• No results found

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Colijnsplaat, Oude Haven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Colijnsplaat, Oude Haven"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN

‘Colijnsplaat, Oude Haven’

NL.IMRO.1695.BPOudehavenColijn-ON01 Status: Ontwerp

Versie: 2.0 Langerak, 21-01-2019

(2)
(3)

Inhoudsopgave

1 INLEIDING ...2

1.1 Aanleiding ...2

1.2 Ligging en begrenzing plangebied ...2

1.3 Vigerend bestemmingsplan ...3

1.4 Leeswijzer ...4

2 BESTAANDE SITUATIE...5

2.1 Algemeen ...5

2.2 Ruimtelijke structuur ...5

2.2.1 Ontstaansgeschiedenis ...5

2.2.2 Ruimtelijke structuur en bebouwingsstructuur ...5

2.2.3 Huidig gebruik ...6

3 BELEIDSKADER ...7

3.1 Rijksbeleid ...7

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) ...7

3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) ...7

3.1.3 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) ...8

3.2 Provinciaal beleid ... 10

3.2.1 Omgevingsplan Zeeland 2018 ... 10

3.2.2 Omgevingsverordening Zeeland 2018 ... 12

3.3 Regionaal Beleid ... 13

3.3.1 Agenda Wonen in De Bevelanden 2025 ... 13

3.3.2 Regiovisie De Bevelanden recreëert ... 14

3.4 Gemeentelijk beleid ... 15

3.4.1 Structuurvisie Noord-Beveland 2008 ... 15

3.4.2 Bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Colijnsplaat 2008´ ... 16

3.5 Conclusie ... 17

4 PLANBESCHRIJVING ... 18

4.1 Plan... 18

4.2 Ontsluiting en Parkeren ... 20

4.3 Ruimtelijke en stedenbouwkundige uitgangspunten ... 21

5 ONDERZOEK/VERANTWOORDING ... 23

5.1 Geluidhinder ... 23

5.2 Bedrijven en milieuzonering ... 24

5.3 Bodem ... 26

5.4 Archeologische en cultuurhistorische waarden ... 28

5.5 Watertoets ... 30

5.6 Flora en fauna ... 33

5.7 Luchtkwaliteit ... 35

5.8 Externe veiligheid ... 37

(4)

6 JURIDISCHE ASPECTEN ... 42

5.1 Inleiding ... 42

5.2 Systematiek van de regels ... 42

5.3 Bestemmingen ... 42

5.4 Aanduidingen ... 42

7 ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID ... 43

7.1 Exploitatie ... 43

8 MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID ... 43

8.1 Overleg ... 43

8.2 Zienswijzen ... 45

Bijlage Omschrijving Auteur Referentie Datum

1 Inrichtingstekening Oude Haven Colijnsplaat (Werktekening)

Bureau Ruimte en Groen Tuin- en

Landschapsarchitectuur

Nr. 18220/102 18-09-2018

2 Schetsontwerp Architectenbureau Willem Kort BNA

- 19-02-2014

3 Berekening inhoud m.b.t.

beschermingszone

Architectenbureau Willem Kort BNA

- 01-07-2014

4 Verkennend

bodemonderzoek en bodemonderzoek asbest

Sagro Milieu Advies Zeeland B.V.

23150105 09-09-2015

5 Controle

bodemonderzoek

RUD Zeeland 2015-199303 03-11-2015 6 Aanmeldformulier

watertoetsproces

Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V.

- 10-06-2016

7 Ecologische quickscan

Blom Ecologie BE/2016/321/r 08-11-2016 8 Voortoets Nb-wet Blom Ecologie BE/2016/321 08-12-2016

(5)

1 INLEIDING 1.1 Aanleiding

Aan de westzijde van de Oude Haven te Colijnsplaat, op een perceel tussen de jachthaven en de historische kern van het dorp, heeft jarenlang een oude loods gestaan. Deze voormalige aardappelsorteerschuur is inmiddels gesloopt. Het architectenbureau (dat momenteel werkt onder de naam) Kort Geytenbeek heeft een schetsontwerp opgesteld (d.d. 19 feb. 2014). Het plan van de ontwikkelaar Aedes Maritima B.V. betreft de nieuwbouw van een appartementencomplex bestaande uit zes woningen met een permanente bestemming en zes recreatie- woningen. De sloop van de loods zorgt nadat ook de nieuwbouw is gerealiseerd voor verbetering van de beeld- en inrichtingskwaliteit van een deel van het Oude- Havengebied. Daarom heeft de gemeente besloten medewerking te verlenen aan dit plan.

Nadat in 2016 een uitgebreide omgevingsvergunningprocedure werd gestart is het plan (incl. de ruimtelijke onderbouwing) door de gemeente Noord Beveland, de provincie Zeeland en het Waterschap Scheldestromen beoordeeld en akkoord bevonden.

Vervolgens heeft de gemeente in samenspraak met de dorpsraad, de ondernemersvereniging, de ontwikkelaar en directe belanghebbenden een inrichtingsvoorstel voor het gehele Oude Havengebied vorm gegeven dat nader is uitgewerkt en gedetailleerd door bureau Ruimte en Groen Tuin- en Landschapsarchitectuur (definitief d.d.18-09-2018).

Aedes Maritima BV heeft in overleg met de gemeente Noord Beveland besloten om voor het bouwplan een bestemmingsplanprocedure op te starten. Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V. is opdracht verleend om een bestemmingsplan op te stellen.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied bevindt zich in de tweede fase van de herinrichting en is gesitueerd ten noorden van de Havenstraat ( met daartussen de dijk die tot 1979 als zee- wering diende) en ten zuiden van de jachthaven (met daartussen een doorgaande weg en de zeewering op Deltahoogte). Aan de oostzijde ligt een restaurant en wordt de oude haven ingericht met een waterpartij.

(6)

Afbeelding 2: Fasering herinrichting Oude Haven Colijnsplaat

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Het plangebied valt binnen het bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Colijnsplaat 2008’, dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 26 juni 2008. De grond waarop het plangebied is gelegen heeft de bestemming:

• Bedrijfsdoeleinden.

De overige bestemmingen:

• Verkeers- en verblijfsdoeleinden;

• Groenvoorzieningen;

• Waterstaatkundige doeleinden (beschermingszone).

En de aanduidingen:

• Meetpunt hoogte;

• Max. cat. 2-bedrijven;

• Maximum dakvoethoogte: 4 meter;

• Bebouwingsvlak.

Afbeelding 3: Uitsnede vigerend bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Colijnsplaat 2008´

(7)

1.4 Leeswijzer

Dit bestemmingsplan bestaat uit de volgende hoofdstukken, waarin de achtergronden van het plan zijn beschreven:

- Hoofdstuk 2: Beschouwing van de bestaande situatie;

- Hoofdstuk 3: Vigerende beleidskaders;

- Hoofdstuk 4: Planbeschrijving en stedenbouwkundige uitgangspunten;

- Hoofdstuk 5: Milieuonderzoeken en nadere verantwoording;

- Hoofdstuk 6: Economische uitvoerbaarheid;

- Hoofdstuk 7: Overleg en zienswijzen.

(8)

2 BESTAANDE SITUATIE 2.1 Algemeen

De kern Colijnsplaat is één van de kernen van de gemeente Noord-Beveland.

Deze gemeente behoort tot de provincie Zeeland.

2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.1 Ontstaansgeschiedenis

Het dorp Colijnsplaat is direct na de bedijking van de Oud Noord-Bevelandpolder in 1598 ontstaan. Het dorp kan door zijn rechthoekig stratenpatroon en de kerkring worden getypeerd als een ringstraatdorp. Direct na het ontstaan van het dorp Colijnsplaat is de haven aangelegd met een directe veerdienst met Zierikzee.

Kenmerkend voor het dorp is de planmatige opzet welke karakteristiek is voor veel Zeeuwse dorpen in de 17de Eeuw. De planmatige opzet is nog duidelijk herkenbaar in de plattegrond van het dorp. De straten lopen van noord naar zuid of van oost naar west. Beeldbepalende gebouwen in het dorp zijn de kerk, de stenen grondmolen en het oude raadhuis. Rondom de kerk lag in het verleden een begraafplaats met daaromheen een gracht. Deze is gedempt en in de loop van de tijd ingevuld met woningbouw. In de periode 1850-1945 is het dorp uitgebreid middels bebouwing aan de Oosthavenstraat, de Ringweg en langs de uitvals- wegen. De uitvalsweg naar het zuidoosten, de Havelaarstraat, werd tussen 1915 en 1925 sporadisch bebouwd. Sinds de jaren 1915-1920 kent de uitvalsweg naar het zuidwesten aan de zuidzijde een aaneengesloten woonbebouwing gekregen.

Aan de noordzijde bevinden zich diverse individuele panden uit verschillende perioden. Na 1850 werden verschillende kerkgebouwen en scholen opgericht.

