• No results found

Het ontsporingsbeleidHoelang nog, voor de impasse compleet zal zijn? Dat is de vraag die zich opdringt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het ontsporingsbeleidHoelang nog, voor de impasse compleet zal zijn? Dat is de vraag die zich opdringt"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Het ontsporingsbeleid

Hoelang nog, voor de impasse compleet zal zijn? Dat is de vraag die zich opdringt anderhalve maand na de verkiezingen, want de veelgeroemde discretie - die vorige week de nodige scheuren vertoonde - heeft tot nu vooral gediend om te verhullen dat de hoofdrolspelers nauwelijks aansluiting vinden bij elkaar. Of moeten we het zogezegd als een goed teken beschouwen dat André Flahaut en Danny Pieters op 21 juli samen de bezoekers onthaalden die Kamer en Senaat kwamen bezichtigen? En Flahaut nota bene, die door de N-VA in het verleden herhaaldelijk is verguisd, maar voor het moment wel moet worden geduld omdat hij een vertrouweling is van Di Rupo himself. Flahaut, één van de toonzetters inzake politiek cliëntelisme, plots zij aan zij met Pieters die de Senaat wil afschaffen en de sociale zekerheid splitsen. Het is een symbool van een sur- realistisch bondgenootschap, tenzij er door de N-VA (en de andere Vlaamse partijen) een stevige prijs wordt betaald om een coalitie op de been te brengen die bijna tegen- natuurlijk is. Maar daarvoor heeft de kiezer niet massaal op de N-VA gestemd.

Di Rupo mag dan al zeggen dat hij het signaal vanuit Vlaanderen begrepen heeft, dat volstaat duidelijk niet om de Franstalige olietanker een snelle wending te laten maken.

Terwijl de N-VA dit land fundamenteel van aanzien wil doen veranderen, is precies het behoud van zoveel mogelijk België het streven van de Franstalige partijen. Ze worden daar uitdrukkelijk toe aangespoord door de Franstalige media, maar ook het gros van de Vlaamse commentatoren legt hen geen strobreed in de weg: herinner u de uitdruk- kelijke oproep aan Bart de Wever na de verkiezingen, om zich ‘de redder van het vader- land te tonen’ en vooral veel staatsmanschap aan de dag te leggen. En nu De Wever en co daar onvoldoende snel gevolg aan lijken te geven, duiken meer en meer vergelijkin- gen op met de zomer van 2007 en het feit dan ook toen gezocht werd naar een twee derde meerderheid om een grondige staatshervorming door te voeren. Impliciet is de kritiek van communautaire scherpslijperij dan niet ver meer af. (Voor wanneer een eerste essay of analyse in één van onze “kwaliteitskranten”, dat de Vlaming op 13 juni eigenlijk niet echt op de communautaire knop heeft gedrukt?)

Wat intussen als denksporen voor een staatshervorming naar buiten komt, is weinig hoopgevend. Wat meer bevoegdheden qua arbeidsmarktbeleid, maar de voornaamste hefbomen zouden federaal blijven. Een splitsing of een regionalisering van de kinderbij- slag, maar nog steeds een financiering via federale kanalen. Verzet vanwege de Fransta- ligen tegen zelfs maar een gedeeltelijke overheveling van de personenbelasting naar de deelstaten. Verzet tegen een regionalisering van de vennootschapsbelasting. Onduide- lijkheid over hervormingen inzake gezondheidszorg. Natuurlijk beschikken we net als andere media maar over heel gedeeltelijke informatie, en zijn de gesprekken over de kinderbijslag al gehypothekeerd door een opzettelijk lek, dat wellicht door madame Mon Enfant, Non Enfant is georganiseerd. Het cdH danst nog altijd enkel en alleen op de tonen van de Brabançonne.

Het gaat trouwens niet alleen over wat er deel zou uitmaken van een staatsher- vorming, maar ook hoe die staatshervorming zou aangepakt worden. Als we Di Rupo mogen geloven, wil hij snel duidelijkheid over de mogelijkheid om met de groenen aan de zijlijn naar een twee derde meerderheid te streven. Dat is zijn zogeheten tweespo- renbeleid of dubbele dynamiek: met zeven partijen een communautair (voor)akkoord of procedure uitwerken, en daarna met vijf een regeringscoalitie sluiten waar Groen!

en Ecolo geen deel van uitmaken. Om dan tijdens de legislatuur de maatregelen inzake staatshervorming definitief op de sporen te zetten. Maar cdH en sp.a hebben de groe- nen toch liever in de regering dan er buiten, en eigenlijk stuurt ook de PS tegenstrij- dige signalen uit. Een bijzonder linke en linkse boel, dat meersporenbeleid, een trein die gemakkelijk uit de rails loopt, een constructie die weinig houvast biedt, en die de cen- trumrechtse Vlaamse partijen gemakkelijk kan gijzelen - gesteld dan nog dat CD&V de Vlaamse belangen boven die van het ACW en de belgicistische vleugel stelt. Die onze- kere factor hebben we vorige week al nader ontleed.

Haalt Di Rupo het einde van zijn preformateurschap (normaal eind deze week), of loopt de boel snel op de klippen? En wat nadien? Di Rupo heeft in wezen meer tijd dan de N-VA. De PS heeft ook een veel breder netwerk om op terug te vallen dan de N-VA.

De nervositeit groeit in Vlaams-nationale rangen. Er moet ook behoedzaam worden gemanoeuvreerd, wil men de zwartepiet niet krijgen toegespeeld. (En dat in deze tij- den van economische crisis, mijnheer!)

In elk geval, als er geen ingrijpende stappen vooruit kunnen worden gezet, dan heeft de communautaire evolutieleer steeds minder zin. Dan kan er beter gezocht worden naar een manier om korte metten te maken met het Absurdistan dat België is. Dan moet ook de N-VA maar conclusies trekken en een paar tussenstations overslaan. Met treinen die alsmaar minder stipt rijden, en een spoorweginfrastructuur die een regel- rechte wissel is op de toekomst, kunnen we ons geen pijnlijke ontsporingen permitte- ren. Dan liever via een nieuwe hst-lijn regelrecht naar de onafhankelijkheid.

Stoorzender Nicole

Lekkere avond, aperitiefjes slurpend bij vrienden in een amper afkoelende tuin. Het glas heffen en versnaperingen prikken; dat gaat nog net. De bel luidt en ene Nicole komt binnen. Ze slaat de aangeboden longdrink niet af. Het verhaal van de mij verder onbe- kende Nicole krijg ik maar later te horen, als ze weer naar buiten is gewaggeld.

Nicole is, we blijven vriendelijk, niet graat- mager en torst de hitte dus nog moeiza- mer dan mensen die hun BMI wat beter onder controle hebben. Waggelen is dus het juiste woord. Het speet me niet dat ze ver- trok. Onze gesprekken over de politieke toe- stand, de economische crisis en het droe- vige niveau van onze dagbladen had na haar komst plaatsgemaakt voor gebabbel over fietstochten, barbecues en de solden. Vooral toch over de solden, want Nicole bleek in een kledingzaak te werken en draaide dolle dagen. Een collega was met de auto gebotst, een klant was gisteren heel lastig geweest en de dochter van haar zus was binnengewipt mét haar nieuwe vriendje. Waarop de hele liefdesgeschiedenis van de jonge meid volgde.

Best interessant als je die mensen kent. Ik ken ze dus niet.

En dan was er de dansclub. De vrienden die me zo gastvrij ontvingen, dansen, elke week, in een club. Niet mijn ding, maar ze zijn er niet minder sympathiek om. De dans- club danst, maar doet ook allerhande andere dingen. Pas nog die barbecue en de jaar- lijkse zomerwandeling. Halfweg de zomer volgt dan de fietstocht. De barbecue vond plaats ‘bij Koen en Hilde’, andere dansers die een eindje van Antwerpen een oude hoeve weer bewoonbaar klusten. Vraag me naar het kleinste detail betreffende hun verbou- wing en ik kan er uitvoerig over berichten.

Interessant als je Koen en Hilde kent. Ik ken ze dus niet. Maar hun huis heeft geen gehei- men meer voor mij.

Toen ik veel aperitieven later naar huis

fietste, vervloekte ik mezelf. De volle drie kwartier dat Nicole mee aangeschoven zat, wachtte ik ongeduldig op haar vertrek. Nicole was een stoorzender. Toen ze afscheid nam, was een afgemeten hoofdknik van mijn kant haar deel. Maar daarna kreeg ik haar ver- haal te horen. Enkele jaren geleden verdween haar man plots uit hun huis en haar leven.

Een klap. Nicole spijbelde zelfs een tijd de danssessies, en dat heeft de club geweten.

