• No results found

Gerichte visserij op Noordzeekrab

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gerichte visserij op Noordzeekrab"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gerichte visserij op

Noordzeekrab

Josien Steenbergen, Mascha Rasenberg, Tessa van der Hammen, Stijn Biermans

Rapport C153/12

IMARES

Wageningen UR

(IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Opdrachtgever: Dhr. H. Kramer

Zeevisserijbedrijf Jan Kramer B.V. Het Rif 9

8321 DS Urk

(2)

2 van 27 Rapportnummer C153/12 IMARES is:

• een onafhankelijk, objectief en gezaghebbend instituut dat kennis levert die noodzakelijk is voor integrale duurzame bescherming, exploitatie en ruimtelijk gebruik van de zee en kustzones;

• een instituut dat de benodigde kennis levert voor een geïntegreerde duurzame bescherming, exploitatie en ruimtelijk gebruik van zee en kustzones;

• een belangrijke, proactieve speler in nationale en internationale mariene onderzoeksnetwerken (zoals ICES en EFARO).

P.O. Box 68 P.O. Box 77 P.O. Box 57 P.O. Box 167

1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke 1780 AB Den Helder 1790 AD Den Burg Texel

Phone: +31 (0)317 48 09 00

Phone: +31 (0)317 48 09 00 Phone: +31 (0)317 48 09 00 Phone: +31 (0)317 48 09 00

Fax: +31 (0)317 48 73 26 Fax: +31 (0)317 48 73 59 Fax: +31 (0)223 63 06 87 Fax: +31 (0)317 48 73 62

E-Mail: imares@wur.nl E-Mail: imares@wur.nl E-Mail: imares@wur.nl E-Mail: imares@wur.nl

www.imares.wur.nl www.imares.wur.nl www.imares.wur.nl www.imares.wur.nl

© 2011 IMARES Wageningen UR IMARES is onderdeel van Stichting DLO

KvK nr. 09098104,

IMARES BTW nr. NL 8113.83.696.B16

De Directie van IMARES is niet aansprakelijk voor gevolgschade, noch voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van IMARES; opdrachtgever vrijwaart IMARES van aanspraken van derden in verband met deze toepassing.

Dit rapport is vervaardigd op verzoek van de opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag weergegeven en/of gepubliceerd worden, gefotokopieerd of op enige andere manier gebruikt worden zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

(3)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 3 Samenvatting ... 4 1. Inleiding ... 5 1.1 Kennisvraag ... 5 2 Methoden ... 6

2.1 Verspreiding en trends van Noordzeekrab ... 6

2.2 Nederlandse vangsten Noordzeekrab ... 6

2.3 Verzamelen van visserijgegevens ... 6

3 Resultaten ... 8

3.1 Update ecologisch profiel van de Noordzeekrab ... 8

3.2 Verspreiding en trends... 9

3.3 Nederlandse vangsten Noordzeekrab ... 12

3.4 Verzamelen visserijgegevens ... 14

3.4.1 Beviste locaties ... 14

3.4.2 Vangstsucces ... 14

4 Discussie & conclusies ... 17

5 Kwaliteitsborging ... 19

Dankwoord ... 20

Referenties ... 21

Verantwoording ... 22

Bijlage 1: stock status in Central North Sea (CEFAS) ... 23

Bijlage 2. Herkomst van de Noordzeekrab aanlandingen per jaar weergegeven voor 2008, 2009 en 2010 ... 25

(4)

4 van 27 Rapportnummer C153/12

Samenvatting

Gerichte visserij op Noordzeekrabben (Cancer pagarus) wordt hoofdzakelijk uitgevoerd in Engeland, Ierland en Frankrijk. Momenteel is de status van het bestand in de centrale Noordzee laag en rond het minimum. Dit blijkt uit Engelse bestandsschattingen. In Nederland zijn recentelijk twee vissers gericht gaan vissen op Noordzeekrab. Er is vrijwel geen beheer van visserij op Noordzeekrab in Nederland. Wanneer de visserij intensiteit toeneemt zonder beheer, bestaat het gevaar van overbevissing. Het is dan ook de vraag hoe het gesteld is met de Noordzeekrab voor en rondom de Nederlandse kust.

Bestaande informatie over het Noordzeekrabbenbestand is in dit rapport toegankelijk gemaakt. Het gaat hierbij om gegevens die worden verzameld tijdens surveys en aanlandingsgegevens van alle vormen van visserij. Uit de surveys en de aanlandingsgegevens blijkt dat de meeste Noordzeekrabben voorkomen in de Duitse bocht. In dit gebied lijken de aantallen Noordzeekrabben te zijn toegenomen. De gebruikte surveygegevens geven een trend weer, maar zeggen nog niets over de toestand van het bestand. De meeste Noordzeekrabben worden in de zomer en het najaar aangeland. Om meer inzicht te krijgen in het vangstsucces van de gerichte visserij op Noordzeekrab zijn gegevens van 1 seizoen vissen door dhr. Kramer bijgehouden. Door een logboek bij te houden komt gedetailleerde informatie beschikbaar dat in de toekomst in combinatie met de survey gegevens kan worden gebruikt voor het inschatten van de toestand van de Noordzeekrab. Deze informatie dient als basis voor verdere invulling van een duurzame visserij op Noordzeekrab.

