DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de
MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,
Gezien het verzoek van Intervet Nederland B.V. te Boxmeer d.d. 27 maart 2014 tot wijziging van de registratie van het diergeneesmiddel DUOPRIM, oplossing voor injectie voor runderen, varkens en paarden, registratienummer REG NL 8536;
Gelet op artikel 2.19 van de Wet dieren;
Gehoord de Commissie Registratie Diergeneesmiddelen;
BESLUIT:
1. De wijziging van het diergeneesmiddel DUOPRIM, oplossing voor injectie voor runderen, varkens en paarden, ingeschreven onder nummer REG NL 8536, zoals aangevraagd d.d. 27 maart 2014, is goedgekeurd.
2. De gewijzigde Samenvatting van Productkenmerken behorende bij het
diergeneesmiddel DUOPRIM, oplossing voor injectie voor runderen, varkens en paarden, ingeschreven onder nummer REG NL 8536 treft u aan als bijlage A behorende bij dit besluit.
3. Het gewijzigde etiket en, in voorkomend geval, de gewijzigde bijsluiter behorende bij het diergeneesmiddel DUOPRIM, oplossing voor injectie voor runderen, varkens en paarden, ingeschreven onder nummer REG NL 8536 treft u aan als bijlage B behorende bij dit besluit.
4. De fabrikant dient binnen zes maanden na het verstrekken van de gewijzigde beschikking, de bestaande voorraad (met ongewijzigde productinformatie) af te leveren.
5. Deze beschikking treedt heden in werking.
DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, voor deze:
Utrecht, 07 mei 2014
dhr. ir. F. Verheijen
Hoofd Bureau Diergeneesmiddelen
BIJLAGE A
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DUOPRIM, oplossing voor injectie voor runderen, varkens en paarden
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml:
Werkzame bestanddelen:
Trimethoprim 40 mg
Sulfadoxine 200 mg
Hulpstoffen:
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie.
4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Doeldiersoorten Rund, varken en paard.
4.2 Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoorten Varken
- Luchtweginfecties veroorzaakt door Pasteurella spp.;
- gastrointestinale infecties veroorzaakt door E. coli en Salmonella spp.;
- urogenitale infecties veroorzaakt door E. coli, Corynebacterium spp. en streptokokken;
- huidinfecties veroorzaakt door Actinobacillus, streptokokken en stafylokokken;
- mammaire infecties veroorzaakt door streptokokken en E. coli.
Rund
- Luchtweginfecties veroorzaakt door Pasteurella spp.;
- gastrointestinale infecties veroorzaakt door E. coli en Salmonella spp.;
- urogenitale infecties veroorzaakt door E. coli, Corynebacterium spp. en streptokokken;
- huidinfecties veroorzaakt door Actinobacillus, streptokokken, Actynomyces en stafylokokken;
- mammaire infecties veroorzaakt door streptokokken, stafylokokken, E. coli en Klebsiella spp.
Paard
- Gastrointestinale infecties veroorzaakt door E. coli en Salmonella spp.;
- urogenitale infecties veroorzaakt door E. coli en streptokokken;
- huidinfecties veroorzaakt door streptokokken en stafylokokken;
- mammaire infecties veroorzaakt door streptokokken, stafylokokken en E. coli.
4.3 Contra-indicaties Niet gebruiken bij:
- Nier- en/of leverfunctiestoornissen, bloeddyscrasie;
- overgevoeligheid voor sulfonamiden en/of trimethoprim.
4.4 Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is Er bestaat kans op optredende acute sterfte, hemolyse of shock na intraveneuze toediening.
4.5 Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Bepaalde bacteriën kunnen resistent worden tegen antibacteriële middelen en dus ook tegen het product. Om dit zoveel mogelijk tegen te gaan is het noodzakelijk de juiste dosering toe te dienen en lang genoeg te behandelen.
In hoeverre bepaalde kiemen resistent geworden zijn kan verschillen van bedrijf tot bedrijf. In geval van twijfel wordt aanbevolen een antibiogram uit te voeren.