Want Nicole is het manusje-van-alles. Samen naar toneel, af en toe, de genoemde wandel- en fietstochten, het jaarlijkse bal, het sin- terklaasfeest; Nicole staat altijd paraat. Ze opent geen krant - excuseer, ze opent nooit een krant - ze opent geen reclameblad of ze zoekt alweer naar mogelijke uitstapjes en vertier voor de dansmaten. En ze schrijft de verslagen voor het clubblad. “Maar daar is heel veel werk aan”, weet de vrouw van mijn vriend die de eindredactie voor haar rekening neemt. Nicole is niet voor het schrijfwerk in de wieg gelegd; maar ze doet het wel. En ze

“trekt” de foto’s. “Want het is toch altijd ple- zant om er daarna nog eens naar te kijken”, luidt haar ijzersterke filosofie.

Kortom, Nicole is zo’n vrouw waar het rijke Vlaamse verenigingsleven op draait. Zij maakt van die hoop mensen op het kleine vlekje Vlaanderen een samenleving. Zonder de Nicoles zou ons leven een stuk minder de moeite zijn. Ik heb haar onrecht aangedaan, omdat ze drie kwartier lang onze pogingen om de wereldproblemen op te lossen onder- brak met verhalen over de solden en barbe- cues. Maar die wereldproblemen waren ook onopgelost gebleven als Nicole niet was bin- nengewipt. De barbecue en de fietstocht, die vinden wél elk jaar plaats. Nicole maakt echt een verschil. Volgende keer luister ik met meer belangstelling naar Nicole. Ze ver- dient het.

EEnmanscollEctiEf

DEn BlootEn KoonincK

Deze week :

• Brief aan een plaatjesmaker 3

• Een hatelijke Fransman 7

• Filmbaron Heylen 10

• Iedereen werkloos 14

• Koersvervalsing? 15

• Geef... lacht! 16

Plankzeil als de bliksem naar www.pallieterke.info

Marcus Thesaurus ...

65

ste

jaargang • nummer 30 • woensdag 28 juli 2010 1,85 euro

(2)

De dingen dezer dagen 2

28 juli 2010

Bol van solidariteit

Anders gezegd, is “trop teveel en teveel trop”, zelfs als dat trop/teveel beloften in zich houdt voor een nog verdere uitbrei- ding van zijn nieuw stedelijk kiespotentieel, in zijn stad. Het probleem op dat gebied ligt in het realiteitsgebonden vooruitzicht dat de nepgronden waarop (te) veel aanvragen steunen, het lokale OCMW en aanverwante sociale instellingen naar of over de rand van de financiële afgrond stuwen. Het stedelijke advies is echter niet bindend. “Maar”, aldus nog Patrick van Antwerpen, “het zou onfat- soenlijk en politiek incorrect zijn als er geen rekening mee zou gehouden worden. Dit land heeft dringend nood aan een goed asiel- en migratiebeleid.”

Deze wijze woorden zullen stellig niet in die zin geïnterpreteerd worden aan de andere kant van de taalgrens. Het is dan ook niet echt moeilijk om te voorspellen dat het gegeven advies telkens meer kans maakt door de bevoegde francofone staatssecreta- ris verticaal geklasseerd te worden dan ern- stig genomen. Wat de minderheid van ons aller apenland aan de meerderheid oplegt, is daar tenslotte nog altijd ongeschreven wet.

En het zal Melchior Wathelet worst wezen of het financiële plaatje van een Vlaams groot- stedelijk en bol van solidariteit staand sociaal beleid al dan niet rood dreigt te kleuren.

Ondertussen is geweten dat alleen al in Antwerpen om en bij de 7.000 aanvragen tot regularisatie werden ingediend. Eerder nog meer dan minder. Het goede nieuws is dat de diensten van schepen en OCMW-cheffin Monica de Coninck er controle hebben op uitgevoerd. En wat bleek? Meer dan de helft van de “sollicitanten” kon geen enkel bewijs voorleggen dat hij of zij al een tijdje in Ant- werpen woonde. Ook meer dan de helft sprak geen Nederlands en kon evenmin een of andere band met de stad aantonen. Maar 4.000 illegalen dienden wel hun aanvraag in op grond van “lokale verankering”.

Het is niet moeilijk om raden dat al die mensen een ongeloofwaardig dossier indien- den in de hoop een graantje mee te kunnen pikken uit de door “eigen volk” gestoffeerde sociale voorzieningen. Dat heb je aan de hand in een land en/of stad waar een superpampe- rend regime en de daaraan volle steun ver- lenende media ook samen de volle verant- woordelijkheid dragen voor toestanden die eind van een nepverhaal over multiculturele verrijking uit de hand lopen. En situaties in het leven roepen die nog amper of niet lan- ger controleerbaar zijn. Het is het bekende effect van de boomerang die na een onbe- suisd wegwerpen bij onvermijdelijke terug- keer in het eigen gezicht dreigt te ploffen.

Vergeten

Nog een staaltje van sterke efficiëntie en

politieke “geloofwaardigheid” in ons aller door supersociale verbondenheid én bewo- genheid uitblinkende “modelstaat”, is het onwaarschijnlijke verhaal over de beloofde federale financiële steun aan de talloze slacht- offers van de aardbeving die zowat gans Haïti heeft verwoest. Met uitzondering van Brazi- lië, Estland, Australië en Noorwegen heeft nog geen enkel land zijn beloofde financi- ele steun van een mondiale solidariteitsac- tie waargemaakt. Zo heeft België twintig miljoen euro beloofd. De eerste eurocent moet wel nog altijd worden van doorge- stort. Maar, zo liet het “beleid” bij monde van Charles Michel (MR) aan de ietwat ver- ontruste mondige burger weten, dat uitblij- ven heeft niks te maken met de crisis en de enorme stijging van de staatsschuld. Neen, neen en nogmaals neen! Het is wel zo dat het geld pas wordt vrijgemaakt als er con- crete voorstellen zullen zijn voor de weder- opbouw van Haïti. Dat is men denkelijk even vergeten te zeggen, toen de belofte over de 20 miljoen steun de ether en de regimega- zetten werd in gezwierd.

Hoe dan ook zijn genoemde voorstellen er nog niet, want ginds nog steeds bezig met puin ruimen. Maar Charles voorziet dat de Belgische belofte zal ingelost kunnen worden ergens tussen volgend jaar en 2013, zij het dat hulporganisaties beweren dat het puin- ruimen nog veel langer zal duren. Iemand dat de ether al horen en zien in zwieren? Ik ook niet. In Vilvoorde en aan de Reyerslaan is men tot dusver ook heel even de aan het einde van de grote solidariteitsshow “help Haïti” gemaakte belofte vergeten, dat we met zijn allen op de hoogte zouden gehou- den worden hoe de, ook met zijn allen, bij elkaar geharkte 19 miljoen euro steun besteed zou worden. Iemand ook daarvan al iets gehoord? Ik evenmin. Het heet “offi- cieel” wel dat een derde van dat geld al een bestemming heeft gekregen. Wanneer de rest volgt, schijnt niemand te weten. Ook niet de initiatiefnemers van de actie die VTM en VRT heten. Dat er nog twee derde op rekeningen staat of in een kluis ligt - wie zal het zeggen? - schijnt “normaal” te zijn, al was het wel zo dat de volle verzamelde 50 mil- joen voor de slachtoffers van de tsunami in Zuid-Azië binnen het jaar volledig besteed waren.

Inmiddels riep Albert Second in zijn feest- rede van 21 juli op voor het verder begaan zijn van zijn volk met de toestand in Afrika, in het bijzonder Centraal-Afrika. Uiteraard tot heil van de bevolking van de “Democra- tische Republiek Kongo”. En dus niet om bepaalde “hogere belangen” veilig te stellen.

Waar wacht men eigenlijk nog op om de vol- gende solidariteitsactie te starten?

D.Mol

Melchior Wathelet is staatssecretaris voor migratie. Uittredend weliswaar. Als het cdH van madame “non” in de nieuwe regering komt, zal hij dat allicht ook blij- ven. Melchior beslist(e) alvast in zijn eentje over een ja of neen in regularisatie- dossiers. Na alweer lang palaveren, heeft het Antwerps stadsbestuur beslist, na de door de regering-Van Rompuy “in rustige vastheid” toegestane jongste regu- larisatiegolf, als “signaal” een advies in te sluiten bij elke naar de bevoegde staats- secretaris door te sturen aanvraag. “Omdat”, aldus “Patrick” van Antwerpen,

“zijn stad er niet bij gebaat is dat iedereen die papieren vraagt, ze ook krijgt.”

