• No results found

LEERPLAN TWEEDE GRAAD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "LEERPLAN TWEEDE GRAAD"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

LEERPLAN TWEEDE GRAAD

DOMEIN voeding en horeca Specifiek gedeelte

Studierichting dubbele finaliteit 1. Bakkerijtechnieken

Leerjaar: eerste en tweede leerjaar Leerplancode: POV-2021-031-1

Nummer inspectie: SO-2021-34-4-adv-V-22

(2)

Inhoud

1. Algemene inleiding 3

1.1. Indeling van het leerplan provinciaal onderwijs basisopties 3

1.2. Wettelijk kader 3

1.3. Doelgroep 3

1.4. Uitgangspunten leerplan provinciaal onderwijs specifiek gedeelte 3 1.4.1. Het pedagogisch project is de motor van het schooleigen curriculum 3

1.4.2. Het leerplan gebruikt de taxonomie van Bloom 3

1.4.3. Het leerplan kwam participatief tot stand 4

2. Systematiek en opbouw van het leerplan 4

2.1. Leerplandoelen 4

2.1.1. Schematische voorstelling leerplandoelen specifiek gedeelte 4

2.1.2. Cesuurdoelen 5

2.1.3. Leerplandoelen voor de onderdelen van de beroepskwalificatie(s) 5

2.2. Formulering van de leerplandoelen 6

2.3. Samenhang van het leerplandoel met de concretisering 6

3. Leerplandoelen 7

3.1. Bakkerijtechnieken 7

3.1.1. Overzicht cesuurdoelen 7

3.1.2. Cesuurdoelen economie – toegepaste bedrijfswetenschappen en recht 7

3.1.3. Overzicht van de betrokken beroepskwalificatie 9

3.1.4. Specifieke beroepsgerichte competenties 9

3.1.5. Onderbouwende specifieke competenties 12

4. Minimale materiële vereisten 13

4.1. Algemene uitrusting 13

4.2. Veiligheid 13

4.3. Algemene basisuitrusting vaklokalen 13

4.4. Basisuitrusting voor bakkerijtechnieken 14

(3)

1. Algemene inleiding

1.1. Indeling van het leerplan provinciaal onderwijs basisopties

Elk leerplan is opgebouwd volgens een vaste structuur met een algemene inleiding: wettelijk kader, doelgroep en uitgangspunten leerplan provinciaal onderwijs.

Vervolgens wordt de opbouw van het leerplan besproken.

Aansluitend worden de bijhorende cesuurdoelen en de leerplandoelen voor de onderdelen van de

beroepskwalificatie(s) voor het specifiek gedeelte van de studierichting(en) in het domein voeding en horeca in de dubbele finaliteit geformuleerd.

Ten slotte worden de materiële vereisten beschreven.

1.2. Wettelijk kader

Alle scholen die subsidiëring/financiering van de overheid willen ontvangen, zijn verplicht een goedgekeurd leerplan te gebruiken.1

Dit leerplan is, na goedkeuring, van toepassing vanaf 1 september 2021 ingevolge de progressieve uitrol van de modernisering van het secundair onderwijs.

1.3. Doelgroep

Dit leerplan is bestemd voor de leerlingen van de tweede graad dubbele finaliteit, domein voeding en horeca, studierichting: bakkerijtechnieken.

In dit leerplan wordt verder gebouwd op de verworven kennis en vaardigheden uit de eerste graad.

In deze tweede graad wordt ingezet in het verder verwerven van basiscompetenties die in een derde graad worden verfijnd en verdiept.

1.4. Uitgangspunten leerplan provinciaal onderwijs specifiek gedeelte

1.4.1. Het

pedagogisch

project is de motor van het schooleigen curriculum

Het pedagogisch project van de school bepaalt welke accenten er worden gelegd en welke keuzes er worden gemaakt bij de opbouw van het schooleigen curriculum. Het is de school die bepaalt welke onderwijsdoelen, ongeacht het eindtermen, cesuurdoelen of leerplandoelen voor de onderdelen van de beroepskwalificatie(s) betreft, binnen eenzelfde vak/vakkenclusters en binnen dezelfde onderwijstijd geïntegreerd worden

aangeboden. Het leerplan vrijwaart deze autonomie maximaal.

