, en 2.7.1.3
Bovenvermelde tekst uit de Omgevingsverordening moet worden gerelateerd aan de Ladder voor duurzame verstedelijking (Ladder). In het geval dat op basis van de Ladder kan worden
geconcludeerd, dat de A18, afrit 4-locatie de juiste locatie is, dan is het criterium “geen reëel alternatief” aan de orde.
Bovendien blijkt uit de Ladder dat sprake is van een groot openbaar belang.
Verderop in het advies wordt nader aandacht besteed aan de inhoud van de meegestuurde Ladder.
Ervan uitgaande dat de ontwikkeling plaats zal vinden in de Groene Ontwikkelingszone, is tijdens de overlegfase de projectgroep Natuur en Landschap geformeerd. Het doel van deze werkgroep was om te onderzoeken op welke wijze kan worden voldaan aan de eisen, zoals verwoord in de
Omgevingsverordening.
Hieronder wordt nader ingegaan op de onderdelen van de 2e fase van het voorontwerpplan.
Natuurontwikkeling en landschappelijke inpassing
Tijdens de overleggen met de gemeente, het ziekenhuis, het waterschap en de provincie is diverse keren in de projectgroep Natuur en Landschap overlegd over de aspecten natuur en landschap. De wijze waarop de belangen van natuur en landschap op dit moment in het plan zijn vastgelegd, is het resultaat van het overleg en wordt gedragen door de betrokken partijen.
Hieronder volgen nog enkele aanvullende opmerkingen.
Op de verbeelding ontbreekt de bestemming natuur; in de legenda en de regels is deze bestemming wel opgenomen.
In het onderdeel Groene Ontwikkelingszone is de volgende passage opgenomen: “De overblijvende effecten op deze punten dienen vervolgens gelijkwaardig te worden gecompenseerd.”
Het uitgangspunt in de Groene Ontwikkelingszone is, zoals u ook vermeldt, het versterken van de kernkwaliteiten. Van belang is te vermelden, dat in het geval sprake is van compensatie, er moet worden gecompenseerd in de verhoudingen zoals in de Omgevingsverordening is opgenomen bij Gelders Natuur Netwerk.
In de toelichting van het bestemmingsplan moet aandacht worden besteed aan de wijze waarop de natuur- en landschapswaarden voor de toekomst worden verzekerd door een bepaalde wijze van onderhoud.
Verkeer en parkeren
De score van de A18, afrit 4-locatie, op bereikbaarheid zal alleen zo positief uitvallen als er
grootschalige aanpassingen aan het wegennet, fietsnet en in mindere mate ook de lijnvoering van het Openbaar Vervoer worden uitgevoerd. Dit blijkt uit de door bureau Goudappel Coffeng opgestelde verkeerskundige onderbouwing hiervoor. Deze aanpassingen moeten in overleg met de provincie verder worden uitgewerkt. Voor het overige komt het aspect verkeer ook aan de orde bij de reactie op de Ladder voor duurzame verstedelijking.
3
De voortoets, kwantitatieve stikstoftoetsing en de verwerking van dit onderzoek in de toelichting.
Naar de stikstofdepositie is aanvullend onderzoek verricht.
De conclusie hiervan is dat het nieuwe ziekenhuis niet leidt tot een toename van stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden. Het advies is om het bedoelde onderzoek op te nemen als bijlage in het plan.
De afgeronde Ladder voor duurzame verstedelijking
Tijdens de periode om tot het nu voorliggende voorontwerpbestemmingsplan te komen, is de Ladder diverse keren aangepast. Het document, waarop nu wordt gereageerd heeft de datum 18 november 2016.
Hieronder het ambtelijk standpunt betreffende de Ladder voor duurzame verstedelijking (Ladder).
Het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem wil een andere locatie om een nieuw ziekenhuis te realiseren. In verband met de nieuwbouwlocatie is de aandacht gericht op 4 binnenstedelijke – en 1 buitenstedelijke locatie. Gegeven het feit dat een ziekenhuis een stedelijke ontwikkeling betreft moet in het kader van de noodzakelijke bestemmingsplanherziening de Ladder voor duurzame
verstedelijking (Ladder) worden doorlopen. Deze bestaat uit drie treden.
In hoofdstuk 2 van de Ladder wordt een helder beeld gegeven van de functie en de noodzaak van het Slingeland Ziekenhuis in de regio.
Van belang is nog te vermelden, dat de gehanteerde term “Ecologische Hoofdstructuur (EHS)” niet meer actueel is. In onze Omgevingsvisie en Omgevingsverordening wordt uitgegaan van Groene Ontwikkelingszone (GO) en Gelders Natuur Netwerk (GNN).
Hieronder volgt een reactie op de treden van de Ladder.
Trede 1: actuele regionale behoefte (hoofdstuk 3)
Hier moet worden onderbouwd of de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. De conclusie is, dat de actuele regionale behoefte op basis van hoofdstuk 2 en 3 is aangetoond.
Trede 2: oplossing binnen bestaand stedelijk gebied? (hoofdstuk 4)
In dit hoofdstuk wordt onderzocht of binnen bestaand stedelijk gebied locaties voldoen aan de eisen die van belang zijn voor het Slingeland Ziekenhuis.
Er zijn vier stedelijke locaties onderzocht, waarvan locatie 4 is gesplitst in twee alternatieven.
Bij locatie 1 en 2 wordt erg benadrukt, dat de bereikbaarheid slecht is vanwege de spoorlijn en de vele obstakels (o.a. verkeerslichten). Hier vindt een eenzijdige beoordeling van de bereikbaarheid plaats, omdat bij de buitenstedelijke locatie hier genuanceerder mee wordt omgegaan. Bij de reactie op de locatie A18 afrit 4 wordt hier nader op ingegaan.
Aan de hand van de beoordeling van de overige criteria kan worden ingestemd met de conclusie ten aanzien van locatie 1 en 2.
Voor elke locatie is een bereikbaarheidstoets uitgevoerd. Dit leidde tot een cijfermatige score per locatie. Een hogere score betekent een betere bereikbaarheid.
Bij locatie 3 wordt een beoordeling gegeven met een score van 16. Dit is een rekenfout. Het getal 16 moet worden vervangen door het getal 20.
Met de beoordeling van de locaties 3 en 4a wordt ingestemd. Bij de beoordeling van de locatie 4b is niet duidelijk, waarom deze op het aspect bereikbaarheid afwijkt van de beoordeling van de
nabijgelegen locatie 4a.
Tenslotte is ingegaan op de locatie A18 afrit 4. Locatie 1 en 2 scoren negatief voor wat betreft bereikbaarheid voor spoedeisende hulp en autoverkeer. Dezelfde negatieve toetsingspunten zijn ook van toepassing voor het noordelijke verzorgingsgebied en toch wordt de hoogste positieve score gegeven.
Bovendien is niet duidelijk, waarom bij deze locatie een relatie wordt gelegd met de Oostelijke Randweg, terwijl dat niet is gebeurd bij locatie 1 en 2.
5 kopie:
. Waterschap Rijn en IJssel, t.a.v. mevrouw M. Bosman, Postbus 148, 7000 AC Doetinchem . DIS-Post PRG/A03 J. Zegveld