De tweedekanscommissie

Laten we de Senaat eens van nabij bekij- ken. Die telt in totaal 71 “normale” leden en op dit moment 3 “abnormale” leden, te weten de senatoren van rechtswege. Dat zijn, voor wie het nog niet doorhad, de men- sen die senator worden omwille van de plaats waar hun wiegje stond. Een democratische misgeboorte dus. We hadden bijna geschre- ven “een democratisch monstertje”, maar met ons goede hart willen we Flup noch Lorre noch Astridje als zodanig omschrij- ven. Op zich is het wel jammer dat de prin- selijke senatoren zelden of nooit van hun zetel gebruik maken: wij zijn allicht niet de enigen die zich de senatorale strapatsen van Laurent herinneren.

De 71 normale senatoren vallen uiteen in drie categorieën: 40 rechtstreeks verkozen senatoren, 10 door de partijen gecoöpteerde senatoren en 21 door de gemeenschappen aangeduide senatoren. Dat komt er dus op neer dat maar liefst 31 van de 71 senato- ren door de partijen worden aangeduid en niet door de kiezer. Laten we dat eens in verstaanbaar Nederlands zeggen: voor bij de verkiezingen gebuisde kandidaten zijn er nog wel enkele mogelijkheden om opgevist te worden. Dat systeem zou dus ten goede kunnen komen aan mensen met uitzonder- lijke kwaliteiten die van groot belang zijn voor het uitdragen van een specifiek ideeën- goed. In de praktijk is het dikwijls een vang- net voor wie zich het dichtst tegen de par- tijtop kan aanschurken of die over de steun beschikt van één der zeldzame echt mach- tigen binnen een partij. Tussen haakjes, het partijvoorzitterschap is daar niet per defini- tie mee verbonden.

Nog niet de helft...

Er schieten dus 40 senatoren over, een ruime helft, die genieten van de volledige democratische legitimering: gekozen voor en door het volk. Tenminste, dat was zo,

tot men aan het opvolgerssysteem is begin- nen sleutelen. Van de 40 verkozenen heb- ben er 6 al onmiddellijk aan hun mandaat verzaakt: Filip Dewinter (VB), Dirk Sterckx (VLD), Marianne Thyssen (CD&V), Bart de Wever (N-VA), Helga Stevens (N-VA) en Louis Michel (MR). Hun opvolgers - Yves Buysse, Martine Taelman, Dirk Claes, Patrick de Groote, Liesbeth Homans (die zelf dan weer verzaakt ten gunste van Frank Boog- aerts!) en Gerard Deprez - zijn niet demo- cratisch gelegitimeerd, maar genieten “par- tijlegitimering”. Met enige vertraging kwam Philippe Muyters daar nog bij, die voor zich- zelf zijn “beroepsverzekering” in de senaat kwam afsluiten om er daarna aan zijn man- daat te verzaken ten gunste van Luc Seven- hans. Dat brengt de stand op 7, op één na trouwens allemaal te vinden aan Vlaamse kant. Wat wij zelf doen...

Nu hoeft men echt niet meer dan lagere school te hebben gedaan om een klein reken- sommetje te maken: 40 verkozen senatoren min 7 die via het opvolgerssysteem door de partijen in het rode pluche worden gezet, geeft 33 senatoren die puur op basis van ver- kiezingen hun zetel innemen. 33 op 71: nog niet de helft van de senatoren is effectief verkozen door de kiesgerechtigden! Demo- cratie, zei u?

Afschaffen?

Daarbij hoort nog een kleine kantteke- ning, die volgens sommigen allicht zal wijzen op het politiek vernuft van de Vlaams-nati- onale kopstukken, maar volgens anderen op hun persoonlijke en partijpolitieke bereke- ningen zonder dat er sprake is van scrupu- les. Neem Filip Dewinter: die is verkozen in de Senaat, maar geeft zijn plaats op om Yves Buysse daar te krijgen... om zich vervolgens tot gemeenschapssenator te laten benoe- men! Neem Bart de Wever: die is verkozen in de senaat, maar geeft zijn plaats op om Patrick de Groote daar te krijgen... om zich vervolgens tot gemeenschapssenator te laten benoemen! Neem Liesbeth Homans: die is niet verkozen in de senaat, maar geraakt er als opvolgster van Helga Stevens, waaraan zij verzaakt om Frank Boogaerts daar te krij- gen... om zich vervolgens tot gemeenschaps- senator te laten benoemen!

Uiteindelijk kun je daar alleen nog een radicale conclusie aan verbinden: afschaffen die hap, want met democratie heeft dat nog weinig te maken, met vriendjespolitiek en partijberekeningen des te meer. Alleen lijkt het vrij moeilijk om mensen zichzelf buiten- spel te laten zetten, waarbij makkelijk ver- diend geld plots ophoudt automatisch in de zakken te stromen. Het zullen er moeten zijn die uit bijzonder sterk hout zijn gesneden om dat te doen. Wij zullen het met veel belang- stelling in het oog blijven houden.

K.R.

Terwijl het politieke beestenspel, dat ook wel eens als “verkiezingen” wordt betiteld, nu al meer dan een maand achter de rug is, steken tijdens de vorming van de nieuwe regering stilaan de partijoogmerken de kop weer op. Uiteraard leidt dat er bij de te verwachten regeringspartijen toe dat ze zich onmiddellijk blootstellen aan kritiek van de oppositie: zo werkt dat nu eenmaal. N-VA hoeft zich er dan ook niet over te verwonderen dat de aanduiding van Danny Pieters tot senaatsvoorzitter voor de nodige opmerkingen zorgt. Daarbij wordt gerepli- ceerd dat één van de oogmerken van N-VA is om juist die Senaat eindelijk af te schaffen en dat het gemakkelijker is dat te doen als men daar de teugels in han- den heeft. Theoretisch klinkt dat misschien goed, maar die redenering neigt toch wel wat naar een argument pour les besoins de la cause.

Sprong voorwaartS

Kim Geybels mag wel een dankkaartje naar Siegfried Bracke sturen. Zelfbenoemde protocol- meester Siegfried nam aanstoot aan het feit dat Kim Geybels haar eerste bezoek aan de Senaat aflegde in luchtige kledij. Te sexy, vond zeden- meester Bracke. Het verschafte Kim onmiddel- lijk nationale bekendheid, want de pretgazetten sprongen erop. Is het dankzij of in weerwil van, feit is dat Kim Geybels een sprong voorwaarts in de N-VA-pikorde maakte. Zij werd gebombar- deerd tot voorzitster van Jong N-VA, de broeikas van niveaans talent.

Slechte vader

Bart de Wever is geen goede vader. Zegt wiebelkopje Kathleen van Brempt in Dag Allemaal. Waarom? Omdat De Wever zo druk met de politiek bezig is dat hij zijn vier kinderen nauwelijks ziet. En is hij er nog trots op ook, zegt de rode babe.

En wat zegt Van Brempt over zichzelf in datzelfde interview? “Ik ben bezig van ‘s morgens acht tot zeven ‘s avonds, en daar komen dan nog avondvergaderingen en één week per maand in Straatsburg bovenop.

Maar als ik nu thuis ben, ben ik er helemaal voor Zita.”

Nou moe! Is Kathleen wel een goede moe- der? Zij is immers zo druk bezig met de poli- tiek dat ze haar dochtertje alleen ‘s avonds ziet. Om het kind alle aandacht te geven, is ze om te beginnen al veel te laat thuis. Op een uur dat Zitake eigenlijk al naar bed moet.

MauritS coppieterSStraat Wouter van Bellingen wil dat het straat- naambordje Leopold II-laan in Sint-Niklaas verdwijnt. Een schoelie en een uitbuiter van zwarten als de overgrootvader van Bébert II verdient volgens hem niet dat een straat naar hem vernoemd wordt. In de plaats zou Van Bellingen liever wijlen Maurits Coppie- ters die eer gunnen. Ook al omdat de VU- politicus zich terdege inspande om steun voor de Kongolese bevolking los te weken.

(3)

Aan Etienne Schouppe 3-NON-000

Liedekerke

Gij Plaatjesmaker,

Gij deedt ons onvermijdelijk denken aan Gust de Gorilla toen ge vorige week de ministerraad verliet en u stoer op de borst klopte: ‘Dan zal ik zèlf maar de beslissing nemen!’ Daarna zwaaide gij met vier of vijf ontwerpen van nummerplaat, en met een ultieme veiligheidsstudie waaruit bleek dat de geelzwarte variant, wat de poli- tie betrof, veruit de voorkeur verdiende.