(5)

1. Inleiding

Gerichte visserij op Noordzeekrab (Cancer pagarus) wordt in Europa hoofdzakelijk uitgeoefend in Frankrijk, Engeland en Ierland (van Marlen et al, 2011). Voor het vissen op Noordzeekrab wordt gebruik gemaakt van korven die zijn verbonden aan lijnen en voor een bepaalde tijd worden uitgezet. Om de krabben te lokken worden verschillende soorten aas gebruikt. In Engeland zijn de aanlandingen van Noordzeekrab sinds de jaren 60 verdubbeld en op verschillende locaties rondom Engeland en Ierland wordt het Noordzeekrabbenbestand volledig of over-geëxploiteerd (Bannister 1999; Nautilus, 2009). Een update van de status van het bestand in de centrale Noordzee in 2011 geeft aan dat het bestand in de Centrale Noordzee laag is en rond het aanbevolen minimum ligt (Bijlage 1: stock status in Central North Sea (CEFAS)).

Momenteel vissen twee Nederlandse vissers gericht op krabben, echter niet fulltime. Een van de vissers is de UK163, die in Juni 2011 is gestart met een gerichte visserij op Noordzeekrab met behulp van krabbenkorven. Voor de ontwikkeling van deze visserij is een subsidie aangevraagd bij het visserij innovatie platform (VIP). Dhr. Kramer, de aanvrager van dit project, heeft als doelstelling zijn visserij duurzaam in te steken en heeft hierbij als doel gesteld om zijn visserij MSC te certificeren. Een van de voorwaarden van MSC1 is dat de visserij niet leidt tot een overbevissing of uitputting van de doelsoort. Er is vrijwel geen beheer van visserij op Noordzeekrab in Nederland. Om te kunnen beheren is informatie nodig. Er is echter weinig bekend over het Noordzeekrabbenbestand in Nederlandse kustwateren en het effect dat de visserij hierop zou kunnen hebben. In een eerdere rapportage over Noordzeekrab werd dan ook aanbevolen om gedetailleerde informatie over de visserij te verzamelen wat kan helpen de discussie over duurzame visserij op Noordzeekrab op gang te brengen (Slijkerman, 2008). Om deze redenen heeft Dhr. Kramer in de periode juni 2011 tot en met januari 2012 gegevens verzameld van zijn visserij. Daarnaast is aanvullende informatie beschikbaar gemaakt over de verspreiding en trends in het voorkomen van Noordzeekrab en de aanlandingen van Noordzeekrab in Nederland, afkomstig van niet-gerichte visserij.

1.1 Kennisvraag

Het doel van het project is het verzamelen van (bestaande) gegevens, om zo iets te kunnen zeggen over de toestand van het Noordzeekrabbenbestand. Hierbij zijn de volgende onderzoeksvragen gesteld:

1. Wat is de verspreiding en Noordzeekrab in de Noordzee en is er een verschuiving in voorkomen waargenomen?

2. Waar wordt de meeste Noordzeekrab gevangen door de Nederlandse vissersvloot en zijn deze vangsten toe- of afgenomen?

3. Welke aanvullende informatie moet worden verzameld door de gerichte visserij op Noordzeekrab?

Aanvullend is de meest relevante informatie over de ecologie van de Noordzeekrab nog eens op een rij gezet. Hierbij is gebruik gemaakt van de meest recente literatuur.

1 www.msc.org

(6)

6 van 27 Rapportnummer C153/12

2 Methoden

2.1 Verspreiding en trends van Noordzeekrab

In verschillende Nederlandse onderzoekssurveys worden Noordzeekrabben bijgevangen. Om een indruk te krijgen van de verspreiding en trend in aantallen zijn gegevens gebruikt van twee onderzoekssurveys, namelijk de Beamtrawl (boomkor) survey (BTS) en de Sole net survey (SNS) (zie kader). In beide surveys worden de Noordzeekrabben geteld, gemeten en wordt de sekse bepaald.

Uit de gegevens van de twee onderzoekssurveys is de volgende informatie gehaald:

• Voorkomen van Noordzeekrab: alle trekken van de survey in vergelijking met alleen die trekken waar Noordzeekrab is aangetroffen (over de jaren 1996-2010)

• Trend: aantallen gevangen Noordzeekrab per hectare voor de jaren 1998 en 2010 en reeksen aantallen per gebied van 1996 - 2010

2.2 Nederlandse vangsten Noordzeekrab

Vissers registreren verplicht hun vangsten (in kg) in logboeken. Deze aanlandingsgegevens zijn in Nederland geregistreerd in VISSTAT. Met behulp van de gegevens uit deze database is een overzicht gemaakt van de aanlandingen van Noordzeekrab tussen 2000 en 2011, de gemiddelde aanlandingen per maand tussen 2000 en 2010 en de herkomst van de aanlandingen tussen 2000 en 2010.

