• No results found

E nergie in de 21ste eeuw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "E nergie in de 21ste eeuw "

Copied!
116
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

=

=

=

POLITIEK WETENSCHAP ESSAY

onderschat wereldpolitiek vraagstuk

E nergie in de 21ste eeuw

HELEEN DE CONINCK, MARC BEURSKENS, DIEDERIK SAMSOM

& HARM EN VE RB RUGGEN over de (on)ontkoombaarheid van kernenergie,

riskante klimaatveranderingen en het einde van het autobezit

-

(2)

Maandblad van de Wiardi Beckman Stic tin.9, wetenschappelijk bureau van de Partij va de Arbeid

Mieke Groen (medewerker)

De redactie verwelkomt

ABONNEMENTEN

Il

Bel (0522) 237 555 of mail bdc@bdc.boom.nl voor een abonnement of: kennismakingsnummer.

De abonnementsprijs bedraagt c 71,- per jaar. Instellingen en buitenlandse abon ementen: c 130,-. Studenten/

aio /oio of JS-abonnement: c 42,-.

Losse nummers c 8,50.

Een abonnement kan op elk gewenst moment ingaan. Opzeggen kan tot één maand voor het einde van de jaargang.

' "

14."fg evers verbond

Groep uitgevers voor vak en wetenschap

© 2004 Uitgeverij Boom, Amsterdam ISSN 0037-8135

(3)

~ COLUMN

De politiek. te welgevallig

Het is nu officieel bevestigd: in de kwestie Irak zijn burgers en parlementen in het ootje geno- men. De eerste zelfonderzoeken in de vs en het Verenigd Koninkrijk bevestigen het beeld van ac- tieve overheden. Gek genoeg springt vooral de knulligheid van de 'zaalé voor een oorlog tegen Irak in het oog. De iconografie van Powell's Po- werpoint-presentatie in de Veiligheidsraad vans februari 2 o o 3 riep destijds al herinneringen op aan de plaatjes van raketten op Cuba uit 19 62.

Mogelijk was dat zelfs zo bedoeld. Maar de pre- sentatie die de hoeksteen in de

Amerikaans/Britse bewijsvoering had moeten zijn, suggereerde onbedoeld dat de inlichtingen- diensten technisch in de tussentijd werkelijk niets waren opgeschoten.Natuurlijk, het hielp ook niet dat Hans Blix het gezicht van de VN was.

Deze Scandinavische diplomaat met te krap bril- montuur zag er nu eenmaal niet uit als een in- specteur die zich knollen voor citroenen liet ver- kopen in de chemische fabrieken van Irak. Dra-

matis personae: het telt allemaal mee in de televi- siedemocratie.

Het verschijnen van het Britse rapport-Butler stelt nu ook de verschuivende verhouding tussen politiek en bestuur aan de orde. De Britse rege- ring bleek destijds de vraagtekens van Hans Blix in uitroeptekens te hebben veranderd; en van twijfels van inlichtingendiensten werden zeker- heden gemaal,t. Het is pijnlijk te zien hoe het hemdsmouwen bestuur van Tony Blair kennelijk met de grote vragen van onze tijd omgaat. Kabi- netsvergaderingen werden verruild voor een in- formeel overleg van kernministers, aangevuld met speciale adviseurs van buiten. Het is iro- nisch dat uitgerekend Lord Butler,jarenlang het boegbeeld van het 'oude' Whitehall, deze teloor- gang van het openbaar bestuur aan de kaak heeft mogen stellen.

s&n 7/8 j 2004

In Van Thijn's Infonnatieparadox ging het nog om welke informatie je als ambtenaar doorgeeft en welke niet. De recente rapporten over de in- formatievoorziening voorafgaand aan de oorlog in Iral< onthullen de infonnatiehyperbooI: eist de politiek, dan wordt de informatie aangepast. Aan de orde is daarmee de waarde van een zelfstandig professioneel bestuursapparaat. Wat is in zo'n geval 'good governance'?

Staat dit nu allemaal ver van ons af? Nee.Als Nederland beslissingen neemt over oorlog dan gebeurt dit op basis van 'fact finding' door de Grote Bondgenoten. Alleen ter inzage voor óns kernkabinet. Maar ook in bredere zin is het goed eens te kijken naar het kritisch vermogen van ons bestuursapparaat. Hoe robuust is dat tegen de wensen van de politiek? Is de recente golf van 'grote vernieuwingsvoorstellen' - van het-lan- ger-werken-voor-economisch-herstel tot en met red-het-milieu-door-meer-innovatie (al heb ik wel net alle stimuleringsmaatregelen afgeschaft)

- allemaal serieus ambtelijk voorbereid? Of zijn het ideetjes afkomstig van adviseurs ('Pieter, je was lang niet in het nieuws')?

Ambtenaren die de politiek al te welgevallig zijn, doen hun werk slecht. In het Verenigd Ko- ninkrijk zweren de inlichtingendiensten trouw aan de monarch, niet aan de politiek. De monar- chie als tegenmacht: ideetje voor het beginsel- programma van Bos?

MAARTEN HAJ ER Redacteur S&D

3

(4)

4

~ 1 NTERVENTI E

Recht op abortus?

Het debatje over prenatale screening in de Tweede Kamer dit jaar trok weinig aandacht. Jammer, want het was veelbetekenend slecht. In Nederland lopen nogal wat bevolkingsonderzoeken. Ik ken ze niet allemaal, maar veel richten zich op het opsporen van kanker of andere ziekten in groepen in de be- volking die hoger risico lopen. Borst- en baarmoe- derkanker komt op alle leeftijden voor, maar meer bij oudere vrouwen en daarom worden alleen ou- dere vrouwen massaal opgeroepen. Bij zwangere vrouwen is er de prenatale screening op vooral syn- droom van Down. Tot nu toe krijgen alleen zwange- ren ouder dan 36 jaar gratis een test op dat syn- droom aangeboden. De kans daarop is groter bij oudere vrouwen, vandaar, maar ook omdat de test risico geeft op miskraam. De vrouw weegt zelf af welk risico ze het zwaarst laat wegen.

Er is nu een nieuwe kans bepalende voortest be- schikbaar. Volgens de Gezondheidsraad moet die test ook jongere vrouwen standaard worden aange- boden. Wanneer uit de test blijkt dat er risico is op het syndroom kan alsnog de oude test worden aan- geboden. De kosten worden begroot op 30 tot 50 miljoen. Wat zijn de baten? Volgens de Gezond- heidsraad hebben vrouwen het recht te weten of hun vrucht een aandoening heeft. Een meerderheid in de Kamer steunde dat standpunt: vvo, PvdA, Groen Links en D66.

De argumentenuitwisseling ging in een alge- meen overleg, een AO'tje in Haags jargon. 1 n alle vlugheid stelde vrijwel niemand de vraag waarom we massaal willen vaststellen of een vrucht syn- droom van Down heeft. Het is een medische aan- doening, zeker. Maar er is geen behandeling. Na vaststelling zijn er twee opties: aborteren ofje voor- bereiden op een moeilijker leven. "Leed voorko- men" mompelde iemand in mijn fractie.

