• No results found

Nummer Toegang: Inventaris van het archief van het Ministerie van Oorlog, (1813) Versie: H.A.J.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nummer Toegang: Inventaris van het archief van het Ministerie van Oorlog, (1813) Versie: H.A.J."

Copied!
78
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inventaris van het archief van het Ministerie van Oorlog, 1798-1810 (1813)

Versie: 01-11-2021

H.A.J. van Schie

Nationaal Archief, Den Haag 1979

This finding aid is written in Dutch.

(2)

I N H O U D S O P G A V E

Beschrijving van het archief...5

Aanwijzingen voor de gebruiker...6

Openbaarheidsbeperkingen... 6

Beperkingen aan het gebruik... 6

Materiële beperkingen... 6

Aanvraaginstructie... 6

Citeerinstructie... 6

Archiefvorming...7

Geschiedenis van de archiefvormer... 7

Organisatie van het Ministerie van Oorlog...7

1 Agent van Oorlog 17 februari 1798 - 8 december 1801...7

2 Raad van Oorlog 9 december 1801 - 11 juni 1803...9

3 Secretaris van Staat, Departement van Oorlog, 11 juni 1803 - 1 mei 1805. Secretaris van Staat voor de Zaken van Oorlog, 2 mei 1805 - 12 juli 1806...10

4 Directeur-generaal der Zaken van Oorlog, 13 juli - 11 augustus 1806. Minister van Oorlog, 12 augustus 1806 - 31 december 1810...11

5 Liquidateurs van het ministerie, 1 januari 1811 - november 1813...13

De hoofden van het Ministerie van Oorlog...14

Geschiedenis van het archiefbeheer... 15

De verwerving van het archief... 15

Inhoud en structuur van het archief...17

Inhoud... 17

1 Gewoon archief... 17

1.1 Periode 1798-1800... 17

1.2 Periode 1800-1810... 19

1.3 Buiten verbaal gehouden stukken...21

2 Geheim archief... 22

3 Archieven liquidateurs... 22

Verantwoording van de bewerking... 22

Ordening van het archief... 23

Verwant materiaal...24

Beschikbaarheid van kopieën... 24

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...25

1 GEWOON ARCHIEF... 25

1.1 Afdelingsverbalen 1798-1800...25

1.1.1 Generaal Bureau...25

1.1.2 Franse Zaken...25

1.1.3 Departement Militair...26

1.1.4 Departement van Burgerwapening...27

1.1.5 Departement van Administratie...28

1.1.6 Departement van Financiën...29

1.1.7 Toegangen op de verbalen...30

1.2 Algemeen verbaal 1800-1810...31

1.2.1 Verbaal en relatieven tot het verbaal...31

1.2.2 Toegangen op het verbaal...49

1.3 Buiten verbaal gehouden stukken 1798-1810...50

1.3.1 Stukken van algemene aard...50

1.3.2 Bijlagen tot het verbaal...51

1.3.2.1 Vivres en fourages...51

1.3.2.2 Militaire rechtspraak...52

1.3.2.3 Artillerie...53

1.3.2.4 Diverse onderwerpen...53

(3)

1.3.3 Comptabele bescheiden...54

1.3.4 Stamboeken, pensioenregisters, rang- en conduitelijsten...58

2 GEHEIM ARCHIEF 1798-1810... 59

2.1 Geheim verbaal en relatieven tot het verbaal...59

2.2 Toegangen op het geheim verbaal...59

2.3 Kabinetsorders...59

3 ARCHIEVEN VAN DE LIQUIDATEURS VAN HET MINISTERIE 1811-1813...61

3.1 Secretaris-generaal belast met de liquidatie van het ministerie, januari-augustus 1811...61

3.2 Commissaris J.H. Kesman, belast met de afdoening van de liquidatie van het ministerie, september 1811 - november 1813...62

3.3 Commission centrale de la liquidation des dépenses de la guerre en Hollande, 1812-1813...63

Bijlagen...65

Systematische hoofdenlijst op de indices (inv.nrs. 248-253 en 1223-1252)...65

Concordantie van de inventaris Hingman met deze inventaris...76

(4)

Beschrijving van het archief

B E S C H R I J V I N G V A N H E T A R C H I E F

Naam archiefblok:

Ministerie van Oorlog Periodisering:

archiefvorming: 1798-1810

oudste stuk - jongste stuk: 1798-1813 Archiefbloknummer:

D23308 Omvang:

1495 inventarisnummer(s); 182,60 meter Taal van het archiefmateriaal:

Het merendeel der stukken is in het Nederlands en in het Frans Soort archiefmateriaal:

Normale 18e en vroeg 19e eeuwse geschreven en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften

Archiefdienst:

Nationaal Archief Locatie:

Den Haag Archiefvormers:

Ministerie van Oorlog / Ministerie van Oorlog Ministerie van Oorlog / Agent van Oorlog Ministerie van Oorlog / Raad van Oorlog

Ministerie van Oorlog / Secretaris van Staat, Departement van Oorlog Ministerie van Oorlog / Secretaris van Staat voor de Zaken van Oorlog Ministerie van Oorlog / Directeur-generaal der Zaken van Oorlog Ministerie van Oorlog / Minister van Oorlog

Ministerie van Oorlog / Liquidateurs van het ministerie Samenvatting van de inhoud van het archief:

Het archief bevat stukken over de staatsinrichting, de organisatie van het ministerie, het ceremonieel bij het leger, financiën van het leger, personeel bij het leger, bezoldiging van het personeel, gevechtshandelingen, militaire organisatie en bewapening, fortificaties en gebouwen, materiële voorzieningen, militair transport, geneeskundige dienst, militair onderwijs,

burgerwapening, criminaliteit van militairen, militaire justitie, het archief is chronologisch ingericht en de stukken moeten met behulp van agenda's, indices en alfabetische klappers worden

opgezocht.

(5)

Aanwijzingen voor de gebruiker

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen

OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar.

Beperkingen aan het gebruik

BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK

Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.

Materiële beperkingen

MATERIËLE BEPERKINGEN

Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.

Een aantal stukken van dit archief is in een slechte materiële staat, wat tot gevolg heeft dat het niet geraadpleegd kan worden.

Aanvraaginstructie

AANVRAAGINSTRUCTIE

Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:

1. Creëer een account of log in .

2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.

3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.

Citeerinstructie

CITEERINSTRUCTIE

Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.

VOLLEDIG:

Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Oorlog, nummer toegang 2.01.14.02, inventarisnummer ...

VERKORT:

NL-HaNA, Oorlog, 1798-1810, 2.01.14.02, inv.nr. ...

(6)

Archiefvorming

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer

GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER

Organisatie van het Ministerie van Oorlog

ORGANISATIE VAN HET MINISTERIE VAN OORLOG

1 Agent van Oorlog 17 februari 1798 - 8 december 1801

1 AGENT VAN OORLOG 17 FEBRUARI 1798 - 8 DECEMBER 1801

Na de staatsgreep van 22 januari 1798, waarbij de voorstanders van een gecentraliseerd staatsgezag de macht in handen hadden genomen, werd het Uitvoerend Bewind door de Constituerende Vergadering gemachtigd een aantal uitvoerende comités te vervangen door departementen van algemeen bestuur met agenten aan het hoofd. Voor het Agentschap van Oorlog werd de Leidse botanicus prof. S.J. Brugmans aangezocht, maar nadat hij voor deze post bedankt had, werd G.J. Pijman op 6 februari 1798 benoemd tot agent van Oorlog. Pijman was lid van het Comité te Lande. Bij besluit van 15 februari werd het Comité te Lande met ingang van 16 februari opgeheven, behoudens voorlopig het Departement van Financiën van dat comité, ter voorkoming van verwarring op financieel gebied. Op 17 februari kon de agent met zijn

werkzaamheden beginnen, terzijde gestaan door H. van Juchem, die reeds op 12 februari tot secretaris benoemd was. Het agentschap was voorlopig, dat wil zeggen tot de definitieve door de wetgevende macht vast te stellen organisatie van de bureaus van de agentschappen, als volgt georganiseerd:

 Generaal Bureau; eerste commies: A. Baud,

 Departement Militair; directeur van het departement: A. van den Goorberg,

 Departement van Administratie; directeur van het departement: J.W.S. van Haersolte,

 Departement van Financiën; directeur van het departement: A.S. Abbema.

Aan het Generaal Bureau en de departementen was een voldoende aantal commiezen en klerken verbonden. Voorts was nog bepaald dat de afzonderlijke administratie der Franse troepen, het Bureau van Gezondheid en het Bureau van Betaling der Nationale Armee onder toezicht zouden staan van de agent van Oorlog. Door het uitvoerend bewind werd op 2 april 1798 nog de

superintendentie over de gewapende burgerwacht aan de agent van Oorlog opgedragen. De leden van de gewezen Commissie van Opperbestuur over de Organisatie der Bataafse Gewapende Burgerwacht fungeerden provisioneel als Departement van Burgerwapening. Op voorstel van de president van de Eerste Kamer van het vertegenwoordigend lichaam was op 8 augustus 1798 een commissie ingesteld tot het ontwerpen van een instructie voor de agent van Oorlog. Na

rapportage van de commissie en de normale voorgeschreven wettelijke procedure in het vertegenwoordigend lichaam is op 9 november 1798 bij decreet de instructie voor de agent van Oorlog vastgesteld.

Nadat de instructie van de meeste agenten waren vastgesteld, werd het uitvoerend bewind in januari 1799 door het vertegenwoordigend lichaam uitgenodigd tot het doen van voorstellen nopens de organisatie van de bureaus van het bewind en van de agenten, alsmede over de jaarwedden van de secretarissen en verdere bedienden. Over de voorstellen van het uitvoerend bewind van februari 1799 bracht een commissie in het vertegenwoordigend lichaam op 14 januari 1800 advies uit. De strekking van dit rapport is bezuiniging op de uitgaven voor de centrale overheid. Dit wilde men bereiken door vermindering van het aantal geëmployeerden, door verlaging van de jaarwedden en door het afschaffen van verdeling van jura en legesgelden onder de penvoerende geëmployeerden.