Omstreeks 1960 werd de Zeelandbrug naar Schouwen-Duiveland voltooid.

Hierdoor was de veerdienst naar Zierikzee overbodig. Door de afsluiting van het Veerse Gat moest Colijnsplaat de nieuwe vissershaven worden ter vervanging van de haven in Veere. Sinds de realisatie van de Veerse Dam in 1960 is, met de overplaatsing van de vissersvloot van Arnemuiden naar Colijnsplaat, de visserij de belangrijkste activiteit in het dorp. Daarna is het dorp uitgebreid in zuidoostelijke richting. In 1979 is de bestaande vissershaven uitgebreid, de oude landbouwhaven gedempt en de zeedijk op Deltahoogte gebracht. In het verleden diende de haven voornamelijk voor de landbouw. In het heden biedt de haven ruimte voor

visserijactiviteiten (beroeps en sport) en voor de pleziervaart.

2.2.2 Ruimtelijke structuur en bebouwingsstructuur

De stedenbouwkundige opzet van Colijnsplaat is typerend voor Zeeuwse dorpen die zijn ontstaan op nieuw land. Karakteristiek voor Colijnsplaat is het rechthoekige stratenpatroon, waardoor twaalf perceelsblokken zijn ontstaan. In het geval van Colijnsplaat is het bijzonder het dat het voorstraatmodel is gecombineerd met een traditionele kerkring. Colijnsplaat is daarmee een verbinding tussen de traditionele ringstraatdorpen en de op de renaissance gebaseerde voorstraatdorpen. Aan de uiteinden van de Voorstraat zijn twee belangrijke gebouwen gevestigd, het voormalige rechtshuis en de kerk. De ruimtelijke structuur van de historische kern van Colijnsplaat is in hoofdlijnen nagenoeg onveranderd gebleven. Dit heeft ertoe geleid dat de historische kern van Colijnsplaat is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Het onderhavige plangebied valt voor een verwaarloosbaar deel binnen het beschermd dorpsgezicht. De bestaande loods valt er volledig buiten.

Het plangebied ligt aan de dijk aan de gedempte haven (tussen de historische kern en de nieuwe haven). Doordat de oude haven is gedempt en de Zeedijk op deltahoogte is gebracht is de ruimtelijk-historische relatie met de Oosterschelde afgezwakt.

(9)

2.2.3 Huidig gebruik

Ter plaatse van het plangebied is heeft jarenlang een oude loods gestaan (een voormalige aardappelsorteerschuur). De loods is inmiddels gesloopt. Het terrein is nu onbebouwd. Het omliggende terrein fungeert als parkeerterrein voor de haven en het oostelijk gelegen restaurant.

Afbeelding 4: Voormalige loods

Afbeelding 5: Gedempte oude haven Colijnsplaat

(10)

3 BELEIDSKADER 3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

Het Rijk streeft naar een Nederland dat concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig is. Dit wil zij doen met een krachtige aanpak, die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Bij deze aanpak hanteert het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is nodig om deze nieuwe aanpak vorm te geven.

Daarnaast geven nieuwe politieke accenten, veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen aanleiding voor herziening van het rijksbeleid.

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte laat het Rijk de verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal over aan provincies. Daarmee wordt bijvoorbeeld het aantal regimes in het landschaps- en natuurdomein fors ingeperkt. Daarnaast wordt (boven)lokale afstemming en uitvoering van verstedelijking overgelaten aan (samenwerkende) gemeenten binnen provinciale kaders. Afspraken over percentages voor

binnenstedelijk bouwen, rijksbufferzones en doelstellingen voor herstructurering laat het Rijk los.

Het Rijk geeft aan dat landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten identiteit geven aan een gebied en culturele voorzieningen en cultureel erfgoed bovendien van groeiend belang zijn voor de concurrentiekracht van Nederland. In de nieuwe structuurvisie is aangegeven dat het Rijk verantwoordelijk blijft voor het cultureel en natuurlijk UNESCO Werelderfgoed (inclusief de voorlopige lijst), kenmerkende stads- en dorpsgezichten, rijksmonumenten en het maritieme erfgoed. Het beleid ten aanzien van landschap is echter niet langer een Rijksverantwoordelijkheid en laat het Rijk over aan de provincies.

De historische kern van Colijnsplaat is aangewezen als beschermd dorpsgezicht.

Het onderhavige plangebied valt voor een klein deel binnen de zone van het beschermd dorpsgezicht. Met betrekking tot de massa, hoogte en vormgeving van het appartementencomplex wordt rekening met het beschermd dorpsgebied. Dit wordt verder toegelicht in hoofdstuk 4. Het onderhavige plan is kleinschalig van aard en er worden geen rijksbelangen geschaad.

3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Kern van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vooraf kenbaar maken en aangeven via welke weg zij die belangen denken te realiseren. Het Rijk geeft dit aan in de AMvB Ruimte. De nieuwe AMvB Ruimte, het Barro (Besluit algemene regels ruimtelijke ordening) is gebaseerd op enkele hoofdstukken uit de voorgaande AMvB Ruimte en enkele nieuwe

toevoegingen. Het Barro omvat alle ruimtelijke rijksbelangen uit eerder

uitgebrachte PKB's (planologische kernbeslissingen) die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de ecologische hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen,

mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met het Barro maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen.

Het onderhavige plangebied is gelegen aan de kust, maar maakt geen onderdeel uit van het kustfundament. Het onderhavige plangebied maakt daarmee geen onderdeel uit van de genoemde ruimtelijke rijksbelangen in het Barro.

(11)

Afbeelding 6: Uitsnede kaart kustfundament

3.1.3 Besluit ruimtelijke ordening (Bro)

In artikel 3.1.6, lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgelegd aan gemeenten en provincies om nieuw te realiseren stedelijke ontwikkelingen te motiveren. Per 1 juli 2017 is artikel 3.1.6 van de Bro op een aantal punten gewijzigd. Als in het bestemmingsplan een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt, dient de toelichting een beschrijving te bevatten van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling. Indien het bestemmingsplan een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, dient de toelichting, aanvullend op de beschrijving van de behoefte en het resultaat van het nodige overleg, een motivering te bevatten waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in de behoefte kan worden voorzien. Voordat een stedelijke ontwikkeling plaats kan vinden zal deze moeten worden getoetst aan de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’.

Ladder voor duurzame verstedelijking

Of toetsing van het plan aan de hand van de ‘Ladder voor duurzame

verstedelijking’ wettelijk verplicht is hangt af van het feit of er sprake is van een

‘stedelijke ontwikkeling’. Een in een bestemmingsplan voorziene ontwikkeling dient voldoende substantieel te zijn om als stedelijke ontwikkeling te kunnen worden aangemerkt.

In artikel 1.1.1, lid 1, onder i van het Bro is de volgende definitie opgenomen:

‘Ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen’.

Het begrip woningbouwlocatie is in deze definitie niet nader gedefinieerd.

Het onderhavige plan betreft de de nieuwbouw van een appartementencomplex ter grootte van 755 m2, bestaande uit 6 permanent bewoonde appartementen en 6 recreatieve appartementen. Hiermee is sprake van een nieuwe ‘stedelijke

ontwikkeling’ en is toetsing aan de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ vereist.

Toetsing Ladder voor duurzame verstedelijking

Behoefte

Permanente appartementen

In relatie tot de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ heeft de gemeente Noord- Beveland met de overige gemeenten in de regio Bevelanden de “Agenda Wonen in de Bevelanden 2025” opgesteld (paragraaf 3.3.1). Voor de periode van 2015-2025 is een groei voorzien van 2.570 huishoudens (gebaseerd op de provinciale

bevolkings- en huishoudensprognose Zeeland, 2015). De Bevelanden gaan uit van een netto toevoeging van woningen van 130% van de huishoudensgroei (3.340 woningen). Specifiek voor Noord-Beveland geldt een netto toename 288 woningen.

Plangebied

(12)

bestaande voorraad. In de regio is sprake van spanning op de woningmarkt. Het vraag en aanbod naar woningen in de regio Bevelanden sluit niet op elkaar aan.

In Colijnsplaat zijn daarnaast de laatste decennia nauwelijks woningbouwplannen uitgevoerd. In de regio is vraag naar een gedifferentieerd woningaanbod. In de kern Colijnsplaat zal met name de groep senioren toenemen. Het onderhavige bouwplan richt zich met de zes permanente appartementen met name op deze doelgroep. De zes permanente woningen zijn reeds opgenomen in de

woningbouwplanninglijst.

Recreatieve appartementen

De gemeente Noord-Beveland heeft met de overige gemeente in de regio

Bevelanden een Regiovisie “De Bevelanden recreëert” opgesteld. Voor wat betreft toerisme en recreatie hebben de vijf Bevelandse gemeenten besloten de markt- krachten veel meer te mobiliseren. De gemeente Noord-Beveland is vanwege de rust, ruimte en ruime watersportmogelijkheden aantrekkelijk voor de vestiging van verblijfsrecreatie. Het accent in de regiovisie voor de gemeente Noord-Beveland ligt op de kwaliteitsverbetering van de aanwezige verblijfsrecreatie. In de gemeente Noord-Beveland is wat betreft verblijfsrecreatie sprake van een toenemende behoefte aan luxe en comfort. Het onderhavige bouwplan speelt in op deze toenemende behoefte.