2.3 Verzamelen van visserijgegevens

De visserij op Noordzeekrab aan boord van de UK163 werd uitgevoerd met korven (creels) van 17 inch. Hierbij worden de krabben met aas naar de korven gelokt. De afstand tussen de korven is 12 fadum (+/- 1,6m) en aan een lijn (string) zitten 47 korven (m.u.v. twee lijnen die ooit gebroken en weer gemaakt zijn; een lijn van 15 korven en 1 lijn van 35 korven).

De Beamtrawl Survey (BTS) wordt ieder jaar in augustus/september uitgevoerd met een 8m boomkor en 40 mm maaswijdte. De "Isis" bevist de zuidoostelijke Noordzee, de "Tridens" bevist de zuidwestelijke, westelijke en centrale Noordzee. De "Isis" doet 1 tot 4 trekken van een half uur per kwadrant, de "Tridens" doet 1 trek van een half uur per kwadrant. De BTS is primair bedoeld om een visserij-onafhankelijke schatting te leveren van de leeftijdssamenstelling van Noordzee tong en schol. Maar daarnaast behoort ook het monitoren van veranderingen in verspreiding en/of

talrijkheid van andere vissoorten en van andere aquatische organismen (met name macro-epibenthos) (zoals de Noordzeekrab) tot de doelstellingen.

De Sole Net Survey (SNS) is een platvissurvey waarbij wordt gevist met een 6m boomkor en … mm maaswijdte. In september wordt deze survey uitgevoerd in het kustgebied van België tot

Denemarken (Esbjerg). Het primaire doel is om indices van 1- tot 4-jarige tong en schol te verzamelen. Daarnaast heeft de SNS tot doel het monitoren van niet-commerciële

bodemvisbestanden. Uit: van Damme et al, 2012

(7)

In een periode van juni 2011 tot en met januari 2012 zijn de volgende gegevens verzameld van de visserij voor iedere uitgezette lijn:

• Datum • week

• Aantal korven per lijn • Positie van de string (Lat lon) • Vistijd (hr)

• Soort aas • Vangst (kg)

• Aantal Noordzeekrabben • Bijvangst

Er is in de analyse van deze data vooral gekeken naar het vangstsucces uitgedrukt in catch per unit effort (CPUE; vangst per visserij inspanning). CPUE is berekend in kilogrammen per dag per korf en aantallen per dag per korf. Verder zijn er verschillende soorten aas gebruikt. Daarom is ook gekeken naar de CPUE per aassoort in aantallen per dag per korf.

(8)

8 van 27 Rapportnummer C153/12

3 Resultaten

3.1 Update ecologisch profiel van de Noordzeekrab

De Noordzeekrab heeft een breedte van maximaal 300mm, maar vaak zijn ze kleiner, tot 200mm (Adema, 1991). De Noordzeekrab komt vooral voor op dieptes tot 100m (Nautilus Consultants, 2009). De volwassen dieren hebben de voorkeur voor zandbodems, zowel met als zonder stenen. Verder zijn Noordzeekrabben erg traag en vooral ’s nachts actief (Verwey, 1978).

Foto 2: Noordzeekrab (Cancer pagurus)

De groeisnelheid van de Noordzeekrab hangt af van leeftijd, geslacht en water diepte, met een gemiddelde van 1-10mm per jaar. Algemeen gesteld vermindert de groeisnelheid met de leeftijd, is hij hoger in diepere wateren en groeien mannetjes sneller dan vrouwtjes (Nautilus consultants, 2009). De groeisnelheid van de Noordzeekrab varieert tussen verschillende regio’s op de Noordzee. Hierdoor varieert naar alle waarschijnlijkheid ook de leeftijd waarop Noordzeekrabben volwassen en geslachtsrijp worden. Volgens Adema (1991) zijn de vrouwtjes geslachtsrijp wanneer ze ongeveer 4-5 jaar oud zijn en een breedte hebben van 100 tot 200mm. Mannetjes zijn geslachtsrijp tussen de 3 en 4 jaar en zijn dan ten minste 80mm breed. Echter, volgens een recente Engelse studie zijn vrouwtjes geslachtrijp met een breedte van ongeveer 127mm en mannetjes met een lengte van ongeveer 110mm (Nautilus consultants, 2009). In Noorwegen zijn langs de kust op beperkte ruimtelijke schaal al verschillen in schaalgrootte en reproductiviteit geconstateerd (Woll, 2006). Door deze gegevens is het niet ondenkbaar dat deze verschillen ook bestaan in de Noordzee, tussen bijvoorbeeld het Kattegat en de Duitse Bocht.