Het is dan ook de school die beslist welke administratieve vakbenamingen aan de vakken van de studierichting gekoppeld worden. Hiervoor maakt de school gebruik van de administratieve vakbenamingen zoals

omschreven in omzendbrief SO69.

1.4.2. Het leerplan gebruikt de taxonomie van Bloom

Het beheersingsniveau van elk doel wordt gekoppeld aan de taxonomie van Bloom2. Op die manier hanteren de leraren een gelijkaardig begrippenkader doorheen het leerplan van de basisvorming en de leerplannen van het specifieke gedeelte.

1 Artikel 15, §1, 8° Codex secundair onderwijs.

2 www.expertisecentrum-kunsttheorie.nl/cms_data/bloom.pdf

(4)

1.4.3. Het

leerplan kwam

participatief tot stand

Het leerplan is het resultaat van een nauwe samenwerking van directies en leraren, ondersteund door de koepel POV. De leerplandoelen voor de onderdelen van de BK werden ontwikkeld door teams bestaande uit leraren, TA’s en TAC’s van de provinciale scholen. De ondersteunende rol van de koepel bestaat uit het

bewaken van de vastgelegde beheersingsniveaus, de afstemming tussen leerplandoelen en de onderdelen van de beroepskwalificatie(s) en de concretisering ervan.

2. Systematiek en opbouw van het leerplan 2.1. Leerplandoelen

2.1.1. Schematische voorstelling leerplandoelen specifiek gedeelte

Specifieke eindtermen en beroepskwalificaties werden vastgelegd voor de derde graad. Hieruit hebben alle onderwijsverstrekkers samen cesuurdoelen en onderdelen van beroepskwalificaties vastgelegd per

studierichting voor de tweede graad.

De cesuurdoelen en onderdelen van de beroepskwalificaties maken, samen met de eindtermen, deel uit van het volledige curriculum van de tweede graad zoals in bovenstaande figuur wordt voorgesteld.

POV heeft de onderdelen van het curriculum opgenomen en verder geconcretiseerd in de leerplannen 2de graad. Hieronder wordt de procedure voor de cesuurdoelen en onderdelen van beroepskwalificaties verder beschreven.

(5)

2.1.2. Cesuurdoelen

Het leerplan voor het specifiek gedeelte van de studierichtingen voor de tweede graad dubbele finaliteit omvat de door de onderwijsverstrekkers vastgelegde cesuurdoelen (afgeleid van de specifieke eindtermen) nodig voor de doorstroming naar het hoger onderwijs.

De vastgelegde cesuurdoelen worden letterlijk overgenomen in het leerplan conform de protocolafspraken gemaakt tussen de onderwijsverstrekkers.

Het aftoetsen van de beheersing van (geïsoleerde) kennis kan deel uitmaken van het formatief handelen van de leraren om het leerproces te begeleiden. De integratie van verschillende elementen uit de afbakening van de eindtermen moet evenwichtig tot uiting komen om de representativiteit/validiteit van de evaluatie te garanderen, aangepast aan het beheersingsniveau van het cesuurdoel.

Het is aangewezen dat de school hier schoolbreed duidelijke afspraken over maakt.

2.1.3. Leerplandoelen voor de onderdelen van de beroepskwalificatie(s)

Wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen is vastgelegd in een beroepskwalificatie (BK). Bij de modernisering secundair onderwijs heeft de overheid deze beroepskwalificaties gekoppeld aan

studierichtingen van de derde graad. Voor de vertaling naar de onderwijscontext werden voor deze BK’s onderwijsdoelen voor de tweede en derde graad geformuleerd door alle onderwijsverstrekkers gezamenlijk.

Deze ‘set van competenties uit BK’ zijn onderverdeeld in beroepsgerichte specifieke competenties en onderbouwende specifieke competenties. Voor deze ‘set van competenties uit BK’ zijn door POV hiervan afgeleide leerplandoelen geformuleerd voor de tweede graad. Hieronder vind je een schematisch overzicht van de structuur.

De leerplandoelen voor de onderbouwende specifieke competenties staan niet op zich maar worden geïntegreerd aangeboden met de leerplandoelen van de beroepsgerichte specifieke competenties.

