• No results found

Nitraatgehalten in bloemkoolrassen en selecties geteeld onder glas, 1982

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nitraatgehalten in bloemkoolrassen en selecties geteeld onder glas, 1982"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A

o 6

C

3>4

tzvm. We

3> Ç~( O

O

i ^4 â

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

Nitraatgehalten in bloemkoolrassen en selecties geteeld onder glas, 1982

ing. M.H. Cools ir. J.H. Stolk ing. D. Theune

(2)

Nitraatgehalten in bloemkoolrassen en selecties geteeld onder glas, 1982

ing. M.H. Cools, ir. J.H. Stolk, ing. D. Theune

Inleiding

Het nitraatgehalte in groentegewassen staat in de belangstelling.

Hoewel bloemkool niet bekend staat als erg nitraatrijk is toch materiaal uit een rassenproef (le beoordeling) gebruikt voor een oriënterend

onderzoek op nitraat. Materiaal en methoden

De proef werd genomen op een zware zavelgrond van een praktijkbedrijf in De Lier. De oogstdatum viel op 28 april 1982. Voor de opzet van de

proef en de overige teeltgegevens wordt verwezen naar het verslag van de rassen-proef. (1). Het nitraatgehalte werd uitsluitend in het eetbare deel

van de kool onderzocht. Om de kosten van de proef zo laag mogelijk te houden zijn slechts twee halve kolen per ras of selectie geanalyseerd. Dit materiaal werd, nadat het gewicht vers en na droging bij 80 C was be­ paald, gemalen en geëxtraheerd met water. De ND^-analyses werden uitgevoerd met behulp van een continuous flow systeem gebaseerd op een cadmium

reductiekolom en een kleuring volgens Griess (2) . Het gehalte werd uitge­ drukt in mmol per kg droge stof en omgerekend in mg per kg vers gewicht. Re sultaten

Een overzicht van de gehalten aan droge stof en nitraat van de verschillende rassen en selecties wordt naar toenemend nitraatgehalte gegeven in tabel 1. Tabel 1. Bloemkoolrassen en selecties, gehalten aan droge stof en nitraat

Code 1) % droge stof nitraatgehalte Code 1) % droge stof

in mmol per kg droge stof in mg per kg vers gewicht J 8.96 6 33 G 8.56 17 90 B 8.19 28 142 D 9.02 29 162 P 7.80 36 174 0 9.02 35 196 F 7.90 40 196 C 7.48 54 •250 A 7.80 53 256 N 7.85 55 268 E 8.59 52 277 K 7.68 61 290 M 7.84 63 306 H 7.48 68 315 R 7.94 72 354 S 7.95 78 384 L 7.64 86 407 Gemiddeld 8.10 49 241

1) De rassen en selecties worden aangeduid met dezelfde letters die in de rassenproef werden gebruikt.

(3)

-2-Uit tabel 1. blijkt dat de nitraatgehalten onderling vrij grote ver­ schillen vertonen. In het algemeen liggen ze echter in vergelijking met de onder glas geteelde bladgroenten die 2 ."000 tot 4.000 mg per kg vers gewicht kunnen bevatten, op een laag niveau.

Tabel 1. toont tevens aan dat de rassen en selecties met een geringe hoeveelheid nitraat een hoger gehalte aan droge stof hebben. De wis­ kundige verwerking van de samenhang tussen het gehalte aan droge stof in % en nitraat in mmol per kg droog gewicht wordt weergegeven in figuur 1.

Figuur 1. Verband tussen het gehalte aan droge stof en nitraat in mmol per kg droog gewicht.

88.00

80.00

72.00

64.00^

56.00

48.00

40.00

32.00]

24.00

16.00

8.00

O.OO

-8.00

mmol/kg droog gewicht

i

• * t.

t

Y = A + B x

A = 284

B = -29.0

r = -0.70

7.20

7.60

8.00

8.40

8.80

920

9.60

% droge stof

(4)

4

-3-üit deze figuur blijkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen deze gehalten. De daarbijbehorende regressievergelijking luidt: Y = - 29.0 X + 284.0 ; r = - 0.7.

Bij het omrekenen van de nitraatgehalten op het verse materiaal worden deze verschillen echter genivelleerd, waardoor het verband tussen het nitraatgehalte in mmol per kg vers gewicht (mg per. kg

vers gewicht) met het percentage droge stof en nog sterker met het vers gewicht minder duidelijk wordt respectievelijk ontbreekt.

Op grond van bovenstaande uitkomsten zijn hoge nitraatgehalten in bloemkool niet te verwachten. Het lijkt daarom bij de huidige normen voor tuinbouwgewassen niet zinvol om bij de selectie van nieuwe rassen rekening te houden met het nitraatgehalte. Mochten echter toch nitraat­ gehalten worden bepaald dan zal het wenselijk zijn deze uit te drukken in mg per kg droog gewicht.

Same nva t ti ng

Van een aantal bloemkoolrassen en selecties die in een eerste beoordeling werden beproefd, werd het nitraatgehalte bepaald van het eetbare gedeelte van de kool. In vergelijking met onder glas geteelde bladgroenten lagen deze gehalten op een laag niveau. Er werd een duidelijk verband gevonden tussen de hoeveelheid droge stof uitgedrukt in procenten van het verse gewicht en het nitraatgehalte in mmol per kg droog gewicht. Op grond van gevonden regressie zijn geen hoge nitraatgehalten te verwachten, zodat het niet zinvol lijkt dit aspect bij de selectie van nieuwe bloemkool­ rassen te betrekken. Indien echter toch nitraatgehalten worden bepaald, zal het wenselijk zijn deze uit te drukken in mg per kg droog gewicht. Literatuur

1. Stolk, J.H. en Jansen, A.B., 1982. Bloemkool. Rassenproef le beoordeling 1982, voorjaarsteelt. Intern verslag nr. 124 - 1982. Proefstation voor tuinbouw onder Glas te Naaldwijk.

2. Elderen, C.W. van, 1982. Een spectrofotometri sehe bepaling van nitraat in gewas door middel van continuous flow.

Intern verslag in druk. Proefstation voor tuinbouw onder Glas te Naaldwijk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de figuur staat voor een aantal diersoorten het verband tussen het energieverbruik E en het gewicht G.. Hierbij is E het

Volgens vakspecifieke regel 4c bedraagt de aftrek voor fouten zoals bedoeld onder 4a en/of fouten bij het afronden van het eindantwoord voor het hele examen maximaal 2

[r]

Michael Ventris zette het werk van Kober voort. In het vervolg van deze opgave zie je in vereenvoudigde vorm hoe hij te werk ging. Ventris slaagde erin verschillende tekens van

De rechte lijn in de figuur doet vermoeden dat een dier dat twee keer zo zwaar is als een ander dier ook twee keer zo veel energie verbruikt. 3p 4 Onderzoek met behulp van

Volgens vakspecifieke regel 4c bedraagt de aftrek voor fouten zoals bedoeld onder 4a en/of fouten bij het afronden van het eindantwoord voor het hele examen maximaal 2

Het project Ruimte voor de Rivier voor de Noordwaard biedt onvoldoende conceptuele ruimte, beleidsruimte, ju- ridische ruimte, inspraakruimte en daarmee fysieke ruimte voor het