RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

(1)

RAADSVOORSTEL 10.0114

Naam programma +onderdeel:

Nvt

Onderwerp:

"Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL) 2010 - Het Perspectief 2010 - 2013".

Aanleiding:

Het PRIL 2010 - Het Perspectief 2010 - 2013 is onderdeel van de programmabegroting 2011-2014.

Jaarlijks worden de grondexploitaties van de projecten ondergebracht in het PRIL geactualiseerd. Als gevolg daarvan is besluitvorming omtrent de realisering vereist.

Doel:

Met het PRIL 2010 - Het Perspectief 2010 – 2013 wordt beoogd de voortgang van de projecten te garanderen en een sluitend perspectief tot 2012 bij de grondexploitatieprojecten transparant en gestructureerd in beeld te brengen en daarmee de stuurkracht te vergroten.

Kader:

Eerder werden sluitende perspectieven gepresenteerd bij de vaststelling van PRIL 2007 (RB

07.0057) en PRIL 2008 (RB 08.0050) en in PRIL 2009 (RB 09.0069) en nu in 2010 passend in

het kader van de programmabegroting 2011-2014;

Besluit begroting en verantwoording (BBV);

Financiële verordening;

Beleidskader reserves en voorzieningen;

Nota strategisch grondbeleid 2005;

Nota Vermogensbeheer Grondexploitaties;

Notitie Grondprijzen 2010.

Overwegingen:

Het college legt de Raad een perspectief voor met een ‘sluitende stand’ van de Vereveningsreserve Grondexploitaties voor de ruimtelijke ambities in de periode van 2010 t/m 2013. Tevens moet dit perspectief een cashflow realiseren die tijdens de looptijd positief is (oftewel BBV-proof), zoals verwoord in hoofdstuk 3 van het bijgaande Perspectief 2010-2013.

Bijlage II van deze nota geeft een totaaloverzicht incl. de voorwaarden die nodig zijn voor een sluitend perspectief van de Vereveningsreserve 2010 t/m 2013.

Als gevolg van allerlei ontwikkelingen binnen de grondexploitaties ontstaan er claims op de Vereveningsreserve die van invloed zijn op het perspectief van de Vereveningsreserve. Zoals:

 Het is van belang om de Bestemmingsreserve Strategische Aankopen van voldoende middelen te voorzien om eventuele strategische aankopen te kunnen financieren. Voorgesteld wordt om jaarlijks vanaf 2010 € 0,1 mln. vanuit de Vereveningsreserve te doteren (besluitpunt 2a);

Rv. nr..: 10.0114 B&W-besluit d.d.: 21-9-2010 B&W-besluit nr.: 10.0975

(2)

 Bij de vaststelling van het uitvoeringsbesluit Kooiplein en omgeving (RB 10.0003) is besloten tot een bijdrage vanuit de Vereveningsreserve aan Kooiplein van € 13,2 mln. die reeds bij PRIL 2009 beschikbaar was gesteld. Deze € 13,2 mln. is voor een belangrijk deel, € 9,8 mln., bestemd voor aankoop van de parkeergarage Kooiplein. Bij PRIL 2010 – De Rekening 2009 is voorts geconstateerd dat er in het project Aalmarkt ten onrechte een IP-bijdrage van ca. € 7 mln. in de grondexploitatie was opgenomen, aangezien dit niet BBV-proof was. Dit moest worden gecorrigeerd waarbij het zaak was om dit te regelen zonder budgettaire consequenties voor het vrij vermogen van grondzaken. Hiertoe is de volgende constructie gekozen. De IP-bijdrage is uit de grondexploitatie Aalmarkt gehaald waardoor deze met ca. € 7 mln. is verslechterd en er voor dat bedrag een extra voorziening getroffen moest worden in de Voorziening Negatieve Grondexploitaties. Dit leidt dus tot een extra onttrekking uit de Vereveningsreserve. Om deze onttrekking uit de Vereveningsreserve te compenseren is de bijdrage aan de parkeergarage Kooiplein die oorspronkelijk dus € 13,2 mln. bedroeg met € 7 mln. verlaagd tot € 6,2 mln., met de afspraak dat deze verplichting aan Kooiplein vanuit het IP geregeld wordt. In concreto betekent dit dat de parkeergarage voor ca. € 3 mln. wordt gedekt uit de Vereveningsreserve en voor € 7 mln. vanuit het IP (besluitpunten 2b,c);

