• No results found

Vraag nr. 27 van 3 november 1999 van de heer ERIK MATTHIJS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 27 van 3 november 1999 van de heer ERIK MATTHIJS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 27

van 3 november 1999

van de heer ERIK MATTHIJS

Mentaal gehandicapten – Opvangaanbod

Voor personen met een verstandelijke of psychi-sche handicap en personen met autisme is er soms extra steun nodig opdat zij hun mogelijkheden ten volle zouden kunnen ontwikkelen.

Te vaak wordt gekeken naar wat deze personen niet kunnen en is er onvoldoende aandacht voor de mogelijkheden die er wel zijn. Net als anderen heb-ben zij veel te bieden en zijn zij in de eerste plaats mensen met rechten, onder andere op onderwijs, z o r g, juridische bescherming, volwaardig burger-schap en leven in de gewone samenleving.

Een verdere uitbouw van het voorzieningenaanbod is daarom noodzakelijk.

Het is van uiterst groot belang te streven naar aan-gepaste kleinschalige woon- en dagbestedingspro-j e c t e n , met mogelidagbestedingspro-jkheid tot inschakeling in de ge-wone samenleving, en naar het realiseren van be-taalbare zorg.

In de slotbeschouwing uit het Jaarverslag 1998 van de Centrale Wachtlijst voor volwassen personen met een handicap van de provincie Oost-V l a a n d e-ren komt men tot de conclusie dat het totaal aantal personen op de Oost-Vlaamse Centrale Wa c h t l i j s t opnieuw is gestegen ten opzichte van het jaar 1997. Bovendien steeg het aantal personen met de hoog-ste urgentiegraad beduidend in vergelijking met het jaar voordien.

Bijna 40 % van deze urgente zorgvragen bleven meer dan zes maanden onbeantwoord. Van de vra-gen met de hoogste urvra-gentie richtten bijna 60 % zich naar begeleid wonen (een relatief laaginten-sieve zorgvorm), maar over alle zorgvormen heen was de vraag naar een woonvorm met bezigheids-mogelijkheden (type tehuis niet-werkenden voor mentaal of motorisch gehandicapten) het meest voorkomend (ruim 60 %)

Het aanbod is dan ook structureel onvoldoende en er is dringend nood aan meer opvang.

Welke mogelijke en blijvende oplossingen werden er reeds vooropgesteld om dit structureel pro-bleem op te vangen ?

Volgens het Platform van Vlaamse Ouder- en Fa-milieverenigingen van Personen met een Ve r s t a

n-delijke en/of Psychische Handicap en/of Au t i s m e VZW gaat het hier om een dringende aangelegen-heid.

Antwoord

Aangezien deze vraag eveneens betrekking heeft op het knelpunt inzake de toegang tot een aange-past en voldoende beschikbaar zorgaanbod voor mensen met een handicap, verwijs ik naar mijn ant-woord op de schriftelijke parlementaire vraag nr. 4 van 23 augustus 1999 van mevrouw Patricia Cey-sens (Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr.2 van 22 oktober 1999, blz. 44 – red.).

Aanvullend bevestig ik dat in de voorgestelde be-groting 2000 van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VHSIPH) de volgende initiatieven zijn opgeno-men.

– Uitbreiding tehuizen niet-werkenden : + 45 plaatsen ; nursing en realisatie vergunningen : + 55 plaatsen.

Met deze uitbreiding moet worden beantwoord aan complexe zorgnoden van prioritaire doel-groepen.

Bij de toewijzing van nieuwe zorgplaatsen moet worden uitgegaan van regionale analyses inzake de afstemming van vraag en aanbod. De garan-tie moet worden ingebouwd dat nieuwe zorg-plaatsen prioritair worden toegewezen aan de zorgvragers die in de Centrale Wachtlijst met de grootste urgentiegraad geregistreerd staan, o f die bij gebrek aan een gepaste opvang in door het Vlaams Fonds erkende voorzieningen nood-gedwongen verblijven in een rust- en verzor-gingstehuis.