Uiteraard had de ministerraad ter zake geen consensus bereikt, en niemand had dat ook verwacht, nadat er al twee jaar over zwartgeel en roodwit was gebak- keleid. Maar omdat gij u plots de air van Popeye aanmat, dachten sommigen dat er toch nog een druppel moed in uw bloed zat en dat er een verrassende wending uit de bus ging komen. Compleet verkeerd natuurlijk: eenmaal terug op uw kabinet stuurde gij de boodschap de wereld in dat de kleurencombinatie wit plus RAL 3003 zou worden, oftewel wit plus robijnrood, waarmee dus eigenlijk geen ene moer ver- anderde, op het feit na dat het rood nog wat roder zou uitvallen om de preforma- teur van het moment te plezieren. Sic tran- sit gorilla mundi, en het einde van uw poli- tieke loopbaan was meteen een miskleun van formaat.

En daarmee werd eens te meer duidelijk wie er in dit land nog altijd de plak zwaait.

Begin november vorig jaar hadt gij nog ver- klaard: ‘Als men aan dit soort zaken ook al politiekcommunautaire achtergrondbe- schouwingen gaat toevoegen, dan kan ik alleen maar de vraag stellen: waar gaan we naartoe?’ Een maand later klonk het zelf- verzekerd op het kabinet van cdH-kenau Milquet, en wij citeren uit de vaderlandse pers: ‘Het zullen roodwitte nummerpla- ten worden. Er is geen enkele reden om daar van af te stappen. Zwartwit is hele- maal niet verplicht, het is perfect mogelijk een appelblauwzeegroenwitte plaat in te voeren. Maar er mag en zal niets verande- ren. Tot toegevingen zijn wij niet bereid.

Rood en wit blijft. Omdat mensen daar- aan gehecht zijn.’ (Jaja.)

Gij wist met andere woorden toen eigen- lijk al dat gij op uw kop mocht gaan staan, het zou de inzichten van madame Non en andere Belgofonen niet veranderen.

Daarom hebt gij dubbel en dik de nieuwe nummerplaat verdiend die wij bovenaan al hebben weergegeven: die met drie streep

NON en drie keer nul op het rekwest. Als symbool van het samenwerkingsfedera- lisme, zeg maar knechtfederalisme, dat gij als ACW’er in het kielzog van Leterme tot in het absurde hebt geslikt en toegepast.

Rest natuurlijk uw eigen vraag: waar gaan we nu naartoe? Waar naartoe, nu we weer eens compleet anders doen dan de rest van Europa dat koos voor zwarte letters op een gele of witte achtergrond?

Wel, misschien moeten we maar van de andere Europese lidstaten eisen dat zij zich in deze kwestie aan ons aanpassen en ook toetreden tot de Revolutionaire Arbeidersliga 3003. Kan bovendien wor- den voorgesteld als één van de grote ver- wezenlijkingen van het Belgische voorzit- terschap der Europese Unie. Laten we ook gehoor geven aan de oproep van de Vorst ter gelegenheid van het feest van de eigen Nationale Unie: ‘We zullen werk maken van een opbouwende dialoog, wederzijds respect bevorderen, zowel tussen onze Belgische gemeenschappen en gewesten als tussen de Europese lidstaten, en ook in onze betrekkingen met Kongo.’ Dus: ook elke Kongolees een roodwitte nummer- plaat, om de band met de vroegere kolo- nie te beklemtonen. Het zou bovendien opnieuw de Belgofonen een groot genoe- gen doen, en de smadelijke herinneringen aan het optreden van Karel de Gucht op Afrikaanse bodem helpen uitwissen. Werd die fameuze ministerraad over de num- merplaten trouwens niet gehouden in het Museum voor Midden-Afrika in Tervuren?

Dat kan onmogelijk nog als toeval worden afgedaan. Vijftig jaar na de dipenda zijn er geen wegen meer in Kongo, laten we dus beginnen bij het begin: een nieuwe plaat als aanzet voor een nieuwe mobiliteit. En het kan de inburgering bevorderen als er in België asiel wordt aangevraagd.

Goed, laat die laatste ingevingen zotter- nijen zijn, het hele gedoe rond die nummer- platen is toch weer een typisch voorbeeld van de Vlaamse Lamme Goedzak-mentali- teit: we gaan toch geen ruzie maken zeker, geef de anderen maar snel hun zin. Maar door die mentaliteit is heel België vergren- deld en geblokkeerd geraakt, op aansturen van de Belgofonen, en eigenlijk zouden we beter zonder nummerplaat gaan rijden.

Zonder Belgische in ieder geval.

3

De dingen dezer dagen

28 juli 2010

Brief aan ...

Wilders heeft het licht gezien

Volgens de oprichters hebben „honder- den jaren van cultureel verval en wijdver- breide ongeletterdheid de kloof tussen de huidige realiteit van de moslimwereld en de moderniteit verbreed”. Zij zeggen democratie en mensenrechten te propa- geren. Zij hebben zelfs begrepen dat je op zo’n forum omwille van de geloofwaar- digheid ook al eens tegenstanders aan het woord moet laten.

Geert Wilders heeft hun uitnodiging om een “boodschap tot de moslims”

bij te dragen, aangenomen. Het kan aan mijn beperkte internetvaardigheden lig- gen, maar op die webstek heb ik zijn tekst niet teruggevonden. Hij staat wel in NRC- Handelsblad, 19 juli 2010, onder de mon- tere titel: “Moslims, bevrijd uzelf en u kunt alles”. De ondertitel specifieert aanmoe- digend: “Zonder islam hebben Arabieren, Iraniërs, Indiërs en Indonesiërs een enorm potentieel”.

Wilders opent met een herinnering aan een reis doorheen Egypte die hij als stu- dent maakte: “Ik herinner me nog duide- lijk mijn eerste indruk van Egypte: ik was overdonderd door de vriendelijkheid en behulpzaamheid van de mensen. Ik herin- ner me ook nog mijn tweede sterke indruk van Egypte: het viel me op hoe bang die aardige, vriendelijke mensen waren. (...) Ik herinner me de angst nog die de stad opeens overspoelde toen werd aangekon- digd dat Mubarak onverwacht op bezoek zou komen (...) Een paar jaar later las ik in de Koran hoe de zevende-eeuwse Ara- bieren zich voelden in aanwezigheid van Mohammed, die zoals verscheidene ver- zen beschrijven, ‘terreur in hun harten wierp’.”

Ook opvallend was “dat dit arme en smerige Egypte een buurland kon zijn van Israël, dat zo schoon was. De uitleg van de Arabieren, met wie we over hun armoede spraken, was dat deze toestand hun op geen enkele wijze te verwijten viel: volgens hen waren ze het slachtoffer van een mon- diale samenzwering van de ‘imperialisten’

en de ‘zionisten’, bedoeld om de moslims arm en onderdanig te houden.”

De voorliefde van moslims voor samen- zweringstheorieën hangt samen met de geschiedenisvisie van de islam, die een voortschrijdende opgang van de islam voorspelt. De aanblik van de moderne wereld, waar de islamgordel slechts een langgerekt, maar duister achterafstraatje is, en waar zelfs Allahs olierijkdom door niet-moslimse deskundigen ontgonnen wordt, doet oprechte moslims pijn aan de ogen. Waar de islam het slecht doet, moet er wel ergens iemand vals gespeeld hebben.

Achterwaartse kracht

De multikullobby (voor Nederland zou ik Geert Mak kunnen noemen) doet haar best om islamkritiek met racisme en nationaalsocialisme te associëren. Het is natuurlijk omgekeerd: terwijl Adolf Hit-

ler en Heinrich Himmler de islam bewon- derden, was juist Winston Churchill na zijn ervaringen in Brits-Indië en Soedan een voorganger in de islamkritiek. Wil- ders citeert hem:

„Naast de fanatieke bezetenheid (...) is er die vreselijke fatalistische apathie. De gevolgen zijn in veel landen te zien. Waar de volgelingen van de profeet heersen of wonen, bestaan achteloze gewoonten, slordige landbouwstelsels, trage handels- methoden en onzekere eigendomsver- houdingen. Individuele moslims kunnen schitterende kwaliteiten tonen - maar de invloed van de godsdienst verlamt de maatschappelijke ontwikkeling van zijn vol- gelingen. (...) Er bestaat geen sterkere ach- terwaartse kracht ter wereld.”

Kortom, de eerste slachtoffers van de islam zijn de moslims zelf: “Er zijn men- sen die zeggen dat ik de moslims haat. Ik haat de moslims niet. Het doet mij ver- driet dat de islam hen van hun waardig- heid heeft beroofd.”

Dat Wilders van “moslimhaat” beschul- digd wordt, heeft hij grotendeels te danken aan de valsheid en levensbeschouwelijke ongeletterdheid van zijn tegenstanders, maar voor een deel ook aan enkele ondoordachte uitspraken van hemzelf. Het voorstel om de koran te verbieden was al helemaal onzin, uitgerekend voor een par- tij die “voor de vrijheid” zegt te zijn. Vrij- heid houdt immers ook de vrijheid in tegen de vrijheid propaganda te voeren. Maar in deze tekst zet hij de puntjes op de i. Hij bejegent hen als mensen die zich in nes- ten gewerkt hebben: “De islam is onmen- selijk, maar moslims zijn mensen en dus in staat tot liefde - die machtige kracht die Mohammed verachtte. (...) Maar moslim- protesten tegen islamitische onmenselijk- heid zijn zeldzaam.”