Binnen bestaand stedelijk gebied

Het onderhavige plangebied is gelegen binnen bestaand stedelijk gebied (tussen de jachthaven en de historische kern van Colijnsplaat).

(13)

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Omgevingsplan Zeeland 2018

Op 21 september 2018 hebben de gedeputeerde staten van Zeeland het omgevingsplan Zeeland 2018 vastgesteld. In het omgevingsplan wordt ingezet op voortzetting van het bestaand provinciaal beleid. Nieuw beleid richt zich op de kust, de energietransitie en klimaatadaptatie. Het omgevingsplan bevat beleid dat betrekking heeft op de economie, de ruimtelijke ordening, de mobiliteit, de natuur, cultuur, het water en het milieu. De vier speerpunten van het omgevingsplan zijn:

• Duurzame en concurrerende economie;

• Klimaatbestendige en -neutrale samenleving;

• Waardevolle leefomgeving;

• Toekomstbestendige en bereikbare woon-, werk- en verblijfsomgeving.

Duurzame en concurrerende economie

Een belangrijke maatschappelijke opgave is de verduurzaming van wonen, recreatie en bedrijvigheid. De provincie Zeeland streeft er naar de Zeeuwse (energie)productie, consumptie én levenswijze toekomstbestendig te maken.

De provincie Zeeland wil graag een aantrekkelijke vestigingslocatie blijven door de stap te maken naar een circulaire economie. In het kader van verblijfsrecreatie is de provincie Zeeland voornemens zich te ontwikkelen tot de kwaliteitskust van de toekomst dat een pakket aan mogelijkheden biedt voor verschillende vormen van kustrecreatie en bijbehorende accommodaties; van strandplezier tot

natuurrecreatie en cultuurtoerisme. De verblijfsrecreatieve sector dient zich daarom te richten op de onderscheidende kwaliteit, differentiatie en versterking van de identiteit van Zeeland. Om de potentie van Zeeland te benutten, wordt ingezet op het stimuleren van herstructurering, kwaliteitsverbetering, innovatie, differentiatie en regionaal onderscheidend vermogen in de recreatiesector.

Nieuwvestiging van alle vormen van recreatie is toegestaan binnen bestaand stedelijk gebied. Daarnaast is nieuwvestiging mogelijk in de aandachtsgebieden, onder de voorwaarde van het oplossen van een verblijfsrecreatief knelpunt in de kustzone en de ontwikkeling in samenhang met de omgeving.

Het onderhavige plan betreft de realisatie van zes kwalitatief hoogwaardige recreatieve appartementen tussen de historische kern van Colijnsplaat en de jachthaven (binnen bestaand stedelijk gebied). De jachthaven van Colijnsplaat biedt, vanwege de vele watersportrecreanten, lokale kansen voor verblijfsrecreatie.

Het onderhavige plan speelt in op deze lokale kansen.

Aan de realisatie van de nieuwe recreatieve appartementen zijn specifieke voorwaarden gekoppeld:

• Een centrale exploitatie voor bedrijfsmatige verhuur én bedrijfsmatig beheer van het complex, die bestemmingsplanmatig en contractueel dient te worden vastgelegd;

• Tenminste de ondergrond waarop de gemeenschappelijke voorzieningen worden gerealiseerd (o.a. infrastructuur etc.) zijn in eigendom van één partij. Daarbij kan worden overwogen de ondergrond van het gehele complex in eigendom van één partij te houden (bijv. via publiekrechtelijke erfpacht);

• De financiële haalbaarheid wordt aangetoond van een (langdurige) bouw, beheer en verhuurexploitatie;

• De bedrijfsmatig beheerder door middel van privaatrechtelijke

overeenkomsten zorg draagt voor de kwalitatieve instandhouding van het gehele park.

Ten behoeve van het onderhavige plan wordt aan de gestelde voorwaarden voldaan.

(14)

Klimaatbestendige en -neutrale samenleving

De stijgende zeespiegel, weerextremen zoals overvloedige neerslag, lange periodes van hitte en droogte, stormen en andere veranderingen van het klimaat als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen hebben ingrijpende gevolgen en treden vaker op. De gevolgen zijn zeker voor Zeeland van belang en daarom wil de provincie binnen haar mogelijkheden een bijdrage leveren aan het beperken van het klimaatprobleem. Zij wil dit doen door de volgende punten:

• Besparing van energie en grondstoffen in de industrie;

• Besparing van energie in de gebouwde omgeving;

• Opwekking van hernieuwbare energie via wind, zon, water, verantwoorde biomassa en geothermie/WKO.

Het onderhavige plan betreft de nieuwbouw van een appartementengebouw bestaande uit twaalf appartementen. De ontwikkelaar is voornemens het gebouw duurzaam te bouwen. Hierbij moet men denken aan goede isolatie, beglazing, ventilatiesystemen en luchtdichtheid. Bij de technisch uitwerking van het bouwplan wordt gekeken naar de mogelijkheden voor het toepassen van duurzame

energiebronnen.

Waardevolle leefomgeving

Zeeland kenmerkt zich in een uniek landschap en uniek cultureel erfgoed. Nergens ter wereld is zo’n dichtheid aan dijken en polders te vinden als in de provincie Zeeland. De natuurlijke rijkdom en gunstige ligging van de delta’s hebben vanouds een grote aantrekkingskracht op de mens gehad. De menselijke activiteiten en de bijzondere en kwetsbare natuur komen samen in het deltagebied. De uitdaging ligt erin om een juiste balans te vinden tussen benutting en bescherming van de natuurlijke rijkdommen die de Delta ons biedt.

Het onderhavige plan betreft de nieuwbouw van een appartementengebouw binnen bestaand stedelijk gebied (in de kern Colijnsplaat, waardoor geen sprake is van aantasting van het landschap. De realisatie van recreatiewoningen speelt in op provinciale streven naar een zo optimaal mogelijke beleefbaarheid van het Zeeuwse landschap.

Toekomstbestendige, bereikbare woon-, werk- en verblijfsomgeving Zeeland scoort positief qua leefomgeving en heeft veel kwaliteit te bieden op het gebied van wonen en werken. De ambitie van de provincie is om Zeeland nog gezonder te maken. Dit betekent een goede milieukwaliteit (geluid, lucht, veiligheid) en is aantrekkelijk om in te wonen, te ontspannen en te bewegen.

Voor een goed woon- en leefklimaat zijn verschillende factoren van belang. Het gaat om de woningen en bedrijfspanden, de directe omgeving en de toegang tot hoofdwegen en voorzieningen. Om voorzieningen naar de toekomst op peil te houden en leegstand te voorkomen is het belangrijk om de ontwikkeling van de steden te stimuleren.

De gemeenten in de regio Bevelanden geven gezamenlijk, eventueel met hun partners, invulling aan regionale woningmarktafspraken. Het onderhavige plan is kleinschalig van aard (slechts zes recreatieve en zes permanente appartementen) en sluit aan bij de aanbeveling van de provincie om ontwikkelingen kleinschalig te houden, mede omdat deze moeten voorzien in een regionale behoefte. De zes permanente woningen zijn reeds opgenomen in de woningbouwplanninglijst.

Het onderhavige plan voldoet aan de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’

(paragraaf 3.1.3).

(15)

3.2.2 Omgevingsverordening Zeeland 2018

Op 21 september 2018 is de Omgevingsverordening Zeeland 2018 in werking getreden. Deze verordening vormt de vertaling van het provinciaal beleid, in algemene regels (zoals bedoeld in artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening).

Hiermee is het beleid van de provincie juridisch verankerd. In de verordening zijn algemene regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen. Daarnaast zijn regels opgenomen over het integrale ruimtelijke beleid dat is opgenomen in het omgevingsplan Zeeland 2018. Er zijn onder andere regels opgenomen voor bedrijven, de agrarische sector, wonen, duurzame energie, recreatie, lawaai- sporten, gemotoriseerde luchtsporten, landingsplaatsen, waterkeringen, ecologische hoofdstructuur, landschap en erfgoed.

Het onderhavige plan voldoet aan de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’

(paragraaf 3.1.3). De regels met betrekking tot wonen zijn niet van toepassing (dit betreft geen nieuwe woningbouwlocatie in het landelijk gebied).