Onmiddellijk ageerden enkele agenten tegen dit plan. In een brief van 25 januari 1800 bracht de agent van Oorlog zijn bezwaren kenbaar bij het uitvoerend bewind. Door invoering van

vereenvoudigde administratieve procedures zou een aanzienlijke besparing bereikt kunnen worden. Na deze brief met die van de andere agenten van het uitvoerend bewind ontvangen te hebben, bracht de personele commissie op 12 maart 1800 opnieuw rapport uit. De commissie

(7)

kwam daarbij enigszins tegemoet aan de bezwaren der agenten. Het vertegenwoordigend lichaam ging evenwel niet akkoord met het rapport van de personele commissie. In zijn vergadering van 25 maart 1800 besloot het de bepaling der jaarwedde van de griffier en secretarissen van het

uitvoerend bewind en van de agenten aan zich te houden, maar verder aan het uitvoerend bewind voor ieder bureau een bepaalde som toe te kennen ter verdeling.

Overeenkomstig dit voorstel rapporteerde de commissie op 21 april 1800, waarbij voor het agentschap van Oorlog werd geadviseerd f. 4.000,-- voor de secretaris en f. 45.000,-- voor de verdere geëmployeerden. Na de voorgeschreven wettelijke procedure werd op 29 april het enigszins gewijzigd concept-besluit door de Eerste Kamer van het vertegenwoordigend kichaam gearresteerd, en op 31 mei 1800 door de Tweede Kamer bekrachtigd en in een decreet veranderd.

Inmiddels was aan de agent Pijman en zijn secretaris Van Juchem op hun verzoek op 3 en 4 maart 1800 ontslag verleend uit hun functie. Beiden hebben hun ontslagaanvrage vaag gemotiveerd, doch het is niet onaannemelijk dat de moeilijkheden rond de organisatie van het agentschap voor hen mede een belangrijke grief zijn geweest. Tot agent van Oorlog werd J.J. Cambier benoemd en tot zijn secretaris J.W. Janssens, eerste commissaris der Franse troepen, welke functie hij eveneens bleef vervullen.

De voordrachten tot aanstelling van geëmployeerden overeenkomstig het decreet van 31 mei 1800 werden op 2 juli door het uitvoerend bewind bekrachtigd. Het agentschap werd als volgt verdeeld:

 Departement der Generale Secretarie: hoofdcommies A. Baud,

 Departement van Militaire Administratie: hoofdcommies M. Piepers,

 Departement van Financiën: hoofdcommies D.H. Beuker Andreae.

 Tot het inwerking treden van een nieuwe organisatie van de administratie der gewapende burgerwacht werd als vierde afdeling beschouwd het:

 Departement van Burgerwapening: generaal-majoor Van Boecop.

Voorts werden aangesteld acht commiezen, twaalf klerken, vier bodes, een conciërge en een kamerbewaarder. Op 7 en 10 juli 1800 werd aan J.W.S. van Haersolte, A.S. Abbema en A. van den Goorberg ontslag verleend wegens het vervallen in de nieuwere organisatie van de post van chef van het departement.

De nieuwe organisatie bleek niet geheel te voldoen, met name was het aantal klerken onvoldoende. Reeds bij de voordracht tot de nieuwere organisatie had de agent om extra

geëmployeerden gevraagd. In juli en september 1800 is dat verzoek met kracht herhaald, waarbij Cambier zelfs met ontslag dreigde als hij niet voldoende personeel zou krijgen. Het heeft niet mogen baten, er komt geen extra personeel. Men heeft de problemen trachten op te lossen door het lenen van klerken van het Commissariaat voor de Franse troepen.

De secretaris Janssens verkreeg op eigen verzoek ontslag op 10 oktober 1800, omdat het vervullen van de secretarisfunctie bij het agentschap toch niet met die van eerste commissaris der Franse troepen te verenigen bleek. Reeds vanaf 15 september hadden de eerste commiezen A. Bud en M.

Piepers afwisselend de functie van secretaris waargenomen. Op 12 juni 1801 werd M. Piepers tot secretaris benoemd.

(8)

2 Raad van Oorlog 9 december 1801 - 11 juni 1803

2 RAAD VAN OORLOG 9 DECEMBER 1801 - 11 JUNI 1803

De op 16 oktober 1801 afgekondigde staatsregeling stelde in de plaats van de agenten

secretarissen van staat of raden. Op 3 december 1801 werden tot raden van Oorlog benoemd A.

Pompe van Meerdervoort, H. van Juchem en P.J. van Zuylen van Nijevelt. Op 8 december ontsloeg het staatsbewind de agent Cambier, die de volgende dag de portefeuille van Oorlog overgaf aan de zich geconstitueerd hebbende Raad van Oorlog. H. van Juchem nam echter pas 11 mei 1802 zitting in de raad. Geen van de drie leden was tot voorzitter benoemd, zodat de raad besloot het

presidium per twee maanden te laten rouleren. Op 26 februari 1802 werd de raad door het staatsbewind gelast een plan van organisatie der bureaus van de raad op te stellen en aan het staatsbewind ter goedkeuring in te zenden. De raad meende daartoe niet eerder te kunnen overgaan dan na benoeming van een secretaris. Op 7 oktober 1802 deed de raad een voordracht tot benoeming van M. Piepers tot secretaris, die deze functie provisioneel reeds vervulde. De benoeming is voor de opheffing van de raad in 1803 niet meer tot stand gekomen, zodat ook van een nieuwe organisatie niets terecht gekomen is. De ambtenaren die van het agentschap waren overgenomen, bleven provisioneel in functie, maar de formele verdeling van het departement in afdelingen of bureaus was vervallen. Wel bleef voorlopig het Departement van Burgerwapening in functie in afwachting van de invoering van een nieuw Reglement op de Gewapende Burgerwacht.

Dit geschiedde in 1805, waarbij de burgerwapening een voorwerp van zorg werd van het

Departement van Binnenlandse Zaken. Inmiddels was op 9 september 1802 de instructie van de Raad van Oorlog vastgesteld, welke slechts op ondergeschikte punten afweek van de agent.

In de boezem van het staatsbewind was men niet tevreden over de Raad van Oorlog. Op 11 februari 1803 deed de Commissie van Oorlog uit het staatsbewind aan de voltallige vergadering een geheime voordracht tot het vervangen van de Raad van Oorlog door een secretaris van Staat.

De raad, zo stelde de commissie in haar voordracht, had niet aan de verwachtingen beantwoord.

Niet onkunde of gebrek aan ijver der leden was daarvan de oorzaak, maar factoren, inherent aan een collegiale bestuursvorm deden de raad minder functioneren dan aanvankelijk verwacht was.

Zo maakte de raad de besluiten van het staatsbewind tot voorwerp van deliberatie in plaats van ze onverwijld uit te voeren. Ook verschil van denkbeelden tussen de leden veroorzaakte vertraging, waardoor de Raad van Oorlog weer het karakter kreeg van de enkele jaren tevoren opgeheven Raad van State. Bovendien, zo meende de commissie, is het gemakkelijker één kundig persoon te vinden dan drie en kan een geheim beter bij één persoon bewaard blijven dan bij meer. Het ene zwaarwegende nadeel dat één persoon sneller misbruik kan maken van zijn positie jegens het

(9)

gouvernement dan een college, bleek uiteindelijk niet van doorslaggevende betekenis te zijn. De Commissie van Oorlog ontving de opdracht een instructie te ontwerpen voor een secretaris van Staat. Deze was op 15 mei 1803 gereed en werd op 31 mei 1803 vastgesteld. Gelijktijdig werd bepaald dat de Raad van Oorlog met ingang van 11 juni 1803 zou ophouden te bestaan.

3 Secretaris van Staat, Departement van Oorlog, 11 juni 1803 - 1 mei 1805. Secretaris van Staat voor de Zaken van Oorlog, 2 mei 1805 - 12 juli 1806

3 SECRETARIS VAN STAAT, DEPARTEMENT VAN OORLOG, 11 JUNI 1803 - 1 MEI 1805. SECRETARIS VAN STAAT VOOR DE ZAKEN VAN OORLOG, 2 MEI 1805 - 12 JULI 1806

Na de ontbinding van de Raad van Oorlog werd mr. C.G. Hultman, algemene secretaris van het staatsbewind, belast met de waarneming van de portefeuille van het Ministerie van Oorlog, totdat de secretaris van Staat zou zijn benoemd. Op 16 juni 1803 werd G.J. Pijman beëdigd als secretaris van Staat, Departement van Oorlog, na op 8 juni uit een voordracht van drie te zijn benoemd. Zijn instructie was reeds op 31 mei vastgesteld. De organisatie van het departement werd ook

onmiddellijk geregeld, en wel op 14 juni 1803 nog op voordracht van de algemene secretaris van het staatsbewind. Als secretaris werd aangesteld mr. F.H. Raëber, lid van de Hoge Militaire Vierschaar. Drie eerste commiezen, vijf commiezen, vijfentwintig klerken, een kamerbewaarder, een conciërge en vier boden vormden het vaste burgerpersoneel van het ministerie. Een directeur der militaire plans en kaarten, een eerste adjudant, directeur der particuliere militaire

correspondentie van de secretaris van Staat en een tweede adjudant vormden het vaste militaire personeel. Voorts waren twee officieren bij het departement geëmployeerd op een daggeld van drie gulden, en, voor het inlopen van de achterstand bij het in het net schrijven van de notulen van het departement, nog eens zes surnumeraire klerken. Evenmin als bij de Raad van Oorlog was het departement in afdelingen of bureaus verdeeld. De ambtenaren en bedienden ontvingen hun opdrachten rechtstreeks van de secretaris. Uiteraard waren sommige ambtenaren met bijzondere taken belast, zoals de commies-notularis, de commies-indexmaker, de commies-chartermeester, de eerste klerk tot het werk der registratie (= comptabiliteit). De meeste ambtenaren, en met name de klerken, werden belast met alle voorkomende administratieve werkzaamheden, al naar gelang de omstandigheden. De organisatie van het departement bleef in grote trekken

gehandhaafd tot eind juli 1806. Slechts het aantal ambtenaren verminderde door het uit zuinigheidsoverwegingen niet vervullen van een aantal vacatures. De werkzaamheden werden echter verricht door 'geleend' personeel van het Commissariaat der Franse Troepen, zodat van een echte bezuiniging geen sprake was.