Ook in Vlaanderen zouden politici die tegen het islamprobleem waarschuwen, er goed aan doen, hun boodschap positiever te formuleren. En dus eerst zelf oprecht een positievere houding aan te nemen. In Wil- ders’ woorden: “De islam ontneemt mos- lims hun vrijheid. Dat is jammer, want vrije mensen zijn in staat tot grote dingen, zoals de geschiedenis heeft geleerd. (...) Mijn boodschap aan hen is duidelijk: fatalisme is geen optie; ‘insja’llah’ is een vloek; onder- werping is een schande. Bevrijd uzelf.”

Koenraad elst

Sommige moslims willen dat de islam overwint. Dat willen ze natuurlijk allemaal, maar sommigen menen het ernstig: niet in een fantasiewereld, maar in de reële wereld van vandaag. Daar- toe is de toe-eigening van moderne technologie en communi- catietechnieken onontbeerlijk. Dus hebben Tariq Ramadan en gelijkgezinden een forum opgericht, www.muslimsdebate.com, om de moslims te scholen in omgang met de moderne wereld.

Voor het algemeen belang Het is even bekend als bewonderens- waardig dat politici bovenstaande titel zon- der uitzondering in het persoonlijke banier voeren. En om er zeker van te zijn dat zoveel mogelijk gegadigden aan zichzelf opofferende trekken kunnen komen, wordt her en der een kunstgreepje uitgehaald. In onversneden dienstbetoon, dat spreekt voor zich. Zo is het bij Open VLD gekomen dat twee electoraal gebuisden niet blijvend in de kou moeten staan. Guido de Padt werd gecoöpteerd als senator. Maar midden de legislatuur zal hij zijn opgedane ervaring alsmede enthousiasme in de nuttelooste van alle instellingen ter beschikking stellen van Hilde Vautmans. Tenminste, als Guido in 2012 tot burgmeester verkozen wordt in Geraardsbergen.

om trots op te zijn

Aan de bevriende media liet de heer Selahattin Koçak, sp.a-schepen van open- bare werken en van Turkse origine in Berin- gen, ook nog huisvriend van de VRT, weten dat hij een notoir lid is van de Mile High Club. Dat is de club van seksueel geobse- deerden die er prat op gaan “het gedaan te hebben” in het toilet van een vliegtuig.

Of in een vliegtuig “tout court”. Het door Selahattin aangereikte “aaitem” was her en der goed voor een halve bladzijde publici- teit voor zijn onvolprezen persoontje. Inmid- dels heeft hij de “vriendin” met wie hij op

grote hoogte een nummertje opvoerde, wel gedumpt. Maar dat doet niets af van een prestatie om trots op te zijn voor iemand met een voorbeeldfunctie. Of bent u al der- mate verzuurd dat u dat anders ziet?

haatplooi

De amnestiegedachte is eventjes opgedoken in de preformateursonderhandelingen. Eventjes maar. Zelfs Di Rupo kwam daar mee aandra- ven. Hij opperde de idee van amnestie en dacht

allicht daarmee de Vlamingen te paaien. De N-VA, waarvoor amnestie allang geen onder- werp van debat meer is en zelfs niet in het par- tijprogramma is opgenomen, reageerde daar gewoon niet op. Iemand uit de PS lekte Di Rupo’s ideetje naar de pers en daarmee was het ook meteen van de baan.

Amnestie? Jawel, een “sereen debat” in het parlement, zei hij, maar wij zullen amnestie nooit aanvaarden. En daarmee was alles weer in zijn Belgische haatplooi gevallen.

(4)

De dingen dezer dagen 4

28 juli 2010

Geen applaus

Met André Flahaut tot eerste burger van het land te bombarderen heeft Di Rupo De Crem een flinke peer gestoofd. Toen Flahaut nog opperbe- velhebber van het leger was en dat leger inzette om de Waalse belangen te behartigen, ging bijna geen Kamerzitting voorbij of De Crem zat op Andrés kap. Toen De Crem het leger onder zijn politiek bevel kreeg, voerde hij uit wat Flahaut had vezuimd te doen: het leger afslanken. En toen was het de beurt aan kameraad André om De Crem de duvel aan te doen.

Men zegt dat men zegt, dat Pieter Bus- kruit zo woest was over de promotie van Fla- haut dat hij zelfs weigerde de Kamerzitting bij te wonen waar Flahaut op het schild zou worden geheven. De ampersanders konden De Crem toch overhalen te komen met de belofte dat ze niet zouden applaudisseren als Flahaut de voorzitterspupiter zou bestijgen.

Maar ge zijt tsjeef of ge zijt het niet, niet- waar, en dus hielden ontslagnemende pre- mier Leterme en fractievoorzitter Verher- straeten zich niet aan die gelofte en klapten braaf in de handjes.

Geen commentaar

Men zal zich herinneren dat Vlaams par- lementsvoorzitter Jan Peumans naar eigen zeggen van zijn stoel viel toen hij begin van de legislatuur zijn eerste loonbriefje onder ogen kreeg. En vaststelde dat hij het ook met een pak minder kon rooien dan met een maandelijkse habbekrats van 17.000 euro, exclusief een riante onkostenvergoe- ding. Er moest iets gebeuren aan niet alleen zijn overdreven wedde, maar ook aan die van alle andere verkozenen des volks. En liefst snel, aldus de voorzitter. We zijn een jaartje verder. Of er al dan niet snel al wat gebeurde? De voorzitter wenst daar geen commentaar op te geven. De zaak berust immers bij een “werkgroep” geleid door ampersander Carl Decaluwe. Die onthulde dat in die werkgroep alle “werkzaamhe- den” stilliggen tot Kamer en Senaat weer

normaal en dus onder een nieuwe regering zullen functioneren. Voor het overige, aldus de werkgroepvoorzitter, geen commentaar.

Waarom verwondert ons dat niet?

supersjoemelaar

André Flahaut van de Parti Scandal voorzit- ter van de Kamer en dus eerste burger van dit land. Gerolf Annemans citeerde met lust Bart de Wever die twee jaar geleden nog schreef:

“In een land dat Flahaut verdraagt als minis- ter, is democratie ver weg.” Maar is België wel een democratie?

Flahaut is een sjoemelaar eerste klas. Als Belgische minister van Defensie was hij in de eerste plaats Waal. Waalse bedrijven eerst!

Hij zette het leger zelfs in voor zijn eigen verkiezingspropaganda. Wat niet belet dat Flahaut het in 2009 tot minister van staat schopte. In onze democratie, zoals de bel- gicisten dat zo mooi zeggen, kan dat. Een supersjoemelaar minister van staat bombar- deren.

moeial

Siegfried Bracke is nog maar pas verkozen in het federale parlement of hij heeft al een mening over de ... Vlaamse regering. Hij krijgt de indruk - let wel: de indruk - dat Vlaanderen niet zo goed wordt bestuurd. De collega-partijgenoten in de Vlaamse regering - Bourgeois en Muyters - zullen die indruk wel zeer op prijs kunnen stellen, ver- onderstellen we. Maar moeit Bracke zich mee?

Hij is federale parlementair. Heeft hij soms de indruk dat in tegenstelling met de Vlaamse rege- ring de federale regering wel goed bestuurt?

Hij zal dat waarschijnlijk niet vinden, want als ondervoorzitter van de Kamer - er zijn er zo maar eventjes vijf! - krijgt hij bovenop zijn parlementair pree van bijna 90.000 euro er nog een klats van 23.000 euro. Zeg nu nog dat dat geen goed bestuur is.

stoutste dromen

Een Vlaams-nationalist als voorzitter van de Senaat. Danny Pieters zal het wel nooit in zijn stoutste dromen hebben durven dromen. En zeg-

gen dat de N-VA de Senaat eigenlijk wil afschaf- fen als zijnde van totaal onnut. Weggegooid geld aan bende al dan niet gebuisde politiekers die voorgeven hun tijd door te brengen met reflec- tie. Maar Danny Pieters wordt voorzitter van de Senaat om de Senaat beter te kunnen opdoe- ken. En gij gelooft dat?

SPEELTuIN

De “president” van Europa en zijn madam waren speciaal naar de Senaat afgezakt om het zoneke, Peter van Rompuy, de senatorseed te zien afleggen. Heel wat gevestigde CD(&V)- waarden moesten het afleggen tegen het zoontje van de “president”. Nietwaar, Schouppe?