 Voor het Leiden Bio Science Park is een nieuwe projectopdracht nodig om de benodigde

ondersteuning aan ontwikkelingen al hier te kunnen blijven faciliteren. Hiermee is een bedrag gemoeid van naar verwachting € 1,5 mln. waarvoor de dekking vooralsnog is voorzien vanuit de Vereveningsreserve (besluitpunt 2d);

 In het beleidskader vastgoed is beschreven onder het kopje uitvoeringsplannen dat de gemeente vanuit haar eigenaarsrol de huurprijs (en bij voorgenomen verkoop de verkoopprijs) van de panden in exploitatie moet laten taxeren door een taxateur, teneinde het verschil tussen huidige huur en markthuur vast te kunnen stellen. De kosten die hiermee zijn gemoeid worden ingeschat op € 0,6 mln. (2‰ van de gecumuleerde WOZ-waarde van ca. € 365 mln.). Voorgesteld wordt om dit vanuit de Vereveningsreserve te dekken (besluitpunt 2e);

 Het is nodig om de Bestemmingsreserves Bodemsanering jaarlijks van een dotatie te voorzien opdat deze bestemmingsreserve voldoende middelen heeft om te kunnen voldoen aan de behoefte waarvoor zij is ingericht. Bij PRIL 2008 is besloten om tot en met 2011 jaarlijks € 0,5 mln. vanuit de Vereveningsreserve aan deze bestemmingsreserve bodemsanering te doteren. Bij PRIL 2009 is dit verlengd tot en met 2012. Dit jaar wordt aan de Raad voorgesteld om de dotatie aan de reserve bodemsanering structureel te maken (besluitpunt 2f);

 Evenals in voorgaande jaren zijn de risico’s en kansen binnen de projecten, alsook de algemene risico’s geïnventariseerd en geanalyseerd. In 2008 zijn risicoreserves ingesteld voor projecten in uitvoering, projecten voor uitvoering en voor erfpachtrisico’s. Vervolgens zijn er in 2008 en 2009 stortingen gedaan vanuit de Vereveningsreserve in de risicoreserves. Voor PRIL 2010 is wederom gekeken wat de risico’s zijn en wat er de komende jaren (extra) klaargezet moet worden om te voorkomen dat projecten stagneren indien de risico’s niet kunnen worden afgewend en kansen niet benut. Voorgesteld wordt om € 6,48 mln. te storten in de “Reserve Project en Algemene Risico’s projecten in uitvoering”, ten laste van de

Vereveningsreserve. Er worden naar verwachting in 2010 geen projecten in uitvoering genomen. Derhalve wordt voorgesteld om de middelen die aanwezig zijn in de “Reserve Project en Algemene Risico’s projecten voor uitvoering” ad. € 2,86 mln. terug te laten vloeien naar de Vereveningsreserve (besluitpunt 2g,h);

Een sluitend perspectief is vervolgens haalbaar onder de volgende voorwaarden:

 Geconstateerd wordt dat de bestemmingsreserve Extra Plankosten niet nodig is voor het doel waarvoor hij is opgericht. Door de reserve op te heffen kunnen de financiële middelen vrijvallen in de Vereveningsreserve. De stand van deze reserve bedraagt per 1-1-2010 € 0,46 mln. Hierop rust nog een verplichting van ca. € 0,25 mln. zodat er per saldo een voordeel voor de Vereveningsreserve ontstaat van

€ 0,2 mln. (besluitpunt 6a);

 Dit jaar is gebleken dat er voor € 2,5 mln. aan historische kosten in het vastgoedcomplex zijn geboekt die naar alle waarschijnlijkheid niet meer kunnen worden terugverdiend en moeten worden afgewaardeerd.

(3)

Door de pijn te verdelen over maximaal 10 jaar of -indien dat een kortere periode bestrijkt-, zolang het project verkoop vastgoed nog loopt. De besparing voor de komende 4 jaar bedraagt dan € 1,5 mln.

