• No results found

(a) [5] Laat zien dat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(a) [5] Laat zien dat"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tentamen Inleiding Kansrekening 16 juni 2017, 14:00–17:00 Docent: Prof. dr. F. den Hollander

Bij dit tentamen is het gebruik van boek en aantekeningen niet toegestaan. Er zijn 8 vragen, elk met twee of drie onderdelen. Elk onderdeel is een aantal punten waard, dat vet gedrukt is aangegeven. Het totaal aantal punten is 100. Er zijn vragen in drie categorie¨en: R = reproductie, T = toepassing, I = inzicht.

Schrijf je naam, studentnummer en studierichting op elk blad dat je inlevert. Mo- tiveer steeds je antwoorden: een los antwoord zonder uitleg is niet voldoende. Elke berekening dient van een toelichting te worden voorzien.

(1) [R] Gegeven zijn drie gebeurtenissen A, B, C met P(A) = 3 4 , P(B) = 4 5 , P(C) = 5 6 .

(a) [5] Laat zien dat

23

60 ≤ P(A ∩ B ∩ C) ≤ 3 4 . Hint: Kijk ook naar de gebeurtenissen A c , B c , C c .

(b) [5] Geef voorbeelden, aan de hand van een Venn-diagram, waaruit blijkt dat de ondergrens en de bovengrens bereikt kunnen worden.

(2) [R] Het tripel R-waardige continue stochasten (X, Y, Z) heeft gezamenlijke kansdichtheidsfunctie

f X,Y,Z (x, y, z) =  C, 0 ≤ x < y < z ≤ 1, 0, elders.

(a) [4] Bereken C.

(b) [6] Bereken E(X), E(Y ), E(Z).

(c) [4] Bereken cov(X, Y ).

Hint : Integreer steeds eerst over x, daarna over y en vervolgens over z.

(3) [R] Zij X de N 0 -waardige discrete stochast met kansmassafunctie p X (k) = ( C N ( 2 3 ) k , 0 ≤ k < N,

C N ( 1 3 ) k , k ≥ N,

(2)

waarbij N ∈ N 0 een parameter is.

(a) [3] Bereken C N .

(b) [5] Bepaal de convergentiestraal van de kansgenererende functie s 7→

G X (s) en leidt een formule af voor G X (s) binnen de convergentiecirkel.

(c) [5] Bereken E(X). Hint: Gebruik de formule in onderdeel (b). Indien de afleiding daarvan niet gelukt is, geef dan een direkte berekening.

(4) [T] Het paar R-waardige continue stochasten (X, Y ) heeft gezamenlijke kans- dichtheidsfunctie

f X,Y (x, y) =

1

2p(1 − x)(1 − y) , 0 ≤ x < y ≤ 1,

0, elders.

(a) [4] Bereken P(X ≥ 1 2 ).

(b) [6] Bereken E(Y | X ≥ 1 2 ).

(5) [I] Gegeven zijn twee paren van stochasten (U 1 , U 2 ) en (V 1 , V 2 ), die elk paars- gewijs onafhankelijk zijn.

(a) [5] Laat zien dat

|cov(U 1 + U 2 , V 1 + V 2 )|

≤ p

[var(U 1 ) + var(U 2 )] × [var(V 1 ) + var(V 2 )].

(b) [5] Laat zien dat, wanneer U 1 , U 2 , V 1 , V 2 elk gemiddelde nul hebben,

|cov(U 1 U 2 , V 1 V 2 )|

≤ p

var(U 1 ) × var(U 2 ) × var(v 1 ) × var(v 2 ).

Hint: Gebruik de ongelijkheid van Cauchy-Schwarz.

(6) [T] Zij (W i ) i∈N een i.i.d. rijtje stochasten, elk standaard normaal verdeeld, en zij N een N-waardige discrete stochast met kansmassafunctie k 7→ p N (k).

(a) [5] Druk de momentgenererende functie M S

N

(t) van de som S N = P N i=1

W i uit in termen van de kansgenererende functie s 7→ G N (s) van N . (b) [8] Stel dat N Binomiaal verdeeld is met parameters n = 10 en p = 1 2 .

Bereken E(S N ) en var(S N ). Hint: Gebruik de formule in onderdeel (a).

Indien de afleiding daarvan niet gelukt is, geef dan een direkte berekening.

(3)

(7) [T] Zij X = (X n ) n∈N

0

de Markovketen met toestandsruimte S = {1, 2, 3} en overgangsmatrix

P =

0 1 4 3 4

1 2 0 1 2

3 4

1 4 0

 . (a) [5] Is X irreducibel? Is X aperiodiek?

(b) [5] Bereken de invariante kansverdeling π = (π 1 , π 2 , π 3 ).

(c) [5] Is π reversibel?

(8) [I] Drie kaarten genummerd 1, 2, 3 worden op tafel gelegd, in de volgorde 123.

Achtereenvolgens wordt steeds ´ e´ en willekeurig gekozen kaart opgepakt en weer teruggelegd t´ ussen de twee andere kaarten.