En daarmee zijn Kamer en Senaat weer eens de speeltuin van de zoontjes en doch- terkes van... geworden.

Zij kan niet “neen” ZeGGen Onlangs een interessant vraaggesprek gelezen met Benoit Lannoo, sedert 2008 de Kortrijkse woordvoerder van de Neder- landstalige media op het kabinet van fede- raal minister van Werk en Gelijke Kansen, Joëlle Milquet. “Het enige dat ze niet kan, is ‘non’ zeggen, het ligt niet in haar aard om iets te moeten weigeren!” Waarom doet ze het dan wél als er vragen komen van Vlaamse kant?

Doodeenvoudig, omdat er partijtucht bestaat die boven de persoonlijke gevoelens heerst. In 1997, ja dertien jaar geleden, slo- ten de toenmalige Waalse kopstukken een akkoord om elke poging tot grondwetsher- ziening in verband met staatshervorming in de grond te boren. Eigen volk eerst! En daar houden die mensen zich aan, wat van onze Vlaamse leiders niet kan gezegd worden.

Het Aartsbisdom (3)

Gedaan met het katholieke monopolie;

iedereen gelooft wat hij wil. De pastoor blijft wel de ambtenaar van de burgerlijke stand en moet ook niet-katholieken trouwen. Alle contemplatieve kloosters worden gesloten.

Alleen de nuttige kloosters die in het onder- wijs en de ziekenzorg staan, mogen blijven.

En die seminaries in de bisdommen moe- ten dicht. Alle kandidaat-priesters moeten naar Leuven, waar de regering hen beter kan controleren.

Na de opstand tegen de keizer trekt zijn opvolger Leopold II de maatregelen in, want het gevaar komt weer eens uit Frankrijk.

Duizenden Franse priesters zijn al naar de Nederlanden gevlucht en in 1792 staan de Franse horden voor het eerst in Mechelen.

Ze worden nog eenmaal buitengeborsteld, maar twee jaar later zijn ze er definitief en ze gedragen zich als rovers voor wie niets vei- lig is, zeker geen kerkschatten. De Neder- landers vragen uit wanhoop de aanhechting bij Frankrijk zodat ze toch wat rechten krij- gen. De plunderingen stoppen en deze keer wordt de scheiding tussen Kerk en staat al wat grondiger doorgevoerd.

De Fransen leggen maatregelen op die nog altijd bestaan: de echtscheiding, de bureaus van “Weldadigheid” (OCMW), de burger- lijke stand. Het Directoire wordt wegge- stemd, maar pleegt een staatsgreep en rea- geert met regelrechte godsdienstvervolging.

Alle kloosters worden gesloten en ten slotte gaan alle kerken dicht, zelfs de kerken waar priesters celebreren die de verplichte eed van haat aan de monarchie hebben afgelegd.

Twee jaar duurt die “beloken” tijd, tot de staatsgreep van Bonaparte. Die sluit een concordaat met de paus en de republiek verzoent zich met de Kerk. Alle bisdom- men krijgen voortaan de grenzen van één of

meer departementen (Brabant en Antwer- pen voor het aartsbisdom). De bisschoppen nemen ontslag zodat Bonaparte er nieuwe kan benoemen, uiteraard Fransen. Zeer vlug blijkt dat de Kerk weinig geleden heeft onder de vervolging. Overal gaan de kerken weer open.

Willem I schaft de bisschoppelijke colleges af en probeert de priesteropleiding weer te centraliseren en te controleren. De meeste katholieken zijn dan ook enthousiaste aan- hangers van de revolutie van 1830, want ein- delijk mag de Kerk zichzelf in alle vrijheid organiseren. Tot een volledige scheiding van Kerk en staat komt het niet, want tot van- daag betaalt de overheid de bedienaars van de erkende godsdiensten en handhaaft ze de kerkfabriek (een innovatie van Bonaparte).

De Kerk repliceert nog altijd met een Te Deum voor de wereldlijke overheid. Maar voor de eerste keer kan de paus een aarts- bisschop benoemen. Dat valt niet in goede aarde, want hij kiest voor Engelbert Sterckx, te Vlaams voor de regering, maar die heeft niets meer te vertellen. Sinds 1830 is Sterckx de eerste en tot vandaag de laatste aartsbis- schop die zelf een hele tijd parochiepriester geweest is en die uit eigen ervaring de pro- blemen bij het pastorale werk kent.

De missies

Hij begint zijn taak met een groot voor- deel, want dankzij de nieuwe grondwet kan hij eindelijk zelf zijn priesters benoe- men. Voortaan is de bisschop de enige baas.

Sterckx doorkruist permanent het aartsbis- dom, en ziet waar de noden zijn. Parochies tellen meestal ongeveer 1.200 gelovigen. Op het platteland zijn er nauwelijks ongelovigen, soms maar 10 mensen in de hele parochie, maar in de grote steden of in de voorsteden

zoals Sint-Jans-Molenbeek vervult al de helft van de mensen zijn paasplicht niet meer. Het geloof van vele katholieken is een mengsel van oppervlakkige rituelen, wat catechis- mus en bijgeloof. De Kerk lanceert daarom een echt geloofsoffensief: de missies in eigen land. Groepen van 12 priesters (een vierde regulier, drie vierden seculier) pakken een parochie aan, bezoeken de gelovigen, pre- ken van ‘s morgens tot ‘s avonds en nemen de biecht af (een groot succes, want veel gelovi- gen durven nu zware zonden biechten omdat ze de missionarissen toch niet meer onder ogen komen). De missies zijn een triomf.

Sommige kerken zijn 24 uur op 24 open, men komt zelfs ‘s nachts biechten. De missionaris- sen laten massaal devotieprentjes drukken;

ze verspreiden de bekende prent met “God ziet u, hier vloekt men niet”. De devotie tot het Heilig Hart en het Heilig Sacrament komt nu eerst echt tot bloei.

Het succes in de dorpen leidt de missio- narissen naar de grote steden, zelfs tot in Brussel. ‘s Morgens preekt men daar in het Nederlands en ‘s middags in het Frans voor de bourgeoisie. Op drie generaties tijd ver- dubbelt de bevolking, maar verviervoudigt zich het aantal religieuzen. Vooral de vrou- welijke congregaties ontvangen veel postu- lanten. Vrouwen kunnen in de kloosters een zinvol leven leiden in de zorg en het onder- wijs, zelf leiding geven, en het kloosterleven is soms materieel heel aantrekkelijk (vier keer vlees per week tegen één keer thuis).

Onder Sterckx en zijn opvolger Dechamps (redemptorist, aristocraat, ééntalig Frans en broer van de regeringsleider Adolphe) ont- staat het bekende beeld van de dorpspas- toor die zijn kudde met liefde, maar soms ook autoritair voorgaat, die met de notaris en de arts de notabele van de parochie is;

die in celibaat leeft en een en ander compen- seert met een sigaar en een goed glas wijn.

Een nieuwe generatie liberalen ziet dat ker- kelijke succes met woede aan en probeert herhaaldelijk de greep van de Kerk te bre- ken met een schooloorlog, met militant athe- isme, maar het enige resultaat is dertig jaar oppositie vanaf 1884. Een Franse diplomaat schrijft dat de liberale aanvallen tevergeefs op “le mur chinois”, beuken en die “mur” is het Nederlands, wat de liberale franskiljons mis- prijzen, zodat ze in Vlaanderen nooit massaal kunnen rekruteren.

Het rijke roomse leven

Onder de kardinalen Goossens (1884 -1906) en Mercier (1906 - 1926) is het dio- cees één van de vier meest bevolkte bis- dommen ter wereld (naast Parijs, Keulen en Milaan). Het klopt niet dat de Kerk in eigen land hooghartig neerkijkt op de nieuwe maatschappij en zich alleen voor de bur- gers inzet. In werkelijkheid probeert de Kerk zoveel mogelijk geloof en sociale realiteit te verzoenen. Op een paar kilometer van waar ik woon, doceert pastoor Mellaerts moderne landbouwtechnieken aan de boer- tjes en hij richt een aankoopcoöperatieve op. Dit is zo’n succes dat priesters het voor- beeld volgen van Mellaerts in heel Vlaande- ren. Dat wordt de aanzet voor de Boeren- bond die erin slaagt het platteland katholiek te houden. Joris Helleputte, één van de wei- nigen die Nederlands spreekt in het parle- ment, sticht de Volksbond; de voorloper van het ACV. Kardinaal Mercier moedigt hem en pater Rutten aan en viert met hen het 100.000ste lid van de christelijke vak- bonden.