De dieren dienen tijdens de behandeling voldoende drinkwater ter beschikking te hebben.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient In verband met mogelijke sensibilisatie en overgevoeligheidsreacties dient bij toepassing direct huidcontact te worden vermeden. Draag daartoe handschoenen.
4.6 Bijwerkingen (frequentie en ernst)
- Op de injectieplaats kunnen ontstekingsreacties en necrose worden waargenomen ten gevolge van weefselirritatie.
- Anaemie, leukopenie en thrombocytopenie.
4.7 Gebruik tijdens dracht of lactatie Kan tijdens de dracht worden gebruikt.
4.8 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Geen, voor zover bekend.
4.9 Dosering en toedieningweg
2,5 mg trimethoprim en 12,5 mg sulfadoxine per kg lichaamsgewicht per dag (1 ml per 16 kg lichaamsgewicht) gedurende 3 dagen. Aanbevolen wordt de dagelijkse hoeveelheid over twee toedieningen per dag te verdelen.
Behalve bij melkgevend rund kan bij zware infecties de dosering zonder bezwaar verhoogd worden tot 25 mg per kg lichaamsgewicht per dag.
Rund, varken paard: diep intramusculair.
4.10 Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota) Bij overdosering zijn geen andere bijwerkingen bekend dan die genoemd onder 4.6.
4.11 Wachttermijnen Varken:
(Orgaan)vlees: 10 dagen;
Paard:
(Orgaan)vlees: 28 dagen;
Rund:
(Orgaan)vlees: 8 dagen;
Melk: 3 dagen.
5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische groep: Combinaties van sulfonamiden en trimethoprim, inclusief derivaten.
ATCvet-code: QJ01EW13
5.1 Farmacodynamische eigenschappen Werkingsmechanisme
Zowel de sulfonamiden als trimethoprim blokkeren de folinezuursynthese van de bacteriën, doch op een verschillend niveau.
De sulfonamiden vertonen een sterke gelijkenis in structuur met p-aminobenzoëzuur zodat ze hiermee in competitie gaan voor hetzelfde enzym nodig voor synthese van foliumzuur.
De sulfonamiden nemen hierbij de plaats in van p-aminobenzoëzuur met als gevolg dat de
foliumzuurproductie stilvalt. Foliumzuur is een essentiële metaboliet in de vorming van folinezuur, dat van belang is voor de groei van de kiemen.
Trimethoprim veroorzaakt een competitieve remming van dihydrofoliumzuurreductase, het enzym dat dihydrofoliumzuur omzet in tetrahydrofoliumzuur. Deze stof is een precursor van folinezuur.
Doordat de twee stoffen ingrijpen op twee verschillende stappen in de folinezuurproductie werken ze sterk synergetisch.
Wanneer de combinatie trimethoprim/sulfonamide in de verhouding één op vijf wordt toegepast, ziet men dat de activiteit van de combinatie 5 tot 10x hoger is dan die van de sterkst werkende component, namelijk trimethoprim.
De potentiërende werking uit zich ook nog op het gebied van de werkingswijze: daar waar zowel de sulfonamiden als trimethoprim bacteriostatisch werken, wordt de combinatie bactericide.
Werkingsspectrum
Het in vitro antibacteriële spectrum van de associatie trimethoprim/sulfonamide is breed en bevat de meest voorkomende Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën.
Type van resistentie
Er is een plasmidisch type van resistentie tov. sulfonamiden bekend. Er kan ook sprake zijn van kruisresistentie binnen de groep van de sulfonamiden. Ook ten opzichte van trimethoprim is een belangrijk percentage van de resistentiegevallen van het overdraagbare plasmidische type.
In het algemeen kan men stellen dat het combineren van trimethoprim met sulfonamiden ook de bacteriële resistentie-ontwikkeling vertraagt. Bij bacteriën die resistent geworden zijn tov.
sulfonamiden kan er eveneens nog sprake zijn van synergie, hoewel minder uitgesproken.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
De maximale bloedplasmaconcentratie bij intramusculaire injectie wordt binnen 4 uur na toediening bereikt. Trimethoprim blijft gedurende ongeveer 7 uur in het bloed aanwezig; sulfadoxine tot 24 uur.
