• No results found

Het totaal aantal punten is 100. Er zijn vragen in drie categorie¨en: R = reproductie, T = toepassing, I = inzicht.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het totaal aantal punten is 100. Er zijn vragen in drie categorie¨en: R = reproductie, T = toepassing, I = inzicht."

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hertentamen Inleiding Kansrekening 4 juli 2016, 14:00–17:00

Docent: Prof. dr. F. den Hollander

Bij dit hertentamen is het gebruik van boek en aantekeningen niet toegestaan. Er zijn 8 vragen. Elke vraag is een aantal punten waard, dat vetgedrukt is aangegeven.

Het totaal aantal punten is 100. Er zijn vragen in drie categorie¨en: R = reproductie, T = toepassing, I = inzicht.

Schrijf je naam, studentnummer en studierichting op elk blad dat je inlevert. Mo- tiveer steeds je antwoorden: een los antwoord zonder uitleg is niet voldoende. Elke berekening dient van een toelichting te worden voorzien.

(1) [R]

(a) [5] Waar moet een gebeurtenis A aan voldoen opdat die onafhankelijk van zichzelf is?

(b) [5] Gegeven zijn twee gebeurtenissen A en B met P(A) = 8 9 en P(B) = 2 3 . Geef de beste ondergrens voor P(A ∩ B c ).

(2) [T] Zij X de N-waardige stochast met kansmassafunctie

p X (n) =

C, 1 ≤ n ≤ N,

1

2 C, N < n ≤ 2N, 0, elders.

(a) [5] Bereken C.

(b) [5] Bereken E(X | X > N ).

(3) [T] Zij X de (0, ∞)-waardige stochast met kansdichtheidsfunctie f X (x) =  Cx, x ∈ (0, 10),

0, elders.

(a) [5] Bereken C.

(b) [5] Bereken de moment-genererende functie van X.

(2)

(4) [T] Zij (X, Y ) het paar (0, ∞)-waardige stochasten met gezamenlijke kans- dichtheidsfunctie

f X,Y (x, y) =  C|x −1 − y −1 |, x, y ∈ [1, 2],

0, elders,

waar C −1 = 2(log 2 − 1).

(a) [7] Bereken f Y (y).

(b) [8] Bereken E(X | Y = y).

(5) [T] Zij U de uniform verdeelde stochast op [−2, 2].

(a) [7] Bereken de kansdichtheidsfunctie van de stochast V = U 3 . (b) [8] Bereken E(V | V > 0).

(6) [R] Zij X = (X n ) n∈N

0

de Markovketen met toestandsruimte S = {1, 2}, start- verdeling λ = ( 1 2 , 1 2 ) en overgangsmatrix

P =

1 8

7 8 3 4

1 4

! .

(a) [7] Bereken P(X 2 = 1).

(b) [8] Bereken P(X 0 = 1 | X 2 = 1).

(7) [R] Zij X = (X n ) n∈N

0

de Markovketen met toestandsruimte S = {1, 2, 3} en overgangsmatrix

P =

1 2 0 1 2

1 2 0 1 2

1 2 0 1 2

 . (a) [5] Is X irreducibel? Is X aperiodiek?

(b) [5] Heeft X een unieke stationaire kansverdeling π? Zo ja, wat is die?

(8) [I] Zij (X i ) i∈N een rij onafhankelijke, identiek verdeelde, R-waardige stochasten met gemiddelde µ ∈ R en variantie σ 2 ∈ (0, ∞). Voor n ∈ N, zij ¯ X n =

1 n

P n

i=1 X i het empirisch gemiddelde van de eerste n stochasten.

(a) [7] Hoe luidt de zwakke wet van de grote aantallen voor ¯ X n , n → ∞?

(b) [8] Geef het bewijs van deze wet met behulp van de ongelijkheid van

Chebyshev.

(3)

OPLOSSINGEN

(1) (a) Uit P(A) = P(A ∩ A) = P(A) 2 volgt dat P(A) ∈ {0, 1}.

(b) Omdat P(A ∩ B c ) = P(A) + P(B c ) − P(A ∪ B c ) en P(A ∪ B c ) ≤ 1, volgt dat P(A ∩ B c ) ≥ 8 9 + 1 3 − 1 = 2 9 . Met behulp van een Venn-diagram volgt dat gelijkheid geldt wanneer B ⊂ A.

(2) (a) Bereken 1 = P N

n=1 C + P 2N n=N +1

1

2 C = C(N + 1 2 N ) = 3 2 CN . Derhalve C = 3N 2 .

(b) Er geldt P(X > N ) = 1 3 . Derhalve

E(X | X > N ) = E(X 1 {X>N } ) P(X > N )

= 3

2N

X

n=N +1

n 3N 1 = N 1 N 2 [(N + 1) + 2N ] = 1 2 (3N + 1).