Leren op basis van ‘vaardigheden’ mikt op een dieper leerniveau dan leren louter op basis van

‘kennisonderdelen’ alleen. Dieper leren wordt gestimuleerd door de klemtoon te leggen op vakgebonden vaardigheden, op activerend leren in de klas met feedback van de leraar en op het geïntegreerd aanbrengen van kennis en vaardigheden.

Het is hierbij belangrijk dat het aanbrengen van kennis en vaardigheden op elkaar afgestemd wordt. Dit kan op verschillende manieren: één leraar geeft zowel de onderliggende kennis als de vaardigheden of meerdere leraren werken samen om de onderliggende kennis en vaardigheden te realiseren. Het is de school die een doeltreffende schoolorganisatie kiest in functie van goede afstemming.

De onderliggende kennis en vaardigheden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Kennis ligt aan de basis van elk beheersingsniveau. Dit betekent dat de evaluatie van de kennis geïntegreerd met de evaluatie van de vaardigheden kan gebeuren. Het afzonderlijk evalueren van de opgedane kennis is ook mogelijk met dien verstande dat de evaluatie van de kennis steeds ondergeschikt is aan de evaluatie van het leerplandoel overeenkomstig de voorgeschreven dimensie van de taxonomie van Bloom. Het is aangewezen dat de school hier schoolbreed duidelijke afspraken over maakt.

(6)

2.2. Formulering van de leerplandoelen

De leerplandoelen, gekoppeld aan de onderdelen van de BK, worden zo eenvoudig en helder mogelijk geformuleerd. Het werkwoord beschrijft de manier waarop de leerling de kennis moet beheersen. Het beheersingsniveau wordt vastgelegd op basis van de taxonomie van Bloom.

De volgende handelingswerkwoorden, onderverdeeld in zes categorieën, komen voor:

• Onthouden: De leerling onthoudt het materiaal zoals het gepresenteerd is. Het gebruikte werkwoord is herkennen.

• Begrijpen: De leerling voegt iets toe aan kennis (een eigen voorbeeld geven), voert een bewerking uit op kennis (een logische conclusie afleiden) of legt verbanden tussen voorkennis en nieuwe kennis (een oorzaak-gevolg relatie geven). Werkwoorden die gebruikt worden binnen dit beheersingsniveau zijn: aanvullen, beschrijven, bespreken, illustreren, relaties leggen tussen, onderbouwen, onderscheiden, ordenen, toelichten, verklaren, vergelijken, verwoorden, ...

• Toepassen: De leerling voert oefeningen uit of lost problemen op. Werkwoorden die gebruikt worden binnen dit beheersingsniveau zijn: beheren, bepalen, berekenen, demonstreren, gebruiken, hanteren, handelen, herleiden, lokaliseren, oplossen, rekenen, gedrag stellen, toepassen, uitvoeren, uitwerken, voorstellen, ...

• Analyseren: De leerling kan een geheel verdelen in onderdelen en bestuderen hoe de onderdelen aan elkaar en aan het geheel gerelateerd zijn en hoe ze elkaar beïnvloeden. Werkwoorden die gebruikt worden binnen dit beheersingsniveau zijn: analyseren, benoemen, beschrijven, het geven van een redenering, onderscheiden, onderzoeken, ordenen, verwerken, verwoorden, ...

• Evalueren: De leerling kan een oordeel geven en dat oordeel onderbouwen aan de hand van criteria en standaarden. Werkwoorden die gebruikt worden binnen dit beheersingsniveau zijn:

beargumenteren, beoordelen, bijsturen, evalueren, maken keuzes, reflecteren, …

• Creëren: De leerling bedenkt een alternatieve hypothese of een eigen aanpak om een taak uit te voeren of maakt nieuwe, originele producten. Werkwoorden die gebruikt worden binnen dit beheersingsniveau zijn: produceren, zich creatief uitdrukken, ideeën genereren, creëren, ontwerpen, …

2.3. Samenhang van het leerplandoel met de concretisering

Om het leerplandoel verder te verduidelijken kan er extra informatie toegevoegd worden onder

‘concretisering’. De concretisering wordt meestal voorafgegaan door ‘zoals’. De opsomming erna wordt als illustratief beschouwd. Deze is louter richtinggevend voor de manier waarop het doel gerealiseerd kan worden. De ‘zoals’-formulering geeft leraren een zekere vrijheid om het pedagogisch project van de eigen school te realiseren.

