Vraag nr. 14 van 9 oktober 1997
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Tewerkstelling mindervaliden bij lokale besturen – Toezicht
De Vlaamse minister van Binnenlandse A a n g e l e-genheden is onder andere bevoegd voor het toe-zicht op de uitvoering van de wet van 16 april 1963, die bepaalt dat 1 op 55 vacante betrekkingen in p r o v i n c i e s, g e m e e n t e n , OCMW's moeten worden ingevuld door een gehandicapt persoon.
1. Oefent de minister systematisch toezicht uit op het al dan niet toepassen van deze wet ?
2. Welke provincies, g e m e e n t e n , OCMW's passen dit niet toe ? Welke sancties werden genomen ?
Antwoord
Het hoofdstuk toezicht van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden werd opgeheven, wat de V l a a m s e gemeenschap betreft, bij decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap. Artikel 74 van het bovenvermelde decreet van 27 juni 1990 bepaalt dat de uitvoeringsbesluiten die krachtens de wet van 16 april 1963 werden uitge-v a a r d i g d , uitge-van kracht blijuitge-ven tot op het ogenblik dat zij door de Vlaamse regering worden opgeheven. Dit geldt met name voor het koninklijk besluit van 23 december 1977 tot vaststelling van het aantal mindervaliden die door de provincies, de gemeen-t e n , de verenigingen van gemeengemeen-ten en de agglo-meraties van gemeenten moeten worden tewerkge-s t e l d , en het koninklijk betewerkge-sluit van 6 maart 1978 tot vaststelling van het aantal mindervaliden die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn moeten worden tewerkgesteld.
Artikel 65 van het bovenvermelde decreet van 27 juni 1990 bepaalt dat de Vlaamse regering de amb-tenaren zal aanwijzen die het toezicht zullen uitoe-fenen op de toepassing van de bepalingen van dit decreet en van de uitvoeringsbesluiten. Bij besluit van 16 mei 1995 heeft de Vlaamse regering bepaald dat het toezicht in deze aangelegenheid zal worden uitgeoefend door de hiertoe door de minister aan-gewezen ambtenaren van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap met de graad van "adjuncten van de directeur, hoofddeskundigen en deskundigen die voorheen
bekleed waren met een van de volgende graden : pedagogisch adviseur, adjunct-adviseur pedagoog, b e s t u u r s s e c r e t a r i s - p e d a g o o g, eerstaanwezend in-s p e c t e u r-hoofd van dienin-st, eerin-staanwezend inin-spec- inspec-t e u r, i n s p e c inspec-t e u r, eersinspec-taanwezend gegradueerde zie-k e n v e r p l e g e r, gegradueerde ziezie-kenverpleger 1e k l a s, gegradueerde ziekenverpleger." Daarnaast kan de bevoegde minister andere daartoe deskun-dige ambtenaren van het Fonds belasten met speci-fieke taken voor toezicht.
Overigens behoort deze materie tot de bevoegd-heid van de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.