Mercier zegt klaar en duidelijk dat iedere priester ook een sociale taak heeft in zie- kenfondsen, het dichte netwerk van hospita- len en natuurlijk het onderwijs. Vrouwelijke religieuzen die er werken zijn de best opge- leide dames van het land. Natuurlijk ligt de klemtoon ook op de harmonie, de klassen- verzoening en zeker de zedelijkheid, maar overal stichten priesters mannen- en vrou- wengilden. Ze inspireren katholieke leden om gildehuizen te bouwen waar toneel gespeeld wordt, waar een bibliotheek is, waar gespaard wordt, waar de leden bijeen- komen om met hun proost op reis te gaan.

Daar ontstaat het rijke roomse leven dat tot in onze jaren zestig ongemeen bloeit en dat vooral in de landelijke dorpen in Vlaanderen nog altijd bestaat, zij het meer in de vorm van gezelligheidsverenigingen waar de parochie- priester (als hij er nog is) af en toe zijn kop eens toont, maar niet meer probeert het hoogste woord te voeren. Ook in de steden probeert de Kerk de massale toevloed van arbeiders naar de industrie op te vangen en de mensen via de Boerenbond naar de chris- telijke vakbond te sluizen.

Jan neckers

De “katholieke” Nederlanden tolereren op papier geen andere godsdienst, al wordt er in de praktijk niet te moeilijk gedaan en is dat verplichte katholicisme een antwoord op de Republiek waar officieel alleen het calvinisme recht van spreken heeft. Aan die toestand komt abrupt een einde. Na 232 jaar bezoekt de vorst, schijnbaar anoniem, zijn landen. Jozef II vertelt de Mechelse kardinaal De Franckenberg, een goede dienaar van zijn moeder Maria Theresia, dat de tijd van de almachtige Kerk voorbij is. De kardinaal protesteert en Jozef vraagt later aan de regering in Brussel om de kerkvorst op “l’irrégulier de sa conduite”

te wijzen. Bij zijn terugkeer in Wenen laat hij een stroom nieuwe wetten op zijn Nederlanden los.

Geheime vergaderplaats

(5)

5

De dingen dezer dagen

28 juli 2010

Berchem Sport:

een zwartgeel verhaal

De Hoey was trouwens een naam als een klok in Berchemmiddens waar, Marc, de vader van Martin, in het begin van de jaren dertig mee voetbalgeschiedenis schreef als sterkhouder van geel en zwart, kleuren die niet zo maar toevallig werden gekozen.

Het was de vader van de medestichter van de Volksunie en tevens organisator van de Vlaams Nationale Debatclub, Rudi van der Paal, die ervoor zorgde dat de Vlaamse kleu- ren in het blazoen van Berchem Sport wer- den opgenomen. Al kon hij aardig met een bal uit de voeten, de jonge Martin De Hoey had niet het grote talent van zijn vader. Hij was wel een kerngezonde en sportieve knaap die begin van de jaren vijftig werd opgeroe- pen om zijn legerdienst te volbrengen. Een gebeurtenis die een eigenaardige wending zou nemen.

Sint-Gillis

Op vakantie in Spanje was de 18-jarige kerel smoorverliefd geworden op een verlei- delijke schone die hem zo in haar ban had dat hij zijn verplichtingen als soldaat tegenover het vaderland aan zijn laars lapte en enkele maanden het gezelschap van zijn Dulcinella verkoos boven het kazerneleven. Vader De Hoey, zelf beroepsmilitair, was verre van gelukkig met die gang van zaken, maar kon niet verhinderen dat zijn zoon werd opge- pakt en als deserteur naar de gevangenis van Sint-Gillis werd gestuurd. Om daar te boeten voor zijn onvaderlands gedrag en tot inkeer te komen. We schrijven 1952.

Sint-Gillis was toen ook de verblijfplaats van nogal wat kopstukken en zware gevallen uit de collaboratie die de doodstraffen opsta- pelden. Zo kwam De Hoey, die zich na een tijdje vrij mocht bewegen binnen de ruimte van de gevangenis, onder meer in contact met mannen als de gewezen leider van het VNV, Dr. Hendrik Elias, en Dr. Jef Van de Wiele, de gewezen leider van de DeVlag.

Ze vonden de bezoeken van de oningewijde jonge man een welgekomen afwisseling, gin- gen hem als een soort mascotte koesteren en trakteerden hem dankbaar op koffie en een babbel in hun cel. Jef Van de Wiele ging nog een stap verder en adopteerde hem symbolisch als zijn tijdelijke zoon.

Toni van Dyck, oostfronter en gewezen Standardführer van de Algemene SS Vlaande- ren, was op zijn zeventiende zelf een verdien- stelijke en beloftevolle voetballer geweest bij Berchem Sport. De naam De Hoey moest hem dus wel vertrouwd in de oren klinken.

De twee konden het met elkaar vinden en na verloop van tijd kwam het idee enkele

voetbalwedstrijden te organiseren tussen de zogenaamde incivieken, die nogal wat talent- rijke voetballers in hun rangen telden, en de deserteurs. Een welgekomen afwisseling voor beide partijen.

Ordnung muss sein

De meest hatelijke repressiejaren begon- nen weg te ebben, gaandeweg, en ‘de slechte vaderlanders’ mochten hun cellen overdag verlaten en bij hun kameraden op de koffie gaan. Van Dyck, in het zicht van het nieuwe

jaar 2010 overleden in Borsbeek, had het intussen zover gebracht dat hij, als geboren organisator, de werkschema’s van de cipiers opstelde die aan hem onderdanig moesten vragen hoe hun dagindeling was en wanneer ze verlof mochten nemen. Sommige van zijn lotgenoten voelden zich dan weer geroe- pen om in de ontvangstzaal, waar een soort bar stond, de barmhartige samaritanen te bedienen die er op bezoek kwamen. Veel last hadden de gevangenisbewakers niet met die mannen, die gewend waren aan zelfbeheer- sing en discipline.

Alleen een humeurige en machtsgeile cipier, waar geen land mee te bezeilen viel, kan daar toen anders over gedacht hebben.

De man vond het nodig om, naar aanlei- ding van een of ander akkefietje, rookver- bod op te leggen. Niet dat hij bekommerd was om de gezondheid van zijn kostgangers.

Rokers waren toen nog geen paria’s. Het was gewoon een pesterij die bij de geïnter- neerden niet in goede aarde viel. En waar de machtswellusteling nog spijt zou van krijgen.

Gewapend met een machinegeweer genoot hij van zijn autoriteit. Tot hij, nadat hij zijn wapen ergens achteloos had achtergela- ten, moest vaststellen dat zijn speelgoedje verdwenen was. En een krachtpatser zon- der machinegeweer is geen zicht. Met het risico erbovenop dat hij ook nog eens op het matje kon geroepen worden om zich te verantwoorden voor zijn flagrante slordig- heid. De deal was snel bezegeld. Het rook- verbod werd ingetrokken. En de man kreeg zijn wapen terug. Incident gesloten.

Zwart beest

Omdat er nogal wat sportievelingen de cellen bevolkten, was voetbal een gelief- koosd onderwerp in Sint-Gillis. Het verhaal waarom Berchem Sport, tot op de dag van vandaag, het zwarte beest is van de KBVB, was ook gesprekstof en is voor wie een beetje vertrouwd is met die bizarre geschie-

denis, nog altijd actueel. Het toenmalige Ber- chem Sport stond slecht aangeschreven bij de voetbalbond omdat ze het ooit aange- durfd hadden in de vooroorlogse periode een wedstrijd te gaan spelen in Wuppertal.

Mensen kleven graag etiketten. En zo kre- gen ze het label ‘zwart’ opgeplakt. Boven- dien werd hun voorzitter, Jef Hellings, Duits- gezindheid aangewreven. Een geschiedenis waaraan een anekdote verbonden is, waar- over De Hoey en Van Dijck keuvelend de tijd probeerden te doden in de cel.

In de pionierstijd van het Antwerpse voet- bal liep er in de Scheldestad een opvallende figuur rond die er zijn stempel op drukte.

Duivel-doet-al Alfred Verdyck heeft enorme Al hebben ze dan de pretentie om zich stad te noemen, meer dan een aan-

grenzend gehucht van Antwerpen kunnen we Mortsel, met de beste wil van de wereld, niet noemen. Sommigen hebben het zelfs over een dorp. Dat is dan weer te geringschattend. Al lopen er wel wat dorpsfiguren rond. Eén ervan, en niet de minste, is Martin de Hoey. Hij is momenteel vooraan in de zeventig en een beetje op de sukkel met zijn gezondheid. Het is ooit anders geweest. Als jonge knaap was hij een beloftevolle voetballer, aangesloten bij het toenmalige Ber- chem Sport. Een periode waarover oudere sinjoren nu nog met nostalgie terug- blikken. Met drie Antwerpse eersteklassers die hoge toppen scheerden. En spe- lers met namen waarvan onze tong niet in een knoop geraakt.

verdiensten gehad als steunpilaar van het voetbal in Antwerpen. Dat zal niemand ont- kennen. Maar hij had ook zijn kleine kanten.

