• No results found

Onder een MFT-station verstaan MULTIFUEL TANKSTATIONS: OUDE WIJN IN NIEUWE ZAKKEN?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onder een MFT-station verstaan MULTIFUEL TANKSTATIONS: OUDE WIJN IN NIEUWE ZAKKEN?"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MULTIFUEL TANKSTATIONS: OUDE WIJN IN NIEUWE ZAKKEN?

Als gevolg van de energietransitie worden steeds meer alternatieve

brandstoffen gebruikt voor (weg)voertuigen. We zien daardoor het aantal

Multifuel tankstations (MFT-stations) in Nederland snel toenemen. In totaal zijn er op dit moment ca. 120 bestaande -en potentiële MFT-stations, inclusief de

‘losse’ waterstofstations en LNG-stations.

© Shell International

O

nder een MFT-station ver- staan we een tankstation waarbij naast conventionele brandstoffen (benzine, diesel en/

of lpg) tenminste één ‘alternatieve brandstof’ wordt aangeboden, zoals bijvoorbeeld CNG, LNG of waterstof.

Daarin wordt ook de aanwezigheid van oplaadpunten voor het opladen van elektrisch aangedreven voertui- gen meegenomen.

Voor de verschillende brand- stoffen afzonderlijk is er regel- geving en zijn er PGS-richtlijnen (Publicatiereeks Gevaarlijke

Stoffen), maar voor de combinatie met alternatieve brandstoffen zijn er nog vragen over mogelijk bijkomende veiligheidsaspecten.

De directie Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s (O&M) van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) is daarom voor de zomer van 2020 een oriën- terend onderzoek gestart naar de veiligheid van MFT-stations.

Dit onderzoek wordt momenteel uitgevoerd door IFV, het RIVM en Panteia en is een project binnen het programma IOV (Programma Impuls Omgevingsveiligheid) en daarmee

ook een co-creatie van veel betrok- ken partijen. De projectleiding van het onderzoek is in handen van het Ministerie van I&W.

In dit artikel geven we een toelich- ting bij de onderzoeksvragen en geven we een aantal ‘highlights’

voor zover thans bekend. We beslui- ten met een voorlopig antwoord op de gestelde vraag in de titel van dit artikel.

Het onderzoek

Met het onderzoek brengen we in kaart wat er al bekend is over de

(2)

veiligheidsrisico’s van MFT-stations en worden mogelijk aanvullende vei- ligheidsaspecten onderzocht. Denk daarbij aan de interactie tussen de verschillende brandstoffen en de betrokkenheid van meerdere par- tijen op een MFT-station.

Het onderzoek bestaat uit een aantal onderzoeksvragen die zijn verdeeld tussen IFV, RIVM, Panteia en het Ministerie van I&W.

Diverse thema’s rondom MFT- stations zijn onderwerp van het onderzoek, zoals:

> Mogelijke lay-outs van MFT-stations

> Veiligheidseffecten van de afzonderlijke brandstoffen

> Bijkomende veiligheidsaspec- ten bij het combineren van brandstoffen

> Interne en externe veiligheidsafstanden

> Samenwerking tussen de verschillende

veiligheidsvoorzieningen

> Effecten van verschillende eige- naren op één locatie

> Gevolgen van transportstromen van nieuwe brandstoffen voor het basisnet

Een aantal van deze thema’s die door het IFV zijn onderzocht, worden hierna verder toegelicht.

De onderzoeksvragen die betrek- king hebben op effecten, risico’s en afstanden worden uitgezocht en beantwoord door het RIVM. De onderzoeksvragen over de com- binaties van brandstoffen en de veiligheidsvoorzieningen door het IFV. Panteia heeft een korte verken- nende studie uitgevoerd naar de gevolgen voor de transportstromen van (nieuwe) energiedragers voor het basisnet en de gemeentelijk of provinciaal vastgestelde routes.

Tenslotte zal het Ministerie van I&W voor het terrein waar dit ministe- rie verantwoordelijk voor is een antwoord moeten vinden op de

juridische en beleidsmatige aspec- ten, en leidt het ministerie het pro- ject. Daarbij staat de onderzoekers een omvangrijke begeleidingsgroep rondom het project ter beschikking.