De Noordzeekrabben planten zich voort in de winter. De vrouwtjes dragen hun eieren nog lange tijd bij zich, waarna ze de eieren begraven in de bodem of onder rotsen. In het late voorjaar, vroege zomer komen de larven vrij in de waterkolom. Ze blijven ongeveer 2 maanden in het water drijven. In de late

(9)

zomer/vroege herfst zetten de jonge krabben zich vast op de zeebodem in het intergetijden gebied2. Ze blijven in dit gebied tot ze een breedte van 60-70mm bereiken. Dit duurt ongeveer 3 jaar, waarna ze verder zeewaarts trekken (Nautilus consultants, 2009).

De Noordzeekrabben trekken in de herfst naar diepere wateren omdat ze gevoelig zijn voor lage temperaturen. In het voorjaar/zomer (zo rond mei) trekken de dieren weer terug naar de kustwateren. Uit onderzoeken is gebleken dat Noordzeekrabben tijdens deze migratie grote afstanden kunnen afleggen, zo’n 50 tot 100 km (Adema, 1991). Ook is gebleken dat deze migratie sekse afhankelijk is, de vrouwtjes leggen langere afstanden af dan hun mannelijk soortgenoten.

3.2 Verspreiding en trends

De meeste trekken van de beide surveys (BTS en SNS) zijn gedaan in het kustgebied van Nederland – Denemarken en de Duitse bocht. Noordzeekrabben komen in vrijwel het gehele gebied van de twee surveys (BTS en SNS) voor, zij het minder in de meer noordelijke trekken (vanaf ongeveer 57 graden) en met grotere afstanden uit de kust (figuur 1b).

a. b.

Figuur 1. Een overzicht van de trekken gedaan tijdens de BTS en SNS (1996-2010). a. alle trekken, zowel zonder als met Noordzeekrab in de vangst. b. alleen die trekken van de BTS en de SNS met Noordzeekrab in de vangst.

Kijkend naar de aantallen Noordzeekrab die gevangen is per hectare valt op dat uit de kust van Nederland, Duitsland en Denemarken (tot zo’n 50 kilometer uit de kust) de aantallen oplopen van lage aantallen in het zuiden tot hogere aantallen in het noorden bij Duitsland en Denemarken (figuur 2). In 2010 zijn de aantallen Noordzeekrabben in de surveys toegenomen ten opzichte van 1998.

(10)

10 van 27 Rapportnummer C153/12 Figuur 2. Verspreiding van Noordzeekrabben in 1998 en 2010: aantallen per hectare in de vangsten van de twee surveys (BTS en SNS).

Aantal Noordzeekrabben per hectare Aantal Noordzeekrabben per hectare

<1 <1 1-10 10-100 > 100 Niet aanwezig <1 1-10 10-100 > 100

(11)

Figuur 3 geeft de trends in aantallen Noordzeekrabben gevangen per hectare voor een aantal gebieden weer. De gemiddelde aantallen lopen op van zuid naar noord; vak ‘a’ en ‘b’ hebben gemiddeld de laagste aantallen en in vak ‘e’ worden hoogste aantallen aangetroffen. In vak ‘e’ is in 2010 sprake van een uitschieter, in dat jaar zijn ten opzichte van de andere jaren aanzienlijk meer Noordzeekrabben aangetroffen. In vak ‘d’ (Duitse bocht) is zo op het oog een toename te zien van de gemiddelde aantallen Noordzeekrabben gevangen tijdens de surveys sinds eind jaren 90.

Figuur 3. Trends in aantallen Noordzeekrabben per hectare voor een aantal gebieden. De gebieden zijn vierkante vakken van 2 lengtegraden bij 2 breedtegraden (waarbij bij sommige vakken delen van het vak deels op het land vallen). Per jaar is het gemiddelde aantal Noordzeekrabben per trek genomen van alle trekken van beide surveys (BTS en SNS) die in een vierkant vak vallen.

(12)

12 van 27 Rapportnummer C153/12

3.3 Nederlandse vangsten Noordzeekrab

Figuur 4 geeft de totale hoeveelheden kg Noordzeekrabben die zijn aangeland in Nederland door alle Nederlandse schepen per jaar weer. De totale Noorzeekrabaanlandingen variëren tussen 2000 en 2011 van 130 ton (in 2000) tot 490 ton (in 2002). In de VISSTAT database wordt geen onderscheid gemaakt tussen hele krab en krabbenpoten.

Figuur 4. Totaal Nederlandse aanlandingen Noordzeekrab van alle Nederlandse schepen per jaar in kg. Gegevens afkomstig uit VISSTAT database (IMARES). Aanlandingen uit 2011 zijn mogelijk nog niet compleet.

