Tilburg University
Incidentele arbeid door vreemdelingen
van Rijs, André; van Drongelen, Harry
Published in:
Over de Grens
Publication date:
2020
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Link to publication in Tilburg University Research Portal
Citation for published version (APA):
van Rijs, A., & van Drongelen, H. (2020). Incidentele arbeid door vreemdelingen. Over de Grens , 2020(7), 8-9.
[2020-0086].
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
N I E U W S E N A D V I E S V O O R O N D E R N E M E R S E N A D V I S E U R S
Dit artikel wordt u aangeboden door Over de Grens
Over de Grens is hét vakblad voor iedereen die op professioneel vlak te maken heeft met
grensoverschrijdend ondernemen, werken en wonen. Met Over de Grens blijft u op de hoogte van
ontwikkelingen en achtergronden op het gebied van sociale zekerheid, freelance werk, fiscaliteit,
pensioen, arbeidsrecht en vermogen. Internationale aspecten worden vanuit meerdere invalshoeken
en met een praktijkgerichte insteek behandeld.
Dit kunt u verwachten van Over de Grens:
• 10 keer per jaar het vakblad - digitaal en/of op papier
• maandelijkse nieuwsbrief met actuele ontwikkelingen
• toegang tot online database
• laatste vier vakbladen offline beschikbaar op tablet.
Kijk voor meer informatie of een (proef)abonnement op
https://www.futd.nl/vakblad/over-de-grens/abonneren/
© 2020 Rendement Uitgeverij. Alle rechten voorbehouden.
Nummer 7
Pagina 8
21 augustus 2020
Harry van Drongelen1 en André van Rijs2
Incidentele arbeid door
vreemdelingen
2020-0086Artikel 2 lid 1 Wet arbeid vreemdelingen
3(Wav) geeft aan dat het de werkgever is verboden
een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder een
tewerkstellings-vergunning of zonder dat een vreemdeling in het bezit is van een gecombineerde tewerkstellings-vergunning
van verblijf en arbeid voor werkzaamheden bij die werkgever. De betekenis van de begrippen
‘werkgever’ en ‘vreemdeling’ is nader aangegeven. Artikel 1 onderdeel b onder 1° Wav
bepaalt dat een werkgever degene is die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf
een ander arbeid laat verrichten, waarna onderdeel c van het artikel voor de betekenis van
het begrip ‘vreemdeling’ verwijst naar de Vreemdelingenwet 2000
4(Vw). Artikel 1 Vw
omschrijft de vreemdeling als een ieder die de Nederlandse nationaliteit niet bezit en niet
op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander moet worden behandeld. In artikel 3
lid 1 is een aantal uitzonderingen gegeven op het in lid 1 van artikel 2 Wav neergelegde
verbod. Een van die uitzonderingen is de mogelijkheid om in het Besluit uitvoering Wet
arbeid vreemdelingen
5(BuWav) een vreemdeling aan te wijzen die tot een aangewezen
categorie behoort en die een aangewezen categorie van werkzaamheden verricht.
Incidentele arbeid
Artikel 1 lid 1 onderdeel a BuWav leert dat de in artikel 2 lid 1 Wav neergelegde vergunnings-verplichting niet geldt als het gaat om een vreemdeling, die (a) zijn hoofdverblijf buiten
Nederland heeft, en (b) incidentele arbeid verricht. Deze aard van de arbeid is vervolgens nader aangeduid. Het moet gaan om arbeid die uitsluitend bestaat uit:
1. het monteren of repareren van door zijn, buiten Nederland gevestigde, werkgever geleverde werktuigen, machines of appara-tuur of uit het instrueren in het gebruik daar-van;
2. het voeren van zakelijke besprekingen en het sluiten van overeenkomsten met bedrijven en instellingen voor een buiten Nederland gevestigde opdrachtgever. De wetgever geeft aan dat het gaat om besprekingen die verband houden met de ontwikkeling of de bedrijfsvoering van het bedrijf of de instelling. Uitvoerende werkzaamheden die betrekking hebben op het primaire productieproces of de kernactiviteiten van het bedrijf of de
in-stelling behoren hier in ieder geval niet toe;6
3. het voorbereiden, inrichten, houden en afbreken van een tentoonstelling of stand voor een buiten Nederland gevestigde opdrachtgever. De wetgever maakt duidelijk dat de afbrekende partij niet per se dezelfde
partij hoeft te zijn als de opbouwende partij. De vreemdeling hoeft niet alle genoemde werkzaamheden te verrichten, maar kan ook slechts een deel van die werkzaamheden
verrichten;7
4. het verzorgen van rapportages of het maken van documentaires voor een buiten Nederland gevestigd publiciteitsmedium;
5. het werkzaam zijn in de huishouding van toeristen;
6. het deelnemen aan sportwedstrijden, dan wel het werkzaam zijn als vaste persoonlijke begeleider van een deelnemer aan sport-wedstrijden. De wetgever maakt wel duidelijk dat de vaste persoonlijke begeleider in dienst
moet zijn van de sporter8;