(3) (a) Bereken 1 = R 10

0 dx Cx = C 1 2 (10) 2 = 50C. Derhalve C = 50 1 . (b) Bereken, met behulp van parti¨ele integratie,

M X (t) = E(e tX ) = Z 10

0

dx e tx 1 50 x = t −1 e tx 1 50 x  x=10 x=0 −

Z 10 0

dx t −1 e tx 1 50

= t −1 e 10t 1 5 − t −2 e tx 1 50  x=10

x=0 = t −1 e 10t 1 5 − t −2 e 10t 1 50 + t −2 1 50

= t −2 1 50 [(10t − 1) e 10t + 1].

Deze functie heeft R als domein. Merk op dat lim t→0 M X (t) = M X (0) = 1.

(4) (a) Er geldt f Y (y) = R 2

1 dx f X,Y (x, y). Dit is gelijk aan C keer Z y

1

dx (x −1 − y −1 ) + Z 2

y

dx (y −1 − x −1 )

= [log x − xy −1 ] x=y x=1 + [xy −1 − log x] x=2 x=y

= (log y − 1 + y −1 ) + (2y −1 − log 2 − 1 + log y)

= 3y −1 + 2 log y − log 2 − 2.

(4)

(b) Er geldt

E(X | Y = y) = Z 2

1

dx x f X,Y (x, y) f Y (y) .

De noemer hebben we in (a) uitgerekend. De teller berekenen we op analoge wijze en is gelijk aan C keer

Z y 1

dx x (x −1 − y −1 ) + Z 2

y

dx x (y −1 − x −1 )

= [x − 1 2 x 2 y −1 ] x=y x=1 + [ 1 2 x 2 y −1 − x] x=2 x=y

= (y − 1 2 y − 1 + 1 2 y −1 ) + (2y −1 − 2 − 1 2 y + y)

= 5 2 y −1 − 3 + y.

Derhalve

E(X | Y = y) =

5

2 y −1 − 3 + y

3y −1 + 2 log y − log 2 − 2 .

(5) (a) V neemt waarden aan in [−8, 8]. De cumulatieve verdelingsfunctie van V is op dit interval gelijk aan

F V (v) = P(V ≤ v) = P(U 3 ≤ v) = 1 4 Z 2

−2

du 1 {u

3

≤v} = 1 4 (v 1/3 + 2).

Door te differenti¨eren vinden we f V (v) = 12 1 |v| −2/3 . (b) Omdat P(V > 0) = 1 2 , volgt

E(V | V > 0) = E(V 1 {V >0} ) P(V > 0) = 2

Z 8 0

dv vf V (v) = 1 6 Z 8

0

dv v 1/3 = 2.

(6) (a) Er geldt P(X 2 = 1) = (λP 2 ) 1 met P 2 =

43 64

21 64 18 64

46 64

! . Derhalve P(X 2 = 1) = 1 2 ( 43 64 + 18 64 ) = 128 61 . (b) Er geldt, vanwege de regel van Bayes,

P(X 0 = 1 | X 2 = 1) = P(X 2 = 1 | X 0 = 1) P(X 0 = 1) P(X 2 = 1)

= (P 2 ) 11

1 2 61 = 43 64

1 2

61 = 43 61 .

(5)

(7) (a) Vanuit 1 en 3 kan 2 niet bereikt worden. De Markovketen is derhalve niet irreducibel. Vanuit 1 kan er in ´ e´ en stap naar 1 worden teruggekeerd en idem voor 3. De Markovketen is derhalve aperiodiek.

(b) Er is een unieke stationaire verdeling, en die wordt gegeven door π = ( 1 2 , 0, 1 2 ).

(8) (a) De zwakke wet van de grote aantallen luidt

∀  > 0 : lim

n→∞ P | X ¯ n − µ| >  = 0.

(b) De ongelijkheid van Chebyshev geeft P(| X ¯ n − µ| > ) ≤ 1

 2 E ( X ¯ n − µ) 2 .

Echter

E ( X ¯ n − µ) 2  = 1 n 2 E

" n X

i=1

(X i − µ)

# 2 

 = 1 n 2

n

X

i=1

E (X i − µ) 2  = σ 2

n .

Omdat dit naar nul convergeert als n → ∞, volgt de zwakke wet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens

Tijdens de cursus zijn in subblok 1 van het blok 'Koude Oorlog' de oorzaken voor het ontstaan van de Koude Oorlog besproken.. Om deze vraag juist te beantwoorden moest je de

Om deze vraag juist te beantwoorden, moest je gebruik maken van het stappenplan 'Vragen met Prenten' dat tijdens de cursus is behandeld.. Zo kon je elementen uit de afbeelding

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens