• No results found

4 augustus 2013

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "4 augustus 2013"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kerk & leven

lezingen & Commentaar

10

17 juli 2013

Lezingen door de week | Maandag 5 augustus: Numeri 11, 4b-15 en Matteüs 14, 22-36 • Dinsdag 6 augustus: Daniël 7, 9-10.13-14 of Tweede Brief van Petrus 1, 16-19 en Lucas 9, 28b-36

• Woensdag 7 augustus: Numeri 13, 1-2a.25; 14, 1.26-29.34-35 en Matteüs 15, 21-28 • Donderdag 8 augustus: Numeri 20, 1-13 en Matteüs 16, 13-23 • Vrijdag 9 augustus: Hosea 2, 16b.17b.21-22 en

Matteüs 25, 1-13 • Zaterdag 10 augustus: Tweede Brief aan de Korintiërs 9, 6-10 en Johannes 12, 24-26 • Zondag 11 augustus (Negentiende zondag door het jaar) Wijsheid 18, 6-9 – Brief aan de Hebreeën 11, 1-2.8-19 – Lucas 12, 32-48.

eucharistie op radio | 4 augustus, 10 uur, VRT Radio 1:

vanuit de parochie Sint-Ludgerus in Zele.

eucharistie op tv | 4 augustus, 10 uur, VRT één: vanuit de Sint-Bavoparochie in Boechout.

commentaar bij de zondagslezingen

— Jean Bastiaens —

Rijk zijn bij god

De drie lezingen van deze zondag vertonen een mooie samenhang. Een reden te meer om de brief van Paulus (of liever, van zijn navolger die deze brief aan de christenen in Kolosse schreef) mee aan bod te laten komen. De lezing uit de brief stelt de genade van ons doopsel centraal. De doop is niet iets dat ooit eenmaal, in een ver verleden, is gebeurd. Velen onder ons waren baby’s toen ze gedoopt werden en weten daar dus niets meer van. Nee, de doop is een bron van blijvende genade. Sinds ons doopsel zijn we bekleed met Christus, mogen we le- ven in zijn naam, naar zijn voorbeeld. In het sacrament van de doop is ons leven ‘verplaatst’.

Het centrum van ons leven is niet meer ons eigen ik, ons ego. Voortaan staat Christus in het centrum. „Christus is uw leven”, zo heet het in deze lezing. Dat houdt voor ons een perma- nente oefening in: in alle wisselende omstandigheden van ons leven trachten niet onszelf als maatstaf en als centrum te nemen, maar Jezus, en dat in steeds ruimere mate. De doop is dus geen afgesloten gebeurtenis, maar heeft iets in gang gezet dat nog altijd bezig is. Daarom mag ik altijd met vreugde en grote blijdschap terugdenken aan mijn doopsel, in verbonden- heid met al degenen die mij op deze weg hebben geleid.

De tweede lezing formuleert kernachtig wat het doopsel heeft bewerkt: „Gij hebt de ou- de mens met zijn gedragingen afgelegd en u bekleed met de nieuwe mens.” Dat is dus niet alleen een constatering van iets dat ooit gebeurd is, het is vooral een oproep om wat toen be- gonnen is telkens opnieuw realiteit te laten worden. Want de oude mens is nooit definitief weg en de nieuwe mens is voor een groot deel ook nog belofte. Wat de ‘oude mens’ is, wordt duidelijk beschreven: dat is mijn leven voor zover ik me laat leiden door „allerlei immorele praktijken, door ontucht, onzedelijkheid, hartstocht, begeerlijkheid en de hebzucht die ge- lijk staat met afgoderij”. Dat is duidelijke taal. De hebzucht wordt gelijkgesteld met afgode- rij, omdat de hebzucht ons tot slaaf maakt van wat we begeren. Wie hebzuchtig is, is nog niet echt vrij. Welnu, we zijn op weg naar die volkomen vrijheid die Christus ons beloofd heeft en dat betekent dat we bereid zijn om oplettend te leven en telkens te onderscheiden waar en wanneer we opnieuw tot slavernij zijn vervallen. Het staat er zo mooi geschreven: op die ma- nier zullen we ons telkens „vernieuwen naar het beeld van onze Schepper”.

De vrijheid waartoe wij geroepen zijn, heeft een radicaal karakter. Barrières, afscheidin- gen en valse identiteiten moeten telkens opgeruimd worden: er is geen sprake meer van

„Griek of Jood, van besnedene of onbesnedene, van slaaf of vrije”. In één woord: wanneer wij de genade van ons doopsel steeds intenser beleven en kunnen verwerkelijken, zal Christus meer en meer „alles in allen” worden.

De evangelielezing bespeelt dezelfde thematiek. Het gaat om een voorbeeldverhaal. We vinden het alleen bij Lucas, die dan ook een bijzondere antenne heeft voor alles wat te maken heeft met geld, hebzucht, machtsuitoefening en hang naar absolute zekerheid. De lezing be- gint met de vraag van een man aan het adres van Jezus om uitspraak te doen in een rechts- geding. Het gaat over een erfenis. Er is niets dat mensen — verwanten — zozeer uit elkaar kan spelen als de verdeling van een erfenis. Jezus weigert tussenbeide te komen en wijst een andere weg. Met geld en bezit willen mensen hun leven — hun toekomst — veilig stellen.