Een belangrijke wijziging in de organisatie vond evenwel plaats in 1803. Na de pensionering van de directeur-generaal der fortificaties Van Hooff, die nog onder de Raad van State gediend had, besloot het staatsbewind deze functie op te heffen. De werkzaamheden zouden worden overgenomen door een op te richten Bureau der Genie, dat verbonden zou worden met het Departement van Oorlog. In augustus 1803 werd dit gerealiseerd door de benoeming van luitenant-kolonel-ingenieur Van der Plaat en kapitein-ingenieur Westenhout tot commiezen bij het Bureau der Genie, geassisteerd door twee klerken.

De wijziging in de staatsvorm van de republiek, nl. de vervanging van het staatsbewind door het eenhoofdig bewind van de raadpensionaris op 29 april 1805, veranderde weinig aan de bestaande organisatie van het departement. Slechts de titel van secretaris van Staat, Departement van Oorlog veranderde in secretaris van Staat voor de Zaken van Oorlog. Ook de nieuwe instructie van 31 mei 1805 week nauwelijks af van die van 1803. Alle functionarissen werden herbenoemd.

Toch heeft het bewind van de raadpensionaris een aanzet gegeven tot een nieuwe ontwikkeling.

Op 12 juli 1805 werd een staatscommissie benoemd die als taak kreeg te onderzoeken of en op welke wijze in de organisatie van de verschillende departementen van algemeen bestuur bezuinigd kon worden door vereenvoudiging van de administratieve organisatie. Tot dan toe was het

gebruikelijk dat bij de opstelling van de jaarlijkse begroting van staatsbehoeften door het

Departement van Financiën de bedragen der verschillende posten werden verlaagd, zonder dat dit

(10)

ministerie inzicht had in de gevolgen van deze bezuiniging en de doelmatigheid van de bestede gelden. De staatscommissie van 1805 heeft haar taak niet kunnen volbrengen wegens de verandering van staatsvorm bij de vestiging van het Koninkrijk Holland.

4 Directeur-generaal der Zaken van Oorlog, 13 juli - 11 augustus 1806. Minister van Oorlog, 12 augustus 1806 - 31 december 1810

4 DIRECTEUR-GENERAAL DER ZAKEN VAN OORLOG, 13 JULI - 11 AUGUSTUS 1806. MINISTER VAN OORLOG, 12 AUGUSTUS 1806 - 31 DECEMBER 1810

Op 9 juni 1806 werd het Koninkrijk Holland geproclameerd, met Louis Napoleon als koning van Holland. Hem was door zijn broer, de keizer van Frankrijk, toegestaan vier ministers te benoemen, voor Financiën, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Marine. Bij het Departement van Oorlog bleef de secretaris van Staat Pijman provisioneel belast met de portefeuille van Oorlog. Bij Koninklijk Decreet van 25 juni 1806 besloot de koning tot de aanstelling van drie directeuren- generaal, waaronder één voor de Zaken van Oorlog. Tot directeur-generaal werd benoemd

luitenant-generaal Bonhomme. Omdat deze zich nog bij het leger te velde bevond, is J.W. Janssens die gelijktijdig benoemd werd tot secretaris-generaal tijdelijk belast geweest met de waarneming van het departement. Op 21 juli 1806 heeft Bonhomme zijn functie aanvaard. Nog in augustus 1806 werd de algemene directie van Oorlog verheven tot een ministerie.

Koning Lodewijk heeft zich intensief met de organisatie van het algemeen bestuur van het koninkrijk bezig gehouden. Voor het Ministerie van Oorlog betekende dat vrijwel ieder jaar een verandering in de bureau-organisatie. Sedert 28 juli 1806 was het ministerie als volgt verdeeld:

 Generaal Secretariaat

 eerste Divisie, personeel van de Armee

 Bureau van de Artillerie

 Bureau van de Genie

 derde Divisie, administratie en onderhoud van de Armee.

Het Generaal Secretariaat en de divisies waren verdeeld in twee of meer bureaus. De Bureaus van de Artillerie en van de Genie zouden bij de samensmelting van de Artillerie en Genie tot één wapen worden geformeerd tot een tweede Divisie. In juli 1806 besloot de koning nog tot oprichting van een Depot van Oorlog onder leiding van kolonel Krayenhoff. Deze instelling werd belast met het beheer en vervaardigen van de militaire plans en kaarten, alsmede met de militaire

(11)

geschiedschrijving. Dit depot, later Depot-generaal van Oorlog geheten, zou gerekend worden tot het Wapen der Artillerie en Genie, doch verkreeg een afzonderlijke instructie en een eigen

organisatie.

Het Bureau van Betaling der Nationale Armee werd opgeheven. De taken van dit bureau waren het betalen van de soldijen, equipementsgelden en de pensioenen, het inhouden en verrekenen der kortingen en het verrichten van betalingen wegens leveranties ten behoeve van de armee. Deze taken werden gedeeltelijk overgenomen door een betaalmeester van Oorlog. Ook het

Commissariaat voor de Franse Troepen werd opgeheven, maar dit kon eerst geëffectueerd worden bij de definitieve organisatie van het departement in juli 1807. De werkzaamheden van het

commissariaat werden daarna verricht door een tijdelijk bureau van het Generaal Secretariaat.

Bij Koninklijk Decreet van 26 juni 1807 werd de definitieve organisatie van het ministerie vastgesteld:

 Generaal Secretariaat

 eerste Divisie, Militaire Operaties en Mouvementen

 tweede Divisie, Militaire Administratie

 derde Divisie, Militaire Intendance en Onderhoud der Armee

 vierde Divisie, Artillerie en Genie,

elk bestaande uit twee of meer bureaus. De vierde Divisie Artillerie en Genie werd echter pas georganiseerd bij decreet van 17 juni 1808. Tot die tijd bleven de Bureaus van de Artillerie en van de Genie functioneren.

Ook de ministers van koning Lodewijk was geen lange ambtstermijn beschoren. Generaal Bonhomme werd reeds bij decreet van 24 november 1806 van zijn post ontheven. Het werd benoemd tot gouverneur-generaal van Oost-Friesland. De portefeuille van Oorlog werd

waargenomen door mr. D. van Hogendorp, president van de sectie van Oorlog uit de staatsraad, die op 21 januari 1807 definitief tot minister werd benoemd. Deze werd belast met een

buitengewone missie naar het Oostenrijkse hof, waarna de koning op 7 december 1807 luitenant- generaal en staatsraad J.W. Janssens tot minister van Oorlog benoemde. Toen deze in het voorjaar van 1809 wegens ziekte zijn ambt niet meer kon vervullen, nam J.J. Cambier, vroeger agent van Oorlog en nu minister vice-president van de staatsraad, gedurende twee maanden waar. Op 26 mei 1809 benoemde de koning C.R.Th. Krayenhoff tot minister van Oorlog. Hij moest op last van Napoleon in maart 1810 ontslagen worden, omdat hij de stad Amsterdam in staat van verdediging had willen brengen tegen een eventuele inval van vreemde (i.c. Franse) troepen op het

grondgebied van het koninkrijk. Vanaf 7 maart nam J.J. Cambier wederom de portefeuille van Oorlog waar, totdat hij op 16 april tot, voorlopig laatste, minister van Oorlog werd benoemd.

Van 17 februari 1798 tot ultimo april 1802 was het ministerie gevestigd in het Rotterdamse logement aan het Plein in Den Haag en sedert 1 mei 1802 in het Herenlogement van Amsterdam, eveneens aan het Plein. Voor het in 1806 opgerichte depot-generaal van Oorlog was ruimte gevonden in het gebouw van de sociëteit De Harmonie in de Houtstraat, hoek Doelenstraat. Eind 1807 besloot de koning zijn residentie van Den Haag naar Amsterdam te verplaatsen. Omdat het kopen of huren van gebouwen voor de ministeries veel tijd zou vergen, besloot de koning de winter in Utrecht door te brengen. Daar werd een aantal gebouwen in gereedheid gebracht voor hem en zijn hofhouding. Voor elk der ministers, vergezeld van enkele ambtenaren, werden enige lokalen in het voormalig logement De Plaats Royal beschikbaar gesteld. Het merendeel van de ambtenaren bleef in Den Haag. Ook het depot-generaal van Oorlog en de betaalmeester van Oorlog kregen opdracht naar Amsterdam te verhuizen. In de loop van 1808 zijn vrijwel alle ambtenaren naar Amsterdam verhuisd. In september 1808 werden aan het ministerie en het depot-generaal de nummerhuizen 18, 19 en 20, het naastgelegen kostershuis op de Oude Turfmarkt en de Gasthuiskerk ter beschikking gesteld. Tot januari 1811 bleven deze gebouwen in gebruik bij het Ministerie van Oorlog, waarna ze werden ontruimd voor de zeeprefect. Ten gevolge

(12)

van deze reorganisaties en mutaties was het aantal geëmployeerden toegenomen en daarmee tevens de kosten van het departement. De slechte financiële toestand van het koninkrijk dwong tot bezuiniging op alle posten van de algemene staatsbegroting. Bij het Departement van Oorlog resulteerde dit onder meer in een veréénvoudiging van de organisatie van het ministerie. Naar aanleiding van voorstellen van de minister van Oorlog besloot de koning bij decreet van 17 oktober 1809 de tweede Divisie met de eerste Divisie te verenigen en het tijdelijk zesde Bureau van het Generaal Secretariaat op te heffen. De vierde Divisie zou voortaan tweede Divisie genoemd worden:

 Generaal Secretariaat

 eerste Divisie, Militaire Operaties en Administratie

 tweede Divisie, Artillerie en Genie

 derde Divisie, Militaire Intendance en Onderhoud der Armee.

