Vraag nr. 297 van 9 juli 1998
van de heer MANDUS VERLINDEN Monumenten – Schade door duiven
Monumenten zijn bij uitstek kwetsbaar voor moge-lijke beschadigingen, aangezien het meestal gaat om oudere gebouwen met een dito infrastructuur. Mogelijke beschadiging komt veelal voor door dui-ven die nesten bouwen, aangezien vele monumen-ten door hun aard en constructie zich wonderwel lenen tot deze activiteit.
Het gevolg daarvan is echter dat in vele gevallen nestmateriaal terechtkomt in bijvoorbeeld regenaf-voerbuizen, met verstopping en binnendringend regenwater tot gevolg.
In het Brusselse gewest worden deze duiven daar-om ook gevangen. Iets dergelijks bestaat niet in het Vlaamse gewest, waardoor de kans op beschadi-ging van monumenten door de activiteiten van deze dieren dan ook groter is.
Zijn er bij de Vlaamse overheid diensten belast met het vangen van wilde duiven en zo neen, waar-om niet ?
Wordt deze taak eventueel overgelaten aan de pro-vincies of de gemeenten en zo ja, op welke manier dienen zij dan op te treden ?
Antwoord
Zoals reeds is meegedeeld in het antwoord op schriftelijke vraag nr. 54 van 13 december 1995, behoort het in eerste instantie tot de algemene bevoegdheid van de gemeenten om overlast ver-oorzaakt door duiven te bestrijden, waar het gaat om de zindelijkheid van openbare plaatsen en gebouwen (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 5 van 8 januari 1996, blz. 240 – red.).
Met betrekking tot de beschermde monumenten is de eigenaar of vruchtgebruiker ertoe verplicht zorg te dragen voor de instandhouding en het onder-houd, onder meer door het treffen van maatrege-len tegen dierlijke vervuiling (artikel 2, § 1, 3° van het besluit van de Vlaamse regering van 17 novem-ber 1993 tot bepaling van de algemene voorschrif-ten inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten).
Voor deze maatregelen, meer bepaald het