Dat is van alle tijden. Maar dit gaat wel ten koste van iets dat veel meer waard is. Jezus vertelt het verhaal van de rijke die een grote oogst heeft binnengehaald en alles wil opslaan in schu- ren om zo verzekerd te zijn van een gerust, comfortabel en veilig bestaan. Maar diezelfde nacht nog wordt het leven van hem opgeëist. En dan stelt zich de vraag: waar heb ik nu feite- lijk voor geleefd? Voor zekerheid, voor bezit, voor eer, voor macht, voor prestige, enzovoorts?

Maar juist al die zaken zijn hoogst onzeker. Alles welbeschouwd is dat allemaal juist „ijl en ij- del”, horen we Prediker zeggen in de eerste lezing. Je kunt een leven opbouwen zonder god, zoals de rijke in feite doet. Maar hij maakt zijn leven daarmee niet zekerder. En vooral, hij maakt zijn leven daarmee niet gelukkiger, want hij is in alles aangewezen op zichzelf en zijn eigen resultaten (‘voorraden’). En het vraagt heel wat energie om het opgebouwde bezit te beschermen en te beveiligen.

Jezus wijst ons een andere weg, een uitweg. We hoeven ons leven niet te verzekeren, want wie in Christus gedoopt is en zich bekleed heeft met de nieuwe mens, heeft een grote innerlij- ke vrijheid en een geloofszekerheid ontvangen. Zo iemand mag je rijk noemen, rijk bij god.

EERSTE LEZING

prediker 1, 2; 2, 21-23

IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdel- heden, en alles is ijdelheid!

Er zijn mensen die zich aftobben en inspannen met wijs- heid en kennis van zaken, maar wat ze verdienen, moeten ze afgeven aan anderen die zich niet inspanden. Ook dat is ijdelheid en grote onbillijkheid. Wat heeft een mens tenslot- te aan al zijn geploeter, en aan de zorgen waarmee hij zich op aarde kwelt? Alle dagen bereiden hem leed, en ergernis is zijn loon; zelfs ’s nachts vindt hij geen rust; ook dat is ij- delheid.

TWEEDE LEZING

brief aan de kolossenzen 3, 1-5.9-11

Broeders en zusters,

Als gij met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods. Zint op het hemelse, niet op het aardse. Gij zijt immers gestorven en uw leven is nu met Christus verborgen in God. Christus is uw leven, en wanneer Hij verschijnt, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.

Maakt dus radicaal een einde aan immorele praktijken:

ontucht, onzedelijkheid, hartstocht, begeerlijkheid en de hebzucht die gelijk staat met afgoderij. En beliegt elkaar niet meer. Gij hebt de oude mens met zijn gedragingen af- gelegd en u bekleed met de nieuwe mens, die op weg is naar het ware inzicht, terwijl hij zich vernieuwt naar het beeld van zijn Schepper. Dan is er geen sprake meer van Griek of jood, besnedene of onbesnedene, barbaar of Skyth, van slaaf of vrije mens. Daar is alleen Christus, alles in allen.

EVANGELIE

lucas 12, 13-21

In die tijd zei iemand uit het volk tegen Jezus: „Meester, zeg aan mijn broer dat hij de erfenis met mij deelt.”

Maar Jezus antwoordde hem: „Man, wie heeft Mij tot rech- ter of verdeler over u aangesteld?”

En Hij sprak tot hem: „Pas op en wacht u voor alle heb- zucht! Want geen enkel bezit – al is dit nog zo overvloedig – kan uw leven veilig stellen.”

Hij vertelde hun de volgende gelijkenis:

„Het land van een rijk man had een grote oogst opgeleverd.

Daarom overlegde deze bij zichzelf: ‘Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn oogst te bergen.’ En hij zei: ‘Dit ga ik doen: ik breek mijn schuren af en bouw grotere: daarin zal ik dan heel mijn rijkdom aan koren opbergen. Dan zal ik tot mijzelf zeggen: ‘Man, ge hebt een grote rijkdom liggen, voor lange jaren; rust nu uit, eet en drink en geniet ervan!’

Maar God sprak tot hem: ‘Dwaas! Nog deze nacht komt men uw leven van u opeisen; en al die voorzieningen die ge ge- troffen hebt, voor wie zijn die dan?’.”

„Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zich- zelf, maar niet rijk is bij God.”

Schriftlezingen

© Katholieke Bijbelstichting

’s Hertogenbosch, www.bijbel.net

4 aug u stu s 2013 – ac h tt i e n d e zo n dag doo r h et jaa r

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een bekende Duitse professor acht het niet uitgesloten dat de echtgenoot van prinses Caroline van Monaco lijdt aan porphyrie, een dominant overervende bloedaandoening die

Zohra: De ideale opvoeding bestaat niet, wel is ieder mens de ideale opvoeder wanneer die in zichzelf dus dit Christusbewustzijn zodanig kan vormgeven dat hij vanuit ‘Geef God wat

om het maar heel simpel te zeggen, om de vraag hoe (meer) geschikte organen beschikbaar kunnen komen om in de steeds grater wordende behoefte te voorzien. Onder

De Nota van toelichting bij het ontwerp voor het Tijdelijk besluit coronatoegangsbewijzen beroepsonderwijs en hoger onderwijs spitst zich toe op de Grondwet en verdragen die tot

Circa 397 schrijft Augustinus zijn Confessiones. In 430 belegeren de Vandalen Hippo, Augustinus is dan ziek; als door een wonder wordt de bibliotheek met zijn

De kogelgewrich- ten (bijv. heupgewricht, schoudergewricht) maken het mogelijk om veelzijdige bewegingen uit te voeren, de scharniergewrichten (bijv. elleboog- en

Een mens leeft niet van brood alleen verzoek mij niet met deze steen?. en weet dat God, naast brood, ons geeft het woord dat Hij

[r]