Figuur 5 geeft een overzicht van de gemiddelde Noordzeekrabaanlandingen per maand over de jaren 2000-2010. De meeste Noordzeekrab wordt aangeland in het najaar, augustus-november.

Figuur 5. Nederlandse aanlandingen Noordzeekrab in Nederland per maand in ton. Gegevens uit VISSTAT database (IMARES). Gemiddeld over de jaren 2000 tot 2010.

Totaal Nederlandse aanlandingen Noordzeekrab per jaar

Aanlandingen Noordzeekrab (gemiddeld per maand 2000-2010)

Aa nl an di ng en N oo rd ze ek ra b (to n) Gem. a an la nd in ge n N oo rd ze ek ra b (t on )

(13)

Het grootste deel van de aangelande Noordzeekrabben is afkomstig uit de ICES kwadranten 38F6, 37F6 en 37F7 (Duitse bocht). Dichterbij de Nederlandse kust worden veel Noordzeekrabben gevangen in kwadranten 36F5 (ten Noorden van Terschelling) en 32F3 (voor de Zeeuwse kust (figuur 6). In bijlage 2 staat de herkomst van de krab per jaar voor 2008, 2009 en 2010 weergegeven.

Figuur 6. Herkomst van Noordzeekrab aanlandingen per ICES kwadrant, gemiddelde hoeveelheid in kg per jaar in de periode 2000-2010. De code in elk vak, vb.: 35F6 staat voor één ICES kwadrant. Het getal dat is weergegeven onder de kwadrantcode is het gemiddelde aantal kg Noordzeekrab aanlandingen. De legenda is in log-schaal.

(14)

14 van 27 Rapportnummer C153/12

3.4 Verzamelen visserijgegevens

3.4.1 Beviste locaties

De korven zijn uitgezet ten westen van de eilanden Texel en Vlieland. Eenmalig zijn de korven verder uit de kust uitgezet (figuur 7). Echter door de hoge brandstofprijzen bleek deze locatie niet haalbaar en daarom is hier maar één keer gevist (pers. comm. H. Kramer).

Figuur 7. Overzicht van de beviste locaties voor Noordzeekrabben door UK163 tussen juni en september 2011.

3.4.2 Vangstsucces

In de periode van meten (totaal 7.5 maanden) is in totaal 38 ton krabben gevangen. Het gemiddelde vangstsucces in kg per dag per korf en aantal per dag per korf geeft ongeveer hetzelfde beeld (figuur 8 en figuur 9); het vangstsucces lag in de maanden juni en juli hoger en nam af in de maanden erna (vanaf week 29). Vanaf week 29 was de gemiddelde tijd dat de korven in het water stonden langer. Verwacht wordt dat dit deels het vangstsucces heeft beïnvloed. Hoe langer een korf in het water staat, hoe lager het gemiddelde vangstsucces, omdat na een bepaalde tijd het aas op is. Vervolgens is een daling in vangstsucces in week 52 te zien. Dit heeft waarschijnlijk te maken met verminderde activiteit van de krabben door lagere watertemperaturen.

Figuur 8. Gemiddelde CPUE Noordzeekrab per week in kg/dag van 24 uur, gemeten in 2011 (wk 23-52) en eerste weken van 2012 (wk 2-4).

(15)

Figuur 9. Gemiddelde CPUE Noordzeekrab per week in aantallen per korf per dag van 24 uur, gemeten in 2011 (wk 23-52) en eerste weken van 2012 (wk 2-4).

(16)

16 van 27 Rapportnummer C153/12 Figuur 10 geeft aan dat er verschil zit in de aantallen gevangen Noordzeekrab per aassoort. De worden meeste Noordzeekrabben zijn gevangen met schar als aas. Ook horsmakreel, kabeljauw en kleine schol en een combinatie van schol en schar als aas laten een hoge vangstsucces zien. Er moet echter worden benadrukt dat een aantal aassoorten maar enkele keren zijn gebruikt waardoor deze resultaten wat onzeker zijn en dat de visserijinspanning ook af kan hangen van de locatie en de datum waarop gevist is. Met schar is vooral in de weken 24, 25 en 26 gevist, de weken waarin de meeste Noordzeekrab is gevangen.

(17)

4 Discussie & conclusies

Deze rapportage geeft een overzicht van relevante beschikbare informatie over de Noordzeekrab rondom de Nederlandse kust. De Duitse bocht lijkt een belangrijk gebied voor het voorkomen van Noordzeekrab. Dit blijkt uit zowel de survey gegevens als de Nederlandse aanlandingsgegevens. Uit de aanlandingsgegevens blijkt dat de meeste Noordzeekrab wordt aangeland in het najaar. Hierbij moet ook worden opgemerkt dat dit gegevens zijn van de totale Nederlandse visserij. Daarbij horen ook visserijen die niet speciaal gericht op Noordzeekrabben vissen. De Noordzeekrabben trekken in de herfst naar diepere wateren omdat de krabben gevoelig zijn voor lage temperaturen. In het voorjaar/zomer trekken de dieren weer terug naar de kustwateren (Adema, 1991). Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat bij een gerichte visserij op krabben dichter langs de kust in het voorjaar/zomer het vangstsucces hoog zal zijn. Dit blijkt ook deels uit de vangstgegevens verzameld door de UK163 die vlak langs de kust heeft gevist. Het vangstsucces van de UK163 lag in juni en juli hoger dan in de maanden erna.