(7)

3. Leerplandoelen 3.1. Bakkerijtechnieken

3.1.1. Overzicht cesuurdoelen

Wetenschapsdomein Onderdelen wetenschapsdomeinen SET voor afleiding cesuurdoel Bakkerijtechnieken 16.5 Economie – toegepaste bedrijfswetenschappen en recht 16.5.1 16.5.2 Vanaf hier wordt de nummering van de doelen uit bovenstaande tabel overgenomen.

3.1.2. Cesuurdoelen economie – toegepaste bedrijfswetenschappen en recht

16.5.1 De leerlingen lichten de keuze voor een ondernemingsvorm toe.

Met inbegrip van kennis

*Feitenkennis

- Vakterminologie inherent aan de afbakening van het cesuurdoel waaronder:

> onderneming;

> hoofdelijkheid en deelbaarheid;

> beperkte en onbeperkte aansprakelijkheid.

*Conceptuele kennis - Onderneming;

- hoofdelijkheid en deelbaarheid;

- beperkte en onbeperkte aansprakelijkheid;

- natuurlijke en rechtspersonen;

- kenmerken van Naamloze Vennootschap (NV), Besloten Vennootschap (BV), eenmanszaak;

- kruispuntbank Ondernemingen (KBO).

Met inbegrip van dimensie eindterm

*Cognitieve dimensie Begrijpen

(8)

16.5.2 De leerlingen registreren courante bedrijfsverrichtingen.

Met inbegrip van kennis

*Feitenkennis

- Vakterminologie inherent aan de afbakening van het cesuurdoel.

*Conceptuele kennis

- Registratie van ondernemingsverrichtingen in een dubbele boekhouding;

- jaarrekening en de onderdelen ervan.

*Procedurele kennis

- Boeken van courante bedrijfsverrichtingen aan de hand van het boekhoudalgoritme: aankoopfactuur, verkoopfactuur, betaling, inning.

Met inbegrip van dimensie eindterm

*Cognitieve dimensie Toepassen

(9)

3.1.3. Overzicht van de betrokken beroepskwalificatie

Richting Bakkerijtechnieken

logische doorstroom 3de graad BK(‘s) officiële benaming (VKS-niveau) Nr Bakkerijtechnieken BK Kwaliteits- en procesverantwoordelijke

(banket)bakkerij (4) BK-0391-2

3.1.4. Specifieke beroepsgerichte competenties

Set van competenties uit BK nr. LPD Leerplandoelen Beheersings-

niveau Concretisering

De leerlingen handelen volgens de principes van voedselveiligheid met aandacht voor: de principes van HACCP.

BT01 De leerlingen passen de principes voor voedselveiligheid toe. toepassen HACCP, GHP (goede hygiënepraktijk)

BT02

De leerlingen controleren of de goederen en producten voldoen aan de hygiënische voorschriften en voorschriften voor

voedselveiligheid.

evalueren zoals ingangscontrole

BT03 De leerlingen melden aan de hand van een checklist inbreuken t.o.v.

de HACCP-eisen aan de leerkracht. toepassen

De leerlingen gebruiken en onderhouden materiaal, toestellen en ruimtes met aandacht voor: reinigings- en ontsmettingsprocedures en veiligheidsvoorschriften.

BT04 De leerlingen gebruiken materiaal, toestellen en ruimtes volgens de

instructies. toepassen zoals correct gebruik van messen, fornuis

BT05 De leerlingen controleren de staat van toestellen en machines voor

gebruik. evalueren zoals netheid, werking

BT06 De leerlingen reinigen materiaal, toestellen en ruimtes volgens de

instructies. toepassen zoals beschreven in het onderhoudsplan, reinigen van ruimte, materiaal en toestellen

BT07 De leerlingen desinfecteren materiaal, toestellen en ruimtes

volgens de instructies. toepassen

De leerlingen verpakken, etiketteren, bewaren en bergen grondstoffen en bereidingen op met

aandacht voor: het FIFO- en FEFO-principe.