Tot het einde van 1810 heeft het ministerie deze organisatie behouden.

De inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Franse Keizerrijk in juli 1810 had vooreerst weinig gevolgen op administratief gebied. De ministers bleven aan, zij het als ministers van de prins Algemene Stedehouder van de keizer. Ook de ambtenaren bleven bevestigd in hun betrekkingen, zij het tot 1 januari 1811, toen de Franse administratie werd ingevoerd.

5 Liquidateurs van het ministerie, 1 januari 1811 - november 1813

5 LIQUIDATEURS VAN HET MINISTERIE, 1 JANUARI 1811 - NOVEMBER 1813

Met ingang van 1 januari 1811 werd het grondgebied van het voormalige koninkrijk, voorzover dat boven de grote rivieren lag, verdeeld in twee militaire arrondissementen: de zeventiende Militaire Divisie te Amsterdam en de eenendertigste Militaire Divisie te Groningen. De administratie van het Franse leger en het daarin opgenomen Hollandse leger werd toen door de commandanten van deze divisies gevoerd, onder het rechtstreekse oppertoezicht van de minister van Oorlog en de minister, directeur van de administratie van Oorlog. Voor het Hollandse Ministerie van Oorlog was toen geen plaats meer. Bij besluit van de prins Algemene Stedehouder van 22 december 1810 werd het Ministerie van Oorlog met ingang van 1 januari 1811 ontbonden verklaard. Tevens werd de

(13)

secretaris-generaal met enkele geëmployeerden belast met de liquidatie van het ministerie. Voor deze werkzaamheden, die voornamelijk van financiële aard waren, werd vier maanden voldoende geacht. Deze tijd bleek te kort en werd dus enige malen verlengd. Bij besluit van 29 augustus 1811 droeg de prins gouverneur-generaal de verdere liquidatie op aan J.H. Kesman, die deze

werkzaamheden binnen twee maanden moest voltooien. Ook hij slaagde daarin niet, tot december 1813 heeft hij zich met de liquidatie bezig gehouden.

Bij Keizerlijk Decreet van 22 oktober 1811 is de werkelijke begroting voor Holland voor het dienstjaar 1810 vastgesteld. De ministers werd daarbij opgedragen te Amsterdam bureaus van liquidatie in te stellen voor de definitieve afwikkeling van de comptabiliteit van de Hollandse administratie. Op 3 februari 1812 besloot de minister van Oorlog een liquidatiecommissie in te stellen, welke de naam droeg 'Commission centrale de la liquidation des dépenses de la guerre en Hollende, excercise 1810'. Tot leden van deze commissie werden benoemd de inspecteur aux revues van de zeventiende Militaire Divisie, Martèlliere, de militaire adjudant van de gouverneur- generaal, Vermasen, en de secretaris-generaal van het voormalige Hollandse Ministerie van Oorlog, Piepers als secretaris. De gouverneur-generaal in Holland voegde aan hen nog toe J. van Burg als betaalmeester. Deze commissie had tot taak het onderzoeken en controleren van de ingediende declaraties en het betalen ervan in baar geld of in bons van het Syndicat.

De commissie begon haar werkzaamheden medio maart 1812. Nadat op 31 augustus 1812 de algemene liquidatierekening was vastgesteld en ingestuurd naar het Ministerie van Oorlog in Parijs, besloot de commissie om Piepers met de verdere afdoening van zaken te belasten. Hij heeft nog tot september 1813 werkzaamheden verricht ten behoeve van deze liquidatie.

De hoofden van het Ministerie van Oorlog

DE HOOFDEN VAN HET MINISTERIE VAN OORLOG

De vermelde data zijn die der daadwerkelijke uitoefening der functie. Tussen haakjes de data van benoeming en ontslag.

1 Agent van Oorlog, 17 februari 1798 - 8 december 1801 (6) 17 februari 1798 - (3) 6 maart

1800

Gerrit Jan Pijman (3) 6 maart 1800 - 8 december 1801 Jacob Jan Cambier 4 mei 1801 - 10 juni 1801 Gerrit Jan Pijnen (wnd) 11 juni - 6 juli en 5 augustus - 18

oktober 1801

Jacob Spoors (wnd) 2 Raad van Oorlog, 9 december 1801 - 11 juni 1803

9 december 1801 - 11 juni 1803 Philippe Jules van Zuylen van Nijevelt 9 december 1801 - 11 juni 1803 Abraham Pompe van Meerdervoort (9 dec. 1801) 11 mei 1802 - 11 juni

1803

Hendrik van Juchem

3 Secretaris van Staat, Departement van Oorlog, 11 juni 1803 - 1 mei 1805

11-16 juni 1803 Mr. Carel Gerard Hultman, algemeen secretaris van het staatsbewind, waarnemende de portefeuille van het Ministerie van Oorlog

(14) 16 juni 1803 - (30 april) 1 mei 1805

Gerrit Jan Pijman

(14)

4 Secretaris van Staat voor de Zaken van Oorlog, 2 mei 1805 - 12 juli 1806 (30 april) 2 mei 1805 - (19) 24 juni

1806

Gerrit Jan Pijman

(19) 24 juni - (10) 12 juli 1806 Gerrit Jan Pijman, secretaris van Staat, provisioneel gechargeerd met de portefeuille van Oorlog

5 Directeur-generaal der Zaken van Oorlog, 13 juli - 11 augustus 1806

(10) juli 13-21 juli 1806 Jan Willem Janssens, buitengewoon staatsraad en secretaris-generaal bij het Departement van Oorlog, provisioneel gechargeerd met de portefeuille van het Departement van Oorlog

(10) 21 juli 1806 - (29 juli) 11 augustus 1806

Henri Damas Bonhomme 6 Minister van Oorlog, 12 augustus 1806 - 31 december 1810 (29 juli) 12 augustus - (24) 25

november 1806

Henri Damas Bonhomme (24) 25 november 1806 - (21) 25

januari 1807

Mr. Dirk van Hogendorp, president der sectie van Oorlog van de Staatsraad, waarnemende de portefeuille van Oorlog

(21) 25 januari - (7) 10 december

1807 Mr. Dirk van Hogendorp

(7) 10 december 1807 - (22) 27 mei 1809

Jan Willem Janssens (2) 28 maart 1809 - (26) 27 mei 1809 Jacob Jan Cambier (wnd)

(26) 27 mei 1809 - (3) 7 maart 1810 Cornelis Rudolphus Theodorus Krayenhoff (3) 7 maart 1810 - (16) 18 april 1810 Jacob Jan Cambier (wnd)

(16) 18 april 1810 - 31 december 1810 Jacob Jan Cambier 7 De secretarissen(-generaal) van het Ministerie van Oorlog (12) 17 februari 1798 - 4 maart 1800 Hendrik van Juchem 4 maart - 31 maart 1800 Abraham Baud (wnd)

1 april - 15 september 1800 Jan Willem Janssens (tevens eerste commissaris) 15 september 1800 - 12 juni 1801 A. Baud en M. Piepers (wnd)

12 juni 1801 - 16 juni 1803 Marinus Piepers

(14) 16 juni 1803 - (10) 12 juli 1806 Frederik Hendrik Raëber (10) 13 juli - (24) september 1806 Jan Willem Janssens (25) 29 september 1806 - 31

augustus 1811

Marinus Piepers

Geschiedenis van het archiefbeheer

GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER

Delen van het archief zijn in later tijd verloren gegaan door onzorgvuldig beheer.

De verwerving van het archief

DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF De rechtstitel is (nog) onbekend

(15)
(16)

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud

INHOUD

Het archief van het Ministerie van Oorlog, bestaat uit drie afdelingen: het gewoon archief, het geheim archief, beide over de periode 1798-1810, en de archieven van de liquidateurs van het ministerie gedurende de inlijving van Holland bij het Franse keizerrijk (1811-1813). Deze archieven zijn, zoals in die tijd gebruikelijk, chronologisch ingedeeld. Zij bestaan uit een serie minuut- besluiten en -brieven, het verbaal genaamd, een serie ingekomen stukken, de relatieven tot het verbaal, Met daarop als toegang een serie alfabetische en onderwerpsgewijze indices, resp. de klapper en de index.

1 Gewoon archief

1 GEWOON ARCHIEF

Het gewoon archief van het ministerie laat zich in twee delen onderscheiden, en wel het archief over de periode 17 februari 1798 tot en met 20 april 1800 en het archief over de periode 21 april 1800 tot en met 31 december 1810.

1.1 Periode 1798-1800

1.1 PERIODE 1798-1800

In dit tijdvak heeft iedere afdeling van het ministerie een eigen archief gevormd, elk bestaande uit een verbaal, de relatieven tot het verbaal en agenda's, met als toegang een later vervaardigde centrale index naar alle agenda's verwijzend. Het verbaal van iedere afdeling bestaat uit de concepten of minuten van de besluiten, adviezen en uitgaande brieven, voorbereid door die afdeling. Deze chronologisch geordende concepten of minuten zijn niet genummerd. De adviezen aan het uitvoerend bewind bevinden zich echter niet in het verbaal van de betreffende afdeling, maar in een algemene serie 'adviezen aan het Uitvoerend Bewind' (inv.nrs. 11-26). De relatieven tot het verbaal, de ingekomen brieven, liggen op nummer dat ieder stuk bij het opleggen in het archief heeft gekregen. Deze maandelijkse nummering is min of meer chronologisch en staat ook vermeld in de derde kolom van de agenda. De ingekomen decreten van het uitvoerend bewind zijn

eveneens per maand genummerd, evenwel niet voor iedere afdeling afzonderlijk, maar in één serie voor het gehele ministerie (inv.nrs. 1-10).

In de agenda zijn alle ingekomen en uitgaande stukken ingeschreven. Het agendablad is in negen kolommen verdeeld:

eerste kolom: In deze kolom is de datum van het ingekomen stuk zelf vermeld.

tweede kolom: Hierin zijn de namen en eventueel kwaliteiten en woonplaatsen van de afzenders vermeld.

derde kolom: De in deze kolom vermelde getallen verwijzen naar de ingekomen stukken in de serie 'relatieven tot het verbaal' of in de serie 'ingekomen decreten van het Uitvoerend Bewind'. Als in deze derde kolom geen getal vermeld staat, dan kan in één kolom van de volgende kolommen een verdere verwijzing staan.

