Vraag nr. 143 van 17 maart 2000
van de heer BRUNO TOBBACK Kanaal Leuven-Dijle – Waterkwaliteit
Uit de jaarverslagen van de Vlaamse Milieumaat-schappij (VMM) blijkt dat in 1998 de kwaliteit van het water in het Kanaal Leuven-Mechelen ter hoogte van Leuven slecht is. In Haacht blijkt ze daarentegen goed en in Mechelen zeer goed ("Wa-t e r k w a l i ("Wa-t e i ("Wa-t . Lozingen in he("Wa-t wa("Wa-ter 1998", b l z . 55 en "Waterkwaliteit in Vlaanderen in 1998", blz. 18). 1. Wat zijn de oorzaken van de slechtere
water-kwaliteit ter hoogte van Leuven ?
2. Zijn er sinds 1998 maatregelen genomen om deze situatie te verbeteren en zo ja, is er zicht op de effecten daarvan ?
3. Welke bijkomende maatregelen worden nog overwogen ?
Antwoord
1. Het Kanaal Leuven-Mechelen heeft inderdaad een mindere waterkwaliteit.
Het Kanaal Leuven-Mechelen had ook in 1999 een slechte kwaliteit in Leuven en een goede kwaliteit in Mechelen, wat blijkt uit de volgende cijfers (gemiddelden van maandelijkse metin-gen in 1999) :
Leuven Mechelen (Vaartkom) (Walem) Belgische biotische 4 7
index (BBI) ("slechte kwaliteit") ("goede kwaliteit") Zuurstof (mg/l) 5,04 8,31 Nitraat + nitriet (mgN/l) 5,98 4,33 Ammonium (mgN/l) 2,36 0,84 Fosfor totaal (mgP/l) 0,76 0,33 Prati-index 19981 4,3 1,5 ("verontreinigd") ("aanvaardbaar")
1De Prati-index van 1999 is nog niet beschikbaar.
Wel werd in 1999 in Mechelen (Walem) een achteruitgang van de kwaliteit vastgesteld. Te r-wijl de BBI gedurende vier achtereenvolgende jaren (1995-98) een score had van 9 ("zeer goede kwaliteit"), viel die in 1999 terug tot 7
("goede kwaliteit"). Op de meetplaats was veel drijvend afval in het water te zien.
De waterkwaliteit van het Kanaal Leuven-Me-chelen wordt in Leuven voornamelijk bepaald door de kwaliteit van de waterloop de Vo e r. Ongeveer honderd meter voor de Dijle via "de Hond" (een constructie en geen waterloop) het Kanaal Leuven-Mechelen voedt, mondt de Vo e r aan dezelfde kant uit in de Dijle. Omdat ter hoogte van "de Hond" dit Voerwater nog niet volledig gemengd is met het Dijlewater, w o r d t het kanaal in hoofdzaak gevoed door de Vo e r. De Voer heeft een slechtere kwaliteit dan de D i j l e, wat blijkt uit de volgende gegevens van beide waterlopen bij het binnenkomen van Leu-ven (gemiddelden van maandelijkse metingen in 1999) :
Dijle in Leuven Voer in Heverlee (sportcentrum KUL)(campus Arenberg) Belgische biotische 5 2
index (BBI) ("matige kwaliteit") ("zeer slechte kwaliteit") Zuurstof (mg/l) 6,46 3,74 Nitraat + nitriet (mgN/l) 6,63 2,14 Ammonium (mgN/l) 1,80 8,58 Fosfor totaal (mgP/l) 0,77 2,12 Prati-index 1998 4,6 10,7 ("verontreinigd") ("zwaar verontreinigd")
De kwaliteit van het kanaalwater verbetert ge-leidelijk naar Mechelen toe door het zelfreini-gend vermogen van de waterloop. Hierbij speelt de lange verblijftijd van het water (circa drie maanden) in het kanaal een belangrijke rol. 2 en 3. Om de waterkwaliteit van het kanaal
Leu-ven-Mechelen te verbeteren, werd een aantal jaren geleden het voorstel geopperd om de Vo e r via sifonering langs de andere oever van de Dijle en stroomafwaarts van "de Hond" te laten u i t m o n d e n . Na technisch onderzoek van de Aminal-afdeling Water (Aminal : a d m i n i s t r a t i e M i l i e u - , N a t u u r- , Land- en Waterbeheer) bleek dit echter veel complexer en duurder dan aan-vankelijk gedacht, zodat deze maatregel niet in aanmerking werd genomen.
aan-zienlijk verbeteren (zie b i j l a g e : "Sanering van de Vo e r " ) . I m m e r s, het overgrote deel van de woningen in het gebied is reeds aangesloten op de riolering. Fase 1 en fase 2 van de collector Voer zijn nu in uitvoering. Fase 1 wordt naar verwachting in augustus dit jaar opgeleverd. O p deze collector zal een belangrijk deel van de universitaire campus van de Katholieke Univer-siteit Leuven (KU Leuven) aangesloten zijn, zodat de impact belangrijker zal zijn dan wat zou kunnen blijken uit de in bijlage vermelde cijfers (deze cijfers vermelden immers enkel de residentiële inwoners, dus geen studenten, n o c h bedrijven e.d.).
De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Te r-vuren had reeds in 1996 moeten worden opgele-v e r d . De werken zijn echter nog niet begonnen. Het dossier is reeds geruime tijd geblokkeerd wegens vergunningsproblemen.
Recentelijk werd de rechteroever van het Ka-naal Leuven-Mechelen ecologisch heraange-l e g d , met onder meer de aanheraange-leg van pheraange-lasbermen en rietaanplantingen. Dit kan zowel de zelfzui-verende werking van de waterloop als de vis-stand ten goede komen.
Vermelden we ten slotte dat het aantal versas-singen op het Kanaal Leuven-Mechelen in de toekomst zou kunnen worden opgedreven. M o-menteel zijn er gemiddeld zes versassingen per d a g. Een studie in opdracht van administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) heeft echter uitgewezen dat men theoretisch tot twintig ver-sassingen per dag zou kunnen gaan, terwijl het optimum rond zestien versassingen zou liggen. Mogelijk zou dit de waterkwaliteit in het kanaal negatief kunnen beïnvloeden, omdat door een toenemend aantal versassingen de verblijftijd van het water wordt ingekort. Het is echter nog niet duidelijk in welke mate. Bovendien kan een toenemende scheepvaart ook de waterkwaliteit negatief beïnvloeden (lozingen, golfslag).