Nederland is een kleine speler in de Noordzeekrabbenvisserij in het Noordoost Atlantisch gebied. De totale Nederlandse aanlandingen varieerden in 2000-2010 van 130 ton – 490 ton. Terwijl de totale vangsten van gerichte visserij op Noorzeekrab in de Noordoost Atlantische oceaan ongeveer 60.000 ton in 2007 bedroeg (Nautilus Consultants, 2009). De vangst van de UK163 in de 7,5 maanden van dit onderzoek bedroeg 38 ton, ongeveer 10% van de gemiddelde Nederlandse jaarlijkse aanlandingen in de afgelopen jaren.

Op basis van de survey gegevens lijken de aantallen Noordzeekrabben in de Nederlandse kustzone sinds 1996 stabiel en in de Duitse bocht zijn de aantallen krabben toegenomen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de surveys slechts een indicatie geven van de verspreiding van de Noordzeekrab en de toestand van het bestand. Zoals eerder aangegeven blijkt uit berekeningen van CEFAS dat het krabbenbestand in de centrale Noordzee er niet goed voor staat en zich rond het aanbevolen minimum bevindt.

Een inschatting maken van de toestand van de Noordzeekrab kan op twee manieren: 1. Uitvoeren van een ‘traditionele’ bestandsschatting

2. Ontwikkelingen in het bestand monitoren met behulp van survey indices en/of commercieel vangstsucces

Een ‘traditionele’ bestandsschatting kan worden gebruikt om te berekenen hoeveel tonnen er van een bepaalde vissoort (of in dit geval krabbensoort) in zee zitten (zie ook de brochure: hoe werkt een bestandsschatting3). Daaraan gekoppeld kan worden bepaald hoeveel van de soort kan worden weggevist zonder dat het bestand in gevaar komt. CEFAS heeft voor de bestandsschatting van Noordzeekrab gebruik gemaakt van de zogenaamde Lengte Cohort Analyse (LCA; bijlage 1). Met deze methode worden aangelande aantallen per lengteklasse gecombineerd met geschatte groeicijfers en natuurlijke sterftecijfers. De methode is echter arbeids- en gegevensintensief en brengt daarom veel kosten met zich mee. Daarnaast is deze aanpak voor Noordzeekrabben niet eenvoudig, onder andere doordat er veel variatie zit in groeisnelheden van deze soort; er is variatie tussen gebieden en de groeisnelheid hangt af van milieu- en gedragsomstandigheden (Nautilus consultants, 2009).

Wanneer er geen bestandsschatting beschikbaar is, is het alsnog wel mogelijk een inschatting te maken van ontwikkelingen in het bestand. Dit kan aan de hand van een survey-index en/of het vangstsucces. Ook op deze manier kan tot een vangstadvies worden gekomen. Het advies brengt in dit geval wel meer onzekerheden met zich mee omdat er minder informatie wordt gebruikt dan bij de traditionele

(18)

18 van 27 Rapportnummer C153/12 bestandsschatting. Het kan echter voor de Noordzeekrabvisserij in Nederland sneller worden ontwikkeld en daarbij is deze aanpak minder kostbaar. Surveygegevens zijn beschikbaar, zoals weergegeven in dit rapport. Informatie over vangstsucces komt normaal gezien uit EU logboeken. Vissers noteren daarin het motorvermogen, het tuig en de marktwaardige vangst per soort per ICES kwadrant. Aangezien de krabbenvisserij een statische visserij is, is de tijd dat de korven onder water zijn geweest de beste eenheid om vangstsucces uit te drukken. Echter, in EU logboeken worden enkel dagen genoteerd dat het schip op zee is. Dat is dus een onderschatting van de werkelijke vistijd. Voor een visserij als de Noordzeekrabbenvisserij met korven is het dus van belang om een extra logboek bij te houden, zoals in dit onderzoek door de UK163 is gedaan. Aanbevolen wordt bij het vervolg van de visserij standaard een eigen logboek bij te houden, wat gedetailleerder is dan het officiële EU logboek. Indien er meer vissers gericht willen gaan vissen op Noordzeekrabben bevelen wij aan in een kenniskring4 of kenniskringachtige setting overleg te voeren en iedereen te motiveren ook een logboek bij te houden. IMARES kan ondersteuning bieden bij het verwerken van de logboekengegevens en een vertaling maken naar ontwikkelingen in het bestand volgens een van hierboven benoemde aanpakken. Hierbij is het advies om te beginnen met de meest eenvoudige methode; gebruik maken van survey gegevens en vangstsucces (aanpak 2). Zoals Slijkerman (2008) al aangaf kan ten slotte de invulling van een ‘duurzame Noordzeekrabbenvisserij’ het beste worden ingevuld door de sector zelf, waarbij het belangrijk is om vanaf het begin ook overige belanghebbenden (NGO’s, overheid) te betrekken in de discussie.