BT08 De leerlingen verpakken grondstoffen en bereidingen. toepassen BT09 De leerlingen etiketteren grondstoffen en bereidingen. analyseren

BT10

De leerlingen stockeren grondstoffen en bereidingen, rekening houdend met het FIFO- en FEFO-principe, de

bewaartemperatuur.

toepassen

(10)

Set van competenties uit BK nr. LPD Leerplandoelen Beheersings-

niveau Concretisering De leerlingen zetten de

juiste materialen, producten en ingrediënten klaar voor de bereiding van een gerecht met aandacht voor: de benodigde hoeveelheden;

met inbegrip van kennis van:

grondstoffen.

BT11 De leerlingen wegen en/of meten producten en ingrediënten correct

af op basis van het gekozen recept. toepassen zoals wegen van vaste producten en meten van vloeistoffen

BT12

De leerlingen zetten de gepaste materialen, producten en ingrediënten klaar volgens het recept.

toepassen zoals grondstofkeuze, keuze van techniek

De leerlingen communiceren functioneel in het

Nederlands, Frans en Engels met aandacht voor:

vakjargon en

keukenterminologie.

BT13

De leerlingen communiceren functioneel in het Nederlands, Frans en Engels met aandacht voor: vakjargon en

keukenterminologie.

toepassen wordt gekoppeld aan AV Nederlands, AV Frans en AV Engels

De leerlingen bereiden verschillende soorten

(gist)degen en beslagen zoals voor broden, harde en zachte luxe, taarten, gerezen bladerdeeg, vet-, kook- en bladerdeegproducten, producten van beslagen en producten met beslagen met inbegrip van: kennis van bereidingstechnieken.

BT14

De leerlingen bereiden zelfstandig verschillende soorten (gist)degen en beslagen op basis van een recept.

toepassen

De leerlingen verwerken verschillende soorten

(gist)degen en beslagen zoals voor broden, harde en zachte luxe, taarten, gerezen bladerdeeg, vet-, kook- en bladerdeegproducten, producten van beslagen en producten met beslagen met inbegrip van: kennis van verwerkingstechnieken.

BT15

De leerlingen verwerken

zelfstandig verschillende soorten (gist)degen en beslagen op basis van een recept.

toepassen

De leerlingen bakken verschillende soorten

(gist)degen en beslagen zoals voor broden, harde en zachte luxe, taarten, gerezen bladerdeeg, vet-, kook- en BT16

De leerlingen bakken zelfstandig

verschillende soorten (gist)degen toepassen

(11)

Set van competenties uit BK nr. LPD Leerplandoelen Beheersings-

niveau Concretisering De leerlingen werken

(banket)bakkerijproducten af met inbegrip van: kennis van afwerkings- en

garneertechnieken.

BT17 De leerlingen werken (banket)bakkerijproducten af. toepassen zoals gebruik van decoratietechnieken

BT18 De leerlingen maken decoratie voor het afwerken van producten. toepassen zoals producten in marsepein, chocolade, schuim, suikerpasta, suiker

De leerlingen onderzoeken de invloed van

omgevingsfactoren, grondstoffen en

ingrediënten op brood- en banketbakkerijproducten.

BT19

De leerlingen onderzoeken de invloed van omgevingsfactoren, grondstoffen en ingrediënten op brood- en

banketbakkerijproducten.

analyseren zoals welke grondstof is geschikt voor welke toepassing en waarom

extra doelstelling BT20

De leerlingen stellen een eenvoudig brood- en/of banketassortiment samen voor een bakkerij, rekening houdend met de economische context.

creëren

extra doelstelling BT21

De leerlingen vergelijken het productieproces van eenvoudige brood- en

banketbakkerijproducten.

analyseren zoals een traditionele bereiding en op basis van een mix voor vb.

een cake of brood

(12)

3.1.5. Onderbouwende specifieke competenties

Set van competenties uit BK nr. LPD Leerplandoelen Beheersings-

niveau Concretisering

Werken in een teamverband (organisatiecultuur,

communicatie, procedures)