Het provinciale beleid is gericht op het voorkomen van permanente bewoning van tot verblijfsreactie bestemde complexen (o.a. recreatieve appartementen-

complexen). Een doelstelling is dergelijke complexen te behouden voor de

verblijfsrecreatieve markt en te bevorderen dat deze complexen ook daadwerkelijk voor de recreatieve verhuur worden aangeboden en wordt voorkomen dat er langs oneigenlijke weg extra reguliere woningen aan het woningaanbod worden

toegevoegd. Hier wordt aan voldaan. Het bewonen van de recreatieve appartementen als permanente appartementen is niet toegestaan en het duurzaam beheer en onderhoud van het terrein is gewaarborgd. Voor het onderhavige plan is een exploitatie opgesteld. Deze exploitatie is los van de onderbouwing aangeleverd bij de gemeente Noord-Beveland.

In de Verordening Ruimte van de provincie Zeeland zijn tenslotte regels

opgenomen voor molenbiotopen. Het plangebied is gelegen op 325 meter van de

“Nieuwe Molen / Nooit Gedacht”. In hoofdstuk 5.9 wordt onderbouwd dat de vrije windvang van de molen niet (verder) nadelig wordt beïnvloed.

(16)

3.3 Regionaal Beleid

3.3.1 Agenda Wonen in De Bevelanden 2025

In 2013 hebben de vijf gemeenten binnen het samenwerkingsverband De

Bevelanden afspraken gemaakt over het wonen in de regio. In de Agenda Wonen in De Bevelanden 2025 zijn afspraken vastgelegd over woningbouw en

inhoudelijke zaken ten aanzien van wonen. De Bevelanden zet in op een goed woonklimaat en een goed werkende woningmarkt. De woondoelen van de Bevelanden richting 2025 zijn:

• Voldoende, passend woningaanbod, voor eigen inwoners en vestigers van buiten;

• Begeleiden verwachte krimp op lange termijn;

• Benutten bestaand bebouwd gebied voor woningbouw;

• Behoud van huidig profiel van dorpen, kernen, plaatsen;

• Totale portefeuillestrategie voor regio De Bevelanden;

• Incluis nieuwbouw, verversing en verbetering;

• Regionale prestatieafspraken met woningcorporaties;

• Stimuleren van investeringen door particulieren, marktpartijen en financiële instellingen.

Op basis hiervan zijn de volgende kernthema’s vastgesteld:

1. Realistische woningbouwproductie;

2. Bundeling op basis van de lange termijn behoefte in de markt, de vraagkant dus;

3. Kwaliteit voor kwantiteit;

4. Aanpak bestaande woningvoorraad, ook particuliere koopvoorraad;

5. Wonen en zorg;

6. Regionale prestatieafspraken met corporaties;

7. Arbeidsmigranten;

8. Grondprijzen voor woningbouw;

9. Monitoring.

Voor de periode van 2015-2025 is een groei voorzien van 2.570 huishoudens (gebaseerd op de provinciale bevolkings- en huishoudensprognose Zeeland, 2015). De Bevelanden gaan uit van een netto toevoeging van woningen van 130% van de huishoudensgroei (3.340 woningen). Specifiek voor Noord-Beveland geldt een netto toename van 288 woningen. De Bevelanden streeft naar kwaliteit die op de lange termijn wat toevoegt aan de bestaande voorraad. Anno 2018 is er in de regio sprake van spanning op de woningmarkt. Het vraag en aanbod naar woningen in de regio Bevelanden sluit niet op elkaar aan. In Colijnsplaat zijn daarnaast de laatste decennia nauwelijks woningbouwplannen uitgevoerd. In de regio is vraag naar een gedifferentieerd woningaanbod. In de kern Colijnsplaat zal met name de groep senioren toenemen. Het onderhavige bouwplan richt zich met de zes permanente appartementen met name op deze doelgroep. De zes

permanente woningen zijn reeds opgenomen in de woningbouwplanninglijst.

(17)

3.3.2 Regiovisie De Bevelanden recreëert

Vrijwel gelijktijdig met de regiovisie ‘De Bevelanden woont’ is de regiovisie ‘De Bevelanden recreëert’ opgesteld. De regiovisie dient evenals de ‘De Bevelanden woont’ als regionaal beleidsinstrument, kader voor gebiedsgerichte samenwerking en onderhandelingsinstrument, maar dan specifiek op het gebied van toerisme en recreatie. Aan de regiovisie ‘De Bevelanden recreëert’ ligt tevens een

marktonderzoek ten grondslag. Dit heeft geresulteerd in een regiovisie bestaande uit de volgende pijlers:

1. Evenwicht tussen marktwerking en gebiedsbescherming;

2. Versterking van de samenhang tussen water- en achterlandvoorzieningen;

3. Diversiteit van concentratiegebieden benadrukken;

4. Buiten de concentratiegebieden alleen kleinschalige initiatieven;

5. Zoeken naar verruiming van het aantal ligplaatsen;

6. Samenhangende promotie van de Bevelanden als totaalpakket;

7. Stimuleren hotelfaciliteiten aan het water.

De gemeente Noord-Beveland is vanwege de rust, ruimte en ruime watersport- mogelijkheden aantrekkelijk voor de vestiging van verblijfsrecreatie. De

verblijfsrecreatieve hoofdstructuur wordt gevormd door de zone langs het Veerse Meer, de Noordzee en een gedeelte van de Oosterscheldekust. Hiermee speelt het gebied al in op haar primaire aantrekkingskracht, het water. Het accent in de gemeente Noord-Beveland ligt op de kwaliteitsverbetering van de aanwezige verblijfsrecreatie. In de gemeente Noord-Beveland is wat betreft verblijfsrecreatie sprake van een toenemende behoefte aan luxe en comfort. Het onderhavige plan betreft een kleinschalige ontwikkeling bestaande uit een appartementencomplex met zes recreatieve luxe appartementen tussen de historische kern van

Colijnsplaat en de jachthaven. Het onderhavige bouwplan speelt hiermee in op de toenemende behoefte naar luxe en comfort. Daarnaast wordt het appartementen- complex gerealiseerd binnen bestaand stedelijk gebied. Hiermee is geen sprake van aantasting van de ruimtelijke kwaliteitskenmerken van het gebied (natuur, landschap en cultuurhistorie).

(18)

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurvisie Noord-Beveland 2008

Op 30 oktober 2008 is de structuurvisie Noord-Beveland 2008 vastgesteld. In deze structuurvisie is het te voeren ruimtelijk beleid voor Noord-Beveland voor

middellange en lange termijn uiteengezet. In de structuurvisie staan twee beleidsdoelen centraal:

1. Versterking van de identiteit: De identiteit wordt gevormd door de ruimtelijke verscheidenheid van het gebied;

2. Onderscheiden middels basiskwaliteiten: De basiskwaliteiten worden bepaald door de bestaande landschappelijke structuur en kan worden samengevat met de begrippen ruimte, schaal, openheid en rust. Behoud van deze basiskwaliteiten betekent dat het beleid gericht dient te zijn op het stimuleren van kwalitatieve ontwikkelingen en het beheersen van kwantitatieve ontwikkelingen.

Ontwikkelingsperspectief Colijnsplaat

In Colijnsplaat is op grond van de ruimtelijk- functionele structuur een aantal deelgebieden te onderscheiden:

• Het beschermd dorpsgezicht met het rationeel stratenpatroon;

• Het bebouwingslint Colijnsplaatseweg inclusief de westelijke entree;

• De planmatige uitbreidingen;

• De haven en de bedrijvigheid ten oosten van de kern.

Afbeelding 7: Beschermd dorpsgezicht Colijnsplaat

Het onderhavige plangebied valt binnen het deelgebied beschermd dorpsgezicht.

Het beleid voor het beschermd dorpsgezicht is in de eerste plaats gericht op het behoud van de bestaande structuur. Het voormalige havengebied, waarbinnen het plangebied is gelegen, kan in de inrichtingssfeer een impuls kunnen gebruiken teneinde de voormalige functie van het gebied te versterken. Hierbij kan gedacht worden aan objecten die gerelateerd zijn aan de haven. Binnen het voormalige havengebied zijn enkele inbreidings- en herstructureringslocaties voor woningbouw aangewezen. Het plangebied is aangewezen als inbreidings- en herstructurerings- locatie voor woningbouw (afbeelding 8).

Plangebied, gelegen in deelgebied beschermd

dorpsgezicht

(19)

Afbeelding 8: Beleidsadvieskaart Colijnsplaat

Het onderhavige plan betreft de nieuwbouw van een appartementencomplex op de locatie van een reeds gesloopte oude loods, welke is aangewezen als inbreidings- en herstructureringslocatie voor woningbouw. In de vormgeving van het

appartementencomplex wordt aangesloten bij de karakteristieke kenmerken van de oude haven. Dit wordt verder toegelicht in hoofdstuk 4. De zes permanente woningen zijn reeds opgenomen in de woningbouwplanninglijst 2016-2025.

3.4.2 Bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Colijnsplaat 2008´

Het plangebied valt binnen het bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Colijnsplaat 2008’, dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 26 juni 2008. De grond waarop het plangebied is gelegen heeft de bestemming:

• Bedrijfsdoeleinden.