In mijn partij is het recht op abortus onbetwist.

Dat wordt mij als dwarsligger in dit soort kwesties ook altijd aangezegd. Toch is er in mijn partij

S&'D 7/8 12004

niemand die het goed vond toen bleek dat soms ouders een abortus overwegen als de vrucht een meisje blijkt. Dat aborteren van vruchten met syn- droom van Down maatschappelijk geaccepteerd is, is een maatschappelijke waardeoordeel over leven met een handicap.

Ik ben voorstander van het recht op abortus, ook als de vrouw het doet omdat haar vrucht een handi- cap heeft. Maar ik geloof dat individuele besluitvor- ming nogal sterk wordt beïnvloed door de manier waarop informatie wordt geordend en aangebo- den, door financiering en door gedrag en visie van de professionals waarmee je in zo'n situatie te ma- ken krijgt. Het maakt nogal uit of een test gratis wordt aangeboden door de overheid of niet.

Wat de kwestie navrant maakt is dat het advies van de Gezondheidsraad rammelt en omstreden is bij gynaecologen. De nieuwe test is bij jongere vrouwen zeer onzuiver; veel vals-positieve en vals- negatieve uitslagen. Dat leidt ertoe dat nog steeds veel kinderen met syndroom van down worden ge- boren en veel vruchten zónderverloren gaan na een door de vervolgtest opgewekte miskraam. Gynae- coloog Kleiverda publiceerde erover. Ze maakt een vergelijking. Als de uitkomsten zouden gelden bij gewoon bevolkingsonderzoek zou niemand ze ac- cepteren omdat ze net zoveel dodelijk slachtoffers maakt als levens redt. Omdat het hier om ongebo- ren vruchten gaat vindt niemand dat blijkbaar erg.

Het voorkomen van een leven met syndroom van Down is blijkbaar zo belangrijk dat het om zeep helpen van evenzoveel gewenste zwangerschappen minder erg is. Een meerderheid van de PvdA, D66

en Groen Links wilden van die kritiek niets weten (letterlijk, ze lezen Medisch Contact slecht) en be- pleiten de test te financieren. Het begrotingstekort voorkwam dat staatsssecretaris Ross moest buigen voor de Gezondheidsraad. De vvo wil net als PvdA,

D66 en Groen Links wel de test, maar alleen als vrouwen zelf betalen.

JOSÉ SMITS

is Tweede Kamerlid voor de PvdA

(5)

lat soms ucht een n met syn- cepteerd is,

over leven

1bortus, ook : een handi- : besluitvor- fr manier angebo- n visie van atie te ma- st gratis ,iet.

het advies 1streden is rngere te en vals- 10g steeds

;orden ge-

~aan na een n. Gynae- maakteen

~elden bij and ze ac- achtoffers n ongebo- kbaar erg.

oom van mzeep irschappen 'vdA, D66

,ts weten ht) en be- tingstekort ,est buigen itals PvdA, een als

INTERVENTIE

Rol lende koppen

'Maagpijn, krijg ik ervan', zo luidde een van de eer- ste reacties van president Bush op de beschamende onthulling dat gevangenen in de Abu-Graib gevan- genis in Irak stelselmatig worden gemarteld en ver- nederd door Amerikaanse militairen. De president van supermacht Amerika kreeg maagpijn. En ik moet toegeven, hoe primitief en onwel bespraakt de eerste reactie van Bush ook was, ik was het met hem eens. De eindeloze herhaling in de media van foto's van opeengestapelde naakte Irakese man- nen, wiens dikke tenen priemen in voor moslims li- chamelijke no go areas, zorgt inderdaad voor een onprettige sensatie in de maag.

Deze weerzinwekkende beelden bleken nog maar hettopje van de ijsberg te zijn. Er blijken nog honderden foto's en video-opnamen te zijn van ver- krachtingen en andere seksuele vernederingen die de Irakese gevangen (waaronder vrouwen!) zijn aangedaan. En wie is als hoogste baas binnen het militair apparaat, verantwoordelijk voor de mis- standen in de Abu-Graib gevangenis? Donald Rumsfeld, minister van Defensie.

Ondanks de pogingen tot damage control door de regering Bush-Condi Rice noemde Rumsfeld de beste minister van Defensie ooit; Bush prees hem als 'superb' - , was het toch onvermijdelijk ge- weest dat er koppen zouden rollen, te beginnen die van Rumsfeld, om nog iets van geloofwaardigheid te behouden. Maar Rumsfelds politieke kop werd gespaard doordat aan AI-Qaida gelieerde terro- risten vlak hierna videobeelden verspreidden waarop te zien was hoe een gemaskerde beul, on- der het luid roepen van Allah Akbar (alsof het om de rituele slachting van een lammetje tijdens het Isla- mitisch Offerfeest gaat), het hoofd van een Ameri- kaans burger met een groot mes afsneed. Als wraak voor de duivelse vernedering die de Irakese gevan- genen door Amerikaanse militairen is aangedaan.

En met deze rollende kop hebben de terroristen ofverzetstrijders de regering Bush in de kaart ge- speeld. Sterker nog, met hun daad hebben de ter- roristen de gruwelijkheden in de Abu-Graib gevan- genis op z'n minst enige legitimiteit verschaft. Zie

s&D 7/8 12004

je, het zijn barbaren. 'Savages' kopten Ameri- kaanse kranten naar aanleidingvan het onthoofd- ingsdrama. 'De tegenstander is representant van het pure kwaad en heeft geen enkel respect voor zijn medemens, en daarom moeten wij, Amerika- nen, deze oorlog winnen, en de Iraki verlossen van deze barbaren!' was het hypocriete betoog van se- nator John McCain. Een barbaarse tegenstander is kennelijk de rechtvaardiging voor afdaling tot het- zelfde niveau van een zogenaamd democratisch, dus beschaafd land als de vs. Barbaars en immo- reel handelen is dan te vergoelijken als passend binnen noodzakelijke strategieën in 'the war on terror'.

De met rituelen omgeven onthoofding van een Amerikaans burger (en de onthoofdingen die volg- den) door terroristen mag dan een 'welkome aflei- ding' zijn voor de regering Bush, de schade die de foto's van martelingen in de Abu-Graib gevangenis hebben berokkend mag niet onderschat worden.

Niet alleen symboliseren deze beelden wereldwijd de in Irak al veel eerder ervaren ommekeer van Amerika als bevrijder naar bezetter. Vooral in de Arabische (moslim)wereld ziet men het beeld be- vestigd van Amerika als wrede agressor, met geheel andere belangen (olie!) dan een goed bedoelde re- constructie en democratisering van het Midden- Oosten.

