• No results found

Indicatieve soortenlijst bij ruimtelijke ingrepen onder gedragscodes

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Indicatieve soortenlijst bij ruimtelijke ingrepen onder gedragscodes"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Indicatieve soortenlijst bij ruimtelijke ingrepen onder gedragscodes

Versie 1.0 – april 2018

1 van 5

In 2017 zijn de eerste pilot gedragscodes vastgesteld onder de Wet natuurbescherming. Tijdens deze pilot-fase is in overleggen met vertegenwoordigers van provincies en aanvragers duidelijk geworden dat er behoefte is aan duidelijke kaders voor welke soorten ruimtelijke ingrepen onder een gedragscode kunnen worden uitgevoerd. Het is hier belangrijk op te merken dat de maatregelen die worden voorgeschreven in gedragscodes grofweg te verdelen zijn in twee categorieën:

Categorie A: Maatregelen die voorkomen dat verbodsbepalingen worden overtreden.

Categorie B: Mitigerende maatregelen die, wanneer het niet mogelijk is overtreding van een verbod te voorkomen, zorgen dat er geen negatieve effecten plaatsvinden op populaties van beschermde soorten.

Gedragscodes bieden vrijstelling van verbodsbepalingen voor de werkzaamheden die onder categorie B worden uitgevoerd. Het opstellen van een lijst van beschermde soorten die onder een gedragscode kunnen vallen, gaat dan ook over de maatregelen die onder categorie B worden bedoeld.

Welke ruimtelijke ingrepen kunnen onder een gedragscode vallen?

Het instrument gedragscodes is door de wetgever bedoeld om te voorkomen dat voor standaard werkzaamheden steeds een (gelijkvormige) ontheffingsaanvraag ingediend moet worden. De vrijstelling onder een gedragscode is dus bedoeld voor kleinschalige werkzaamheden met een voorzienbaar effect. Grootschalige werkzaamheden vereisen maatwerk en daarmee dus een ontheffing.

Voorbeelden van ruimtelijke ingrepen die onder een gedragscode kunnen vallen zijn het duurzaam renoveren van een woning, het dempen van een sloot of het kappen van een boom.

Voorbeelden van ruimtelijke ingrepen die niet onder de vrijstelling van een gedragscode kunnen vallen zijn het slopen van een gedeelte van een woonwijk of kerkgebouw, het aanleggen van een autoweg of het kappen van grote oppervlakten houtopstanden.

Voor welke soorten kan de vrijstelling onder een gedragscode gelden?

De Wet natuurbescherming stelt dat ‘alleen handelingen worden verricht waarvan geen

wezenlijke invloed uitgaat op soorten’. De twee voornaamste factoren die een rol spelen bij het toestaan van ruimtelijke ingrepen zijn: 1) of de maatregelen bewezen effectief zijn en 2) wat de actuele staat van instandhouding van een soort is.

Om het risico op een negatief effect op de staat van instandhouding van populaties te bepalen kunnen we uitgaan van de formule ‘risico = kans x effect’. Wanneer bewezen effectieve maatregelen worden gebruikt als mitigatie, dan is de kans dat negatieve effecten optreden klein. Wanneer de gunstige staat van instandhouding van een soort slecht is hebben ruimtelijke ingrepen al snel een negatief effect op de populatie. RVO.nl baseert zich hierbij op de

ervaringen uit de ontheffing verlening.

Op basis van bovenstaande criteria is door RVO.nl een lijst opgesteld voor soorten waarvoor de vrijstelling onder een gedragscode kan gelden. Deze staat onderaan dit document. De lijst moet gezien worden als een indicatieve lijst die RVO.nl hanteert voor de beoordeling van de

(2)

2 van 5

gedragscodes. Het doel van deze lijst is om een overzicht te geven van soorten die landelijk onder de vrijstelling van de gedragscode kunnen vallen. Waar soorten plaatselijk zeer talrijk zijn kan op een andere manier naar een oplossing worden gezocht. Bijvoorbeeld door het aanvragen van een (generieke) ontheffing bij het betreffend bevoegd gezag (de provincie).

Uitzonderingen

Zoals vermeld betreft het hier een indicatieve lijst. Het kan dus zijn dat een specifieke combinatie van een soort en werkzaamheden wel goedgekeurd kunnen worden in een

gedragscode terwijl de soort hier niet is opgenomen. Ook kunnen er soorten aan de lijst worden toegevoegd. Bijvoorbeeld wanneer meer bekend is over bewezen effectieve maatregelen voor die soorten.