De overige bestemmingen:

• Verkeers- en verblijfsdoeleinden;

• Groenvoorzieningen;

• Waterstaatkundige doeleinden (beschermingszone).

En de aanduidingen:

• Meetpunt hoogte;

• Max. cat. 2-bedrijven;

• Maximum dakvoethoogte: 4 meter;

• Bebouwingsvlak.

Inbreidings- en herstructureringslocatie

voor woningbouw Oude Haven

(20)

Afbeelding 9: Uitsnede vigerend bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Colijnsplaat 2008´

Het onderhavige plan is strijdig met het vigerend bestemmingsplan ‘Bebouwde kom Colijnsplaat 2008’. Ter plaatse van de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden’ en de subbestemming ‘Verkeers- en verblijfsdoeleinden’ is het juridisch-planologisch niet toegestaan om een appartementencomplex te realiseren. De gemeente Noord- Beveland heeft aangegeven medewerking te willen verlenen aan het bouwplan.

De Havenstraat behoort tot de bijzondere welstandsgebieden. Dit houdt in dat extra inspanning is vereist tot voordeel van de ruimtelijke kwaliteit. Dit wordt nader toegelicht in hoofdstuk 4.3.

3.5 Conclusie

Op basis van hoofdstuk 3 ‘Beleidskaders’ kan worden geconcludeerd dat:

• Er is sprake van strijdigheid met het vigerend bestemmingsplan

‘Bebouwde kom Colijnsplaat 2008’;

• Het onderhavige plan voldoet aan de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’;

• Het plangebied is door de gemeente Noord-Beveland aangewezen als inbreidings- en herstructureringslocatie voor woningbouw;

• De zes permanente woningen zijn reeds opgenomen in de woningbouwplanninglijst 2013-2020;

• Het onderhavige bouwplan speelt wat betreft verblijfsrecreatie in op de toenemende behoefte naar luxe en comfort;

• Het onderhavige plan past binnen de rijks-, provinciale, regionale en gemeentelijke beleidskaders.

(21)

4 PLANBESCHRIJVING 4.1 Plan

Aan de westzijde van de Oude Haven te Colijnsplaat, op een perceel tussen de jachthaven en de historische kern van het dorp, heeft jarenlang een oude loods gestaan. Deze voormalige aardappelsorteerschuur is inmiddels gesloopt. De oude loods deed afbreuk aan de beeld- en inrichtingskwaliteit van het gebied en was een obstakel in de gewenste upgrading en herstructurering van het havengebied.

Om deze reden heeft de gemeente Noord-Beveland besloten deze locatie aan te wijzen als inbreidings- en herstructureringslocatie voor woningbouw.

Architectenbureau Willem Kort BNA (dat momenteel werkt onder de naam Kort Geytenbeek) heeft een schetsontwerp opgesteld (d.d. 19 feb. 2014). Het plan van de ontwikkelaar Aedes Maritima B.V. betreft de nieuwbouw van een appartementencomplex ter grootte van 755 m2. Het appartementencomplex bestaat uit twee woonblokken bestaande uit ieder vier woonlagen. Het complex telt in totaal 12 appartementen (6 recreatieve en 6 permanent bewoonde appartementen). De nok- en goothoogte van het appartementencomplex bedragen niet meer dan 12 meter respectievelijk 9 meter (lager dan het voormalige rechthuis).

Nadat in 2016 een uitgebreide omgevingsvergunningprocedure werd gestart is het plan (incl. de ruimtelijke onderbouwing) door de gemeente Noord Beveland, de provincie Zeeland en het Waterschap Scheldestromen beoordeeld en akkoord bevonden.

De gemeente Noord-Beveland heeft in samenspraak met de dorpsraad, de ondernemersvereniging, de ontwikkelaar en directe belanghebbenden een inrichtingsvoorstel voor het gehele Oude Havengebied vorm gegeven dat nader is uitgewerkt en gedetailleerd door bureau Ruimte en Groen Tuin -en Landschapsarchitectuur (definitief d.d.18-09-2018). Het onderhavige plan bevindt zich in de tweede fase van de herinrichting van het havengebied.

Afbeelding 10: Nieuwe situatie (uitvergroot in de bijlage)

(22)

Afbeelding 11: Doorsnedetekening

Afbeelding 12: Fasering herinrichting Oude Haven Colijnsplaat

(23)

4.2 Ontsluiting en Parkeren

Ontsluiting

Het plangebied wordt thans ontsloten via de Havenstraat. Via de Havenstraat kan men in oostelijke richting via de Oost Zeedijk en in westelijke richting via de West Zeedijk de kern Colijnsplaat verlaten.

Parkeren

Voor de vaststelling van de parkeernorm is gebruik gemaakt van de CROW- publicatie 317. Uitgaande van het type ‘koop, etage, duur’ liggend in de schil van het centrum in een niet stedelijk gebied wordt uitgegaan van een gemiddelde parkeernorm van 1,7 parkeerplaatsen per woning (waarvan 0,3 parkeerplaats per woning voor bezoekers). Deze parkeernorm geldt voor de 6 permanent bewoonde appartementen.

Voor recreatieve appartementen is in de CROW-publicatie 317 geen specifieke parkeernorm opgenomen. Hierdoor is besloten uit te gaan van een parkeer- normering voor een bungalowpark (huisjescomplex). De CROW-normering stelt voor een bungalowpark (huisjespark) rest bebouwde kom in een niet stedelijk gebied een gemiddelde parkeernorm van 1,7 parkeerplaatsen per woning.

Dit resulteert in een totale parkeerbehoefte van 6 permanente appartementen x 1,7 parkeerplaatsen = 10,2 en 6 recreatieve appartementen x 1,7 parkeerplaatsen = 10,2. Totaal is dit afgerond 21 parkeerplaatsen.

Onder het appartementengebouw worden in totaal 12 garageboxen gerealiseerd (iedere woning één garagebox). Daarnaast worden aan de havenzijde van het appartementencomplex 15 parkeerplaatsen gerealiseerd. Hiermee worden in totaal 27 parkeerplaatsen gerealiseerd en daarmee wordt voldaan aan de gestelde parkeernorm (zie afbeelding 10 en 13).

Afbeelding 13: overzicht garageboxen onder de appartementen

(24)

4.3 Ruimtelijke en stedenbouwkundige uitgangspunten

In de oorspronkelijke situatie deed de oude loods afbreuk aan de beeld- en inrichtingskwaliteit van het gebied in relatie tot het beschermd dorpsgezicht van Colijnsplaat. Er is nu sprake van een onbebouwd terrein. Hierdoor is de herontwikkeling van het gebied wenselijk. Om op een verantwoorde wijze tot een invulling van het gebied te komen zijn door de gemeente Noord-Beveland ruimtelijke en stedenbouwkundige uitgangspunten opgesteld. Met betrekking tot de massa, hoogte en vormgeving van de bebouwing zijn de volgende (omgevings)aspecten van belang:

• De ligging van de projectlocatie op de overgang van haven en dorp (beschermd dorpsgezicht);

• De kleinschaligheid van de bebouwing aan de dorpszijde;

• De robuustheid en openheid aan de havenzijde;

• De hoogte van de oostelijk gelegen bebouwing;

• De maaiveldhoogte van het havenplateau ten opzichte die van het dorp.

Daarnaast zijn in het kader van de architectonische uitwerking van het plan de volgende uitgangspunten van belang:

• Vanwege het solitaire karakter van het op te richten complex, dient de uitstraling en presentatie alzijdig te zijn;

• De goot- en nokhoogte van het gebouw, afgeleid van het bestaande Regthuys, mag niet meer bedragen dan 9 meter respectievelijk 12 meter.

De bovenstaande uitgangspunten vormen de basis van het onderhavige plan.

In relatie tot de overige panden aan de oude (gedempte) haven is het peil/maaiveld gedefinieerd als de NAP-hoogte van het voormalige rechthuis. De nok- en goot- hoogte van het appartementencomplex bedragen niet meer dan 12 meter respectievelijk 9 meter (lager dan het voormalige rechthuis). Het appartementen- complex is stedenbouwkundig en architectonisch vormgegeven in de vorm van aaneengebouwde kadewoningen. Aan de havenzijde worden terrassen

gerealiseerd op meerpalen welke karakteristiek zijn voor de inrichting van de haven. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van natuurlijke materialen en in dorp voorkomende bouwmaterialen. Door het aanbrengen van geleding, gevel- uitwerkingen en het gebruik van passende kleuren en bouwmaterialen is sprake van een passende ontwikkeling in het gebied. In relatie tot het beschermd dorpsgezicht komt het appartementencomplex lager te liggen dan het oostelijk gelegen historisch belangrijke voormalige rechtshuis (Havenstraat 11). De zijde van het appartementencomplex aan de dorpszijde is vanwege de hoger liggende Havenstraat optisch lager.

