• No results found

Het inwendig product van twee vectoren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het inwendig product van twee vectoren"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een test voor alternerende reeksen (Leibniz)

Als {bk}k=1 een dalende rij zijn met positieve termen en limiet 0 dan is de reeks

P

k=1

(−1)k−1bk convergent.

Is sn =

n

P

k=1

(−1)k−1bk en s = lim

n→∞sn dan geldt bovendien

|s − sn| ≤ bn+1.

(2)

Definitie Een reeks

P

k=1

ak heetabsoluut convergentals de reeks

P

k=1

|ak| convergent is.

Voorbeelden De reeks

P

k=1

(−1)k−1 1

k2 is absoluut convergent.

Verder is de reeks

P

k=1

(−1)k−1 1

k convergent maar niet absoluut convergent.

(3)

Stelling Als de reeks

P

k=1

ak absoluut convergent is dan is de reeks zelf convergent.

Opmerking

De omgekeerde bewering is niet juist .

Een convergente reeks is niet altijd absoluut convergent.

Een reeks die convergent is maar niet absoluut convergent heet relatief convergent.

(4)

De quoti¨ enttest (d’Alembert)

Als lim

k→∞

ak+1

ak

= L < 1 dan is de reeks

P

k=1

ak

absoluut convergent.

Als lim

k→∞

ak+1

ak

= L > 1 dan is de reeks

P

k=1

ak divergent.

Als lim

k→∞

ak+1 ak

= 1 dan kan geen conclusie worden getrokken over de convergentie of divergentie van de reeks

P

k=1

ak .

(5)

De worteltest (Cauchy)

Als lim

k→∞

p|ak k| = L < 1 dan is de reeks

P

k=1

ak

absoluut convergent.

Als lim

k→∞

p|ak k| = L > 1 dan is de reeks

P

k=1

ak divergent.

Als lim

k→∞

p|ak k| = 1 dan kan geen conclusie worden getrokken over de convergentie of divergentie van de reeks

P

k=1

ak .

(6)

De cosinusregel

Pas de stelling van Pythago- ras toe op de driehoeken ADC en DBC en trek de twee verkregen vergelijkingen van elkaar af .

c2 − 2cp = a2 − b2 a2 = b2 + c2 − 2cp

Gebruik vervolgens dat cos φ = p b

Dit geeft ( cosinusregel ): a2 = b2 + c2 − 2bc cos φ

(7)

Het inwendig product van twee vectoren

Als u, v ∈ Rn, u = hu1, u2, · · · , uni en v = hv1, v2, · · · , vni dan is hetinwendig product van u en v gelijk aan een getal en wel u1v1 + u2v2 + · · · + unvn .

Notaties

(u, v), hu, vi en u • v

(8)

Definitie

Delengtevan u is gelijk aan q

u21 + u22 + · · · + u2n = √ u • u . Notaties

||u|| en |u|

(9)

Belangrijkste eigenschappen

Laten u, v, w ∈ Rn, c ∈ R.

Dan geldt

u • v = v • u.

(c u) • v = c (u • v).

(u + v) • w = u • w + v • w.

u • u ≥ 0 en u • u = 0 ⇔ u = 0.

(10)

Het uitwendig product van twee vectoren

Als u, v ∈ R3, u = hu1, u2, u3i en v = hv1, v2, v3i dan is hetuitwendig productvan u en v gelijk aan een vector in R3 en wel hu2v3 − u3v2, u3v1 − u1v3, u1v2 − u2v1i .

Notatie u × v

(11)

Het uitwendig product van twee vectoren

Het uitwendig product van u en v is de vector die loodrecht staat op de vectoren u en v ,

een lengte heeft die gelijk is aan de oppervlakte van het parallellogram opgespannen door u en v ,

bij u en v past volgens de ’rechterhandregel’.

(12)

Belangrijkste eigenschappen

Laten u, v, w ∈ Rn, c ∈ R.

Dan geldt

u × v = −(v × u).

(c u) × v = c (u × v).

(u + v) × w = u × w + v × w.

u • (v × w) = (u × v) • w

|u • (v × w)| is de inhoud van het parallellepipedem opgespannen door u, v en w.

(13)

Machtreeksen

Een machtreeks is een reeks waarvan de termen van machten van x − a afhangen.

We kunnen ons afvragen voor welke waarde(n) van x deze reeks convergeert en wat dan de som is van deze reeks. Natuurlijk zal de som van x afhangen.

De reeks

P

k=0

ck(x − a)k (a, c0, c1, c2, · · · ∈ R) heet eenmachtreeks rond amet als co¨effici¨enten c0, c1, c2, · · · .

 x ∈ R |

P

k=0

ck(x − a)k is convergent



heet hetconvergentie-

(14)

Als x = a dan is de machtreeks

P

k=0

ck(x − a)k convergent en heeft als som c0.

We kunnen nu de quoti¨ententest of de worteltest toepassen om het convergentiegebied van de machtreeks te vinden.

Als x 6= a dan is de absolute waarde van het quoti¨ent van twee opeenvolgende termen gelijk aan

ck+1(x − a)k+1 ck(x − a)k

=

ck+1

ck (x − a)

= |x − a|

ck+1 ck

.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vaak hebben we het echter met waarnemingen te maken die niet door een enkele waarde maar door een vector van waarden beschreven wordt. We kunnen hier bijvoorbeeld aan de

Twee vectoren a en b, beiden verschillend van 0, staan loodrecht op elkaar of heten orthogonaal als hun ingesloten hoek gelijk is aan π.. Afspraak is dat 0 loodrecht op elk

We kunnen ons afvragen voor welke waarde(n) van x deze reeks convergeert en wat dan de som is van deze reeks.. Omdat het convergentiegebied in zekere zin

Twee vectoren u en v, beiden verschillend van 0, staan loodrecht op elkaar of heten orthogonaal als hun ingesloten hoek gelijk is aan π.. Afspraak is dat 0 loodrecht op elk

Merk op dat ξ(x) een monotoon stijgende functie is van x en dat Q(x) continu is op [a, b] in het geval van een regulier S.L. Verder geven reguliere randvoorwaarden voor y aanleiding

5p 12 Stel met behulp van deze twee punten een formule op voor het lineaire verband in het assenstelsel en bereken met behulp van de formules bij welke geografische afstanden

6p 10 Laat zien (door een redenering) hoe uit de formule van de afgeleide volgt dat de zomereik steeds groeit en dat deze groei steeds langzamer gaat... Maar niet alle

We zijn geïnteresseerd in de kans dat een schaatser zijn snelste tijd rijdt in de rit waarin hij de laatste bocht in de buitenbaan rijdt.. Deze kans noemen we