Wiskunde 1 – Januari 2020
1) a. Toon m.b.v. volledige inductie aan dat
∀ n≥ 1 :n
5− n=5∗k k ∈ N
tip: gebruik het binomium van Newton.b. Maak een schets van het gebied in het complexe vlak beschreven door
{z ∈C : ℑ(z
4)<0 en∨z
4∨¿ 16 }
2) Met
f ( x)= ln( √ x )
x
5a. Bereken Taylorveelterm
P
2( x)
van f(x) rond x = 1b. Zij rechte r de raaklijn van f in x=1: toon dat r(x) > f(x) voor alle x > 1 c. Los op
∫
1 +∞
f (x )dx
3) a. Zij a∈ R , los op en toon dat de oplossing niet afhangt van a:
∫
a a+2 π
cos (x ) sin(x )+2 dx
b. Bereken∫ 2 x
2
+ 4 x +5 x
3+ 4 x
2+ 9 x+10 dx
4) Differentiaalvergelijkingen van Bernoulli zijn niet-lineaire differentiaalvergelijkingen van de vorm:
y ' +P(x) y=Q( x) y
nmet
¿n ∈ N {0,1 }
De eerste stap om zo’n differentiaalvergelijking op te lossen is het uitvoeren van een geschikte substitutie:
z= y
1−n1−n (1)
Beschouwd de differentiaalvergelijking :xy ' + y=e
1
x
∗ y
2voor x >0 (2)
a. Schrijf de differentiaalvergelijking als een dif. vgl. van Bernoulli: wat zijn P(x), Q(x) en n?
b. Substitueer (1) in de vergelijking uit (a) om volgend te vinden:
z '− 1 x z= e
1 x
x
c. Los de dif. vgl. uit (b) op naar z
d. Geef de oplossing van de dif vgl. (2) met beginwaarde y(1) = 1
5) a. Vind alle stationaire punten van f(x,y) = (x²+y²)
e
−xb. Vind alle lokale maxima, minima en zadelpunten van f. Welke zijn globale maxima/
minima?
c. Vind de vergelijking van de raaklijn aan de niveaukromme f(x,y) = 1 in (0,1)
d. Zoek de extrema van de functie f(x,y) onder de nevenvoorwaarde dat de afstand van (x,y) tot de oorsprong gelijk is aan 1.