7. het werkzaam zijn als artiest, vaste persoon-lijk begeleider van een artiest, musicus, vaste persoonlijk begeleider van een musicus, beeldend kunstenaar, conservator of restaurator. De wetgever maakt kenbaar dat bij vaste persoonlijke begeleider moet worden gedacht aan een technicus, kapper of visagist. Ook voor deze situatie heeft de wetgever duidelijk gemaakt dat de vaste persoonlijke begeleider in dienst moet zijn van de artiest en musicus;
Nummer 7
21 augustus 2020
Pagina 9
schriftelijk zijn overeengekomen en waarvan de exacte periode voorafgaande aan de feitelijke deelname aan de proeftrainingen
eveneens schriftelijk is vastgelegd.9 In lid 3
van artikel 1 BuWav geeft aan dat voor deze vorm van incidentele arbeid een
minimum-leeftijd geldt van 17 jaar;
9. het in opdracht van een buitenlandse auto riteit controleren van in Nederland vervaardigde goederen, geproduceerde levensmiddelen of diervoerders ten behoeve van de invoer daar-van in het land daar-van die buitenlandse autoriteit, of het in opdracht van een buitenlandse auto-riteit opstellen, of afgeven van certificaten die vereist zijn voor de invoer van in Nederland vervaardigde goederen, geproduceerde levens-middelen of diervoeders in het land van die
buitenlandse autoriteit;10
10. het ontvangen van trainingen, dan wel instructies met betrekking tot het gebruik van in Nederland vervaardigde goederen en
in Nederland te verrichten diensten.11
Maximale tijdsduur
In artikel 1 lid 2 BuWav is het incidentele van de arbeid gekoppeld aan de maximale tijdsduur van
die arbeid waarvan in lid 1 van het artikel sprake
is12. Dat ziet er als volgt uit:
a. onder 1°, 3°, 9° en 10°, arbeid met een maximale duur van 12 aaneengesloten weken binnen een tijdbestek van 36 weken; b. onder 2°, arbeid met een maximale duur
van 13 weken binnen een tijdsbestek van 52 weken;
c. onder 4°, 5°, 6° en 7°, arbeid met een maximale duur van 6 aaneengesloten weken binnen een tijdbestek van 13 weken;
d. onder 8°, arbeid met een maximale duur van 4 aaneengesloten weken binnen een tijds-bestek van 52 weken.
Vervangende arbeid
Aanvankelijk heeft de wetgever in 200413
aan-gegeven dat de arbeid die in artikel 1 lid 1 onderdeel a BuWav is genoemd niet van toe-passing is op structurele arbeid dat achter-eenvolgend door verschillende vreemdelingen wordt verricht. Met de recente wijziging van
artikel 1 BuWav14 is dit expliciet gemaakt door
een nieuw lid 4 toe te voegen. Centraal in het nieuwe lid 4 van artikel 4 BuWav staat dat het moet gaan om ‘vervangende arbeid’ die achter-eenvolgend door verschillende vreemdelingen
wordt verricht. Omdat het gaat om ‘vervangende arbeid’ moet het gaan om het verrichten van ‘hetzelfde of vergelijkbare arbeid’ en dan ook nog op ‘dezelfde plaats’. In lid 2 van artikel 1 BuWav is aangegeven wat de maximale tijdsduur in het kader van de incidentele arbeid is. Voor de berekening hiervan wordt het totaal genomen van vreemdelingen die elkaar vervangen voor de structurele arbeid. De wetgever maakt duidelijke dat hiermee wordt voorkomen dat vreemde lingen achtereenvolgend dezelfde of vergelijk bare werk-zaamheden kunnen verrichten onder de uit-zondering van incidentele arbeid, waardoor het vereiste incidentele karakter van de arbeid wordt
omzeild15.
Het doel van de Wav is onder meer het beschermen van de Nederlandse arbeidsmarkt. Het nieuwe artikel 4 lid 4 BuWav kan daartoe bijdrage leveren. Wij denken dat het in voor-komende gevallen een uitdaging zal worden voor de inspecteurs van de Inspectie SZW om het structureel gebruik van incidentele arbeid door verschillende vreemdelingen buiten de maximale duur te voorkomen.
Noten:
1. Mr. dr. J. van Drongelen is (emer.) universitair hoofdocent bij de vakgroep sociaal recht en sociale politiek van de Universiteit van Tilburg en (gepens.) senior wetgevingsjurist bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
2. Mr. A.D.M. van Rijs is docent bij de vakgroep sociaal recht en sociale politiek van de Universiteit van Tilburg.
3. Zie wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994, 959.
4. Zie wet van 23 november 2000 tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet, Stb. 2000, 495.
5. Zie besluit van 23 augustus 1995 ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1995, 406.
6. Zie nota van toelichting, Stb. 2009, 188, p. 3. 7. Zie nota van toelichting, Stb. 2009, 188, p. 3. 8. Zie nota van toelichting, Stb. 2013, 360, p. 12. 9. Zie nota van toelichting, Stb. 2005, 187, p. 4-5. 10. Zie nota van toelichting, Stb. 2013, 360, p. 12. 11. Zie nota van toelichting, Stb. 2013, 360, p. 12-13. 12. Zie nota van toelichting, Stb. 2005, 187, p. 5. 13. Zie nota van toelichting, Stb. 2004, 183, p. 4.