BT22

De leerlingen wisselen efficiënt en duidelijk informatie uit met medeleerlingen, leerkrachten en schoolpersoneel.

toepassen

BT23

De leerlingen zorgen voor een verzorgd voorkomen, persoonlijke hygiëne en aangepaste kledij conform de taakuitvoering.

toepassen

BT24 De leerlingen stellen zich flexibel en constructief op. toepassen

BT25 De leerlingen werken conform voorgeschreven procedures. toepassen zoals afspraken

Kwaliteitsbewust handelen

BT26 De leerlingen evalueren de eigen werkzaamheden kwalitatief en

kwantitatief. evalueren

BT27 De leerlingen sturen de eigen werkzaamheden bij. evalueren BT28 De leerlingen evalueren de kwaliteit van het eindproduct. evalueren

Economisch en duurzaam handelen

BT29 Leerlingen voeren hun opdrachten uit binnen de aangegeven tijd. toepassen

BT30 De leerlingen gaan zuinig en zorgzaam om met grondstoffen,

materialen en gereedschappen. toepassen zoals verspilling voorkomen

BT31 De leerlingen sorteren afval volgens de richtlijnen. toepassen

Veilig, ergonomisch en hygiënisch handelen

BT32 De leerlingen handelen volgens de veiligheidsinstructies. toepassen zoals technische fiche, veiligheidsinstructie- kaart

BT33 De leerlingen passen de regelgeving van hygiëne toe. toepassen BT34 De leerlingen dragen werkkledij volgens de hygiënische richtlijnen. toepassen

BT35 De leerlingen wassen en ontsmetten de handen volgens de hygiënische

richtlijnen. toepassen

BT36 De leerlingen werken ergonomisch. toepassen zoals hef- en tiltechnieken toepassen

(13)

4. Minimale materiële vereisten 4.1. Algemene uitrusting

De minimale vereisten verwijzen naar de basisuitrusting die tijdens elke les beschikbaar moet zijn om de leerplandoelstellingen te kunnen realiseren. De basisuitrusting bestaat uit een leslokaal of lesruimte en het nodige didactisch materiaal.

Om de leerplandoelen te realiseren dient de school de infrastructuur, materiële en didactische uitrusting ter beschikking te stellen die beantwoordt aan de reglementaire eisen op het vlak van veiligheid, gezondheid, hygiëne, ergonomie en milieu.

De school wordt daarbij geadviseerd om de grootte van de klasgroepen af te stemmen op de beschikbare ruimte en infrastructuur.

Het integreren van recente of innovatieve technologieën, machines, software, databanken is belangrijk om de opleidingen up-to-date te houden.

Materialen en benodigdheden kunnen occasioneel ook geleend worden. Je kan ook gebruik maken van infrastructuur van externe organisaties zoals andere scholen, bedrijven of opleidingscentra.

4.2. Veiligheid

De volgende wetgeving is van toepassing: Codex, ARAB, AREI en Vlarem.

Deze wetgeving omschrijft de technische voorschriften die in acht moeten worden genomen bij de inrichting en uitrusting van lokalen en bij aankoop (aankoopdossier) en gebruik van toestellen, machines, materialen en gereedschappen.

Voor toestellen, machines en gereedschappen moet er bijkomend een Nederlandstalige handleiding en een technisch dossier aanwezig zijn op school.

Alle leraren en leerlingen kennen de veiligheidsinstructies en onderhoudsvoorschriften bij gebruik van toestellen en gereedschappen.

De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gedragen worden, daar waar de wetgeving, de preventieadviseur of de interne richtlijnen van de school het vereisen.

4.3. Algemene basisuitrusting vaklokalen

Een leslokaal of ruimte is minimaal uitgerust met:

- multimedia-apparatuur met de nodige actuele programma’s en/of apps om de leerplandoelen te realiseren met een voldoende snelle internetverbinding;

- digitale apparatuur om (bewegend beeld) kwaliteitsvol te projecteren;

- apparatuur om geluid kwaliteitsvol weer te geven en /of te versterken zoals boxen, versterker;

- voldoende en bij voorkeur gemakkelijk verplaatsbaar meubilair voor de leerlingen om een flexibele klasopstelling en verschillende werkvormen te faciliteren (lestafels met stoelen);

- een bord of smartboard;

- gescheiden afvalbakken waarin volgens de richtlijnen gesorteerd of gerecycleerd kan worden;

- voldoende opbergruimte voor didactisch materiaal zoals kasten of opslagruimte.