Staat daar evenwel niets of enkel 'in advys' dan is het stuk niet bewaard gebleven. Slechts zelden treft men een ongenummerd in advies gehouden stuk in de serie relatieven aan.

vierde kolom: In de vierde kolom staat, naast de korte inhoud van het ingekomen stuk soms vermeld 'stukken van eerste expeditie', waarmee dan een initiatiefbrief is bedoeld,

(17)

waaraan geen ingekomen stuk is voorafgegaan.

vijfde kolom: In de vijfde kolom staat zelden een aantekening. Deze kolom werd enkel gebruikt door het Comité te Lande, dat een overigens niet bewaarde centrale agenda gebruikt heeft.

zesde kolom: In de zesde kolom staan doorgaans aantekeningen als 'in advys', 'ter notificatie'.

zevende kolom: In deze kolom staat zelden een getal. Zo het er staat, dan heeft het geen andere betekenis dan het

afnummeren van de besluiten in de agenda. De besluiten en uitgaande brieven tezamen het verbaal vormend, zijn immers niet genummerd.

achtste kolom: Deze besluiten en uitgaande brieven zijn in de achtste kolom in het kort omschreven.

negende kolom: Hier staan aantekeningen vermeld die voor zichzelf spreken.

Hierop is als centrale toegang de index, welke verwijst naar de agenda's van elk der bureaus en afdelingen. De verwijzing in de index bestaat uit één of twee letters en een getal. De letters verwijzen naar de afdelingsagenda's:

A Departement van Administratie

BG Generaal Bureau

BW Departement van Burgerbewapening

F Departement van Financiën

FrZ of FZ Franse Zaken

M Departement Militair

Het getal wijst naar het folio van de betreffende agenda. In de index is ieder besluit en ingekomen stuk onderwerpsgewijs onder bepaalde 'hoofden' of 'respekten' ingeschreven. Voorin de index bevindt zich een zgn. hoofdenlijst, een alfabetische lijst van alle in de index voorkomende

onderwerpen. Bij onderwerpen die in de index niet onder een eigen hoofd zijn genoemd, staat in deze hoofdenlijst veelal een verwijzing naar het hoofd waaronder dat onderwerp in de index is opgenomen. In de index zelf staan de hoofden ook alfabetisch.

Een klapper op namen van afzenders, verwijzend naar de agenda's, is enkel gehouden in 1798.

Deze klapper is alfabetisch, doch niet lexicografisch.

Schematisch is de onderzoeksmethode als volgt:

(18)

Het onderwerp wordt in de hoofdenlijst opgezocht, die verwijst naar de index. De index verwijst naar één van de zes agenda's. De agenda verwijst naar het besluit of uitgaande brief in het betreffende verbaal of naar de adviezen aan het uitvoerend bewind (datum). De agenda verwijst ook naar de ingekomen brief of het ingekomen decreet van het uitvoerend bewind (getal in de derde kolom).

1.2 Periode 1800-1810

1.2 PERIODE 1800-1810

Na de administratieve reorganisatie in april 1800 heeft men de stukken van de afdelingen van het Ministerie van Oorlog in één centraal archief opgeborgen. Het archief vanaf 21 april 1800 bestaat uit een maandelijks verbaal, de minuutbesluiten, -adviezen en -brieven, met daarachter

afzonderlijk de ingekomen stukken, de relatieven tot het verbaal, eveneens per maand. De tot het verbaal behorende besluiten, adviezen en uitgaande brieven zijn over de periode 1800 tot 1807 ingebonden. Ieder blad, ongeacht of er één of meer besluiten of slechts een gedeelte van een besluit op vermeld is, is genummerd. Deze foliëring van het verbaal, die ieder jaar opnieuw begint, is volgehouden tot 1 juli 1808.

Daarnaast is ieder besluit of uitgaande brief van een afzonderlijk dagnummer voorzien. Van april tot en met oktober 1800 werd hiervoor het agendanummer van de ingekomen brief gebruikt. De besluiten zijn in deze periode dan ook niet van een doorlopend nummer voorzien, omdat de ingekomen stukken niet in dezelfde volgorde werden afgedaan, waarin ze zijn binnengekomen.

Vanaf 28 oktober 1800 zijn de besluiten en uitgaande brieven van het verbaal per dag van een doorlopend nummer voorzien. De ingekomen stukken de relatieven, zijn niet opgeborgen op datum van ontvangst 'receptum' of 'exhibitum', maar op datum van afdoening 'factum'. Ze liggen

(19)

in dezelfde volgorde als ze in het verbaal zijn vermeld en vanaf 28 oktober 1800 op dagnummer van het besluit in het verbaal. Niet afgedane, in adviesgehouden stukken zijn tot een afzonderlijke serie verenigd (inv.nrs. 1260-1271).

Agenda's zijn niet bewaard gebleven.

De index is vrijwel identiek ingericht als die over de periode februari 1798 tot april 1800. Ook in de periode 1800 tot 1810 is ieder besluit en ingekomen stuk onderwerpsgewijs onder bepaalde

hoofden of respekten ingeschreven. De index verwijst evenwel niet naar de agenda, maar naar het verbaal. Voor de jaren 1800, 1801 en 1802 bestaat de verwijzing uit de datum en het folionummer van het verbaal, b.v.: Res. 28 februari 1801 fol. 3617. De index van 1804 tot en met 1810 verwijst naar de datum en nummer van het besluit, b.v.: Res. 27 november 1806, nr. 14. De index van 1803 noemt zowel de datum en het nummer van het besluit, als het folionummer van het verbaal.

Een klapper op namen van afzenders, verwijzend naar de index, is gehouden van december 1801 tot en met 1810. De klapper is alfabetisch doch niet lexicografisch.

Schematisch is de onderzoeksmethode als volgt:

(20)

Het onderwerp wordt in de hoofdenlijst opgezocht, die verwijst naar de index. De index verwijs naar het verbaal, d.m.v. de datum van het besluit of de uitgaande brief en het folio (1800-1803) of het dagnummer van dat besluit (1803-1810). Het ingekomen stuk dat tot het besluit aanleiding heeft gegeven, ligt in dezelfde volgorde als de besluiten in het verbaal.

1.3 Buiten verbaal gehouden stukken

1.3 BUITEN VERBAAL GEHOUDEN STUKKEN

Naast de series verbalen, relatieven en indices is er een hoeveelheid stukken die daarbuiten is gebleven. Deze stukken zijn in een afzonderlijke onderafdeling ondergebracht. Hiertoe zijn vooral te rekenen enige verzamelingen extract-resoluties, omvangrijke bijlagen tot het verbaal en comptabele registers, waartoe ook de stamboeken en pensioenregisters te rekenen zijn. Deze beide laatste vormen evenwel een aparte verzameling en zijn in een afzonderlijke inventaris beschreven door middel van een klapper op naam van de militair toegankelijk gemaakt.

(21)

Een aantal uittreksels uit de stamboeken, die naar het ministerie waren ingezonden, is uit de serie relatieven gelicht en eveneens bij de verzameling stamboeken geplaatst. Verwijzing van en naar het verbaal en van en naar deze verzameling zijn uiteraard aangebracht.

2 Geheim archief

2 GEHEIM ARCHIEF

In het geheim archief zijn het verbaal, de minuten van besluiten en uitgaande brieven, en de relatieven tot het verbaal, de ingekomen stukken, in één serie samengevoegd. De ingekomen stukken zijn niet op datum van ontvangst 'receptum' gelegd, doch op datum van afdoening 'factum', tezamen met de minuut. Over de periode november 1798 tot 20 april 1800 zijn de ingekomen stukken en minuten elk van een maandelijks doorlopend nummer voorzien. De index verwijst in deze periode naar de datum van het besluit en naar het folionummer van een agenda.

Deze agenda is niet meer aanwezig. Over de periode 21 april 1800 tot 8 december 1801 is alleen het verbaal gefouilleerd. De index verwijst naar het folionummer van het verbaal. Van 15 december 1801 tot ultimo 1810 is het verbaal per dag genummerd. De index die over 1807 slechts gedeeltelijk en over 1808, 1809 en 1810 in het geheel niet aanwezig is verwijst dan naar de datum en het nummer van het verbaal.

3 Archieven liquidateurs

3 ARCHIEVEN LIQUIDATEURS

In het archief van de secretaris-generaal als liquidateur van het ministerie (januari-augustus 1811) zijn het verbaal, de minuten van besluiten en uitgaande brieven, en de relatieven tot het verbaal, de ingekomen stukken, in één serie samengevoegd. De ingekomen stukken zijn niet op datum van ontvangst 'receptum' gelegd, maar op datum van afdoening 'factum', tezamen met de minuut. De ingekomen stukken, elk voorzien van een dagnummer zijn ingeschreven in een agenda, die tevens verwijst naar de datum en het nummer van het afdoeningsbesluit. Het verbaal is maandelijks genummerd, waarvan het nummer tevens het nummer is van de in dat besluit vermelde uitgaande brief. De uitgaande brieven zijn afgeschreven in registers, waarop klappers op de namen van de geadresseerden zijn vervaardigd. Ingekomen stukken die niet zijn afgedaan, bevinden zich, voorzover bewaard gebleven, in het archief van de liquidateur Kesman (inv.nr. 1468).

In het archief van de liquidateur Kesman (september 1811 - november 1813) zijn het verbaal, de minuten van besluiten en uitgaande brieven, en de relatieven tot het verbaal, de ingekomen stukken, in één serie samengevoegd. Het verbaal en de relatieven zijn elk afzonderlijk genummerd, hoewel de ingekomen stukken bij de minuten liggen, waarbij ze zijn afgedaan. Daar de nummering niet geheel overeenstemt met de chronologie der stukken, bestaat de indruk dat deze later is aangebracht. Een klapper of index als toegang op dit archief ontbreekt. Het archief van de Commission de la Liquidation (1812-1813) is gevormd door M. Piepers. Het bestaat uit het secretariaatsarchief en uit stukken van Piepers als lid van deze commissie.