(3)

Indicatieve soortenlijst bij ruimtelijke ingrepen onder gedragscodes

Versie 1.0 – april 2018

Indicatieve lijst voor Soorten die bij Ruimtelijke ingrepen kunnen vallen onder vrijstelling van een gedragscode.

Soort Functie/voorwaarde Conclusie: vrijstelling

onder GC Habitatrichtlijnsoorten

Gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, rosse vleermuis en ruige dwergvleermuis.

Zomerverblijf en paarverblijf. Mogelijk

Rugstreeppad Alle functies Mogelijk

Poelkikker en Heikikker Wanneer voldoende leefgebied

beschikbaar blijft in de (directe) omgeving

Mogelijk

Platte schijfhoren Wanneer voldoende leefgebied

beschikbaar blijft in de (directe) omgeving

Mogelijk

Zandhagedis Wanneer voldoende leefgebied

beschikbaar blijft in de (directe) omgeving

Mogelijk

Overige HR soorten (en functies) Niet mogelijk

(4)

Soort Functie/voorwaarde Conclusie: vrijstelling onder GC

Vogels met jaarrond beschermd nest

Huismus Uitsluitend nestlocatie Mogelijk

Gierzwaluw Uitsluitend nestlocatie Mogelijk

Buizerd, havik en sperwer Uitsluitend nestlocatie Mogelijk

Kerkuil Uitsluitend nestlocatie Mogelijk

Steenuil Uitsluitend nestlocatie Mogelijk

Roek Uitsluitend nestlocatie Mogelijk

Overig jaarrond beschermd nest cat. 1-4:

grote gele kwikstaart, boomvalk, zwarte wouw, wespendief, slechtvalk, ransuil, ooievaar en oehoe.

Niet mogelijk

Overig jaarrond beschermd nest cat. 5 Niet mogelijk

Vogelnesten niet jaarrond beschermd (en overige functies) Niet mogelijk

(5)

Soort Functie/voorwaarde Conclusie: vrijstelling onder GC

Soorten vallend onder 3.10 Wnb

Planten Niet mogelijk

Vuursalamander Niet mogelijk

Alpenwatersalamander en vinpootsalamander Wanneer voldoende leefgebied

beschikbaar blijft in de (directe) omgeving

Mogelijk

Ringslang, levendbarende hagedis en hazelworm Wanneer voldoende leefgebied beschikbaar blijft in de (directe) omgeving

Mogelijk

Adder Niet mogelijk

Insecten Niet mogelijk

Vissen: Steur, houting, beekdonderpad, beekprik, elrits, gestippelde alver, grote modderkruiper en kwabaal.

Niet mogelijk

Steenmarter en eekhoorn. Wanneer voldoende leefgebied

beschikbaar blijft in de (directe) omgeving

Mogelijk

Overige zoogdieren (indien niet vrijgesteld)

Bunzing, boommarter, damhert, edelhert, hermelijn, eikelmuis, das, grote bosmuis, molmuis, waterspitsmuis, wezel, wild zwijn, gewone zeehond en grijze zeehond.

Niet mogelijk

Vrijgestelde soorten N.v.t.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De agendacommissie heeft besloten om het Raadsvoorstel Vaststellen Gedragscode raad en college (nr. 39982) direct voor besluitvorming te agenderen.. Hierbij een korte

Gesprekken die inspectie in het afgelopen half jaar heeft gevoerd naar aanleiding van het rapport over de gedragscodes bevestigen dit beeld: instelling zoeken naar de invulling

ondertekenen van deze gedragscode ontslaat instellingen niet van de verplichting om, als ze onderwijs in een andere taal dan het Nederlands verzorgen, voor de eigen instelling

In gebieden waar zulke initiatieven gewenst worden, maarhet voor burgers te moeilijk is deze op gang te brengen, moet eenassertief sociaal beleid worden gevoerd door

• Waaraan moeten huidige programma’s dan voldoen om straks ook onder de omgevingswet een programma te kunnen zijn3. • Wat gebeurt er als ze daar niet

Deze handreiking voor de adviseur Ruimtelijke Veiligheid verandert qua aanpak niet: de onderwerpen waarover geadviseerd wordt, zijn beschreven en de bronnen waarop de

 Als trainer ben je verantwoordelijk voor het aanleren van de sport en voor het gedrag van de jongeren tijdens de training.. Besteed aan beide aspecten voldoende aandacht en neem

De werkzaamheden zijn locatiespecifiek en kunnen niet worden uitgevoerd op een manier die minder verstoring veroorzaakt voor de sperwer.. 4.4.3