De 'misdragingen' van Amerikaanse militairen in de Abu-Graib gevangenis zaaien haat, wrok en verbittering jegens de Amerikanen. Deze cocktail van gevoelens is een ideale voedingsbodem voor terreur. Hier is geen de-tegenstander-is-wreder re- toriek tegen opgewassen. Dat de tegenstander wreed is wisten we, getuige de elfde september. Dit

beseflegitimeerde op z'n minst 'a war on tertor', zelfs zonder VN-mandaat. Maar dat de bevrijder tot soortgelijke wrede gruweldaden in staat bleek te zijn, met 'the torch ofliberty and civilisation' in de hand, maakt de retoriek van Bush c.s. ondragelijk hypocriet.

l<ARIMAARICHI

medewerker Wiardi Beckman Stichting

5

(6)

6

INTERVENTIE

Doen corporaties aan inkomenspolitiek?

In de sociale huursector is geen sprake van markt- werking. 'Marktconforme' huren zullen daar op zichzelf weinig verandering in brengen. Pas als er ook concurrentie tussen corporaties optreedt, valt te verwachten dat de markt leidt tot scherpe prijs- kwaliteitsverhoudingen. Stel, ik huur een sociale huurwoning en mijn inkomen is net bovenmodaal.

In mijn woonplaats is door fusie nog slechts één so- ciale verhuurder aanwezig. Ik heb aardige buren en mijn huis bevalt me, dus ik neig niet tot verhuizen.

Hoe zou ik dan reageren als ik net als in het laatse decennium van de vorige eeuw opnieuw jaar in jaar uit met huurverhogingen geconfronteerd word die boven de inflatie uitstijgen, en zonder dat daarvoor mij iets tegenover staat?

Ik zou zeggen, dat het in een vrije marktecono- mie zo is: of de kwaliteit blijft gelijk en dan daalt de prijs, of de prijs stijgt maar dan moet er ook meer kwaliteit geleverd worden. Aan wat ik in de krant lees, dat de extra huurinkomsten die ik genereer, worden ingezet ten bate van mensen met minder inkomen, daar heb ik als individuele huurder geen boodschap aan. De overheid mag inkomenspolitiek voeren en mijn belastingcenten gebruiken voor huursubsidie. Maar ik kan niet bedenken welke interpretatie van marktwerking rechtvaardigt dat het aan corporaties wordt toegestaan om inko- mensafhankelijke huren te innen.

Maar goed, Den Haag en de corporaties willen zich per se spiegelen aan de markt van koopwonin- gen; dus die 'marktconforme' huren zullen en moe- ten er komen. O.k., zeg ik, laten we het dan zo or- ganiseren als bij de spoorwegen of bij de energie- voorziening: koppel het eigendom van de huurwo- ningen los van het leveren van woondiensten zodat ik als huurder zelf kan kiezen bij wie ik mijn woon- diensten afneem. Dan treedt er concurrentie op. De tucht van de markt zal scherpere prijzen bewerk- stelligen. En de monopoliepositie van mijn huis- baas valt deels weg. Onbegrijpelijk trouwens dat de

NMA daar nu geen onderzoek naar instelt.

S&'D 7/8 j 2004

Verder moet het aanbod van huurwoningen ver- anderen. Net zoals de supermarkt verplicht is om naast de stuksprijs ook de eenheidsprijs te vermel- den, zo wil ik in de woon krantjes zien staan tegen welke prijs er een bepaalde woonkwaliteit wordt aangeboden. Ik vind datje moet kunnen vergelij- ken en je eigen keuze mag maken: als je gelooft in liberalisering dan is het vanzelfsprekend dat die vrijheid geboden wordt. En tenslotte wil ik in prin- cipe vrije huisvesting voor iedereen. Dus alle beper- kingen die er nu voor sociale huurders gelden, moeten zo snel mogelijk worden opgeheven. Ik ken genoeg mensen die willen verhuizen. Als zij echt vrij mogen kiezen waar ze gaan wonen (en als er ook nog even gauw woningen bijgebouwd worden) dan zullen corporaties moeten gaan dingen naar hun gunsten. Dat heeft ongetwijfeld tot gevolg dat de corporaties scherper in de gaten houden ofze de gewenste kwaliteit leveren.

Zoals het nu is hebben die corporaties er niks van begrepen. Ze willen wel de lusten van de vrije markt en niet de lasten. Ze willen op hun sloffen bereiken wat een vrije jongen met hard werken en met het eeuwige risico van faillissement voor elkaar moet zien te krijgen. Alleen al het idee dat ze jaar in jaar uit de huren harder mogen laten stijgen dan de inflatie! Die lui hebben op de middelbare school ze- ker zitten suffen toen de marktwerking werd uitge- legd.

In werkelijkheid is ondergetekende het eens met de standpunten van deze denkbeeldige ik-fi- guur, voorzover ze de beslisruimte van de huurder vergroten en bijdragen aan het beoogde resultaat:

goede woningen tegen een betaalbare prijs. De door corporaties beoogde inkomenspolitiek zal al- leen maar leiden tot een uitstoot van de midden- klasse uit de sociale huursector. Daar wordt nie- mand beter van.

ANITA ENG BERS PvdA raadslid in Gouda

(7)

en ver- is om ermel- :egen ordt gelij-

oft in die

prin- beper- n, . Ik ken

cht s er orden) naar

lgdat fze

niks vrije

en en en

elkaar jaar in dan de ooi ze- uitge-

ns ik-fi- urder

ltaat:

De zal al-

en- 1e-

INTERVENTIE

Een felle discussie in Groningen

In s&o van 5 juni 2004 wijst Marijke Linthorst (lid redactie) op het gegeven dat de meeste immigran- ten op dit moment bestaan uit huwelijksmigranten.

Asiel migratie is fors teruggebracht, mede door de Vreemdelingenwet. Over de omvang van econo- misch gewenste immigratie en de condities daar- voor zal de komende jaren nog veel worden gespro- ken (o.a. de 'greencards')

Marijke Linthorst wijst op het effect van de hu- welijksmigratie vanuit vooral Turkije en Marokko.

Vanuit een achterstandspositie trouwen de bruiden met de tweede generatie Nederlandse allochtonen waarbij de integratie van hun kinderen weer van vo- ren af aan moet beginnen. Onder het mom dat 'ie- dereen in Nederland recht heeft op vrije partner- keuze' staan de deuren naar Europa open (mits men de goede leeftijd heeft en men kan voorzien in eigen middelen van bestaan). Veel van dergelijke huwelijken worden onder druk van familie hier of daar gesloten. Terugkeer is daarna geen optie meer want als 'verstotene' is men in het land van her- komst niet meer welkom.

Het is merkwaardig dat nergens (ook door de Commissie Patijn niet) de vraag wordt gesteld waarom verliefde mensen, vaak in bezit van een Turks of Marokkaans paspoort, het recht moeten

hebben om zich na hun huwelijk automatisch in Nederland te gaan vestigen. De vrijheid om te trou- wen met de ware hoeft toch niet automatisch dat recht in te houden? Mag de vrije keuze voor die liefde ook gekoppeld worden aan de impliciete keuze dat het nieuwe stel gaat wonen in het land

S&'D 7 /8 1 2004

waarvan zij beiden een paspoort hebben? Een der- gelijke consequentie betekent in elk geval dat de Nederlandse allochtoon zich nadrukkelijker gaat afvragen of gekozen wordt voor alleen het Neder- lands burgerschap of toch voor behoud van het paspoort uit het land van zijn ouders. In dat laatste geval betekent trouwen met de liefde uit het land van herkomst ook wonen in dat land van herkomst.