Verantwoording van de bewerking

VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING

In deze inventaris heb ik de archieven beschreven van organen van de centrale overheid, die belast geweest zijn met de defensie te lande. Al deze archieven waren reeds eerder beschreven, doch de beperkte bruikbaarheid van deze oude inventarissen maakte herinventarisatie noodzakelijk. Voor de archieven van het Comité te Lande, het Ministerie van Oorlog en de eerste commissaris der Franse troepen werd nog steeds gebruik gemaakt van de manuscript-inventaris van J.H. Hingman, vervaardigd kort na de overname van deze archieven door het Rijksarchief in 1855. In deze

inventaris van Hingman werden de archieven van het Ministerie van Oorlog en van het daaraan voorafgaande Comité te Lande als één geheel beschreven, als betrof het een archief van één orgaan onder verschillende namen. Daar de taak en de organisatie van het Comité te Lande

wezenlijk verschilden van die van het Ministerie van Oorlog, heb ik beide archieven nu afzonderlijk beschreven. Dit temeer omdat het Comité te Lande niet alleen de voorloper is van het Ministerie van Oorlog, maar ook van het Ministerie van Financiën en van de Hoge Militaire Vierschaar. Het

(22)

Comité te Lande is in 1798 als het ware in drieën uiteen gevallen. Met het archief is dit letterlijk gebeurd. In 1803 en 1808 zijn van de archieven van de Raad van State en van het Comité te Lande stukken afgesplitst en overgedragen aan het Ministerie van Financiën en aan de Hoge Militaire Vierschaar. Uitgangspunt bij deze inventarisatie is de organisatie van het Comité te Lande en van het Ministerie van Oorlog. De stukken zijn zoveel mogelijk geordend naar afdelingen en bureaus en daarbinnen van algemeen (verbaal, relatieven) naar bijzonder (stukken waarvan het onderwerp in de beschrijving is vermeld). De toepassing van dit ordeningsbeginsel leidde tot het terugvoeren van diverse stukken uit andere archieven naar de hier beschrevene.

De stukken van het Departement (Afdeling) van Financiën van het Comité te Lande zijn gedeeltelijk door het Ministerie van Financiën overgedragen en reeds door Hingman bij het archief van het Comité te Lande geplaatst en gedeeltelijk door mij van het archief van het Ministerie van Oorlog afgesplitst. De stukken van de advocaat-fiscaal en van de commissarissen tot de zaken der justitie zijn gedeeltelijk afkomstig uit het archief van de Hoge Militaire Vierschaar en gedeeltelijk uit het familiearchief Thomassen à Thuessink, berustend in het Rijksarchief in Overijssel. Ook uit

particulier bezit zijn de stukken gekomen van de commissarissen tot de Franse Zaken (Heldewier) en van de personele commissie der defensie (Loncq). De stukken van het Bureau van Liquidatie tenslotte zijn door mij afgesplitst van het ministeriearchief.

Ordening van het archief

ORDENING VAN HET ARCHIEF

De indeling van het archief van het Ministerie van Oorlog in deze inventaris verschilt op enkele punten belangrijk van die van de inventaris Hingman. Zo is in deze inventaris een afzonderlijke afdeling 'geheim archief' gevormd en zijn de toegangen (agenda's, indices en klappers) zo dicht mogelijk geplaatst bij de series waarnaar ze verwijzen. Hingman had de geheime stukken verspreid opgenomen tussen de gewone of 'ordinaris'-stukken en de agenda's, indices en klappers in één serie geheel achteraan geplaatst. Voorts heb ik de buiten verbaal gehouden stukken

gesystematiseerd en de archiefjes van de liquidateurs nauwkeuriger beschreven. Ter vergroting van de toegankelijkheid heb ik de rubriekenaanduidingen van de index in twee systematische lijsten in deze inventaris opgenomen. De systematiek van deze zogenaamde hoofdenlijsten wordt gevormd door de taken van het Comité te Lande en van het Ministerie van Oorlog.

Ook het archief van de eerste commissaris der Franse troepen had Hingman geïncorporeerd in het ministeriearchief. Ik heb het daarvan echter losgemaakt en als een afzonderlijk archief beschreven.

(23)

Verwant materiaal

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën

BESCHIKBAARHEID VAN KOPIEËN

Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

(24)

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen

B E S C H R I J V I N G V A N D E S E R I E S E N A R C H I E F B E S T A N D D E L E N

1 GEWOON ARCHIEF

1 GEWOON ARCHIEF

1.1 Afdelingsverbalen 1798-1800

1.1 AFDELINGSVERBALEN 1798-1800

1-10 Ingekomen decreten van het uitvoerend bewind.

1798-1800 10 pakken

1 1798 feb. 19 - juli

2 1798 aug. - dec.

3 1799 jan. - mei

4 1799 juni - juli

5 1799 aug.

6 1799 sep.

7 1799 okt.

8 1799 nov. - dec.

9 1800 jan. - feb.

10 1800 mrt. - apr. 16

11-26 Adviezen aan het uitvoerend bewind, minuten,

1798-1800 16 pakken

11 1798 feb. 20 - apr.

12 1798 mei - juli

13 1798 aug. - sep.

14 1798 okt.

15 1798 nov. - dec.

16 1799 jan. - mrt.

17 1799 apr. - mei 17 18 1799 mei 20 - juni

19 1799 juli

20 1799 aug.

21 1799 sep. - okt.

22 1799 nov. - dec.

23 1800 jan.

24 1800 feb.

25 1800 mrt.

26 1800 apr. 1 - 20

1.1.1 Generaal Bureau

1.1.1 GENERAAL BUREAU

27 Minuten van uitgegane stukken van het Generaal Bureau.

1798 feb. 17 - 1799 mrt. 26 1 pak

28 Relatieven tot het verbaal.

1798 feb. 22 - 1799 mrt. 23 1 pak

1.1.2 Franse Zaken

1.1.2 FRANSE ZAKEN

29-30 Verbaal van de agent betreffende de Franse troepen in de Bataafse republiek.

1798-1800 2 pakken

(25)

29 1798 feb. 19 - dec.

30 1799 jan. - 1800 apr. 19

31-37 Relatieven tot het verbaal van de agent betreffende de Franse troepen in de Bataafse republiek.

1798-1800 7 pakken

31 1798 feb. 19 - juni 32 1798 juli - sep.

33 1798 okt. - dec.

34 1799 jan. - apr.

35 1799 mei - sep.

36 1799 okt. - dec.

37 1800 jan. - apr. 19

1.1.3 Departement Militair

1.1.3 DEPARTEMENT MILITAIR

38-77 Verbaal van het Departement Militair.

1798-1800 40 pakken

38 1798 feb. 19 - mrt. 12 39 1798 mrt. 13 - mrt. 31

40 1798 apr.

41 1798 mei

42 1798 juni

43 1798 juli

44 1798 aug. 1 - 15

45 1798 aug. 16 - 31

46 1798 sep.

47 1798 okt.

48 1798 nov.

49 1798 dec.

50 1799 jan.

51 1799 feb.

52 1799 mrt.

53 1799 apr.

54 1799 mei

55 1799 juni 1 - 21

56 1799 juni 22 - 30

57 1799 juli 1 - 15 58 1799 juli 16 - 31

59 1799 aug. 1 - 16

60 1799 aug. 17 - 31

61 1799 sep. 1 - 10

62 1799 sep. 10 - 15

63 1799 sep. 16 - 21

64 1799 sep. 22 - 30

65 1799 okt. 1 - 14 66 1799 okt. 15 - 31 67 1799 nov. 1 - 15

68 1799 nov. 16 - 30

69 1799 dec. 1 - 12 70 1799 dec. 13 - 31 71 1800 jan. 1 - 16 72 1800 jan. 17 - 31 73 1800 feb. 1 - 14

(26)

74 1800 feb. 15 - 28

75 1800 mrt. 1 - 16

76 1800 mrt. 17 - 31

77 1800 apr. 1 - 19

78-109 Relatieven tot het verbaal van het Departement Militair,

1798-1800 32 pakken

78 1798 feb. 19 - mrt. 31 79 1798 apr. 1 - 25

80 1798 apr.

81 1798 apr. 27 - 30

82 1798 mei

83 1798 juni

84 1798 juli

85 1798 aug.

86 1798 sep.

87 1798 okt.

88 1798 nov.

89 1798 dec.

90 1799 jan.

91 1799 feb.

92 1799 mrt.

93 1799 apr.

94 1799 mei

95 1799 juni

96 1799 juli

97 1799 aug. 1 - 18

98 1799 aug. 19 - 31

99 1799 sep. 1 - 15 100 1799 sep. 16 - 30 101 1799 okt. 1 - 13 102 1799 okt. 14 - 30

103 1799 nov.

104 1799 dec. 1 - 14 105 1799 dec. 15 - 31

106 1800 jan.

107 1800 feb.

108 1800 mrt.

109 1800 apr. 1 - 20

1.1.4 Departement van Burgerwapening

1.1.4 DEPARTEMENT VAN BURGERWAPENING 110-117 Verbaal van Departement van Burgerwapening.

1798-1800 8 pakken

110 1798 apr. 28 - sep.

111 1798 okt. - dec.

112 1799 jan. - apr.

113 1799 mei - juli

114 1799 aug.

115 1799 sep.

116 1799 okt. - dec.

117 1800 jan. - apr. 18

118-126 Relatieven tot het verbaal van het Departement van Burgerwapening.

(27)

1798-1800 9 pakken 118 1798 apr. 7 - sep.

119 1798 okt. - nov.

120 1798 dec.

121 1799 jan. - apr.

122 1799 mei - juli

123 1799 aug.

124 1799 sep.

125 1799 okt. - dec.