De uitvoering van het onderzoek Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van een aantal onder-

zoeksmethoden. Allereerst is er een literatuurstudie uitgevoerd met als doel om vast te stellen of er reeds eerder onderzoek is uitgevoerd naar MFT-stations. De onderzoeksvragen met betrekking tot de effecten, risico’s en afstanden zijn groten- deels gebaseerd op de resultaten van uitgevoerde berekeningen. De

onderzoeksvragen over de combi- naties van brandstoffen, veiligheids- voorzieningen en de aanwezigheid van meerdere eigenaren van de faciliteiten zijn mede gebaseerd op gehouden interviews met vei- ligheidsadviseurs van veiligheids- regio’s, deskundigen op het gebied van de afzonderlijke brandstoffen

en ontwikkelaars/beheerders van MFT-stations. Met het hanteren van de verschillende onderzoeksmetho- den is mede beoogd om een breed en gevarieerd beeld te krijgen van de veiligheidsaspecten die spelen bij MFT-stations en derhalve past bij het karakter van een inventarise- rend onderzoek.

© Bernadine Kok

VEILIGHEID

(3)

Hierna belichten we eerst een onderzoek naar MFT-stations dat eerder werd gedaan door Scandria®2Act en daarna gaan we op een aantal onderzoeksvragen, die we als IFV beantwoorden, dieper in.

Eerder uitgevoerd onderzoek Uit de uitgevoerde literatuurstudie bleek dat Scandria®2Act reeds een inventariserend onderzoek heeft uitgevoerd naar regelgeving in o.a.

Scandinavische landen voor MFT- stations: ‘Multifuel energy stations for cars, buses and trucks’. Eén van de meest relevante conclusies uit dit rapport luidt:

Bij correcte toepassing van de gel- dende voorschriften, (internationale)

richtlijnen en ‘best practices’ voor de afzonderlijke brandstoffen zijn er vanuit veiligheidsoogpunt (explo- sierisico’s) in beginsel geen belem- meringen om (nieuwe/duurzame) brandstoffen (incl. het opladen van elektrische voertuigen) met elkaar of met andere brandstoffen te combi- neren in een MFT-tankstation.

Er is echter nog nauwelijks onder- zoek gedaan naar de bijkomende veiligheidseffecten van combinaties van brandstoffen / oplaadmoge- lijkheden. Op dat punt gaat het onderzoek dat we uitvoeren voor het Ministerie van I&W inhoudelijk wel een aantal stappen verder, zoals ook blijkt uit de diverse onderzoeksvragen.

onderzoek

Hierna belichten we een aantal thema’s die door het IFV zijn behandeld.

Mogelijke lay-outs van MFT-stations Uit het onderzoek blijkt dat we MFT- stations zien in allerlei verschillende verschijningsvormen: er is geen sprake van een eenduidige lay-out en we zien een verschillend aanbod van combinaties van brandstoffen.

Wat verder opvalt bij MFT-stations is dat we steeds meer bovengrondse opslagtanks zien, bestemd voor de opslag van waterstof en van LNG.

Bijkomende veiligheidsaspecten bij het combineren van brandstoffen MFT-stations kenmerken zich door een concentratie van verschillende soorten van brandstoffen met ver- schillende veiligheidskarakteristie- ken en afleverzuilen en laadpunten op een kleine oppervlakte. Elk van de brandstoffen/oplaadpunten kent zijn eigen veiligheidsrisico’s en zijn specifieke veiligheidsafstanden volgens de verschillende PGS’en.

Juist de concentratie van de mix aan brandstoffen, de betrokkenheid van meerdere partijen (bij zowel het ontwerp, realisatie, exploitatie en beheer/onderhoud) en het ontbreken van integrale voorschrif- ten/richtlijnen die specifiek zijn gericht op MFT-stations kan op een klein oppervlak voor combi- natiescenario’s zorgen. Onder een combinatie scenario verstaan we een samenloop /beïnvloeding van het (dis)functioneren van het ene brandstofsysteem op het andere brandstofsysteem. Een deel van het onderzoek richt zich op dergelijke combinatiescenario’s. In dit arti- kel geven we daarvan een aantal voorbeelden.