Tijdens het debat over het rapport van de Com- missie Patijn in Groningen ontstond een felle dis- cussie over het recht van de Turkse of Marokkaanse bruid om na een scheiding in Nederland te blijven.

Nauwelijks in staat om zich hier te handhaven, nog maar kort in Nederland, wellicht al zwanger maar verstoten. Terugkeer zou op basis van de daar gel- dende moraal niet verantwoord zijn. Discussie ont- stond over de vraag wie daarvoor verantwoordelijk- heid draagt, ofde effecten (bijstand, Blijf van m'n lijf en inburgering) niet al te gemakkelijk op het collectieve bord van de Nederlandse samenleving worden gegooid. Onder (morele, economische, culturele) druk worden huwelijken gearrangeerd zonder dat de partners nadrukkelijk letten op effec- ten van die keuze en de mogelijkheid om daar ooit nog eens op terug te (moeten) komen. Gewezen werd op onze solidaire plicht om op te komen voor de verstoten (soms mishandelde) vrouwen. Die so- lidariteit kan wat mij betreft niet van een kant ko- men, zoals ook integratie altijd van twee kanten moet komen. De oproep van Marijke Linthorst om te voorkomen dat huwelijksbriefjes automatisch vestigingsvergunningen worden, ondersteun ik van harte.

WIM WILDEBOER

is voorzitter van de PvdA-afdeling Groningen 7

(8)

8

Energie in de 21 e eeuw:

een brandend vraagstuk

De vooruitzichten voor de mondiale energievoorziening zijn uiterst zorgelijk: schaarse grondstoffen, een onaanvaardbaar grote uitstoot van C02 en een deel van

de wereldbevolking dat van energie verstoken blijft.

Welke bijdrage kunnen energiebesparing en

vernieuwbare energiebronnen leveren? Is massale inzet van kernenergie onvermijdelijk?

Heleen de Coninck en Marc Beurskens bieden met het hierna volgende artikel een samenvatting en toespitsing

van een meer uitvoerig rapport 'Energieopties in de 21ste eeuw', dat de energieproblematiek in de komende

decennia op mondiaal, Europees en nationaal niveau analyseert. Dit rapport is een initiatief van de Landelijke werkgroep Milieu en energie (LM E) van de PvdA en werd onlangs als internet-publikatie van de WBS gelanceerd (www.wbs.nl). De Coninck en Beurskens spreken onder

het motto 'De PvdA bepleit kruimeltjes, terwijl we broden nodig hebben', de PvdA aan op haar verantwoordelijkheid inzake de energieproblematiek.

Diederik Samsom en Harmen Verbruggen geven commentaar.

S&'D 7/8 12004 FOTO MARCEL MINNÉE

....

r

(9)

_k

t

t g

e

0 ...

:f

r

(10)

10

Energie in de 2ie eeuw: een brandend vraagstuk (1)

De toel<omst van de

energ1evoorz1en1ng

HELEEN DE CONINCK EN MARC BEURSKENS

Honduras, 19 9 8. Het land wordt getroffen door de orkaan Mitch, die een spoor van vernieling ach- ter zich laat. Honduras, met een opbloeiende eco- nomie, heeft honderden doden te betreuren.

Veel projecten die door Nederlandse ontwikke- lingshulp zijn gefinancierd, worden vernield.

Het land wordt jaren teruggeworpen in de inge- zette economische ontwikkeling.

Noorwegen, 2003. Door een extreem koude winter werkt een groot gedeelte van de waterkrachtcen- trales niet meer. Noorwegen leunt zwaar op elek- triciteit uit duurzame waterkracht voor zowel de elektriciteitsvoorziening als voor de verwar- ming. In de geliberaliseerde elektriciteitsmarkt schieten de prijzen omhoog omdat veel elektri- citeit moet worden geïmporteerd uit omlig- gende landen. Lagere inkomens komen in de problemen bij het betalen van de elektriciteitsre- kening en komen letterlijk in de kou te zitten.

Peru, 2003. Zware rellen in de hoofdstad Lima. De regering liberaliseert de elektriciteitsmarkt, maar in tegenstelling tot gedane beloften stijgen de prijzen alleen maar, wat de energievoorzie- ning van veel arme Peruanen in gevaar brengt.

Overigens beschikken veel Peruanen überhaupt nog niet over een moderne energievoorziening

Over de auteurs Heleen de Coninck is verbonden aan het Energieonderzoek Centrum Nederland en Marc Beurskens aan het FOM Instituut voor Plasmafysica Noten Zie pagina 23

s&n 7/8 12004

- ze delen dit lot met meer dan eender de van de wereldbevolking.

Een natuurramp en haar gevolgen, armoede en liberalisering van energiemarkten, een steenrijk land dat problemen heeft met de energievoorzie- ning: de wereldwijde energieproblematiek heeft vele gezichten. Ze vormt, zo willen we in dit arti- kel duidelijk maken, één van de meest dringende politieke problemen van de toekomst.

Dat wordt vaak onvoldoende onderkend. Ten onrechte is onze toekomstige energievoorzie- ning op dit moment geen belangrijk politiek thema, ook niet binnen de Partij van de Arbeid.

De discussie over energiebeleid in Nederland is intern gericht. Ze betreft de organisatie van de markt (liberaliseren en privatiseren) en lijkt los te staan van de belangrijkere vraag naar de zeker- heid van onze energievoorziening op de lange termijn.

In Nederland kunnen wij ook de komende de- cennia onze energiebehoefte niet dekken met de binnenlandse oplossingen. Daarnaast zal het wereldenergiegebruik de komende vijftigjaar sterk stijgen, terwijl tegelijk meer dan een mil- jard mensen zonder toegang tot een moderne energievoorziening zitten en het klimaat onher- stelbaar lijkt te veranderen als gevolg van de hui- dige wijze van energieopwekking.

Achtereenvolgens zullen in dit artikel aan de orde komen: de aard van de energieproblema- tiek; de mogelijkheden van energiebesparing; de inzet van duurzame energiebronnen; en een effi-

(11)

'an de

~en

!nrijk orzie- heeft

t arti- gende

.Ten le- k eid.

1dis de tlos

\eker- .ge

ie de- 1et de

tar rril- 1e 1her-

·hui-

1 de a- .g; de

1 effi-

Energie in de 21e eeuw Heleen de Coninck en Marc Beurskens De toekomst van de energievoorziening

ciënter gebruik van fossiele brandstoffen. We sluiten af met een schets van de gewenste toe- komstige energievoorziening en formuleren daarbij een aantal prioriteiten en aandachtspun- ten voor het te voeren beleid. De PvdA, zo zullen we daarbij vaststellen, heeft wel oog voor deur- gentie van de energieproblematiek, maar de maatregelen die de partij voorstelt om een oplos- sing voor de verschillende dimensies van het vraagstuk (technisch, economisch, sociaal) te bieden, schieten tekort. In dit artikel worden concrete doelstellingen geformuleerd die wel het gewenste effect sorteren. Deze bijdrage is geba- seerd op een studie die binnen de Landelijke werkgroep Milieu en Energie van de PvdA is ver- richt.