De mate waarin de aanvragende voorziening gebruikmaakt van de mogelijkheden inzake f l e x i b i l i s e r i n g, moet als positief criterium bij de beslissingen inzake uitbreiding worden gehan-teerd.

(2)

– Uitbreiding dagcentra: + 92 plaatsen

Bij de toewijzing van deze nieuwe plaatsen m o e t e n , analoog met de "uitbreiding nursing", dezelfde criteria worden toegepast inzake regio-nale analyse, prioritaire doelgroepen, u r g e n t i e-g r a a d , aanwendine-g van de moe-gelijkheden inza-ke flexibilisering, expertise en zorgorganisatie ten aanzien van posttraumatici.

– Uitbreiding kortopvang: + 20 plaatsen – Uitbreiding beschermd wonen: + 150 plaatsen

Verdere inspanningen zijn noodzakelijk om re-sidenten van woonvoorzieningen die een meer autonome woonvorm aankunnen, te laten door-stromen naar het beschermd wonen.

Een positief criterium bij de toewijzing van de extra plaatsen beschermd wonen is het bieden van de garantie dat de aldus vrijgekomen resi-dentiële plaatsen zullen worden ingenomen door zorgvragers die behoren tot prioritaire d o e l g r o e p e n , en die op de wachtlijst geregis-treerd staan met een hoge urgentiegraad. Verder moeten budgettair neutrale reconversies van tehuizen voor volwassenen (behalve nur-sing) naar beschermd wonen worden aange-moedigd.

– Uitbreiding begeleid wonen: + 200 plaatsen – Uitbreiding thuisbegeleiding: + 5.000

begelei-dingen

– Uitbreiding zelfstandig wonen: één dienst (12 plaatsen)

Na de vele gesprekken die ik in de afgelopen maanden heb gevoerd, onder andere met drie ou-derverenigingen die deel uitmaken van het Plat-form van Vlaamse Ouder- en Fa m i l i e v e r e n i g i n g e n van mensen met een handicap, ben ook ik gegre-pen door de realiteit van gezinnen die geen toe-gang vinden tot een passende opvangvorm.

Ik herhaal dat in Vlaanderen de zorgvrager zich wendt tot de erkende voorziening die de gevraagde opvang kan bieden. Wanneer dit om welke reden dan ook niet kan, wordt terecht de overheid aange-sproken op haar verantwoordelijkheid voor het re-aliseren van een voldoende gedifferentieerd en ge-spreid zorgaanbod. De instrumenten waarover ik als voogdijminister beschik om deze

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op haar vergadering van 7 december 2001 heeft de Vlaamse regering haar goedkeuring gegeven aan de nota aan de Vlaamse regering ( V R / 2 0 0 1 / 0 7. 1 2 / d o c.1202)

Het al dan niet aanleggen van een toegangscom- plex ter hoogte van de kruising N49-N456 te Kaprijke is afhankelijk van de resultaten van de M E R-studie inzake de ombouw van

De timing wordt vooral bepaald door de door- looptijd van deze procedures, en niet door een gebrek aan budgettaire middelen. Het heeft dan ook geen zin om op zeer korte termijn

De inning van de onroerende voorheffing gebeurt nu door de Vlaamse overheid zelf, en dit geldt ui- teraard ook voor de doorstorting van het geld be- stemd voor de steden en

De verschillen ten opzichte van de in maart 1999 geleverde gegevens zijn te wijten aan het feit dat nog niet alle scholen in Ronse op dat moment hun cijfers bezorgd hadden aan mijn

Ook zal er verder onderzoek ge- beuren om een definitieve keuze te maken van het tracé voor de verbinding tussen R4-west en –oost onder het Zeekanaal naar Gent. Dit alles gebeurt in

Naar aanleiding van de maatregelen die door een studiebureau werden uitgewerkt en nu ter goed- keuring zouden worden voorgelegd, maken de in- woners van Sint-D e n i j s-Westrem

Het ICHO is een interuniversitair centrum voor de huisartsenopleiding dat door de universitei- ten zelf is opgericht, initieel voor de organisatie van seminaries en nadien