(14)

4.4. Basisuitrusting voor bakkerijtechnieken

Basisuitrusting voor het vaklokaal economie Het vaklokaal is minimaal uitgerust met:

- didactisch materiaal om de lesinhoud toe te lichten;

- voldoende toegang tot een printer, een scanner, een kopieerapparaat;

- klein kantoormaterieel bestaande uit: labelmaker, perforator, nietjesmachine, papier, omslagen.

Basisuitrusting voor het vaklokaal bakkerijtechnieken De vaklokalen bestaan uit:

- werkplaatsen en aanverwante ruimten voldoend aan de eisen van de eetwarenreglementering, zoals voedingsmiddelenmagazijn, opbergruimte, magazijnen, koelkamers.

Het vaklokaal of de ruimte is minimaal uitgerust met materiaal en gereedschappen die voldoen aan alle wettelijke bepalingen, conform het hygiënebeheersingsplan (Hazard Analysis Critical Control Points – (HACCP-normen)):

- vakliteratuur;

- bij voorkeur een EHBO-set;

- onderhoudsmateriaal en -gereedschap;

- voldoende keukeninfrastructuur in functie van het leerlingenaantal bestaande uit: gasvuur met afzuiging, oven, microgolfoven, koelkast, diepvriezer;

- voldoende keukentoestellen in functie van het leerlingenaantal bestaande uit: elektrische klopper, menger en toebehoren, deegkneder, abrikoteertoestel, chocoladewiel, rijskast, platenrek, toestel om vormen in te spuiten, weegschalen, bunsenbrander;

- voldoende keukenmateriaal in functie van het leerlingenaantal bestaande uit: bakplaten,

handkloppers, paletmessen, pottenlikkers, spatels, scharen, corn, diverse messen, broodvormen, taartvormen, entremets ringen, ringen drooggebak, flexipanmatten, kommen, spuitmondjes, boetseerstaafjes, rolstokken, kookpotten, steelpannen, deegkleedjes, uitsteekvormen, diktelatten, verdeelrol, verpakkingsmateriaal.

Basisuitrusting voor de leerlingen Bestaande uit:

- elke leerling heeft voldoende toegang tot computers of mobiele apparaten, met de nodige software of apps (en kwaliteitsvolle internetverbinding om de leerplandoelen te realiseren;

- persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen in functie van de risicoanalyse (oogbescherming, gehoorbescherming, handschoenen);

- toegang tot een kleedkamer met lockers en voldoende wasbakken;

- werkkledij en veiligheidsschoenen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Productie en interactie (schrijven en spreken, mondelinge en schriftelijke gesprekken voeren): gebruiken van tekstelementen zoals structuuraanduiders, visuele

Handelen vanuit een persoonlijk kader waarin voorkeuren voor waarden, opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën, … geïnternaliseerd zijn, maar

Dit leerplandoel van het specifieke gedeelte doorstroom van de studierichtingen Economische wetenschappen, Humane wetenschappen, Grieks-Latijn, Latijn, Moderne

Handelen vanuit een persoonlijk kader waarin voorkeuren voor waarden, opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën, … geïnternaliseerd zijn, maar

Aansluitend worden de bijhorende cesuurdoelen en de leerplandoelen voor de onderdelen van de beroepskwalificatie(s) voor het specifiek gedeelte van de studierichting(en) in het

Dit leerplan is bestemd voor de leerlingen van de tweede graad domein economie en organisatie in de doorstroom finaliteit, studierichting bedrijfswetenschappen.. In dit leerplan

- Vakterminologie, notaties, namen van grootheden en eenheden, symbolen van grootheden en eenheden inherent aan de afbakening van het cesuurdoel waaronder verplaatsing,

Dit leerplan is bestemd voor de leerlingen van de tweede graad domein land- en tuinbouw in de doorstroom finaliteit studierichting biotechnologische wetenschappen.. In dit