DE ENERGIEPROBLEMATIEK IN KAART

Centraal in de energieproblematiek staan drie thema's: klimaatverandering, voorzieningsze- kerheid (ende daarmee samenhangende conflic- ten) en armoede.

De verbranding van olie, gas en kolen voor energieopwekking heeft een grote uitstoot van het broeikasgas koolstofdioxide ( c 02) tot gevolg, dat klimaatverandering veroorzaakt. Hiervoor wordt door veel wetenschappers al jarenlang aandacht gevraagd. Het is zeer waarschijnlijk dat klimaatverandering over de hele wereld econo- mische schade en verlies van mensenlevens tot gevolg zal hebben. Nu al wordt vooral in ontwik- kelingslanden de economische ontwikkeling ge- remd door weersextremen en hun negatieve in- vloed op de voedselzekerheid (zie het voorbeeld van Honduras). Maar ook in een land als Neder- land, dat door de problematische waterhuishou- ding kwetsbaar is voor drastische veranderingen in het klimaat, zal de stijgende zeespiegel ge- combineerd met meer neerslag tot grote proble- men leiden.

Om deze klimaatverandering te voorkomen, dient, zo meent de Europese Unie, de wereld- wijde concentratie van C02 en equivalente broei- kasgassen te worden gestabiliseerd op 550 deel- tjes C02 per miljoen deeltjes lucht, ofwel 550

s&n 7/8 l 2004

ppm1. Voor de industriële revolutie was de C02- concentratie nog 280 ppm, nu is dat al 360 ppm.

Klimatologen denken dat zo'n stijging gepaard zal gaan met een wereld temperatuurstijging van rond de 2 graden Celsius.

Als we met ons energieverbruik op dezelfde voet door gaan dan zou de C02-concentratie ech- ter nog veel verder stijgen dans 5 o ppm. Figuur 1

laat zien dat de antropogene C02 emissies, bij voortzetting van de huidige groei in het wereld- gebruik van fossiele brandstoffen, de 'emissie- budgetten' van 550 en 1000 ppm overschrijden.

Alhoewel de belangrijkste groei niet in de rijke landen plaatsvindt, maar in de zich snel ontwik- kelende landen als India en China, staat voor deze landen economische ontwikkeling, en daar- mee ontsnapping aan armoede, voorop. Uit een oogpunt van solidariteit kunnen we van deze landen niet verwachten dat ze in eerste instantie hun groeiende vraag naar energie en daarmee hun economische ontwikkeling gaan afremmen.

De verantwoordelijkheid voor emissiereduc- tie ligt daarom bij de industrielanden die een veel groter aandeel in het klimaatprobleem heb- ben, en bovendien de middelen om emissies te reduceren. Voor Europa betekent dit dat in 2050 de C02 emissie met grofweg 50 tot 60% geredu- ceerd moeten worden ten opzichte van 1990.

De voorzieningszekerheid heeft meerdere kanten:

ten eerste wil men zeker zijn van toevoer van energiedragers. In Nederland zitten we voor de komende decennia wel goed met onze gas bel ( die overigens wel weer C02 uitstoot oplevert), maar het liefst willen we toch af van de explosieve olie- afhankelijkheid van het instabiele Midden- Oosten. Europa is momenteel voor vijftig procent van haar totale energievoorziening afhankelijk van de import van fossiele brandstoffen, en ver- wacht wordt dat deze afhankelijkheid zal oplopen tot70% in 2030. Het is overduidelijk dat deze een- zijdige afhankelijkheid kan leiden, en misschien al heeft geleid, tot mondiale politiek spanningen.

Een bijkomend probleem is dat de wereldvoorra- den goedkoop winbare brandstoffen, en met name voor olie en gas, binnen enkele decennia

11

(12)

12

Energie in de 21e eeuw Heleen de Coninck en Marc Beurskens De toekomst uan de energievoorziening 25

20

15

10

i Benodigde emissie

!

reductie in 2050 1

1

i s - v : 2 015

0 ; : J -~--~---~

2000 2050 Jaar

2100

Figuun: Wereldwijde co, emissies ten gevolge van mense- lijke activiteit (fossiel energiegebruik) van 1950 tot2150 vol- gens een zogenaamd 'Business As Usual' scenario2 (doorge- trokken lijn) en het emissiebudget (gestreepte lijn) waaron- der de C02 concentratie op 550 en 1000 ppmzal uitkomen.

Voor Europa betekent dat grosso modo een emissiereductie van 50 tot6o% in 2050.

een piek in productiecapaciteit zullen ondervin- den. In een wereld waarin de energievraag alleen maar stijgt is het evident dat deze schaarste tot extra instabiliteit zal leiden.

Ten tweede is de voorraad olie en gas eindig, zo- als aangegeven in Figuur 2. In officiële uitgaven3 wordt vaak gesteld dat er bij constante wereld- productie en consumptie nog voor 40 jaar vol- doende olievoorraad is. Dit getal moet echter ge- nuanceerd worden. Zoals Figuur 1 al liet zien zal de energievraag stijgen, en bij een toename van de energievraag van 2 % per jaar raakt de olie al binnen 30 jaar op. Het is echter onwaarschijnlijk dat er over 30 jaar een abrupt einde komt aan de olie productie. Het is veel waarschijnlijker dat er al veel eerder problemen ontstaan met de pro- ductiecapaciteit, met alle spanningen van dien tussen olievraag en aanbod. In dit meer realisti- sche scenario zal er al rond 2015 een piek optre- den in de olieproductie.

Europa verkrijgt haar energie in de nabije toe- komst dus van oprakende bronnen uit instabiele regio's. Het risico dat de voorzieningszekerheid in gevaar komt is daarmee niet onaanzienlijk, en een dergelijk risico zal de prijzen onvermijdelijk doen stijgen. Dit nog afgezien van de politieke

Sli!D 7/8 12004

/ Olietekort

~

2015 2030 2040 Jaar

Figuur 2: verloop van de olieproductie voor de komende de- cennia. Volgens British Petrol (BP) is ernog genoeg olie voor 40 jaartegen het huidige productieniveau (donkere gebied).

De vraag gaat echter stijgen (horizontaal gestreept gebied), waardoor de voorraden eerder opraken. Daarbij komt dat de productiecapaciteit gelimiteerd is (diagonaal gestreept ge- bied), waardoor er al na 15 jaar een piek in de olieproductie kan komen en er al vee! eerder een olietekort opdoemt.

en militaire conflicten die in en rond de betref- fende regio's kunnen ontstaan.