(a) [5] Laat zien dat de aldus gegenereerde 3-rijtjes een Markovketen X = (X n ) n∈N

0

vormen.

(b) [5] Wat is de toestandsruimte S van X? Wat is de overgangsmatrix P van X?

(c) [5] Hoe lang duurt het gemiddeld voor het rijtje 123 weer terugkeert?

(4)

OPLOSSINGEN

(1) (a) De ondergrens volgt uit de ongelijkheid

P(A c ∪ B c ∪ C c ) ≤ P(A c ) + P(B c ) + P(C c ), de bovengrens volgt uit de ongelijkheid

P(A ∩ B ∩ C) ≤ min{P(A), P(B), P(C)}.

(b) De ondergrens wordt bereikt door A c , B c , C c disjunct te kiezen, de bo- vengrens door A ⊂ B ⊂ C te kiezen.

(2) (a) Bereken

1 = Z

R

dx Z

R

dy Z

R

dz f X,Y,Z (x, y, z)

= C Z 1

0

dz Z z

0

dy Z y

0

dx = C Z 1

0

dz Z z

0

dy y

= C Z 1

0

dz 1 2 z 2 = 1 6 C.

Derhalve geldt C = 6.

(b) Bereken

E(X) = 6 Z 1

0

dz Z z

0

dy Z y

0

dx x = 6 Z 1

0

dz Z z

0

dy 1 2 y 2

= 6 Z 1

0

dz 1 6 z 3 = 6 24 1 = 1 4 .

Op analoge wijze vinden we E(Y ) = 1 2 en E(Z) = 3 4 . (c) Bereken

E(XY ) = 6 Z 1

0

dz Z z

0

dy y Z y

0

dx x = 6 Z 1

0

dz Z z

0

dy 1 2 y 3

= 6 Z 1

0

dz 1 8 z 4 = 6 40 1 = 20 3 .

Derhalve volgt dat cov(X, Y ) = E(XY ) − E(X)E(Y ) = 20 31 4 × 1 2 = 40 1 .

(5)

(3) (a) Bereken 1 =

X

k=0

p X (k) = C N

N −1

X

k=0

( 2 3 ) k + C N

X

k=N

( 1 3 ) k = C N  1 − ( 2 3 ) N

1 − 2 3 + ( 1 3 ) N 1 − 1 3

 . Derhalve geldt 1/C N = 3[1 − ( 2 3 ) N ] + 3 2 ( 1 3 ) N .

(b) De convergentiestraal van de kansgenererende functie G X (s) =

X

k=0

p X (k)s k

is gelijk aan s = 3. Omdat N eindig is wordt de convergentiestraal bepaald door de waarden van p X (k) voor k ≥ N . Een berekening analoog aan hierboven geeft

G X (s) = C N  1 − ( 2 3 s) N

1 − 2 3 s + ( 1 3 s) N 1 − 1 3 s



, |s| < 3.

(c) Bereken G 0 X (s) = C N

 − 2 3 N ( 2 3 s) N −1 1 − 2 3 s +

2

3 [1 − ( 2 3 s) N ] (1 − 2 3 s) 2 +

1

3 N ( 1 3 s) N −1 1 − 1 3 s +

1 3 ( 1 3 s) N (1 − 1 3 s) 2

 . Hieruit volgt

E(X) = G 0 X (1)

= C N −2N ( 2 3 ) N −1 + 6[1 − ( 2 3 ) N ] + 1 2 N ( 1 3 ) N −1 + 3 4 ( 1 3 ) N  . (4) (a) Bereken

P(X ≥ 1 2 ) = Z 1

1 2

dx Z 1

x

dy 1

2p(1 − x)(1 − y)

= Z 1

1 2

dx 1

√ 1 − x [− p

1 − y] y=1 y=x = Z 1

1 2

dx = 1 2 .

(b) Merk op dat E(Y | X ≥ 1 2 ) = 1 − E(1 − Y | X ≥ 1 2 ). Bereken vervolgens E



(1 − Y ) 1

X≥ 1 2



= Z 1

1 2

dx Z 1

x

dy

√ 1 − y 2 √

1 − x

= 1 3 Z 1

1 2

dx Z 1

x

dy [−(1 − y) 3/2 ] y=1 y=x = 1 3 Z 1

1 2

dx (1 − x)

= 1 6 [−(1 − x) 2 ] x=1

x= 1 2

= 24 1 .

(6)

Derhalve geldt E(Y | X ≥ 1 2 ) = 1 − 12 1 = 11 12 . (5) (a) De Cauchy-Schwarz ongelijkheid geeft

Cov(U 1 + U 2 , V 1 + V 2 ) 2 ≤ Var(U 1 + U 2 ) × Var(V 1 + V 2 ).

Vanwege de onafhankelijkheid binnen elk paar is de variantie van de som gelijk aan de som van de varianties.

(b) De Cauchy-Schwarz ongelijkheid geeft

Cov(U 1 U 2 , V 1 V 2 ) 2 ≤ Var(U 1 U 2 ) × Var(V 1 V 2 ).