Hij had nog een eitje te pellen met Jef Hel- lings, die hem ooit tijdens een vergadering de belediging van zijn leven had aangedaan door hardop te zeggen dat hij nog liever doodviel dan de kandidatuur ven Verdyck te steunen in een materie waarvan deze niets afwist. Die belediging had Verdyck nooit kunnen verge- ten. Nu was Jef Hellings geen gemakkelijke. In Berchemkringen noemde men hem Musso- lini omdat hij autoritair en kordaat de teugels in handen hield en zijn eigen wil doordreef.

De club is er niet slecht mee gevaren. Ber- chem Sport dat op de rand van de afgrond bengelde, vond na korte tijd haar evenwicht terug. Hellings was er met de grove borstel doorgegaan zonder iemand te ontzien. Op die manier maakte hij natuurlijk ook vijan- den. De voetbalbond, onder impuls van Ver- dyck, probeerde Hellings verdacht te maken en verweet hem dat hij sympathiseerde met Duitsland. Berchem zou geschrapt worden van de bondslijsten tenzij het bestuur ont- slag nam. Hellings haakte af en de ploeg van het Rooi mocht opnieuw starten in de eer- ste naoorlogse periode. Een stukje Berchem- geschiedenis dat zoveel jaren later nog zou nazinderen en zijn weerslag zou krijgen, met Berchem Sport voor eeuwig en drie dagen als het zwarte schaap van de bond.

Het waren mee de gesprekken van de dag in die lugubere vleugel van de gevangenis in Sint-Gillis.

Rode rakker

Martin de Hoey komt nochtans niet uit een aangebrand milieu. Hij is grootgebracht in een nest waar ze de slogan ‘rood of geen brood’ hoog in het vaandel voerden. Jaren- lang gemeenteraadslid voor de socialistische partij had hij de ambitie ooit schepen van Sport te worden en de Olympische Spe- len naar Mortsel te halen. Dat bracht ook zenuwslopende verplichtingen mee. Van de ene receptie naar de andere. Plus al de par- tijbijeenkomsten. Tijdens één van die rode feestjes ging het over de Tweede Wereld- oorlog en de rol die ‘de vuile zwartzakken’

daarin hadden gespeeld. Waarbij ook de namen van Hendrik Elias en Jef van De Wiele ter sprake kwamen. Op dat moment vond De Hoey, lichtjes aangeschoten, het nodig om uit de hoogte te vragen of ze die mannen wel persoonlijk hadden gekend en dat hij er meer kon over vertellen. Of die openhartige bekentenis zijn carrière als notoir dorpspo- litieker heeft gebroken, laten we in het mid- den. Maar sindsdien is het wel bergaf gegaan met zijn politieke loopbaan.

Beiden woonachtig in Mortsel, kwamen Martin de Hoey en Toni van Dijck elkaar af en toe nog wel eens tegen om dan tussen pot en pint de kwade tijden te laten rusten en herinneringen op te halen over de meer blijmoedige kanten van het verhaal. Hendrik Elias, Jef van de Wiele en Toni van Dijck kun- nen het niet meer voortvertellen. Daarom vertellen wij het hier. Met Martin de Hoey in de rol van welgekomen gast in een stukje geschiedenis dat, in de marge van de maca- bere naoorlogse nasleep, het verdient om niet verloren te gaan. K.L.

Nieuw VNJ-heem iN SiNt-NiklaaS Een paar weken geleden is aan de Groenstraat in Belsele, op een terrein van 5.000 m2, het mooie nieuwe heem van het VNJ ingewijd. Zes jaar pionierswerk was dat van Jozef de Poortere, Karel Canfijn, Aimé Wauman, Jef de Clercq (en Mieke), René Goossens en Oscar Tyssen, maar bou- wen kan ook niet zonder centen. Bedelbrie- ven dus rondgestuurd en ook het resultaat dààrvan mocht gezien worden: schenkingen van 5.000, 2.000, 1.000, meer dan 100 euro en even dankbaar aanvaarde giften van iets minder maakten al veel mogelijk, maar het werd financieel heel moeilijk toen een beroep moest worden gedaan op spe- cialisten en duurdere materialen. En toen, zei feestredenaar Koen Wauman, kwam daar als een deus ex machina jeugdsche- pen Wouter van Bellingen voor de dag met een substantiële subsidie, die door toen- malige cultuurminister Bert Anciaux was mogelijk gemaakt. Terecht mocht de sche- pen dan ook het woord voeren. Hij noemde zich blij en vereerd erbij te mogen zijn (het moet niet altijd op de dansvloer zijn, niet-

waar?) en prees het VNJ-jeugdheem als een voorbeeld voor heel Vlaanderen. Mijn fami- lie was heel actief bij het VNJ, zei de sche- pen: “Mijn zus en mijn broer waren erbij.”

Ikzelf, naar men zegt ook”, vervolgde hij (gewezen verbondsleidster Ledy Broeckx knikte bevestigend), maar “ik kan het mij niet herinneren”. Ach, iedereen kan al eens iets vergeten... Als schepen van Jeugd vond hij het in elk geval heel belangrijk dat jon- geren in veilige lokalen terechtkunnen en hij keek uit naar de bouw van de nieuwe blok- hut, waarin de tenten goed bewaard zullen kunnen worden.

haNdeNVol werk eN geld Pioniers zijn bij zo’n onderneming onmis- baar, maar bouwen kan ook niet zonder centen. Bedelbrieven werden dus rondge- stuurd en ook het resultaat dààrvan mocht gezien worden: schenkingen van 5.000, 2.000, 1.000, meer dan 100 euro en even dankbaar aanvaarde giften van iets minder maakten al veel mogelijk, maar het werd financieel heel moeilijk toen noodgedwon- gen een beroep moest worden gedaan op

specialisten en duurdere materialen. En toen, zei feestredenaar Koen Wauman, kwam daar als een deus ex machina jeugd- schepen Wouter van Bellingen voor de dag met een substantiële subsidie, die door toenmalige cultuurminister Bert Anciaux was mogelijk gemaakt (als het goed is, zeg- gen we het ook). Terecht mocht de sche- pen dan ook het woord voeren. Hij noemde zich blij en vereerd erbij te mogen zijn (het moet niet altijd op de dansvloer zijn, niet- waar?) en prees het VNJ-jeugdheem als een voorbeeld voor heel Vlaanderen. Mijn fami- lie was heel actief bij het VNJ, zei de sche- pen: “Mijn zus en mijn broer waren bij het VNJ. Ikzelf, naar men zegt ook, vervolgde hij (gewezen verbondsleidster Ledy Broeckx knikte bevestigend), maar ik kan het mij niet herinneren.” Ach, iedereen kan al eens iets vergeten... Als schepen van Jeugd vond hij het in elk geval heel belangrijk dat jonge- ren in veilige lokalen terecht kunnen en hij keek uit naar de bouw van de nieuwe blok- hut, waarin de tenten goed bewaard zullen kunnen worden. Warm applaus.

Schepen Van Bellingen drukte de wens

uit dat het nieuwe heem in Belsele ook door andere jeugdverenigingen gebruikt zou kunnen worden. Dat kan, zei Koen Wau- man, maar het gelijkvloers is uitsluitend VNJ-domein. De mooie zaal van de eer- ste verdieping kan gehuurd worden voor feestjes en andere gelegenheden na con- tact met Jozef de Poortere op mobieltje 0474/25.67.58. De inkomsten worden ver- deeld tussen VNJC en VNJ.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

Within this heyday of the medium the research project Projecting knowledge focuses specifically on the transfer of scientific knowledge with the optical lantern by academics,

Dat heel het volk zegt amen Dat heel het volk zegt amen Dat heel het volk zegt amen Uw wil worde gedaan, o Heer, Dat heel het volk zegt amen Dat heel het volk zegt amen Uw

“Ook voor bedrijven en vereni- gingen lassen we een voor- verkoop in van 29 oktober tot 11 november.. Zij kunnen zich aan- melden

In het kader van de Warmste Week schen- ken ze de opbrengsten van de eetavond weg aan De Stappaert, een lokale vzw die zich inzet voor kansar- me jongeren en jonge al-

Voor zover de aanvragen voor een omgevingsvergunning betrekking hebben op een bouwactiviteit, kunnen deze worden voorgelegd aan de commissie Stedelijk Schoon Velsen.

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

En geld is nu eenmaal nodig voor een Stadsschouwburg, die niet alleen een goed gerund be- drijf dient te zijn maar tevens dienst moet doen als culture-. le tempel en