Tenslotte is er het probleem van de toegankelijk- heid van energie voor ontwikkelingslanden, en voor de armste bewoners van die landen in het bijzonder. Zelfs in ontwikkelingslanden die fos- siele brandstoffen exporteren leeft een groot deel van de eigen bevolking zonder enige toe- gang tot een goede en betrouwbare energievoor- ziening, die juist zo essentieel is om een accepta- bel niveau van welvaart te bereiken. Het verzor - gen van toegang tot energie met het oog op het verminderen van armoede voor 1, 6 miljard men- sen die daar zwaar onder lijden is daarom van groot belang.

Gevolg daarvan zou echter zijn dat de eerder genoemde energieproblemen verder verergeren.

Zo heeft het toegang geven tot betaalbare, be- trouwbare en moderne energie meer co, uit- stoot tot gevolg, en zal het ook het opraken van fossiele brandstoffen versnellen.

DUURZAME ENERGIEBRONNEN

Om dit soort duivelse dilemma's ( ontwikkeling of milieu?) op te lossen, is een drastische veran-

(13)

ide- voor bied).

ied), lat de

ge- :ctie

:ef-

'ijk- n let fos-

oor-

~pta- :or- tet nen- n Ier

~ren.

m

ng

lil-

Energie in de 21e eeuw Heleen de Coninck en Marc Beurskens De toekomst van de energievoorziening

dering van de mondiale energiepolitiek noodza- kelijk. Maar welke mogelijkheden staan ons daarbij op afzienbare termijn ter beschikking?

Centrale oorzaak van de energieproblematiek is energieverbruik dat leidt tot C02 uitstoot, tot verbruik van eindige energievoorraden en tot een onevenwichtige verdeling van de toegang tot energie. De logische eerste stap om C02 uitstoot te voorkomen en minder energieafhankelijkheid te worden is: minder energie gebruiken. Dit heeft twee componenten: minder verbruik (ge- drag) en efficiënter (technisch) omgaan met de energie die gebruikt wordt. Ook de kosteneffec- tiviteit is gediend met vermindering van de C02

intensiteit en de afgelopen jaren is de energie-ef- ficiënte van onze economie dan ook behoorlijk toegenomen.

Als gevolg van de gegroeide behoefte aan luxe en gemak (bijvoorbeeld een groter huis (meer verwarming en verlichting), meer huishoude- lijke apparaten, de weggooi cultuur) is het ge- middeld huishoudelijk energieverbruik echter toch toegenomen.Naar verwachting kan er in Nederland nog zo'n 25% worden bespaard op de huishoudelijke energievraag door maatregelen voor isolatie van huizen, zonneboilers voor warm water, efficiëntere apparaten, en door op de langere termijn naar een cultuur te streven waarin excessief energiegebruik geen vanzelf- sprekendheid meer is, en mensen de vraag 'hoe- veel energie kost dit?' verinnerlijkt hebben. Ook in de energie-intensieve industrie is er nog veel ruimte voor verbetering, met name in ontwikke- lingslanden, Oost Europa en in de Verenigde Sta- ten.

Gedragsverandering is overigens een moei- lijk punt in de energiediscussie. Het recht op in- dividuele vrijheid van burgers staat bepaalde maatregelen (het verbieden van autogebruik als pleziervoertuig bijvoorbeeld) in de weg. Er is veel over gespeculeerd hoe mensen energiebespa- rend gedrag kan worden aangeleerd. Het lijkt erop dat het onvermijdelijk is dat mensen in de portemonnee worden getroffen, aangezien dat op dit moment de enige politiek haalbare wijze is waarop overbodig energieverbruik kan war-

S&'D 7/8 12004

den aangepakt. Er is in het bijzonder voor de so- ciaal-democratie een taak weggelegd om dit zo- danig vorm te geven dat juist de mensen met ho- gere inkomens en een grote luxe behoefte zullen moeten betalen voor hun beslag op het milieu en de energievoorziening.

Energie-efficiëntie is een goedkope manier om een stuk dichter bij een oplossing voor het co 2 probleem te komen, maar brengt ons er niet.

Behalve naar het gebruik van fossiele brandstof- fen zullen we ook naar C02 vrije manieren van energieopwekking moeten kijken. Bij elektri- citeit hebben we het dan vooral over de her- nieuwbare bronnen, waarbij het woordje 'her- nieuwbaar' impliceert dat de bron onuitputtelijk is.

Waterkracht wordt al grootschalig toegepast over de hele wereld. In zo'n 7% van de totale energievoorziening wordt op deze wijze voor- zien. Dit is ruim 20 % van de wereldwijde elektri- citeitsvoorziening. Theoretisch kan de capaciteit van waterkracht nog met een factor drie worden verhoogd, maar het is de vraag of dat wel zo duurzaam is. Waterkracht heeft ook nadelen, waaronder voorzieningszekerheid (zie bijvoor- beeld Noorwegen) en de milieueffecten van de centrales zelf. In Nederland is er, vanwege het kleine verval in ons platte land, weinig potenti- eel voor waterkracht aanwezig. Kleinschalige toepassing, vooral decentraal in ontwikl<:elings- landen, heeft daarentegen nog erg veel potenti- eel en kan ook voorzien in behoefte van goed- kope energie voor arme mensen aldaar.

Windenergie wordt ook veel genoemd als op- lossing. Het is de snelst groeiende duurzame energiebron, met name in Europa, maar ook in India. Zo draait de Deense elektriciteitsproductie op windrijke dagen volledig op windenergie.

Windenergie heeft echter ook weer nadelen. En- kele windloze dagen kunnen de elektriciteits- voorziening danig bemoeilijken. Vanwege deze relatieve onbetrouwbaarheid is het aandeel windenergie in de elektriciteitsvoorziening be- grensd. Als de opgewekte energie echter wordt opgeslagen, kan er meer met wind worden ge- daan. Dit zal wel de kosten aanzienlijk verhogen.

13

(14)

14

Energie in de 21e eeuw Heleen de Coninck en Marc Beurskens De toekomst van de energievoorziening

Windenergie op land zonder opslag (onshore) kan al bijna concurreren met conventionele energiebronnen in termen van prijs: het is nog maar anderhalf tot twee keer zo duur ( 6-8

€c/kWh) als elektriciteit opgewekt met kolen of gas (3-4 €c/kWh). Het grote ruimtebeslag, de ge- luidsoverlast en de lage maatschappelijke accep- tatie van windmolenparken op land nopen ech- ter tot het onderzoeken van de mogelijkheden van windenergie op zee, zeker in een dichtbe- volkt land als Nederland. Elektriciteit van offs- hore parken is nu echter nog 3 tot 4 keer zo duur als de conventionele prijzen: 12-15 €c/kWh.

Windenergie, zo kunnen we concluderen, kan in Europa een belangrijke bijdrage aan een co, vrije elektriciteitsopwekking leveren, zon- der afhankelijkheid van energiebronnen in in- stabiele landen, maar kent ook beperkingen in termen van potentieel, acceptatie en de kosten.

