Het inwendig product van twee vectoren
Definitie
Als u = hu1, u2(, u3)i en v = hv1, v2(, v3)i dan heet u1v1 + u2v2( + u3v3) het inwendig product van u en v.
Notaties
(u, v), hu, vi en u•v.
Stelling
Laten u, v en w vectoren zijn en t een scalar. Dan geldt:
1. u•v = v•u,
2. u•(v + w) = u•v + u•w, 3. (tu)•v = t(u•v),
4. u•u ≥ 0 en u•u = 0 ⇐⇒ u = 0, 5. u•u = |u|2.
Stelling
Als u en v vectoren zijn dan u•v = |u||v| cos(θ) waarbij θ de hoek is tussen u en v.
Deze stelling kan worden bewezen door gebruik te maken van de cosinusregel.
Pas de stelling van Pythagoras toe op de driehoeken ADC en DBC en trek de verkregen vergelijkingen van elkaar af.
c2 − 2cp = a2 − b2 a2 = b2 + c2 − 2cp Gebruik vervolgens dat cos θ = p
b
Dit geeft ( cosinusregel ): a2 = b2 + c2 − 2bc cos θ.
Definitie
Twee vectoren u en v, beiden verschillend van 0, staan loodrecht op elkaar of heten orthogonaal als hun ingesloten hoek gelijk is aan π
2.
Afspraak is dat 0 loodrecht op elk andere vector staat. Gevolg
Twee vectoren u en v zijn orthogonaal dan en slechts dan als u•v = 0.
Definitie
Twee vectoren u en v, beiden verschillend van 0, staan loodrecht op elkaar of heten orthogonaal als hun ingesloten hoek gelijk is aan π
2.
Afspraak is dat 0 loodrecht op elk andere vector staat.
Gevolg
Twee vectoren u en v zijn orthogonaal dan en slechts dan als u•v = 0.
O v
u
uv
Notaties ˆ
v voor de eenheidsvector in de richting van v en
uv voor de loodrechte projectie van u op de drager van v.
Definitie
De scalaire projectie van u op v is gelijk aan
s = u•v
|v| = |u| cos(θ).
Stelling
De vectorprojectie van u op de drager van v is gelijk aan sˆv = (u•v
|v| ) v
|v| = u•v
|v|2 v.
Voorbeeld
Laat langs een vector s een constante kracht F worden uitgeoefend. Dan is de verrichte arbeid W gelijk aan
|F| cos(θ)|s| = F•s. Hierbij is θ de hoek tussen F en s.
Generalisatie
Definitie
Rn = { hu1, u2, · · · , uni | ui ∈ R (i = 1, 2, · · · , n) } Opmerking
Als e1 = h1, 0, · · · , 0i, e2 = h0, 1, · · · , 0i, · · · , en = h0, 0, · · · , 1i dan
u = hu1, u2, · · · , uni = u1e1 + u2e2 + · · · , unen. Voor n = 2 en n = 3 moet dit bekend voorkomen.
Definitie
Als u, v ∈ Rn, u = hu1, u2, · · · , uni en v = hv1, v2, · · · , vni dan heet u1v1 + u2v2 + · · · + unvn het inwendig product van u en v.
Notaties
(u, v), hu, vi en u•v
Het inwendig product van twee vectoren
Definitie
De lengte van u = hu1, u2, · · · , uni is gelijk aan q
u21 + u22 + · · · + u2n = √ u•u . Notaties
||u|| of |u|.
Stelling
Laten u, v en w vectoren zijn in Rnen t een scalar. Dan geldt:
1. u•v = v•u,
2. u•(v + w) = u•v + u•w, 3. (tu)•v = t(u•v),
4. u•u ≥ 0 en u•u = 0 ⇐⇒ u = 0, 5. u•u = |u|2.
Stelling, de ongelijkheid van Cauchy-Schwarz Als u en v ∈ Rn dan |u•v| ≤ |u||v|.
Definitie
Als u en v ∈ Rn\{0} dan kan de hoek θ, 0 ≤ θ ≤ π gedefineerd worden door: cos(θ) = u•v
|u|||v|.
§10.3 Het uitwendig product van twee vectoren
Definitie
Als u en v vectoren zijn in de ruimte, u = hu1, u2, u3i en v = hv1, v2, v3i,
dan is het uitwendig product van u en v gelijk aan de vector hu2v3 − u3v2, u3v1 − u1v3, u1v2 − u2v1i .
Notatie u × v
Het uitwendig product van vectoren u 6= 0 en v 6= 0, die geen veelvoud zijn, is de vector die
loodrecht staat op de vectoren u en v,
een lengte heeft die gelijk is aan de oppervlakte van het parallellogram opgespannen door u en v,
bij u en v past volgens de ’rechterhandregel’.
In alle overige gevallen is het uitwendig product van u en v gelijk aan 0.