Afbeelding 14: Gevelbeeld vanaf de haven

Afbeelding 15: Hoogtebeeld t.o.v. het historisch belangrijke voormalige rechtshuis

(25)

Afbeelding 16: Impressie vanaf de haven

Afbeelding 17: Impressie vanaf de Havenstraat

Afbeelding 18: Impressie vanaf de Havenstraat

(26)

5 ONDERZOEK/VERANTWOORDING 5.1 Geluidhinder

De mate waarin het geluid, bijvoorbeeld veroorzaakt door het wegverkeer, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder (Wgh en Bgh). De kern van de wet is dat geluidsgevoelige

bestemmingen worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving ten gevolge van wegverkeer, spoorweg en industrie. De Wet geluidhinder kent de volgende geluidsgevoelige bestemmingen:

1. Woningen,

2. Onderwijsgebouwen (behoudens voorzieningen zoals een gymnastieklokaal),

3. Ziekenhuizen en verpleeghuizen en daarmee gelijk te stellen

voorzieningen zoals verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken, medische kleuterdagverblijven, etc.

De gevelbelasting op een woning ten gevolge van verkeerslawaai mag niet hoger zijn dan de wettelijke norm van 48 decibel (dB). Hiervoor is ontheffing mogelijk tot 53 dB (verhoogde grenswaarde).Voor railverkeerslawaai geldt een wettelijke norm van 55 dB Lden.

Een geluidsgevoelige bestemming (die wordt genoemd in Wgh) die gerealiseerd wordt langs een 30 km/uur-weg of in een woonerf wordt niet beoordeeld in het kader van de Wgh. Dit betekent niet dat bij het opstellen van het bestemmingsplan geen akoestische beschouwing gegeven hoeft te worden.

Het plangebied is niet gelegen binnen de invloedssfeer van enig spoorwegtraject en/of gezoneerd industrieterrein waardoor deze buiten beschouwing gelaten kunnen worden. In de directe omgeving zijn de volgende wegen gelegen:

• De Havenstraat (30 km/h);

• De Voorstraat (30 km/h);

• De Oude Haven (30 km/h);

• De West Zeedijk (30 km/h).

Onderzoek

Het onderhavige plan betreft de nieuwbouw van een appartementencomplex bestaande uit 12 appartementen. In het kader van de Wgh is hiermee sprake van het toevoegen van nieuwe geluidsgevoelige objecten. Het plangebied is gelegen binnen de bebouwde kom van Colijnsplaat. De gehele bebouwde kom van Colijnsplaat is aangewezen als 30 km-zone. Op basis hiervan is het uitvoeren van een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai niet vereist dan wel noodzakelijk.

Conclusie

Het onderhavige plan ondervindt wat betreft geluidshinder wegverkeerslawaai geen belemmeringen.

(27)

5.2 Bedrijven en milieuzonering

Beleidskader

De Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat overheden bij het vaststellen van bestemmingsplannen moeten aantonen dat sprake is van een goede

ruimtelijke ordening (Wro artikel 3.1 lid 1). Onderdeel hiervan is het zorgen voor een goede milieuzonering: de overheid dient er op toe te zien dat er voldoende afstand in acht wordt genomen tussen enerzijds functies die hinder of gevaar veroorzaken (bijvoorbeeld bedrijven), en anderzijds functies die daar last van hebben (bijvoorbeeld woningen). In de praktijk wordt gebruik gemaakt van de handreiking “Bedrijven en Milieuzonering” van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG, editie 2009). Deze handreiking beveelt per standaard bedrijfstype een afstand aan tot woningen of andere 'kwetsbare' functies. De afstand hangt onder meer af van de aard van de omgeving: een rustige woonwijk verdient een hoger beschermingsniveau dan een gebied waar al enige hinder is van bedrijven of infrastructuur (gemengd gebied). In de onderstaande tabel zijn de afstanden weergeven.

Tabel 1: Richtafstanden per milieucategorie (bron: VNG- handreiking Bedrijven en Milieuzonering

Milieucategorie Rustig buitengebied Gemengd gebied

1 10 m 0 m

2 30 m 10 m

3.1 50 m 30 m

3.2 100 m 50 m

4.1 200 m 100 m

4.2 300 m 200 m

5.1 500 m 300 m

5.2 700 m 500 m

5.3 1.000 m 700 m

6 1.500 m 1.000 m

Onderzoek

Het onderhavige plan betreft de nieuwbouw van een appartementencomplex bestaande uit 12 appartementen. In het kader van het VNG-handboek Bedrijven en milieuzonering (editie 2009) is hiermee sprake van het toevoegen van

milieugevoelige functies (woningen). In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient gekeken te worden naar de eventuele bedrijf- en milieuhinder van omliggende bedrijven/instellingen en de invloed van het onderhavige plan op de bedrijfsvoering van deze omliggende bedrijven/instellingen. Het onderhavige plan is getoetst aan de richtafstanden van het VNG-Handboek Bedrijven- en milieu- zonering (editie 2009). In de directe omgeving van het plangebied zijn de onderstaande bedrijven gevestigd (zie tabel 2).

Tabel 2: Bedrijf- en milieuhinder van omliggende bedrijven

Adres Functie Richtafstand

conform VNG (zwaarste)

Werkelijke afstand

Havenstraat 9 Restaurant 10 (Geluid) 30 meter Jachthavenweg 1-5 Jachthaven

met diverse voorzieningen

50 (Geluid) 65 meter

(28)

Afbeelding 19: Afstanden tot omliggende bedrijven

Op basis hiervan van bovenstaande kan geconcludeerd dat er sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat en dat de omliggende bedrijven niet (verder) in hun bedrijfsvoering worden beperkt.

Conclusie

Het onderhavige plan ondervindt voor wat betreft bedrijf- en milieuhinder geen belemmeringen.

Afstand tot restaurant:

30 meter Afstand tot

jachthaven met diverse voorzieningen:

65 meter

(29)

5.3 Bodem

Beleidskader

Het beleid is erop gericht zorg te dragen dat de bodemkwaliteit geschikt dient te zijn voor het geplande gebruik. Hiervoor is het bij nieuwe ontwikkelingen verplicht een verkennend bodemonderzoek uit te laten voeren. Men hanteert hierbij de richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen tenminste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, moet worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd.

Onderzoek

Het onderhavige plan betreft de nieuwbouw van een appartementencomplex ter plaatse van een oude bedrijfsloods. Conform het Besluit Bodemkwaliteit dient aangetoond te worden dat de bodemkwaliteit geschikt is om op te wonen. Om de kwaliteit van de bodem in kaart te brengen is door Sagro Milieu Advies Zeeland B.V. een verkennend bodemonderzoek en bodemonderzoek asbest uitgevoerd.

De conclusie uit dit onderzoek luidt:

‘Verkennend bodemonderzoek

In de boven- en ondergrond zijn licht verhoogde gehalten aan kwik, lood, PCB’s, PAK en/of minerale olie aangetroffen. In het grondwater is een licht verhoogde concentratie aan barium aangetroffen.

Voor het onderzoek is uitgegaan van de hypothese verdacht. Deze hypothese dient op grond van de onderzoeksresultaten te worden aangenomen.

De op de onderzoekslocatie geconstateerde licht verhoogde gehalten in de grond en het grondwater geven geen aanleiding tot het uitvoeren van aanvullend of nader bodemonderzoek. Er dient wel rekening mee gehouden te worden dat

verontreinigde grond niet zonder meer mag worden verplaatst op of van de onderzoekslocatie. De eventuele mogelijkheden dienen in overleg met het bevoegd gezag te worden bepaald.

Bodemonderzoek asbest

Op het maaiveld en in de uitgegraven grond van de contactlaag zijn geen grove stukken asbestverdacht materiaal aangetroffen. Van de fijne fractie grond (= fractie kleiner dan 16mm) uit de bodemlaag van 0 tot 30 cm-mv uit proefgat PG1 t/m PG5 is een analysemonster samengesteld. In dit, door het laboratorium geanalyseerde, monster is asbest aangetoond.

Op basis van het huidige verkennend bodemonderzoek kan niet worden vastgesteld of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging.

Aanbevolen wordt hiertoe een nader bodemonderzoek asbest conform de NEN- 5707 uit te voeren. In een dergelijk nader onderzoek kan een gewogen asbest- gehalte worden vastgesteld, wat dan niet de interventiewaarde voor asbest in de bodem (100 mg/kg.ds), overschrijdt.’

Controle bodemonderzoek (RUD Zeeland)

Op verzoek van de gemeente Noord-Beveland heeft de RUD Zeeland het bodemonderzoek gecontroleerd. De RUD Zeeland concludeert en adviseert het volgende:

‘Aangezien tijdens het veldwerk geen asbestverdacht materiaal is aangetroffen, is het niet waarschijnlijk dat dit asbest afkomstig is uit één proefgat. De uitvoering van een nader onderzoek op asbest is in dit geval dan ook niet zinvol.