Een derde, veelgenoemde energiebron is zonne-energie. Er is op de wereld genoeg zon, het is gratis, en co, vrij. Het theoretisch potentieel is dus enorm. Praktisch gezien is er echter nog een aanzienlijke inzet nodig op het gebied van ont- wikkeling en marktintroductie - vanwege de prijs (momenteel kost zonne-elektriciteit in Nederland zo'n 100 €ct/kWh4) en vanwege de technologie voor de omzetting van zonne-elek- triciteit in voor ons bruikbare elektriciteit, die nog altijd veel problemen oplevert. De prijsda- lingen van zonnestroom zijn echter veelbelo- vend: de kostprijs is de laatste 7 jaar (mondiaal) al gehalveerd. Voor de komende jaren wordt door sommigen een jaarlijkse kostprijsverlaging voorzien van ca. 10 % per jaar, maar die gegevens zijn omstreden. Kernvraag voor het succes van fotovoltaïsche zonne-energie is of deze prijsre- ductie zich doorzet, en of deze bereikt moet wor- den middels massaproductie of innovatie.

Naast de huidige hoge prijs, is er nog een an- der probleem: de hoeveelheid co, die uitgesto- ten wordt als gevolg van het fabriceren van een zonnepaneel al even groot als het zonnepaneel in vier jaar gebruik vermindert (in Noordwest Eu- ropa). Deze 'co,-terugverdientijd' is essentieel voor een co, vrije energiebron. Er zit echter wel

s&'D 7/8 12004

verbetering in: hij zal de komende tijd naar ver- wachting dalen tot minder dan 2 jaars. Opti- mistische schattingen van de Europese Fotovol- taïsche Industrie Associatie (EPIA) geven aan dat zonne-elektriciteit in 2020 in 1% van de wereld- energievoorziening zou kunnen voorzien. Op de lange termijn kan dat aandeel stijgen, maar veel onderzoek is nodig om zonnestroom zowel op middellange als op lange termijn een rol van be- tekenis te laten spelen.

Het gebruik van zonnewarmte voor directe verwarming van water of ruimten is nu nog be- perkt, maar heeft, ook in koudere streken, een aanzienlijk potentieel. Het technisch potentieel van thermische zonne-energie is zo'n 10 % van het totale energieverbruik op de lange termijn.

Ook de belofte van zonne-energie levert dus niet de gewenste reductie van co, in 2050, al kan ze er (mits er nu voldoende wordt geïnvesteerd in de technologie) op langere termijn wel fors toe bijdragen. De laatste duurzame energiebron die we onmiddellijk in zouden kunnen zetten, is biomassa. Energie uit biomassa is co2 neutraal, omdat bij biomassa die omgezet wordt ongeveer evenveel co, vrijkomt als daarvóór uit de lucht is geabsorbeerd door planten, bomen of algen. Bio- energie kan variëren van directe verbranding van hout in elektriciteitscentrales tot het maken van biodiesel, methanol en ethanol uit hout of koolzaadolie, ofhet organisch gedeelte van huis- vuil, bijvoorbeeld voor opslag of voor de trans- portsector.

De inzetbaarheid in de transportsector is be- langrijk, omdat dat de snelst groeiende co2 uit- stoter is, en door de diffuse aard van de co, uit- stoot een oplossing hiervoor niet eenvoudig te bedenken is. N ovem schat dat bio-energie tussen de 5 en 100% vanhetwereldenergieverbruikzou kunnen dekken in 2050 6 . In Europa ligt dat an- ders omdat er minder biomassa beschikbaar is.

Het meest waarschijnlijke getal ligt niet in het midden, maar hangt sterk af van het landgebruik dat voor andere zaken nodig is.

Om te voldoen aan het duurzaamheidcri te- rium is het noodzakelijk dat biomassa op verant- woorde manier geproduceerd wordt. Factoren

(15)

Energie in de 21e eeuw Heleen de Coninck en Marc Beurskens De toekomst uan de energieuoorziening

·er- die de toepasbaarheid van bio-energie kunnen Fusie is als zodanig dus een duurzame energie- beïnvloeden zijn de doelmatigheid van wereld- bron. Bij het fusieproces wordt geen C02 uitge- 'Ol- wij de voedselproductiesystemen, de haalbaar- stoten, zodat het klimaat gespaard blijft. Verder

dat heid van gebruik van marginaal ofbraakland, is de brandstof voor fusie overal beschikbaar, zo- ld- productiviteit en duurzame oogstwinst van bos- dat voorzieningszekerheid is gegarandeerd. Fu- pde sen. Als bijvoorbeeld de gehele wereldbevolking sie werkt echter nog niet en experimenten zijn

·eel over zou gaan op een Westers dieet met over- peperduur. Momenteel wordt op wereldwijde 'P vloedige vleesconsumptie, zou er geen ruimte schaal gewerkt aan één experiment, ITER, dat be- zijn voor bio-energie exploitatie?. Worden we over 15 jaar moet laten zien of met fusie netto

echter allemaal vegetariër, dan is er geen ruimte- energieproductie mogelijk is.

:e probleem. Een andere technologie waarvan men dacht

)e- Veel zal afhangen van de concurrentiekracht

[l van bio-energie ten opzichte van andere duur- De komende generaties, hier en in

eel zame bronnen en conventionele bronnen. Door-

de Derde Wereld, hebben recht op

1 dat grootschalige energieproductie met behulp

n. van biomassa veel complexer is dan de huidige een stabiel klimaat, voldoende

JS toepassingen, is het moeilijk een kostenschat-

kan ting te maken. grondstoffen, en een toegankelijke

rd Voor de toepassing van hernieuwbare ener- . . .

giebronnen moet de conclusie getrokken wor- energ1evoorz1emng

on den dat met zonne-elektriciteit op dit moment een

1, is dure optie wordt gekozen. De prijsreducties bie- dat het de goedkope, oneindige energiebron zou tl, den wel perspectief, zelfs in een zon-arm land als worden, is kernsplijting. Daarbij bleken de nade-

·eer Nederland. Voor waterkracht is bij ons het po- len toch groter dan de voordelen, en de kostenef- lt is tentieel klein, maar dat ligt elders in Europa an- fectiviteit bleek ook kleiner dan verwacht. Met lio- ders. Wind, bio-energie en zon thermische toe- enige terughoudendheid noemen we kernener-

passingen zijn betere oplossingen, al zal veel bio- gie als mogelijkheid voor C02 reductie. Het is :en massa vanwege ruimtegebrek moeten worden wél een C02 neutrale energiebron, maar vanwege f geïmporteerd. Zelfs met een forse energiebespa- het langlevende radioactief afval en de risico's tis- ring, lijkt onze doelstelling voor co 2 reductie in van ongelukken kan de huidige generatie kern-

2050 met deze opties echter nog buiten zicht. splijtingcentrales niet als duurzame energieop- wekking beschouwd worden.

e- KERNFUSIE EN KERNSPLIJTING Onderzoekers boeken wel vooruitgang. Er

t- wordt gewerkt aan nieuwe types centrales waar-

Hebben we nog iets achter de hand, als de hui- bij de levensduur van het grootste deel van het dige duurzame energiebronnen onze problemen resterende radioactiviteit teruggebracht zou 15