(besluitpunt 6c);

 Door Dieperhout, Lusthoflaan en Springplank/Sumatrastraat versneld in de markt te zetten, kan de verdiencapaciteit van deze locaties eerder benut worden. Inclusief gewogen risico’s en kansen bedraagt de extra bestedingsruimte voor de Vereveningsreserve naar huidige inzichten maximaal € 3,6 mln. Hierbij geldt nog wel een voorbehoud met betrekking tot de mogelijke monumentenstatus van de Lusthoflaan, wat consequenties kan hebben voor de opbrengst. Afgesproken is dat het verkoopproces en het proces tot verkrijging van de monumentenstatus, gelijk op dienen te lopen. (besluitpunt 6d);

 De investeringen die verwacht worden in het Leiden Bio Science Park en waarvoor een reservering is gedaan in het vierjarig perspectief, worden slechts deels verwacht in de periode 2010-2013. Door de dekking op te nemen volgens de planning van de werkzaamheden, is de aanspraak op de

Vereveningsreserve de komende 4 jaar aanzienlijk lager. Concreet is er in de jaren 2012 en 2013 in totaal

€ 0,9 mln. nodig en bedraagt de besparing voor de korte termijn ca. € 2,6 mln. door dit bedrag buiten het vierjarig perspectief te plaatsen (besluitpunt 6e);

 In het perspectief wordt rekening gehouden met € 1,5 mln. dekking voor de nieuwe projectopdracht Leiden Bio-Science Park. Aangezien dit project is begroot voor een periode van 5 jaar te beginnen in 2011, kan ook de dekking in 5 tranches beschikbaar worden gesteld. Voor het huidige perspectief betekent dit een besparing van € 0,6 mln. (besluitpunt 6f);

 Voorgesteld wordt om voorlopig geen investeringsbeslissing van naar huidige inzichten € 10 mln. te nemen voor de nieuwe gebiedsvisie Stationsplein e.o. Ondertussen kan wel verder worden gewerkt aan een nieuwe gebiedsvisie (besluitpunt 6g);

 In het kader van palet 2010 is voorgesteld om een extra afdracht vanuit de Vereveningsreserve aan het concern te doen voor een bedrag van € 1,5 mln. per jaar (vanaf 2011). Door deze extra afdracht niet te doen, wordt er in de Vereveningsreserve de komende 4 jaar in totaal € 4,5 mln. bespaard (besluitpunt 6h);

 Door af te zien van de ontwikkeling van B+C in het Rijnlandblok en het Rijnlandblok te zijner tijd in de markt te zetten wordt de komende 4 jaar € 8,7 mln. bespaard. Voor de middellange termijn kan er voorts nog een verkoopopbrengst worden verwacht, maar niet binnen het nu voorgestelde 4-jarig perspectief (besluitpunt 6i);

 Mede vanwege problemen met de grondverwerving ten behoeve van Groenoordhallen- bedrijventerrein wordt voorgesteld om dit deelplan buiten het 4-jarig perspectief te plaatsen. Het uitstellen van deze

investeringsbeslissing levert een besparing op van € 2,9 mln. (het begroot tekort op de grondexploitatie) alsmede een besparing van € 1,1 mln. op de benodigde risicoreservering. Totaal besparing derhalve ca. € 4 mln. (besluitpunt 6j);

 Groenoordhallen deelplan de Hallenweg e.o. moet doorgang vinden ter ontsluiting van Groenoord- Noord alsmede de door Ymere te ontwikkelen woonwijk. Door de uitvoering van dit project vooralsnog te beperken tot de aanleg van een bouwstraat en de kosten voor de bouwstraat ad. € 2,5 mln. eenmalig vanuit de Vereveningsreserve te dekken, wordt er binnen het vierjarig perspectief een besparing van 50% bereikt ofwel ca. € 2,5 mln. (besluitpunt 6k);

 Bij het uitvoeringsbesluit Kooiplein is door de afdeling Vastgoedontwikkeling en Grondzaken melding gemaakt van een gewogen risico van minimaal € 4,7 mln. Hoewel dit officieel geen onderdeel heeft uitgemaakt van het uitvoeringsbesluit, acht het college deze risico’s reëel aanwezig. Door de risico’s die verband houden met de parkeergarage Kooiplein onder verantwoording te brengen van de

parkeerexploitatie/parkeerreserve, wordt de Vereveningsreserve ontlast. Het gaat in dit geval om een besparing voor de Vereveningsreserve van € 3,6 mln. (besluitpunt 6l);

 Voorgesteld wordt om in afwijking van besluit RB 09.0118 waarin is besloten tot een bijdrage van

€ 13,8 mln. vanuit de Vereveningsreserve aan de realisatie van de Ringweg Oost, de dekking van de