Een voorbeeld van een mogelijk combinatiescenario op een MFT- station is een zogenaamd ‘domino- effect’. Onder een domino-effect verstaan we een relatief klein

© Bernadine Kok

(4)

incident, zoals bijvoorbeeld een kleine lekkage, dat tot een groter ongeval kan leiden. Met de toename van bovengrondse installaties zoals voor waterstof en LNG, vraagt het voorkomen van domino-effecten meer aandacht. De interne veilig- heidsafstanden in de PGS’en beogen mede om dergelijke domino-effec- ten te voorkomen. Naast interne veiligheidsafstanden geven diverse PGS’en ook grenswaarden voor de warmtestraling bij bovengrondse installaties. Daarbij geldt een maxi- male warmtestraling van 10 kW/m2 op onbeschermde installatieonder- delen en van 35 kW/m2 op een dub- belwandige geïsoleerde opslagtank.

Door middel van een berekening kan de afstand worden bepaald waar de warmtestraling max. 10 kW/m2 resp. 35 kW/m2 is. Dergelijke afstan- den zijn mede maatgevend voor het ontwerp van een MFT-station. Het rekenwerk m.b.t. afstanden is uitge- voerd door het RIVM.

Mogelijk kan het onderzoek ook nieuwe inzichten geven over de hiervoor aangehaalde conclusie van Scandria®2Act: ‘bij correcte toepassing van de geldende voor- schriften, (internationale) richtlijnen

en ‘best practices’ voor de afzon- derlijke brandstoffen zijn er vanuit veiligheidsoogpunt in beginsel geen belemmeringen om brand- stoffen met elkaar of met andere brandstoffen te combineren in een MFT-tankstation’. Bedacht moet bijvoorbeeld worden dat voor het ontwerp/beoordeling van een MFT- station meerdere ‘losse’ richtlijnen (zoals bijv. PGS-richtlijnen voor de afzonderlijke brandstoffen) moeten worden toegepast. Dat betekent nauwkeurig werken en een mogelijk grotere kans op fouten gezien de vele op elkaar lijkende afzonderlijke regels en (interne) veiligheidsafstan- den tussen de installatie-onderde- len. De vraag kan worden gesteld of de conclusie van Scandria®2Act geheel staande kan blijven in het licht van de geschetste werkwijze van ontwerp/beoordeling van een MFT-station.

Effecten van verschillende eigenaren op één locatie

Op een MFT-station is veelal sprake van diverse eigenaars / leveranciers.

Het is daarom belangrijk dat er op een MFT-station regie is op de diverse (onderhouds)werkzaamhe- den die worden uitgevoerd. Met

het gelijktijdig uitvoeren van onder- houd van verschillende installaties (brandstoffen/laadpunten), cq. het gelijktijdig in exploitatie hebben van een ander installatieonderdeel, gaan faalmechanismen gepaard die bij gelijktijdigheid elkaar kunnen beïn- vloeden. Het hebben van regie en afstemming tussen de verschillende betrokken partijen zijn belangrijke voorwaarden om vervolgens de juiste (voorzorgs)maatregelen te kunnen nemen. Uit het onderzoek blijkt dat er verschillende ‘best prac- tices’ bestaan in de wijze waarop regie/afstemming plaatsvindt, maar dat er nog geen sprake is van een landelijk uniforme standaard op dat gebied.

Samenwerking tussen de verschil- lende veiligheidsvoorzieningen In de afzonderlijke PGS-richtlijnen is voor iedere brandstof een nood- stopvoorziening (ESD) voorgeschre- ven. Noodstopvoorzieningen zijn bedoeld om in een vroeg stadium in te grijpen in een incident. De activa- tie kan plaatsvinden door een hand- matige actie (indrukken van een noodknop) of door automatische detectie van bijvoorbeeld gas- of temperatuur.

VEILIGHEID

(5)

Bij een MFT-station kan het noodza- kelijk zijn deze ESD’s te combineren.

Het onderzoek beschrijft een aantal situaties waarin van deze noodzaak sprake zou kunnen zijn. Wanneer een incident bij een brandstof van invloed kan zijn op een andere brandstof dan kunnen de installaties van beide brandstoffen in veilige stand worden geschakeld. Wanneer er sprake is van meerdere systemen voor de noodstopvoorzieningen van de verschillende brandstoffen dan kunnen deze systemen elkaar een signaal geven en zo een ander systeem in veilige stand sturen.

Voorschriften voor de combinatie van noodstopvoorzieningen bij meerdere brandstofinstallaties op één tankstation ontbreken echter.

Onderdeel van het onderzoek is de wijze waarop de verschillende ESD’s met elkaar samen behoren te werken.

