De gemeenten maken vanaf 2021 de volgende uitvoeringskosten:
Onafhankelijk onderzoek geeft aan welke financiële middelen gemeenten nodig hebben van het Rijk om migranten succesvol te laten inburgeren. Die bedragen zijn vastgelegd in deze infographic. Gemeenten hebben structureel middelen nodig om inburgeraars te begeleiden via casemanagement, maatschappelijke begeleiding en ontzorgen en om (taal)cursussen in te kopen. Daarnaast zijn incidentele middelen nodig om te implementeren. De kosten voor ICT en de zogenaamde ‘lage regelgeving’ worden nog uitgewerkt en gemeenten moeten hiervoor gecompenseerd worden.
Programmakosten zijn volume-afhankelijk.
De totale populatie is:
Per persoon zijn dit de kosten voor:
Case management (intake, plan maken, voortgang bijhouden, begeleiding tolk)
Aanbestedingskosten
(inkoop cursussen, contractbeheer)
Ontzorgen (gemeente beheert financiele administratie inburgeraar)
Maatschappelijke begeleiding &
participatieverklaringstraject Regierol in inburgeringsketen
STRUCTURELE KOSTEN
INCIDENTELE KOSTEN TE BEREKENEN KOSTEN
UITVOERINGSKOSTEN
Om de wet inburgering per 2021 in te voeren maken gemeenten de volgende incidentele kosten:
Implementatie van de wet (beleid & proces)
Medewerkers opleiden en werven Inrichting communicatie
Overige aanloopkosten
PROGRAMMAKOSTEN
Financiële onderbouwing
voor de nieuwe wet inburgering
18.100 personen
€ 103 MILJOEN € 94 MILJOEN
TOTAAL € 197 MILJOEN
TOTAAL € 57 MILJOEN
ICT en de zogenaamde ‘lage regelgeving’ worden
nog uitgewerkt. De kosten worden in kaart gebracht en gemeenten
moeten hiervoor gecompenseerd
worden.
Taalcursus Orientatie op de arbeidsmarkt