(4)

Ringweg Oost volledig vanuit het InvesteringsPlan 2012-2015 te dekken. Hierdoor wordt de

Vereveningsreserve verlost van een in feite oneigenlijke onttrekking, namelijk een onttrekking ter dekking van een kapitaalgoed (besluitpunt 6m);

 Door de dekking van de boekwaarden ad. € 5,5 mln. van het in te brengen onroerend goed in de herontwikkeling Huis van de Sport mee te nemen in de aanbestedingsprocedure wordt de

Vereveningsreserve met ditzelfde bedrag ontlast (besluitpunt 6n);

 Tot slot wordt voorgesteld om de Vereveningsreserve te ontlasten door op een aantal punten in de dekkingsbehoefte te voorzien vanuit de Nuonmiddelen (besluitpunten 6o, p, q). In onderstaande tabel is weergegeven voor welke onderdelen Nuonmiddelen worden voorgesteld. Naast bijdrages op onderdelen is besloten om een algemene bijdrage uit de Nuonreserve te doen van € 10 mln. om ruimtelijke ambities mogelijk te maken. Circa € 2,5 mln. hiervan is vooralsnog opgenomen als extra risicoreserve voor mogelijke tegenvallers. De Nuonbijdragen zijn gefaseerd over de komende 4 jaar ingepland teneinde over de gehele looptijd een positieve cashflow te krijgen.

NUONgelden bereikbaarheid (30%) algemene bijdrage aan Vereveningsreserve € 3.000

NUONgelden milieu en groen (30%) stijging kosten Nuonsanering € 2.280

park Matilo € 1.800

voeding bestemmingsreserve bodemsanering € 2.000 algemene bijdrage aan Vereveningsreserve € 3.000 NUONgelden sociaal maatschappelijk en culturele voorzieningen (20%) park Matilo € 700 Grondexploitatie de Nobel € 1.700 risicoreservering de Nobel € 344 algemene bijdrage aan Vereveningsreserve € 2.000 NUONgelden onderwijs (20%) algemene bijdrage aan Vereveningsreserve € 2.000 18.824

€

Financiën:

Zie de overwegingen

Evaluatie:

Niet van toepassing

Bijgevoegde informatie:

PRIL 2010 – De Rekening 2009

RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leiden:

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 10.0114 van 2010), mede gezien het advies van de commissie

BESLUIT:

1. in te stemmen met de nota “PRIL 2010 – Het Perspectief 2010-2013” en kennis te nemen van het vierjarig perspectief zoals opgenomen in bijlage I alsmede het sluitend vierjarig perspectief in bijlage II van de nota;

2. met betrekking tot de Vereveningsreserve Grondexploitaties:

a. in te stemmen met een structurele dotatie aan de Reserve Strategische Aankopen van

€ 0,1 mln. per jaar vanaf 2010 ten laste van de Vereveningsreserve Grondexploitaties;

(5)

b. in te stemmen met een verlaging van het openstaande krediet “IP-bijdrage Aalmarkt”(nr.

710486) ad. € 8,894 mln. met € 6,894 mln. tot € 2,0 mln. en de vrijkomende kredietruimte van € 6,894 mln. in mindering te brengen op de reserve kapitaallasten parkeergarage Kooiplein; De reden hiervoor is om te voldoen aan de BBV-voorwaarden inzake het activeren van tekorten. In de geactualiseerde GREX Aalmarkt (PRIL 2010) is voor ongeveer € 2 mln. begroot voor investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut (bruggen en bestrating).

c. om de bijdrage van de Vereveningsreserve aan het project Kooiplein als gevolg van besluitpunt 2b, te verlagen van € 13,2 tot € 6,2 mln., aangezien de parkeergarage Kooiplein conform besluitpunt 2b. voor € 6,894 mln. wordt gedekt vanuit het IP als gevolg van het verminderen van de dekking uit de reserve kapitaallasten Kooiplein;

d. ten behoeve van de nieuwe projectopdracht Leiden BioScience Park een krediet ad. € 1,5 mln. beschikbaar te stellen met als dekking de Vereveningsreserve Grondexploitaties;

e. in te stemmen met een krediet van € 0,6 mln. ten behoeve van het taxeren van panden die de gemeente Leiden in de verhuur heeft teneinde het verschil tussen huidige huur en markthuur vast te kunnen stellen (cfm. beleidskader vastgoed), en dit krediet te dekken vanuit de Vereveningsreserve Grondexploitaties;