Verschillende eigenaren

Op een MFT-station kan het voor- komen dat er meerdere eigenaars / beheerders zijn van de verschillende installaties of de tankshop. Deze installaties en beheerhandelingen kunnen daardoor mogelijk van invloed zijn op elkaar. Wanneer er onvoldoende afstemming/regie is tussen de verschillende eigenaars / beheerders van de installatie kan dit mogelijk extra risico’s met zich meebrengen. De verschillende eige- naars zijn samen verantwoordelijk voor de beheersing van de risico’s op een MFT-stations. Daarom is het van belang dat er sprake is van onderlinge afstemming en regie bij bijvoorbeeld het uitvoeren van

onderhoud en bij calamiteiten. Punt van onderzoek is de wijze waarop daaraan invulling kan worden gegeven om veiligheidsrisico’s te beperken.

Voorlopige conclusie

De titel van dit artikel luidt: ‘MFT- stations: oude wijn in nieuwe zakken?’. Uit de voorlopige resulta- ten van het uitgevoerde onderzoek blijkt dat gedeeltelijk van toepas- sing te zijn. Voor de afzonderlijke brandstoffen (de spreekwoordelijke

‘oude wijn’) is al veel geregeld in bijvoorbeeld bestaande regelgeving en richtlijnen. Door de combinatie van traditionele brandstoffen met relatief nieuwe brandstoffen op een klein (bestaand) oppervlak ontstaat echter een nieuwe situatie met bijkomende veiligheidsaspecten die wel degelijk vragen om speciale

‘nieuwe zakken’). Een aantal daar- van is in dit artikel reeds benoemd, zoals de noodzaak tot afstemming van de veiligheidsvoorzieningen (bijv. noodstop) van de verschillende brandstoffen of de noodzaak van regie/afstemming bij het uitvoeren van onderhoud van de installaties.

Een eenduidige en integrale (inter- nationale) veiligheidsrichtlijn voor MFT-stations kan hierbij helpen.

Momenteel worden er interna- tionaal en nationaal initiatieven ontplooid om te komen tot derge- lijke richtlijnen. Het uitgevoerde onderzoek kan dienstbaar zijn om de in ontwikkeling zijnde richtlijnen verder compleet te maken. De eind- rapportage wordt verwacht gereed te zijn in januari 2021.

Auteurs: Johan van der Graaf (Sr.

onderzoeker) en Nils Rosmuller (Lector Energie- en transportveiligheid), IFV

IFV

Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) draagt bij aan een veilige samenleving door het versterken van de veiligheidsregio’s en hun partners bij het professionaliseren van hun taken. Zij ontwikkelen en delen daarbij relevante kennis. Het IFV is als kennis- en opleidingsinstituut gericht op de brandweer, GHOR en functionarissen in de crisisbeheersing.

© Signalenleefomgeving.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze scène had in sommige passiespelen in de laatmiddeleeuwse traditie een sociaalkritische inhoud gekregen, omdat hiermee de vraag werd opgeworpen of de volgelingen van Jezus –

De centrale stelling van dit boek is dat de hedendaagse Afrikaanse proble - , men vooral te wijten zijn aan de recalcitrante locale tradities, de binnenlandse sociale

Maar zij gaan dan te gemakkelijk voorbij aan het feit dat onze kroonprins op het konings- schap wordt voorbereid en langzamerhand. wordt gevormd tot een geschikt

Een visie op de vernieuwing van het secundair onderwijs, 20 april 2009, 84 p., https://onderwijs.vlaanderen.be/sites/default/files/ atoms/files/0424-visienota-secundair.pdf

Op basis van de panel gegevens van de tweede periode van twaalf weken van de jaren 1974, 1977 en 19£0 is getracht het niveau van de per hoofd gekochte hoeveelheid melk door middel

Er werd een duidelijk verband gevonden tussen de hoeveelheid droge stof uitgedrukt in procenten van het verse gewicht en het nitraatgehalte in mmol per kg droog gewicht. Op

 stomen tussen twee teelten hyacint  niet stomen tussen twee teelten hyacint  teelt hyacint op verse

Dit onderzoek heeft aangetoond dat, gender non-conforme adolescenten door een lagere eigenwaarde, mogelijk meer kans hebben om coping of conformering als motief te gebruiken voor