het ambacht Een beroep waarbij je iets met je handen maakt.
de amulet
Een voorwerp waarvan mensen denken dat het bescherming biedt tegen
gevaar en ziekte.
de farao Een koning uit het oude Egypte.
het gewas Planten die boeren op het land laten groeien.
de graftombe Een stenen gebouw of kamer voor een graf.
de heerser De leider, iemand die de baas is.
het hiernamaals De plaats waar je volgens sommige godsdiensten terechtkomt na de dood.
de mummie
Het lichaam van een dode dat zo behandeld is dat het
niet rot. Het is in repen stof gewikkeld.
de onderdaan Inwoner van een land die gehoorzaamt aan de leider of het bestuur van het land.
de beschaving De samenleving, de ontwikkeling en cultuur
die een volk heeft.
de sfinx
In het oude Egypte: een beeld met het lijf van een
leeuw en het gezicht van een mens.
het slib Een soort modder die aanspoelt uit rivieren of
uit zee.
de tempel Een gebouw waarin een god wordt vereerd.
de tuniek Een soort jurk die mannen en vrouwen droegen in het
oude Egypte.
offeren Schenken, geven. Iets aan de goden geven om de
goden te plezieren.
zich
specialiseren
Zorgen dat je heel goed wordt in een bepaald iets.
voorzien van Verschaffen, zorgen voor, geven.
geleidelijk Langzaam maar zeker, beetje bij beetje.
goddelijk Wat met goden te maken heeft.
hoofdzakelijk Grotendeels, vooral.
de archeoloog Iemand die de geschiedenis bestudeert door oude
dingen op te graven.
het
dodenmasker
Een masker dat het gezicht van de overledene
weergeeft.
de optie De mogelijkheid.
het orgaan Een deel binnen je lichaam met een eigen functie, bijvoorbeeld longen of hart.
de sarcofaag Een grafkist van steen of hout waar een overleden
persoon in ligt.
het weefsel Hier: Stof die is geweven.
het windsel Een reep stof die om bijvoorbeeld een mummie
gewonden wordt.
het zegel De afsluiting of een teken of wapen van een familie, een
soort familielogo.
balsemen
Het lichaam van een overledene insmeren met olie zodat het lichaam lang
goed blijft.
bedelven Helemaal met iets bedekken. Bijvoorbeeld
met zand of sneeuw.
graveren Met een dun, scherp voorwerp ergens in krassen.
schuilgaan Ergens achter of onder verstopt zijn.
stammen uit Uit een bepaalde tijd afkomstig zijn.
stuiten op Toevallig vinden of tegenkomen.
uitstippelen Een plan maken, vooraf uitzoeken hoe het zal gaan.
vermoeden Iets denken omdat je er aanwijzingen voor hebt.
verrichten Doen, uitvoeren.
bedompt Niet fris, muf, benauwend.
onlangs Kort geleden.
uiteraard Natuurlijk, vanzelfsprekend.