f. in te stemmen met een structurele dotatie van € 0,5 mln. per jaar aan de

Bestemmingsreserve Bodemsanering m.i.v. 2013 aansluitend op de besluiten RB 07.0057 en RB 08.0050;

g. de reserve projecten algemene risico’s grondexploitatieprojecten in uitvoering te voeden met een bedrag van ca. € 6,48 mln. ten laste van de Vereveningsreserve;

h. vanuit de reserve projecten algemene risico’s grondexploitatieprojecten voor uitvoering een bedrag van ca. € 2,86 mln. terug te laten vloeien in de Vereveningsreserve

Grondexploitaties als gevolg van een gunstiger risico/kansenresultaat bij de projecten voor uitvoering;

3. met betrekking tot de overige reserves en voorzieningen binnen het Vermogensbeheer Grondexploitaties:

a. in te stemmen met een onttrekking van € 95.000 uit de Reserve Herstructurering Woongebieden Portaal ten behoeve van de bekostiging van facturen voor notaris- en advieskosten en overdrachtsbelasting in verband met transacties bij de Diamantlaan e.o.

en Oranjegracht / Waardgracht;

b. in te stemmen met dotatie van de naar verwachting in 2015 te ontvangen financiële vergoeding die TNO aan de gemeente is verschuldigd in het kader van de anterieure overeenkomst (20-1-2010) inzake 3 bouwplannen in bestemmingsplan Boerhaave- Sylvius, van maximaal € 0,2 mln. aan de reserve bovenwijkse voorzieningen;

4. een voorbereidingskrediet voor grondexploitatie De Nobel vast te stellen ter hoogte van € 0,5 mln. en dit te dekken uit de grondexploitatie De Nobel:

5. in te stemmen met een onttrekking van € 0,1 mln. uit de reserve vrij besteedbare middelen ISV/EZ ten behoeve van de exploitatie Nieuweroord (cp 77);

6. in het kader van het opstellen van een sluitend vierjarig perspectief, conform hoofdstuk 3 van de nota PRIL 2010 – “Het Perspectief 2010-2013” en de bijbehorende bijlage II, aanvullend in te stemmen met:

a. de in de bestemmingsreserve Extra Plankosten aanwezige ad. € 463.626 over te hevelen naar de Vereveningsreserve Grondexploitaties en de dekking van de plankosten

Lammenschanspark ad. € 250.000 dientengevolge ten laste te brengen van de Vereveningsreserve Grondexploitaties. Per saldo een voordeel voor de

Vereveningsreserve van € 213.626;

(6)

b. het afsluiten van de bestemmingsreserve Extra Plankosten en eventueel geraamde onttrekkingen en dotaties ten laste of ten gunste van deze reserves en voorziening over te nemen in de Vereveningsreserve Grondexploitaties;

c. het gefaseerd afwaarderen van de in het vastgoedcomplex aanwezige historische kosten die geacht worden niet meer te worden terugverdiend, over maximaal 10 jaar (of zolang er sprake is van verkoop vastgoed). Dit levert voor de het vierjarig perspectief een besparing op van € 1,49 mln.;

d. het streven om de locaties Dieperhout, Josephschool, Lusthoflaan en

Springplank/Sumatrastraat versneld in de markt te zetten waarbij de gemeente zich beperkt tot een regierol. De mogelijke verdiencapaciteit van naar huidige inzichten € 3,57 mln. (inclusief kansen/risico’s) kan dan eerder worden benut voor andere ruimtelijke ambities;

e. het faseren van de reserveringen ten behoeve van het stedenbouwkundig masterplan Leiden Bio-Science-Park conform de planning van de uitvoering van de werken. Dit levert voor de komende vier jaar een besparing op voor de Vereveningsreserve van € 2,6 mln.;

f. het faseren van de reserveringen ten behoeve van de nieuwe projectopdracht Leiden Bio- Science-Park over de looptijd van het project (5 jaar). Dit levert voor de komende vier jaar een besparing op voor de Vereveningsreserve van € 0,6 mln.;

g. door te werken aan de gebiedsvisie Stationsplein e.o., maar vooralsnog geen

investeringsbeslissing te nemen, hetgeen binnen het vierjarig perspectief een voordeel oplevert van € 10 mln.;

h. geen extra afdracht aan het concern zoals is overwogen in het kader van het Palet 2010.