Van de in het plasma aanwezige trimethoprim en sulfadoxine is het grootste deel aan eiwit gebonden. De halfwaardetijd van trimethoprim ligt tussen 1 en 4 uur, de halfwaardetijd van sulfadoxine ligt tussen 10 en 14 uur.
Zowel trimethoprim als sulfadoxine worden voornamelijk via de nieren uitgescheiden en in mindere mate via de lever.
6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen
Natriumhydroxide (E524) Diethanolamine
Glycerol formal Water voor injectie.
6.2 Onverenigbaarheden
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel.
6.3 Houdbaarheidstermijn
Houdbaarheid van het diergeneesmiddel in de verkoopverpakking: 36 maanden.
Houdbaarheid na aanprikken van de flacon: 4 weken.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25 °C. Niet in de koelkast of vriezer bewaren. Beschermen tegen licht en vorst.
Aangeprikte flacon: Bewaren beneden 25 °C. Niet in de koelkast of vriezer bewaren. Beschermen tegen licht en vorst.
6.5 Aard en samenstelling van de primaire verpakking
Bruin glazen (type II, Ph.Eur.) injectieflacon, à 100 ml en 250 ml, met chloorbutylrubberstop en aluminium felscapsule.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten op de markt worden gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van het ongebruikte diergeneesmiddel of eventueel uit het gebruik van een dergelijk middel voortvloeiend afvalmateriaal
Ongebruikte geneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale vereisten te worden verwijderd.
7. NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Intervet Nederland B.V.
Wim de Körverstraat 35 5831 AN Boxmeer Correspondentieadres:
Intervet Nederland B.V.
Postbus 50
5830 AB Boxmeer
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN REG NL 8536
9. DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunningverlening: 12 november 1996 Datum van laatste verlenging: 12 november 2001
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 29 april 2014
KANALISATIE UDD
BIJLAGE B
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
I. ETIKETTERING
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD Flacon
1. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Duoprim, oplossing voor injectie voor runderen, varkens en paarden Trimethoprim en sulfadoxine
2. GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN Per ml:
Trimethoprim 40 mg Sulfadoxine 200 mg
3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie.
4. VERPAKKINGSGROOTTE 100 ml/250 ml
5. DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Rund, varken en paard.
6. INDICATIES
7. WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG IM
Dosering: 1 ml per 16 kg lichaamsgewicht.
Lees voor gebruik de bijsluiter.
8. WACHTTERMIJNEN Varken: (Orgaan)vlees: 10 dagen.
Paard: (Orgaan)vlees: 28 dagen.
Rund: (Orgaan)vlees: 8 dagen.
Melk: 3 dagen.
9. SPECIALE WAARSCHUWINGEN
10. UITERSTE GEBRUIKSDATUM BIJ BEWAREN EXP {maand/jaar}
Houdbaarheid na aanprikken van de flacon: 4 weken.
11. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN Bewaren beneden 25 °C. Niet in de koelkast of vriezer bewaren.
Beschermen tegen licht en vorst.
Aangeprikte flacon: Bewaren beneden 25 °C. Niet in de koelkast of vriezer bewaren. Beschermen tegen licht en vorst.
12. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN Ongebruikte geneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale vereisten te worden verwijderd.
13. VERMELDING “UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK” EN VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET GEBRUIK, INDIEN VAN TOEPASSING
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik.
UDD
14. VERMELDING “BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN BEWAREN”
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
15. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Intervet Nederland B.V.
Postbus 50
5830 AB Boxmeer
16. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN REG NL 8536
17. PARTIJNUMMER FABRIKANT
<Partij> <Chargenr.> <Lot.> {nummer}
II. BIJSLUITER
BIJSLUITER
Duoprim, oplossing voor injectie voor runderen, varkens en paarden
1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Registratiehouder:
Intervet Nederland B.V.