,en niet oplossen? Er ligt een aantal nieuwe techno- kunnen worden van honderdduizenden jaren ou logieën in het verschiet, waarvan kernfusie de naar enkele honderden jaren. Ook wordt er ge-

l- meest bekende is. Bij fusie wordt energie opge- werkt aan inherent veilige centrales, zodat een

,.

wekt door twee varianten van waterstof samen ongeluk zoals in Tsjernobyl niet meer plaats kan te smelten tot helium, en dit levert grote beloften vinden. Ook indien men er in slaagt om 'scho-

1ik op. nere' en veilige centrales te bouwen, blijven aan

Het proces is inherent veilig en de radioacti- grootschalige toepassing van kernsplijting ech- viteitvan de reactor is na zo'n 50 jaar genoeg ge- ter risico's kleven. Het veilig opbergen van afval, rrt- daald om het reactormateriaal te hergebruiken. ook voor een paar honderd jaar, is geen sinecure Er is geen belasting van toekomstige generaties. en daarnaast is internationale verspreiding van

s&n 7/8 l 2004

(16)

16

Energie in de 21e eeuw Heleen de Coninck en Marc Beurskens De toekomst van de energievoorziening

kernwapens, zelfs naar terroristische groepen, moeilijk te voorkomen.

Ook lijkt het er niet op dat kernsplijting fi • nancieel aantrekkelijk zal worden - vanwege de onzekere politieke inzichten zijn er weinig be- drijven die zonder overheidsgaranties een in- vestering in een kerncentrale zouden willen doen. In Finland is men erin geslaagd de bouw van een nieuwe centrale te initiëren, waarbij de risico's van de lange termijn investeringen zijn verspreid over 18 private investeerders. Dit is echter een oud type kerncentrale; geen inherent veilige. De discussie over het bouwen van nieuwe kerncentrales, ook in Nederland, kan echter terugkomen, zeker als blijkt dat voor kernsplijting meer draagvlak is dan voor bij- voorbeeld gedragsverandering. Vooralsnog be- schouwen we kernsplijting niet als een eerste optie, maar wel een optie die we open moeten houden voor het geval dat alle andere opties niet voldoen.

GEBRUIK VAN FOSSIELE BRANDSTOFFEN

Wat zijn er voor alternatieven te bedenken, in- dien energiebesparing en gedragsverandering niet doorzetten, duurzame energiebronnen niet voldoende beschikbaar of te duur zijn, kernsplij- ting geen structurele oplossing blijkt te zijn en nieuwe doorbraaktechnologieën nog op zich la- ten wachten?

Er kan aan de opwekking van energie uit fos- siele brandstoffen nog veel worden verbeterd, zowel door het gebruik van andere fossiele brandstoffen als door schone kolentechnologie.

De co, intensiteit van onze energie kan worden verminderd door het omschakelen van co, in- tensieve bronnen zoals kolen naar co, efficiën- tere brandstoffen zoals gas. Leveringszekerheid op lange termijn kan daarbij echter een beper- kende factor zijn - kolen zijn nog langer voor- handen dan gas. Het doel van de huidige elektri- citeitsproductie is het bieden van voorzienings- zekerheid tegen een lage prijs. Het beperken van de gevolgen voor het klimaat is daar geen onder- deel van. Het gebruik van fossiele brandstoffen

s&n 7/8 l 2004

voor elektriciteit kan in termen van co, emissies nog sterk worden geoptimaliseerd.

Door het inzetten van meer Warmte Kracht Koppeling (WKK) kan bovendien de restwarmte die bij elektriciteitsproductie vrijkomt worden gebruikt, waardoor het netto rendement zo'n 15 % hoger ligt dan bij gescheiden opwekking. Dit is zowel het geval bij de industriële WKK bij de inzet van micro-WKK in huishoudens en in de tuinbouw. Op dit moment wordt bijna eenderde van de in Nederland geproduceerde warmte niet benut. Er kan actief worden gezocht naar combi- naties van bedrijven, instellingen en woongebie- den om dit enorme energieverlies te beperken.

Daadwerkelijke gebruik van restwarmte is vaak echter gelimiteerd door een gebrek in ver- trouwen met betrekking tot de leveringszeker- heid. Hoe kan bedrijf A er zeker van zijn dat be- drijfB altijd de benodigde restwarmte afstaat?

Wat als bedrijfB failliet gaat? Sleept het bedrijf A dan mee in de afgrond omdat bedrijf Ade pro- ductie noodgedwongen stil moet leggen? Deze onzekerheden leiden er in de praktijk vaak toe dat bedrijven er toch voor kiezen hun eigen warmte op te wekken en dus een efficiencywinst laten liggen.

Naast het efficiënter omzetten van fossiele brandstoffen in energie, kan de co, die wordt ge- produceerd worden afgevangen en opgeslagen in geologische structuren, diep in de onder- grond. co, opslag is met name interessant als end-of-pipe maatregel voor kolencentrales, maar het kan ook bij gas. Kolen zijn de enige fossiele brandstof waarvoor we niet vrezen in de ko- mende vijftig jaar een piek te beleven. Om co, opslag effectief te doen, moet nog veel worden bereikt op het gebied van veiligheids- en opslag- eisen. Het theoretisch potentieel is erg groot, ook in Nederland, dat veel oude gasvelden, kolenla- gen en waterhoudende lagen heeft. Van door- slaggevend belang voor de geschiktheid van deze optie zijn de kosten, de veiligheid en de maat- schappelijke acceptatie.

Uiteindelijk moet er onvermijdelijk een volle- dig duurzame oplossing komen; een samenle- ving waarin geen fossiele brandstoffen meer ge-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

8 De belangrijkste doeleinden staan niet meer ter discussie, maar worden juist zorg- vuldig buiten het debat gehouden, waardoor de bevolking de mogelijkheid om zich daar- over uit

Sw-bedrijven kunnen daar goed mee omgaan en voor sociale diensten is het een grote groep van mensen die ze aan het werk willen helpen?. Bijvoorbeeld via het mixed people

Vanaf zomer 2012 dient Buko zich te focussen op Portlandlocatie.. Buko is niet

Klimaatadaptatie Waddenkust in de 21e eeuw - Agendering van opgaven en handelingsperspectieven Het Waddenkustgebied is uniek, maar de opgaven waar het gebied voor staat zijn dat

Na afl oop van deze termijn kan het bevoegd gezag binnen vier weken na een onvolledige aanvulling of een ongebruikte aanvullingstermijn de aanvraag buiten behandeling laten. Bij

Aangezien er steeds meer woon- voorzieningen zonder BOPZ-status in Nederland ontstaan die verpleeghuiszorg bieden aan mensen met dementie, zeker wanneer er sprake is van scheiding

Dit probleem heeft geleid tot de volgende doelstelling: “Het inzichtelijk maken en aantonen van het verband tussen investeringen in het passagiersproduct en het financiële resultaat,

Daan en Sanne zijn ‘gemiddelde’ leerlingen van groep 8 van de basisschool?. Wat is