4 In de kenniskringen visserij staat het delen en generen van kennis om de sector vooruit te brengen centraal. Hiertoe komen vissers en wetenschappers van het LEI en IMARES regelmatig bijelkaar en daarnaast worden kennisvragen opgelost

(19)

5 Kwaliteitsborging

IMARES beschikt over een ISO 9001:2008 gecertificeerd kwaliteitsmanagementsysteem (certificaatnummer: 57846-2009-AQ-NLD-RvA). Dit certificaat is geldig tot 15 december 2012. De organisatie is gecertificeerd sinds 27 februari 2001. De certificering is uitgevoerd door DNV Certification B.V. Daarnaast beschikt het chemisch laboratorium van de afdeling Milieu over een NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005 accreditatie voor testlaboratoria met nummer L097. Deze accreditatie is geldig tot 27 maart 2013 en is voor het eerst verleend op 27 maart 1997; deze accreditatie is verleend door de Raad voor Accreditatie.

(20)

20 van 27 Rapportnummer C153/12

Dankwoord

Dit project kon mede dankzij financiering uit het Europees Visserij Fonds en van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) uitgevoerd worden.

Europees Visserijfonds, investering in duurzame visserij Project geselecteerd in het kader van de subsidieregeling:

(21)

Referenties

Adema, J.P.H.M. 1991. De Krabben van Nederland en Belgie (Crustacea, Decapoda, Brachyura). Nationaal Natuurhistorisch Museam, Leiden

Bannister, R.C.A. 2009. On the Management of Brown Crab Fisheries. London

Damme C. van, Bakker K., Bolle l., de Boois I., Couperus B., Hal, R. van, Heessen H., Hoek R., Fässler S., 2012. Handboek bestandsopnamen en routinematige bemonsteringen op het water Versie 6, februari 2012. CVO rapport: 12.003.

Nautilus consultants. 2009. Final Report: Future Management of Brown Crab in UK and Ireland. Seafish Report No. SR633

Marlen B. van, Vandenberghe C., Craeynest N. van, KorvingA., Cramer R., Reker E., 2011. VIP project Passieve Visserij Ontwikkeling. Rapport C117/11.

Slijkerman, D.M.E. 2008. Krabbenvisserij op de Noordzee; ecologische achtergronden voor een duurzame afweging. IMARES, IJmuiden, Rapportnummer C058/08

Verwey, J. 1978. Krabben Van de Zuidelijke Noordzee. Nederlands Instituut voor onderzoek der Zee, Texel

Woll, A.K., 2006. Spatial variation in abundance and catch composition of Cancer pagurus in Norwegian waters: biological reasoning and implications for assessment. ICES Journal of marine science63: 421-433.

(22)

22 van 27 Rapportnummer C153/12

Verantwoording

Rapport C153/12

Projectnummer: 430130601

Dit rapport is met grote zorgvuldigheid tot stand gekomen. De wetenschappelijke kwaliteit is intern getoetst door een collega-onderzoeker en het betreffende afdelingshoofd van IMARES.

Akkoord: Harriet van Overzee Onderzoeker visserij

Handtekening:

Datum: 11 december 2012

Akkoord: Dr.ir. T.P. Bult

Hoofd afdeling Visserij

Handtekening:

(23)
(24)
(25)

Bijlage 2. Herkomst van de Noordzeekrab aanlandingen per jaar weergegeven

voor 2008, 2009 en 2010

(26)