126 1800 jan. - apr. 18

1.1.5 Departement van Administratie

1.1.5 DEPARTEMENT VAN ADMINISTRATIE 127-147 Verbaal van het Departement van Administratie.

1798-1800 21 pakken

127 1798 feb. 24 - juni 128 1798 juli - sep.

129 1798 okt. - dec.

130 1799 jan. - feb.

131 1799 mrt. - apr.

132 1799 mei

133 1799 juni

134 1799 juli

135 1799 aug. 1 - 20 136 1799 aug. 21 - 30 137 1799 sep. 1 - 17 138 1799 sep. 18 - 30 139 1799 okt. 1 - 15 140 1799 okt. 16 - 31 141 1799 nov. 1 - 18 142 1799 nov. 19 - 30

143 1799 dec.

144 1800 jan.

145 1800 feb.

146 1800 mrt.

147 1800 apr. 1 - 18

148-160 Relatieven tot het verbaal van het Departement van Administratie.

1798-1800 13 pakken

148 1798 feb. 19 - aug.

149 1798 sep. - dec.

150 1799 jan. - mei 151 1799 juni - juli

152 1799 aug.

153 1799 sep.

154 1799 okt.

155 1799 nov.

156 1799 dec.

157 1800 jan.

158 1800 feb. 1 - 15 159 1800 feb. 17 - 28 160 1800 mrt. - apr. 18

(28)

1.1.6 Departement van Financiën

1.1.6 DEPARTEMENT VAN FINANCIËN 161-190 Verbaal van het Departement van Financiën.

1798-1800 30 pakken

161 1798 feb. 19 - mrt.

162 1798 apr.

163 1798 mei

164 1798 juni

165 1798 juli

166 1798 aug.

167 1798 sep.

168 1798 okt.

169 1798 nov.

170 1798 dec.

171 1799 jan.

172 1799 feb.

173 1799 mrt.

174 1799 apr.

175 1979 mei

176 1979 juni

177 1979 juli

178 1799 aug. 1 - 20 179 1799 aug. 21 - 31 180 1799 sep. 1 - 13 181 1799 sep. 14 - 30 182 1799 okt. 1 - 14 183 1799 okt. 15 - 31

184 1799 nov.

185 1799 dec.

186 1800 jan.

187 1800 feb. 1 - 15 188 1800 feb. 17 - 28

189 1800 mrt.

190 1800 apr. 1 - 19

191-203 Relatieven tot het verbaal van het Departement van Financiën.

1798-1800 13 pakken

191 1798 feb. 20 - mei 192 1798 juni - sep.

193 1798 okt. - dec.

194 1799 jan. - mrt.

195 1799 apr. - juni 196 1799 juli - aug.

197 1799 sep.

198 1799 okt.

199 1799 nov.

200 1799 dec.

201 1800 jan.

202 1800 feb.

203 1800 mrt. - apr. 19

(29)

1.1.7 Toegangen op de verbalen

1.1.7 TOEGANGEN OP DE VERBALEN

204 Agenda van het Generaal Bureau, fol. 1-215 en 1-8.

1798 feb. 17 - 1799 mrt. 28 1 deel

205-208 Agenda's betreffende de Franse zaken.

1798-1800 4 delen

205 fol. 1-258, 1798 feb. 19 - dec.

206 fol. 1-140, 1799 jan. - juni 207 fol. 141-310, 1799 juli - dec.

208 fol. 1-87, 1800 jan. - apr. 19 209-221 Agenda's van het Departement Militair.

1798-1800 13 delen

209 fol. 1-211 , 1798 feb. 19 - apr.

210 fol. 212-409, 1798 mei - juni 211 fol. 410-620, 1798 juli - aug.

212 fol. 621-849, 1798 sep. - okt.

213 fol. 850-1039, 1798 nov. - dec.

214 fol. 1-173, 1799 jan. - feb.

215 fol. 174-385, 1799 mrt. - apr.

216 fol. 386-670, 1799 mei - juni 217 fol. 669-1028, 1799 juli - aug.

218 fol. 1029-1461, 1799 sep. - okt.

219 fol. 1462-1789, 1799 nov. - dec.

220 fol. 1-275, 1800 jan. - feb.

221 fol. 276-600, 1800 mrt. - apr. 20 222-226 Agenda's van het Departement van Burgerwapening.

1798-1800 5 delen

222 fol. 1-285, 1798 apr. 7 - dec.

223 fol. 1-194, 1799 jan. - juni 224 fol. 195-459, 1799 juli - sep.

Verkeerd ingebonden.

225 fol. 460-680, 1799 okt. - dec.

226 fol. 1-247, 1800 jan. - apr. 19

227-233 Agenda's van het Departement van Administratie.

1798-1800 7 delen

227 fol. 1-331, 1798 feb. 19 - dec.

228 fol. 1-261, 1799 jan. - juni 229 fol. 262-438, 1799 juli - aug.

230 fol. 439-713, 1799 sep. - okt.

231 fol. 714-922, 1799 nov. - dec.

232 fol. 1-219, 1800 jan. - feb.

233 fol. 220-414, 1800 mrt. - apr. 19 234-246 Agenda's van het Departement van Financiën.

1798-1800 13 delen

234 fol. 1-140, 1798 feb. 19 - apr.

235 fol. 141-294, 1798 mei - juni 236 fol. 295-489, 1798 juli - aug.

237 fol. 490-721, 1798 sep. - okt.

(30)

238 fol. 722-922, 1798 nov. - dec.

239 fol. 1-198, 1799 jan. - feb.

240 fol. 199-402, 1799 mrt. - apr.

241 fol. 403-587, 1799 mei - juni 242 fol. 588-833, 1799 juli - aug.

243 fol. 834-1215, 1799 sep. - okt.

244 fol. 1216-1512, 1799 nov. - dec.

245 fol. 1-324, 1800 jan. - feb.

246 fol. 325-566, 1800 mrt. - apr. 19

247 Klapper op namen van afzenders van ingekomen brieven, vermeld in de agenda's.

1798 feb. 17 - dec. 1 deel

248-253 Indices op de agenda's.

1798-1800 6 delen

Zie de bijlage van deze inventaris.

248 A-K, 1798

249 L-Z, 1798

250 A-Z, 1799

251 F-O, 1799

252 P-Z, 1799

253 A-Z, 1800 jan. - apr. 20

1.2 Algemeen verbaal 1800-1810

1.2 ALGEMEEN VERBAAL 1800-1810

1.2.1 Verbaal en relatieven tot het verbaal

1.2.1 VERBAAL EN RELATIEVEN TOT HET VERBAAL 254-1222 Verbaal en relatieven tot het verbaal.

1800-1810 969 banden, pakken

254 verbaal, 1800 apr. 21 - 24 255 verbaal, 1800 apr. 25 - 30 256 relatieven, 1800 apr. 21 - 22 257 relatieven, 1800 apr. 23 - 24 258 relatieven, 1800 apr. 25 - 27 259 relatieven, 1800 apr. 28 - 30 260 verbaal, 1800 mei 1 - 9 261 verbaal, 1800 mei 10 - 16 262 verbaal, 1800 mei 17 - 24 263 verbaal, 1800 mei 26 - 31 264 relatieven, 1800 mei 1 - 6 265 relatieven, 1800 mei 7 - 14 266 relatieven, 1800 mei 15 - 21 267 relatieven, 1800 mei 22 - 26 268 relatieven, 1800 mei 27 - 31 269 verbaal, 1800 juni 2 - 9 270 verbaal, 1800 juni 10 - 16 271 verbaal, 1800 juni 17 - 23 272 verbaal, 1800 juni 24 - 30 273 relatieven, 1800 juni 2 - 6 274 relatieven, 1800 juni 7 - 12 275 relatieven, 1800 juni 13 - 18 276 relatieven, 1800 juni 19 - 23 277 relatieven, 1800 juni 24 - 30 278 verbaal, 1800 juli 1 - 8

(31)

279 verbaal, 1800 juli 9 - 16 280 verbaal, 1800 juli 17 - 24 281 verbaal, 1800 juli 25 - 31 282 relatieven, 1800 juli 1 - 4 283 relatieven, 1800 juli 5 - 14 284 relatieven, 1800 juli 15 - 22 285 relatieven, 1800 juli 23 - 27 286 relatieven, 1800 juli 28 - 31 287 verbaal, 1800 aug. 1 - 9 288 verbaal, 1800 aug. 10 - 16 289 verbaal, 1800 aug. 18 - 22 290 verbaal, 1800 aug. 23 - 30 291 relatieven, 1800 aug. 1 - 5 292 relatieven, 1800 aug. 6 - 8 293 relatieven, 1800 aug. 9 - 13 294 relatieven, 1800 aug. 14 - 17 295 relatieven, 1800 aug. 18 - 20 296 relatieven, 1800 aug. 21 - 24 297 relatieven, 1800 aug. 25 - 30 298 verbaal, 1800 sep. 1 - 7 299 verbaal, 1800 sep. 8 - 13 300 verbaal, 1800 sep. 15 - 20 301 verbaal, 1800 sep. 22 - 30 302 relatieven, 1800 sep. 1 - 3 303 relatieven, 1800 sep. 4 - 13 304 relatieven, 1800 sep. 8 - 14 305 relatieven, 1800 sep. 15 - 17 306 relatieven, 1800 sep. 18 - 22 307 relatieven, 1800 sep. 23 - 25 308 relatieven, 1800 sep. 26 - 30 309 verbaal, 1800 okt. 1 - 9 310 verbaal, 1800 okt. 10 - 18 311 verbaal, 1800 okt. 20 - 27 312 verbaal, 1800 okt. 28 - 31 313 relatieven, 1800 okt. 1 - 3 314 relatieven, 1800 okt. 4 - 6 315 relatieven, 1800 okt. 7 - 9 316 relatieven, 1800 okt. 10 - 16 317 relatieven, 1800 okt. 17 - 23 318 relatieven, 1800 okt. 24 - 31 319 verbaal, 1800 nov. 1 - 7 320 verbaal, 1800 nov. 8 - 16 321 verbaal, 1800 nov. 17 - 22 322 verbaal, 1800 nov. 24 - 29 323 relatieven, 1800 nov. 1 - 6 324 relatieven, 1800 nov. 7 - 13 325 relatieven, 1800 nov. 14 - 21 326 relatieven, 1800 nov. 22 - 29 327 verbaal, 1800 dec. 1 - 6 328 verbaal, 1800 dec. 8 - 13 329 verbaal, 1800 dec. 15 - 22 330 verbaal, 1800 dec. 23 - 31 331 relatieven, 1800 dec. 1 - 5 332 relatieven, 1800 dec. 6 - 12