Vanwege de onafhankelijkheid binnen elk paar, plus het feit dat alle ge- middelden nul zijn, is de variantie van het product gelijk aan het product van de varianties.

(6) (a) Schrijf

M S

N

(t) = E(e tS

N

) =

X

k=1

p N (k) E e tS

N

| N = k 

=

X

k=1

p N (k) E(e tS

k

) =

X

k=1

p N (k) 

E(e tW

1

)  k

=

X

k=1

p N (k) [e t

2

/2 ] k = G N (e t

2

/2 ).

(b) Wanneer N Binomiaal verdeeld is met parameters n = 10 en p = 1 2 , dan geldt G N (s) = ( 1 2 + 1 2 s) 10 . Derhalve volgt dat

M S

N

(t) = ( 1 2 + 1 2 e t

2

/2 ) 10 . Twee keer differenti¨eren naar t geeft

M S 0

N

(t) = 10( 1 2 + 1 2 e t

2

/2 ) 9 1 2 te t

2

/2 ,

M S 00

N

(t) = 90( 1 2 + 1 2 e t

2

/2 ) 8 ( 1 2 te t

2

/2 ) 2 + 10( 1 2 + 1 2 e t

2

/2 ) 9 [ 1 2 + ( 1 2 t) 2 ] e t

2

/2 . Hieruit leiden we af

E(S N ) = M S 0

N

(0) = 0,

var(S N ) = M S 00

N

(0) + M S 0

N

(0) = 5.

(7)

Dit antwoord kan ook worden afgeleid uit de observaties

E(S N ) = E

N

X

i=1

W i

!

= E(N ) E(W 1 ) = 5 × 0 = 0,

var(S N ) = var

N

X

i=1

W i

!

= E(N ) var(W 1 ) = 5 × 1 = 5.

(7) (a) X is irreducibel omdat met alle toestanden met een strikt positieve kans vanuit elkaar bereikbaar zijn. X is aperiodiek omdat terugkeertijden veelvouden van 2 en 3 zijn.

(b) De invariante kansverdeling is een oplossing van de vergelijking π = πP . Dit geeft de vergelijkingen

π 1 = 1 2 π 2 + 3 4 π 3 , π 2 = 1 4 π 1 + 1 4 π 3 , π 3 = 3 4 π 1 + 1 2 π 2 .

Hieruit berekenen we dat π 1 = 2π 2 = π 3 . Omdat π 1 + π 2 + π 3 = 1, volgt dat (π 1 , π 2 , π 3 ) = ( 2 5 , 1 5 , 2 5 ).

(c) Omdat π i p ij = π j p ji voor alle 1 ≤ i < j ≤ 3, volgt dat π reversibel is.

Bijvoorbeeld, π 1 p 12 = 2 5 1 4 = 10 1 en π 2 p 21 = 1 5 1 2 = 10 1 .

(8) (a) Omdat kaarten onafhankelijk worden getrokken, is de uitkomst van elk volgend rijtje slechts afhankelijk van het vorige rijtje.

(b) De toestandsruimte is S = {123, 312, 231, 132, 213, 321}. De overgangs- matrix is

P =

1

3 0 0 1 3 1 3 0 0 1 3 0 1 3 0 1 3 0 0 1 3 0 1 3 1 3

1 3

1

3 0 1 3 0 0

1

3 0 1 3 0 1 3 0 0 1 3 1 3 0 0 1 3

 .

(c) De invariante kansverdeling is uniform: π = ( 1 6 , 1 6 , 1 6 , 1 6 , 1 6 , 1 6 ). De gemid-

delde terugkeertijd van elke toestand is derhalve gelijk aan 6.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar hoe sterk de kwaliteit van het onderwijs en de extra ondersteuning van een school ook zijn, toch zijn er al- tijd leerlingen die nóg intensievere en meer specifieke Figuur

Zoals deze serie zondagen begon op een berg, zo eindigt hij ook: we lezen hoe Jezus vanaf een berg in Galilea zijn leerlingen eropuit stuurt om iedereen over hem te vertellen, en

Voor financiële ondernemingen betekent dit bijvoorbeeld dat meer dan voorheen zal worden gekeken naar de wijze waarop zij informatie aanbieden en naar de inrichting van

Nader tot de troon Waar het loflied klinkt Heel de schepping zingt:.. Hij

Noch mijn zijn, noch de dood Elke hoogte, diepte groot Niets kan ons ooit scheiden Niets kan ons ooit scheiden Noch verdriet, noch het kwaad Zeker als de dageraad. Niets

In het besproken project in Rotterdam heeft dit dan wel niet tot behoud van alle aan- wezige bomen geleid, maar het heeft wel als resultaat een duurzaam ingerichte, functionele

[r]

Op de vraag of ze te maken krijgen met kinderen die niet willen/durven meedoen aan een activiteit omwille van de ouders, antwoordt 61% van de jeugdwerkers dat dit inderdaad