26 van 27 Rapportnummer C153/12

0

2

4

6

8

10

50

52

54

56

58

2009

4

6

8

10

14 15 91 143 70 1770 610 194 1850 1570 2025 1281 2566 2033 344 30 140 684 10168 6687 6706 4212 3785 1550 105 35 60 1873 1326 2181 3253 2413 7791 3481 765 180 20 165 8300 10281 11005 5165 4293 1986 1056 100 1805 28915 15412 14258 5359 800 1038 52853 5568 1473 1720 275 52 71 50 215 13 29F0 30F0 31F0 32F0 33F0 34F0 35F0 36F0 37F0 38F0 39F0 40F0 41F0 42F0 43F0 44F0 29F1 30F1 31F1 32F1 33F1 34F1 35F1 36F1 37F1 38F1 39F1 40F1 41F1 42F1 43F1 44F1 29F2 30F2 31F2 32F2 33F2 34F2 35F2 36F2 37F2 38F2 39F2 40F2 41F2 42F2 43F2 44F2 29F3 30F3 31F3 32F3 33F3 34F3 35F3 36F3 37F3 38F3 39F3 40F3 41F3 42F3 43F3 44F3 29F4 30F4 31F4 32F4 33F4 34F4 35F4 36F4 37F4 38F4 39F4 40F4 41F4 42F4 43F4 44F4 29F5 30F5 31F5 32F5 33F5 34F5 35F5 36F5 37F5 38F5 39F5 40F5 41F5 42F5 43F5 44F5 29F6 30F6 31F6 32F6 33F6 34F6 35F6 36F6 37F6 38F6 39F6 40F6 41F6 42F6 43F6 44F6 29F7 30F7 31F7 32F7 33F7 34F7 35F7 36F7 37F7 38F7 39F7 40F7 41F7 42F7 43F7 44F7 29F8 30F8 31F8 32F8 33F8 34F8 35F8 36F8 37F8 38F8 39F8 40F8 41F8 42F8 43F8 44F8 29F9 30F9 31F9 32F9 33F9 34F9 35F9 36F9 37F9 38F9 39F9 40F9 41F9 42F9 43F9 44F9

(27)

0

2

4

6

8

10

50

52

54

56

58

2010

4

6

8

10

500 838 150 661 1548 175 255 525 2135 1122 2359 1955 555 360 6933 4129 6927 6069 5795 625 380 200 100 520 695 2166 5029 7820 4448 70 750 575 785 9189 21002 4758 2672 3190 1110 1337 47525 36601 15424 9300 460 70 2782 32672 320 1395 3645 530 95 95 15 325 20 80 10 29F0 30F0 31F0 32F0 33F0 34F0 35F0 36F0 37F0 38F0 39F0 40F0 41F0 42F0 43F0 44F0 29F1 30F1 31F1 32F1 33F1 34F1 35F1 36F1 37F1 38F1 39F1 40F1 41F1 42F1 43F1 44F1 29F2 30F2 31F2 32F2 33F2 34F2 35F2 36F2 37F2 38F2 39F2 40F2 41F2 42F2 43F2 44F2 29F3 30F3 31F3 32F3 33F3 34F3 35F3 36F3 37F3 38F3 39F3 40F3 41F3 42F3 43F3 44F3 29F4 30F4 31F4 32F4 33F4 34F4 35F4 36F4 37F4 38F4 39F4 40F4 41F4 42F4 43F4 44F4 29F5 30F5 31F5 32F5 33F5 34F5 35F5 36F5 37F5 38F5 39F5 40F5 41F5 42F5 43F5 44F5 29F6 30F6 31F6 32F6 33F6 34F6 35F6 36F6 37F6 38F6 39F6 40F6 41F6 42F6 43F6 44F6 29F7 30F7 31F7 32F7 33F7 34F7 35F7 36F7 37F7 38F7 39F7 40F7 41F7 42F7 43F7 44F7 29F8 30F8 31F8 32F8 33F8 34F8 35F8 36F8 37F8 38F8 39F8 40F8 41F8 42F8 43F8 44F8 29F9 30F9 31F9 32F9 33F9 34F9 35F9 36F9 37F9 38F9 39F9 40F9 41F9 42F9 43F9 44F9

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kadastrale grens Materiaalgrens Boom. Verkeersbord

Op grond hiervan is wettelijk geborgd dat ook bij de nieuwbouw van vergunningsvrije bouwwerken voldaan dient te worden aan de wettelijke geluidsnormen voor het binnenklimaat.

Noordzeekrab (schilden) Gewone Strandkrab Blaasjeskrab, algemeen Kleine heremietkreeft Gewone zeepissebed Gewone garnaal Weekdieren buikpotigen Gewone alikruik

Geschikt voor visserij op strandkrab, Noordzeekrab, wolhandkrab, zoetwaterkreeft, zeekreeft, aal, wetenschappelijk onderzoek en dergelijke..

3) Oorzakelijk verband tussen de schending van een resultaats- verbintenis met betrekking tot de medische behandeling en de lichamelijke schade. Bestaan van een oorzakelijk

Gebakken zalm met zuurkool en gekookte aardappelen – 289 Vispannetje met hondshaai, oesterzwammen en andijvie – 290 Krokante filoloempia’s met noordzeekrab, spinazie, ricotta.

Breedte maatregel in m De geul wordt 125 meter breed Waterstandsdaling in m Berekende daling is 0,12 m (12 cm) Ruimtelijke kwaliteit Factsheet (optimalisatie) (bron

Bij patiënten die het kenmerkende beeld hebben van gangetjes aan de handen, is de diagnose eenvoudig te stellen, vooral ook wanneer er mensen in de omgeving met jeuk blijken te