(30)

Ter plaatse van de beoogde waterpartij is maar één boring verricht. In deze boring is geen puinhoudend materiaal aangetroffen. De grond uit deze boring is niet geanalyseerd. Volgens de bodemkwaliteitskaart is het havenplateau niet in een categorie ingedeeld. Voor de afvoer van de grond is het dan ook zinvol dat in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit een partijonderzoek wordt uitgevoerd..

De bodemkwaliteit op de locatie is geschikt voor de bouw van een appartementen- complex. Een nader onderzoek naar asbest is niet zinvol. Van de nog uit te graven grond voor de waterpartij wordt geadviseerd een partbemonstering uit te voeren.’

Conclusie

Het onderhavige bouwplan ondervindt geen belemmeringen voor wat betreft bodemkwaliteit. Voor het uitgraven van de grond voor de waterpartij (welke overigens geen onderdeel uitmaakt van onderhavig bouwplan) wordt geadviseerd een partijbemonstering uit te voeren. De bemonstering dient voorafgaand aan de geplande werkzaamheden te zijn uitgevoerd en zijn goedgekeurd.

(31)

5.4 Archeologische en cultuurhistorische waarden

Beleidskader

Ter bescherming van de cultuurhistorische en archeologische waarden in

Nederland dient er volgens de Erfgoedwet, sinds 1 juli 2016 van kracht, bij nieuwe ontwikkelingen te worden gekeken naar de aanwezige waarden.

Archeologiebeleid gemeente Noord-Beveland

Op 26 januari 2012 is het archeologiebeleid door de gemeenteraad van Noord-Beveland vastgesteld. Het rapport bestaat uit een beleidsnota met een beleidskaart en toelichting. In Noord-Beveland zijn terreinen aanwezig met bekende waardes (rijksmonumenten, terreinen, stads- en dorpskernen), hoge verwachte waardes, gematigd verwachte waardes, lage verwachte waardes, maritieme verwachte waardes en terreinen zonder verwachte waarde. Noord- Beveland hanteert als uitgangspunt dat het gemeentelijk bodemarchief zoveel mogelijk ongestoord moet blijven (behoud in situ).

De activiteit die tot bodemverstoring leidt, wordt begeleid door een deskundige. In deze visie voorziet het bestemmingsplan. Als bevoegde overheid (toetsing, selectie en besluitvorming) voert de gemeente een effectieve regie op doel en middelen en maakt daarbij vooral gebruik van de expertise van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland.

De beleidsnota is voorzien van een beslisboom om te zien of een ontwikkeling in het kader van de ruimtelijke ordening archeologieplichtig kan zijn. In een bestemmingsplan dient een dubbelbestemming te worden opgenomen, ter bescherming van de verschillende archeologische waarden. Om te bepalen welke dubbelbestemming opgenomen dient te worden heeft de gemeente een archeologische Maatregelenkaart-in-lagen ontwikkeld die de basis vormt voor de uitvoering van het gemeentelijk archeologiebeleid in het kader van de besluit- vorming bij ruimtelijke plannen. In het kader van dit beleid worden op de

Maatregelenkaart-in-lagen voor het gemeentelijke grondgebied acht maatregel- categorieën onderscheiden onderverdeeld in archeologische waarden. Op de beleidskaart van de gemeente Noord-Beveland is te zien dat het plangebied een lage verwachting (maatregelcategorie 6) heeft. Bij ingrepen groter dan 2500 m2 en dieper dan 40 cm is archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Voor

maatregelcategorie 6 dient de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie – 4’

te worden opgenomen.

Onderzoek

Het onderhavige plan betreft de nieuwbouw van een appartementencomplex ter grootte van 755 m2. Op basis hiervan is het uitvoeren van een archeologisch onderzoek niet vereist dan wel noodzakelijk.

(32)

Afbeelding 20: Uitsnede archeologische beleidskaart

In het plangebied zijn geen rijksmonumenten aanwezig. Wel valt het plangebied voor een klein deel binnen het beschermd dorpsgezicht. De huidige ruimtelijke structuur van Colijnsplaat dateert uit het jaar 1598. Het dorp Colijnsplaat betreft een schakel tussen het traditionele ringstraatdorp en de op de renaissance gebaseerde voorstraatdorpen. De ruimtelijke structuur is in hoofdopzet nagenoeg onveranderd gebleven, waardoor Colijnsplaat is aangewezen als beschermd dorpsgezicht ingevolge artikel 20 van de Monumentenwet. Doel van de aanwijzing is de karakteristieke met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied te erkennen als zwaarwegend belang bij nieuwe ontwikkelingen binnen dit gebied.

Afbeelding 21: Uitsnede kaart beschermd dorpsgezicht Colijnsplaat

Conclusie

Het onderhavige bestemmingsplan ondervindt voor wat betreft archeologie en cultuurhistorie geen belemmeringen. Ter bescherming van de eventuele

archeologische waarden wordt de dubbelbestemming Waarde – Archeologie – 4 opgenomen. Conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet dient de uitvoerder van het grondwerk eventuele archeologische vondsten te melden bij het bevoegd gezag.

Plangebied

Plangebied

(33)

5.5 Watertoets

Beleidskader

In het onderhavige plangebied behartigt Waterschap Scheldestromen de belangen voor een goede waterstaatkundige verzorging van het beheergebied en de

daaraan toegevoegde taken van wegbeheer en rioolwaterzuivering. Het beleid van het Waterschap Scheldestromen is vastgelegd in de Keur watersysteem waterschap Scheldestromen (2011).

Het watertoetsproces is voor het waterschap een belangrijk instrument in de planfase van een ruimtelijk plan. In dit proces kan in een vroeg stadium worden gezocht naar een optimale situatie voor de waterhuishouding. Het Waterschap Scheldestromen kent een brede watertoets. Dit houdt in dat in het watertoets- proces alle voor het waterschap relevante elementen worden onderzocht. Deze elementen zijn gebundeld in een aanmeldformulier voor het watertoetsproces.

Onderzoek

Voor het onderhavige plan is het aanmeldformulier voor het watertoetsproces ingevuld voor wat toepassing is op het onderhavige plan. Het aanmeldformulier is toegevoegd in de bijlage. Voor het onderhavige plan zijn de volgende elementen van toepassing.

Waterveiligheid

Het plangebied valt binnen de beschermingszone van een primaire waterkering, een zeedijk. Gebouwen in de beschermingszone zijn over het algemeen niet toegestaan. Echter heeft in het plangebied altijd al veel bebouwing gestaan binnen de beschermingszone. Hiermee zijn de extra nadelen van nieuwbouw in de beschermingszone nihil. Op de plaatsen waar veel bebouwing aanwezig is zijn contouren gelegd. Binnen een contour zal het waterschap voor nieuwbouw een vergunning verlenen, tenzij het plan een bedreiging vormt voor de stabiliteit van de waterkering. Het appartementencomplex valt echter voor een klein deel buiten de contour. Het waterschap Scheldestromen stelt de regel dat het volume van het nieuwe gebouw niet meer dan 20% ten opzichte van de situatie op de datum van de inwerktreding van het Barro buiten de contour mag liggen. De bestaande inhoud binnen beschermingszone A bedraagt 2560 m3. Buiten de contour is daarmee maximaal 512 m3 toegestaan (20% van 2560 m3). Hier wordt aan voldaan. De positionering van het appartementencomplex is goedgekeurd door het Waterschap Scheldestromen.

(34)

Afbeelding 23: Gedeelte appartementencomplex buiten de contour

Wateroverlast

Het appartementencomplex ter grootte 755 m2 wordt volledig gerealiseerd op bestaandverhard terrein (ter plaatse van de reeds gesloopte loods, ter grootte van 600 m2, en deomliggende terreinverharding). Op basis hiervanis het berekenen van waterberging nietvereist dan wel noodzakelijk.De gemiddelde hoogte van hethavenplateau bedraagt 3 meter boven NAP.Door het waterschap wordt

geadviseerd minimaal0,4 meter boven NAP te bouwen.In de directe omgeving van het plangebied isvoldoende ruimte voor het vasthouden, bergenen afvoeren van (hemel)water.

Grondwaterkwantiteit en verdroging

Het plangebied maakt geen onderdeel uit vaneen waterwingebied of een grondwaterbufferzone. In het plangebied wordt geen grondwater onttrokken.

Hemel- en afvalwater

In de bestaande situatie wordt (schoon) hemelwater afgevoerd naar het aanliggend maaiveld en/of dichtstbijzijnde oppervlaktewater. In de nieuwe situatie wordt het hemelwater zoveel mogelijk afgekoppeld naar de nieuw te graven waterpartij in de directe omgeving van het appartementencomplex. Naast de geplande nieuwe waterpartij is er in de directe omgeving van het plangebied voldoende oppervlakte- water om het overige hemelwater naar af te voeren.