(32)

333 relatieven, 1800 dec. 13 - 19 334 relatieven, 1800 dec. 20 - 26 335 relatieven, 1800 dec. 27 - 31 336 verbaal, 1801 jan. 2 - 10 337 verbaal, 1801 jan. 12 - 17 338 verbaal, 1801 jan. 19 - 24 339 verbaal, 1801 jan. 26 - 31 340 relatieven, 1801 jan. 2 - 11 341 relatieven, 1801 jan. 12 - 19 342 relatieven, 1801 jan. 20 - 26 343 relatieven, 1801 jan. 27 - 31 344 verbaal, 1801 feb. 2 - 7 345 verbaal, 1801 feb. 9 - 14 346 verbaal, 1801 feb. 16 - 21 347 verbaal, 1801 feb. 23 - 28 348 relatieven, 1801 feb. 2 - 6 349 relatieven, 1801 feb. 7 - 15 350 relatieven, 1801 feb. 16 - 22 351 relatieven, 1801 feb. 23 - 28 352 verbaal, 1801 mrt. 3 - 7 353 verbaal, 1801 mrt. 9 - 14 354 verbaal, 1801 mrt. 16 - 25 355 verbaal, 1801 mrt. 26 - 31 356 relatieven, 1801 mrt. 1 - 8 357 relatieven, 1801 mrt. 9 - 16 358 relatieven, 1801 mrt. 17 - 24 359 relatieven, 1801 mrt. 25 - 31 360 verbaal, 1801 apr. 1 - 8 361 verbaal, 1801 apr. 9 - 18 362 verbaal, 1801 apr. 20 - 25 363 verbaal, 1801 apr. 27 - 30 364 relatieven, 1801 apr. 1 - 6 365 relatieven, 1801 apr. 7 - 9 366 relatieven, 1801 apr. 10 - 14 367 relatieven, 1801 apr. 15 - 17 368 relatieven, 1801 apr. 18 - 26 369 relatieven, 1801 apr. 27 - 30 370 verbaal, 1801 mei 1 - 9 371 verbaal, 1801 mei 11 - 16 372 verbaal, 1801 mei 18 - 23 373 verbaal, 1801 mei 26 - 30 374 relatieven, 1801 mei 1 - 7 375 relatieven, 1801 mei 8 - 15 376 relatieven, 1801 mei 16 - 25 377 relatieven, 1801 mei 26 - 30 378 verbaal, 1801 juni 1 - 6 379 verbaal, 1801 juni 8 - 13 380 verbaal, 1801 juni 15 - 20 381 verbaal, 1801 juni 22 - 30 382 relatieven, 1801 juni 1 - 5 383 relatieven, 1801 juni 6 - 12 384 relatieven, 1801 juni 13 - 18 385 relatieven, 1801 juni 19 - 25 386 relatieven, 1801 juni 26 - 30

(33)

387 verbaal, 1801 juli 1 - 8 388 verbaal, 1801 juli 9 - 15 389 verbaal, 1801 juli 16 - 25 390 verbaal, 1801 juli 27 - 31 391 relatieven, 1801 juli 1 - 9 392 relatieven, 1801 juli 10 - 17 393 relatieven, 1801 juli 18 - 23 394 relatieven, 1801 juli 24 - 31 395 verbaal, 1801 aug. 1 - 8 396 verbaal, 1801 aug. 10 - 15 397 verbaal, 1801 aug. 17 - 22 398 verbaal, 1801 aug. 24 - 31 399 relatieven, 1801 aug. 1 - 7 400 relatieven, 1801 aug. 8 - 17 401 relatieven, 1801 aug. 18 - 23 402 relatieven, 1801 aug. 24 - 31 403 verbaal, 1801 sep. 1 - 5 404 verbaal, 1801 sep. 7 - 12 405 verbaal, 1801 sep. 14 - 20 406 verbaal, 1801 sep. 21 - 30 407 relatieven, 1801 sep. 1 - 8 408 relatieven, 1801 sep. 9 - 16 409 relatieven, 1801 sep. 17 - 23 410 relatieven, 1801 sep. 24 - 30 411 verbaal, 1801 okt. 1 - 7 412 verbaal, 1801 okt. 8 - 18 413 verbaal, 1801 okt. 19 - 24 414 verbaal, 1801 okt. 26 - 31 415 relatieven, 1801 okt. 1 - 7 416 relatieven, 1801 okt. 8 - 18 417 relatieven, 1801 okt. 19 - 23 418 relatieven, 1801 okt. 24 - 31 419 verbaal, 1801 nov. 1 - 7 420 verbaal, 1801 nov. 9 - 14 421 verbaal, 1801 nov. 16 - 21 422 verbaal, 1801 nov. 22 - 30 423 relatieven, 1801 nov. 1 - 12 424 relatieven, 1801 nov. 13 - 20 425 relatieven, 1801 nov. 21 - 25 426 relatieven, 1801 nov. 26 - 30 427 verbaal, 1801 dec. 1 - 8 428 verbaal, 1801 dec. 9 - 17 429 verbaal, 1801 dec. 18 - 26 430 verbaal, 1801 dec. 28 - 31 431 relatieven, 1801 dec. 1 - 7 432 relatieven, 1801 dec. 8 - 10 433 relatieven, 1801 dec. 11 - 13 434 relatieven, 1801 dec. 14 - 20 435 relatieven, 1801 dec. 21 - 25 436 relatieven, 1801 dec. 26 - 31 437 verbaal, 1802 jan. 1 - 10 438 verbaal, 1802 jan. 11 - 15 439 verbaal, 1802 jan. 18 - 22 440 verbaal, 1802 jan. 25 - 29

(34)

441 relatieven, 1802 jan. 1 - 11 442 relatieven, 1802 jan. 12 - 20 443 relatieven, 1802 jan. 21 - 31 444 verbaal, 1802 feb. 1 - 7 445 verbaal, 1802 feb. 8 - 13 446 verbaal, 1802 feb. 15 - 19 447 verbaal, 1802 feb. 22 - 26 448 relatieven, 1802 feb. 1 - 7 449 relatieven, 1802 feb. 8 - 15 450 relatieven, 1802 feb. 16 - 22 451 relatieven, 1802 feb. 23 - 26 452 verbaal, 1802 mrt. 1 - 5 453 verbaal, 1802 mrt. 8 - 12 454 verbaal, 1802 mrt. 15 - 19 455 verbaal, 1802 mrt. 22 - 30 456 relatieven, 1802 mrt. 1 - 8 457 relatieven, 1802 mrt. 9 - 14 458 relatieven, 1802 mrt. 15 - 18 459 relatieven, 1802 mrt. 19 - 24 460 relatieven, 1802 mrt. 25 - 28 461 relatieven, 1802 mrt. 29 - 30 462 verbaal, 1802 apr. 1 - 6 463 verbaal, 1802 apr. 8 - 13 464 verbaal, 1802 apr. 15 - 23 465 verbaal, 1802 apr. 26 - 30 466 relatieven, 1802 apr. 1 - 7 467 relatieven, 1802 apr. 8 - 14 468 relatieven, 1802 apr. 15 - 25 469 relatieven, 1802 apr. 26 - 30 470 verbaal, 1802 mei 3 - 7 471 verbaal, 1802 mei 10 - 14 472 verbaal, 1802 mei 17 - 21 473 verbaal, 1802 mei 24 - 31 474 relatieven, 1802 mei 3 - 9 475 relatieven, 1802 mei 10 - 17 476 relatieven, 1802 mei 18 - 24 477 relatieven, 1802 mei 25 - 31 478 verbaal, 1802 juni 1 - 10 479 verbaal, 1802 juni 11 - 17 480 verbaal, 1802 juni 18 - 24 481 verbaal, 1802 juni 25 - 29 482 relatieven, 1802 juni 1 - 4 483 relatieven, 1802 juni 5 - 13 484 relatieven, 1802 juni 14 - 20 485 relatieven, 1802 juni 21 - 29 486 verbaal, 1802 juli 1 - 6 487 verbaal, 1802 juli 7 - 18 488 verbaal, 1802 juli 19 - 23 489 verbaal, 1802 juli 26 - 30 490 relatieven, 1802 juli 1 - 11 491 relatieven, 1802 juli 12 - 20 492 relatieven, 1802 juli 21 - 30 493 verbaal, 1802 aug. 1 - 6 494 verbaal, 1802 aug. 9 - 13

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2592 Stukken betreffende de instelling en samenstelling van en de financiële regeling voor de Commissie tot het voorbereiden van de ontwerp-algemene maatregel van bestuur

166 Stukken betreffende de organisatie van het ministerie van Handel, Nijverheid en Landbouw en de Administratie voor Relief en Rehabilitatie te Londen [AM/I].. 1945

5 Ter behartiging van de Indische belangen in Amerika werd kort daarop de Commissie voor Nederlands-Indië, Suriname en Curaçao opgericht, die deel uit maakte van de Missie

Als uitvloeisel van het raamconvenant afgesloten op 29 september 1994 tussen het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de

Krayenhoff kreeg tevens de leiding van het Depôt-generaal van Oorlog dat naar Frans voorbeeld in 1806 werd opgericht speciaal voor de militaire kaartproduktie (zie hoofdstuk

Het betreft voornamelijk stukken rondom de organisatie van het ministerie, daarnaast stukken betreffende wetgeving, politie en marechaussee, Openbaar Ministerie,

Het archief bevat voor de periode 1589-1713 stukken met betrekking tot de jurisdictie van de overheden van de baljuwschap van het Land van Strijen.. Als baljuwschap bezat het het

Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig3. Er zijn