Postbus 50
5830 AB Boxmeer Nederland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Vet Pharma Friesoythe GmbH Sedelsbergerstrasse 2-4 D-26169 Friesoythe Duitsland
2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Duoprim, oplossing voor injectie voor runderen, varkens en paarden Trimethoprim en sulfadoxine
3. GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN Per ml:
Werkzame bestanddelen:
Trimethoprim 40 mg
Sulfadoxine 200 mg
4. INDICATIES Varken
- Luchtweginfecties veroorzaakt door Pasteurella spp.;
- gastrointestinale infecties veroorzaakt door E. coli en Salmonella spp.;
- urogenitale infecties veroorzaakt door E. coli, Corynebacterium spp. en streptokokken;
- huidinfecties veroorzaakt door Actinobacillus, streptokokken en stafylokokken;
- mammaire infecties veroorzaakt door streptokokken en E. coli.
Rund
- Luchtweginfecties veroorzaakt door Pasteurella spp.;
- gastrointestinale infecties veroorzaakt door E. coli en Salmonella spp.;
- urogenitale infecties veroorzaakt door E. coli, Corynebacterium spp. en streptokokken;
- huidinfecties veroorzaakt door Actinobacillus, streptokokken, Actynomyces en stafylokokken;
- mammaire infecties veroorzaakt door streptokokken, stafylokokken en E. coli en Klebsiella spp.
Paard
- Gastrointestinale infecties veroorzaakt door E. coli en Salmonella spp.;
- urogenitale infecties veroorzaakt door E. coli en streptokokken;
- huidinfecties veroorzaakt door streptokokken en stafylokokken;
- mammaire infecties veroorzaakt door streptokokken, stafylokokken en E. coli.
5. CONTRA-INDICATIES - Nier- en/of leverfunctiestoornissen.
- Bloeddyscrasie.
- Overgevoeligheid voor sulfonamiden en/of trimethoprim.
6. BIJWERKINGEN
Op de injectieplaats kunnen ontstekingsreacties en necrose worden waargenomen ten gevolge van weefselirritatie, anaemie, leukopenie en thrombocytopenie.
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7. DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Rund, varken en paard.
8. DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Rund, varken en paard: diep intramusculair.
2,5 mg trimethoprim en 12,5 mg sulfadoxine per kg lichaamsgewicht per dag (1 ml per 16 kg lichaamsgewicht) gedurende 3 dagen. Aanbevolen wordt de dagelijkse hoeveelheid over twee toedieningen per dag te verdelen.
Behalve bij melkgevend rund kan bij zware infecties de dosering zonder bezwaar verhoogd worden tot 25 mg per kg lichaamsgewicht per dag.
9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING Geen.
10. WACHTTERMIJNEN Varken: (Orgaan)vlees: 10 dagen.
Paard: (Orgaan)vlees: 28 dagen.
Rund: (Orgaan)vlees: 8 dagen.
Melk: 3 dagen.
11. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Bewaren beneden 25 °C. Niet in de koelkast of vriezer bewaren. Beschermen tegen licht en vorst.
Niet gebruiken na de vervaldatum vermeld op het etiket.
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Aangeprikte flacon: Bewaren beneden 25 °C. Niet in de koelkast of vriezer bewaren. Beschermen tegen licht en vorst.
12. SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is:
Er bestaat kans op optredende acute sterfte, hemolyse of shock na intraveneuze toediening.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Bepaalde bacteriën kunnen resistent worden tegen antibacteriële middelen en dus ook tegen het product. Om dit zoveel mogelijk tegen te gaan is het noodzakelijk de juiste dosering toe te dienen en lang genoeg te behandelen.
In hoeverre bepaalde kiemen resistent geworden zijn kan verschillen van bedrijf tot bedrijf. In geval van twijfel wordt aanbevolen een antibiogram uit te voeren.
De dieren dienen tijdens de behandeling voldoende drinkwater ter beschikking te hebben.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient:
In verband met mogelijke sensibilisatie en overgevoeligheidsreacties dient bij toepassing direct huidcontact te worden vermeden. Draag daartoe handschoenen.
Gebruik tijdens dracht of lactatie:
Kan tijdens de dracht worden gebruikt.
Onverenigbaarheden:
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN Ongebruikte geneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale vereisten te worden verwijderd.
14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN 29 april 2014
15. OVERIGE INFORMATIE Flacon à 250 of 500 ml.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
REG NL 8536
KANALISATIE UDD