Vuil water wordt afgevoerd via het bestaande gemengde rioolstelsel van de gemeente Noord-Beveland, waarop de bestaande bedrijfsloods reeds is aangesloten. De nieuwe woningen zullen worden voorzien van een gescheiden stelsel.

Volksgezondheid

Het risico op water gerelateerde ziekten en plagen inzake de bestaande en eventuele nieuwe waterlopen wordt geminimaliseerd. Door de bestaande groenstroken zoveel mogelijk te behouden dan wel te versterken, alsmede door van het water wordt verdrinkingsgevaar/-risico voorkomen.

Bodemdaling

Het peilregiem van het plangebied wordt afgestemd op bebouwd gebied. Er zullen geen veranderingen in het peilregiem plaatsvinden die voor bodemdaling zorgen.

(35)

Oppervlaktewaterkwaliteit

Het onderhavige plan heeft geen negatieve invloed op de oppervlaktewater- kwaliteit. De woningbouw vindt plaats op ruime afstand van het oppervlaktewater en daarbij worden geen uitlogende materialen gebruikt.

Grondwaterkwaliteit

Het onderhavige plan heeft geen negatieve invloed op de grondwaterkwaliteit.

Voor de woningbouw vindt worden geen uitlogende materialen gebruikt (uitsluitend natuurlijke materialen).

Natte natuur

Het onderhavige plangebied is gelegen in het jachthavengebied. Het plangebied maakt geen onderdeel uit van het Nationaal Natuurnetwerk, beschermingszone of anderszins wettelijk beschermd gebied.

Onderhoud oppervlaktewater

Er wordt rekening gehouden met de onderhoudsmogelijkheden inzake het oppervlaktewater. Onderhoud van de watergang door het waterschap vindt plaats vanaf het water. Rondom het oppervlaktewater geldt een obstakelvrije

onderhoudsstrook. Binnen het plangebied ligt geen obstakelvrije onderhouds- strook.

Scheepvaart en/of wegbeheer

Het onderhavige plangebied heeft geen nadelige gevolgen voor de veiligheid van vaarwegen en wegen in beheer en onderhoud bij Rijkswaterstaat, de provincie en/of het waterschap. Het onderhavige plan is gelegen op ruime afstand van de oever van de Oosterschelde. Daarnaast zijn de omliggende wegen in beheer van de gemeente Noord-Beveland. In en om het plangebied is voldoende

parkeergelegenheid om de parkeerbehoefte op te vangen (Conform de CROW- normering).

Conclusie

Het onderhavige plan heeft geen negatieve effecten op de waterhuishoudkundige huishouding en de waterkeringsbelangen worden niet geschaad. Het waterschap Scheldestromen heeft op 10 juni 2016 per mail aangegeven akkoord te zijn met het bouwplan en de watertoets als voltooid mag worden beschouwd. Het bouwplan is in de tussenliggende tijd niet gewijzigd.

(36)

5.6 Flora en fauna

Beleidskader

Bij ruimtelijke ingrepen moet rekening worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming kan volgen uit de aanwijzing van een gebied. Voor wat soortenbescherming betreft is de Wet Natuurbescherming toepassing. Hier wordt onder andere de bescherming van plant- en diersoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Indien hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd.

Onderzoek

Soortenbescherming

Het plangebied betreft thans onbebouwd stuk grond. In het verleden heeft hier een loods gestaan. Deze is inmiddels gesloopt. Het plangebied wordt thans regelmatig gemaaid en onderhouden. Vanwege het regelmatige onderhoud, om verwildering te voorkomen, is het niet mogelijk voor beschermde fauna om zich binnen het plangebied te ontwikkelen. Daarbij zullen geen werkzaamheden worden uitgevoerd (waaronder het kappen van bomen en/of het verwijderen van groen) welke in het kader van flora en fauna nadelige gevolgen kunnen hebben voor de verblijf- plaatsen van beschermde diersoorten. Binnen het plangebied is geen sprake van verrommeling (waaronder verwilderd groen en/of oude bebouwing). Op basis hiervan wordt het uitvoeren van een (actualiserend) ecologisch onderzoek niet noodzakelijk geacht.

Door Blom Ecologie is een ecologische quickscan uitgevoerd. De conclusies uit dit onderzoek luiden:

‘In het plangebied of de directe omgeving daarvan komen beschermde diersoorten van de Flora en faunawet voor. Het plangebied heeft aannemelijk geen essentiële betekenis voor zwaarder en strikt beschermde soorten (tabel 2 & 3). Vleermuizen maken mogelijk beperkt gebruik van het dijklichaam als oriëntatiepunt tijdens het foerageren. De locatie maakt mogelijk onderdeel uit van het leefgebied van algemene (licht beschermde) amfibieën en zoogdieren. De schuren en vegetatie worden naar verwachting niet gebruikt door algemene broedvogels als broed- locatie.

De sloop van de schuren en de ontwikkeling van het appartementencomplex leiden niet tot aantasting van beschermde natuurwaarden. Tijdens de uitvoering dient rekening te worden gehouden met de (mogelijke) aanwezigheid van passerende vleermuizen.

Conclusie

De sloop van de voormalige aardappelsorteerschuren en de ontwikkeling van een appartementencomplex (plan Aedes Maritima) aan de Oude Haven te Colijnsplaat is uitvoerbaar zoals bepaald in de Wro (artikel 3.1.6 Bro).

(37)

Gebiedsbescherming

Op een afstand van 175 m ligt het Natura2000-gebied Oosterschelde. De ontwikkeling leidt niet tot een grove verkeersaantrekkende werking. De ontwikkeling van het appartementencomplex leidt tot een tijdelijke (geringe)

toename in stikstofdepositie (projecteffect). In de toekomst zal er echter sprake zijn van een relatief lage uitstoot (hoogrendement stookinstallatie) en energiezuiniger ten op zicht van de huidige (deels niet geïsoleerde) schuren. Een toename in stikstofdepositie kan een effect sorteren op kwetsbare en gevoelige habitattypen.

Echter leert de ervaring dat het projecteffect bij soortgelijke en grotere projecten en de afstand tot kwetsbare habitats dat de stikstofdepositie onder de drempelwaarde van 0,05 mol/hectare blijft. Tevens geldt voor de overige effecten (trillingen, geluid, optische verstoring etc.) geldt dat de afstand tot omliggende Natura2000-gebieden slechts 175 m bedraagt. Het merendeel van de werkzaamheden vindt echter plaats achter twee dijken plaatsvindt en er is op de locatie reeds sprake is van veel activiteiten en bewegingen (m.n. jachthaven, verkeer, in- en uitvarende zeil- en plezierjachten). Zekerheidshalve dient en Voortoets Nb-wet te worden uitgevoerd om de eventuele effecten op het Natura2000-gebied Oosterschelde in beeld te brengen. Ten aanzien van het Natuurnetwerk Nederland geldt dat externe werking geen toetsingskader is.

Afbeelding 24: Plangebied in relatie tot Natura-2000 gebied ‘Oosterschelde’

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is door Blom Ecologie een Voortoets Nb-wet uitgevoerd om de eventuele effecten op het Natura2000-gebied Oosterschelde in beeld te brengen. De conclusie uit dit onderzoek luidt:

‘De realisatie van 12 appartementen aan de Oude Haven te Colijnsplaat leidt niet tot de aantasting van het Natura2000-gebied Oosterschelde en haar instandhoudingsdoelen.’

Conclusie

Het onderhavige plan ondervindt voor wat betreft ecologie geen belemmeringen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uitnodiging: Deze informatie wordt aan meerdere personen verstrekt en aan deze gegevens kunnen geen rechten worden ontleend4. De aanbieding van dit object dient te worden gezien

Daarom, herders, luister naar de woorden van de HEER: Zo waar ik leef – spreekt God, de HEER –, mijn schapen hadden geen herder, ze werden weggeroofd en door de wilde

In het beoogde nieuwe bestemmingsplan zal de woning worden bestemd als Wonen met een bouwvlak en wordt het bestemmingsvlak zo gelegd dat de bestaande bijgebouwen qua gebruik

Omdat ze zich niet door de menigte konden wringen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de plaats waar Jezus zat, en toen ze een opening hadden gemaakt, lieten ze de verlamde op

Het beeld dat we van Colijnsplaat hebben dient richting te geven aan de plannen die voor de Oude Haven, het dorp en het oostelijke- en westelijke havengebied ontwikkeld

‘financiële pijn’ en het SGE toont daadkracht door regionaal te willen programmeren en elkaar te willen compenseren. b) Gemeenten blijven wel autonoom en hebben en houden een

In de werkelijk schitterende, lommerrijke Voorstraat van het gezellige aan Nationaal Park "De Oosterschelde" gelegen vissersdorp Colijnsplaat, biedt BOOT makelaars te koop

Het onderhavige plan betreft de splitsing van een bouwkavel in twee kleinere bouwkavels waarop twee vrijstaande woningen kunnen worden gerealiseerd (per saldo toevoeging van