Dit leidt tot een extra bestedingsruimte van € 4,5 mln. in de komende vier jaar;

i. stoppen met de ambitie om B+C in het Rijnlandblok te huisvesten waardoor de reservering van € 8,7 mln. in de Vereveningsreserve ten behoeve van dekking van het onrendabel deel van de exploitatie kan vervallen en het Rijnlandblok te verkopen met randvoorwaarden voor herontwikkeling, vergelijkbaar met de procedure zoals die is gevolgd bij de verkoop van Nieuweroord.

j. het buiten het vierjarig perspectief plaatsen van Groenoordhallen deelplan

bedrijventerrein. De besparing voor het vierjarig perspectief bedraagt € 4,0 mln. (inclusief besparing risicoreservering);

k. uitstel van de definitieve aanleg van de Hallenweg e.o. tot na 2013 en vooralsnog alleen een reservering in de Vereveningsreserve op te nemen van € 2,5 mln. voor de aanleg van de bouwweg. De besparing voor het vierjarig perspectief bedraagt € 2,5 mln.;

l. het overhevelen van de risicoreserve voor de parkeergarage Kooiplein ad. € 3,6 mln. naar de Reserve Parkeren;

m. het terugdraaien van het besluit dat de Vereveningsreserve € 13,8 mln. bijdraagt in de aanleg van de Ringweg-Oost (RB 09.0118), en deze geheel uit het IP 2012 - 2015 te dekken;

n. het alsnog betrekken van de boekwaarde van de gronden die benodigd zijn voor het project Huis van de Sport in de aanbesteding. Dit levert een besparing op in de Vereveningsreserve van € 5,5 mln.;

o. een storting van een algemene bijdrage van € 9,715 mln. vanuit de Reserve Nuon- middelen in de Vereveningsreserve Grondexploitaties ten behoeve van het mogelijk maken van ruimtelijke ambities;

p. het aanwenden van € 6,08 mln. Nuon-middelen Groen en Milieu ter compensatie van de stortingen in de bestemmingsreserve bodemsanering (€ 4,28 mln.) alsmede bijdrage park Matilo (€ 1,8 mln.);

(7)

q. het aanwenden van € 2,74 mln. Nuon-middelen Sociaal Maatschappelijk en Cultureel ter compensatie van de benodigde middelen voor Grondexploitatie De Nobel (€ 2,04 mln.) alsmede bijdrage park Matilo (€ 0,7 mln.);

7. in te stemmen met een extra voeding van de reserve projecten algemene risico’s grondexploitatieprojecten in uitvoering met een bedrag van ca € 2,564 mln. ten laste van de Vereveningsreserve en deze reservering van € 2,564 min. onder te brengen in de GREX Stationsgebied en deze te bestemmen als gemeentelijke bijdrage voor een fietsenstalling aan de voorzijde van het station;

8. onderstaande begrotingswijzigingen 2010 vast te stellen

Product LASTEN BATEN

Verhogen Verlagen Verhogen Verlagen TFE83001 GRONDEXPLOITATIE 89.671.150 105.819.299 88.744.793 105.508.382

TFE83002 ERFPACHT 113.000

TFE98006 VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 6

9.553.000 11.835.000 3.454.560

2.000.000 2.956.000 0

TFE98011 VERREKENING RESERVES AD

719.000

Saldo 101.224.150 108.775.299 101.411.793 108.962.942

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 10/11 november 2010,

de Griffier, de Voorzitter,

Dit voorstel is op 10 november 2010 gewijzigd vastgesteld.

(8)

TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: T. Seijkens

Organisatieonderdeel: VAG

Telefoon: 5688

E-mail: t.seijkens@leiden.nl

Verantwoordelijk portefeuillehouder:

Stedelijke Ontwikkeling, Binnenstad, Bestuur en Dienstverlening

Communicatie:

Bijgevoegde informatie:

PRIL 2010 – De Rekening 2009

ADVIES PRESIDIUM

Doel:

Behandelingsvoorstel:

Opmerkingen/aandachtspunten:

(9)

B&W.nr. 10.0975, d.d. 21 september 2010

Onderwerp PRIL 2010 – Het Perspectief 2010-2013

Behoudens advies van de commissie

BESLUITEN Behoudens advies van de commissie

I. aan de raad voor te stellen: