Autisme en Hoogbegaafdheid
Dubbelbijzonder?!
Doel
1. Je weet wat verstaan wordt onder dubbelbijzonder
2. Je bent bekend met de onderwijsbehoeften van deze leerlingen
2
Inhoud
1. Wat zegt een diagnose?
2. Wanneer spreken we van dubbelbijzondere leerlingen?
3. Wat zijn de onderwijsbehoeften van leerlingen met ASS en HB?
4. Wat moet je weten om tegemoet te komen
aan deze onderwijsbehoeften?
• Bestendige tekortkomingen in sociale communicatie en sociale interacties, in verschillende contexten………
• Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten…………
• Eerste tekenen voor de leeftijd van 3 jaar ………
• Het geheel van symptomen beperkt en verstoort het functioneren……….
• Geen verklaring door verstandelijk of algehele ontwikkelingsachterstand………
4
DSM - 5
Intersectorale samenwerking is van belang, waarbij medewerkers uit de kinderen
jeugdpsychiatrie betrokken zijn bij verwijzingen vanuit de jeugdzorg. Een diagnose ‘ASS’ – al dan niet voorlopig – biedt dan aanknopingspunten voor behandeling en kan via deze weg de draagkracht van ouders vergroten, de ouder-kindrelatie
bevorderen, de ontwikkeling stimuleren en nevenproblematiek verminderen
(Den Boer, Vlamings, Munsters & Servatius-Oosterling, 2019)
Vroegsignalering
6
Misdiagnose?
Oefening: hoe sta je daar zelf in?
Ben je dan wel hoogbegaafd? Als je autisme hebt.
Autisme is vaak een misdiagnose, omdat het lijkt op HB.
Een ontwikkelingsvoorsprong en
ontwikkelingsachterstand in één, kan dat wel?
Met een diagnose weten we pas wat we moeten
doen.
IJsberg (Utah Frith)
8
zichtbaar gedrag
Oorzaken
Prikkelverwerking
Sociale communicatie en sociale interactie
Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses en activiteiten
Central coherence Theory of mind Executive functioning
© 2016 Autisme Steunpunt / SSOE
Hoogbegaafdheid?
Verschillende namen, theorieën en modellen; verschil in nadruk
Hoogbegaafd Meerbegaafd
Hyperhoogbegaafd
Theorieën en modellen
10
• Renzulli
• Mönks
• Heller
• Gagne
• Gardner
• Sternberg
• Kieboom
• Dabrowski
Bron: SLO
Definitie?
Er is geen eenduidige wetenschappelijke definitie van (hoog)begaafdheid.
Toch bieden de diverse theorieën en modellen relevante
aanknopingspunten voor een werkdefinitie die bruikbaar
is voor de onderwijspraktijk .
Werkdefinitie SLO Talentstimuleren
12
.
Kenmerk Toelichting
Sterk potentieel
(Hoog)begaafde leerlingen beschikken over een in aanleg aanwezig potentieel om tot uitzonderlijke prestaties te komen, behorend bij de beste 10%, op één of meerdere begaafdheidsgebieden
Dynamisch
De ontwikkeling van talent is een langdurig en dynamisch proces. Zowel
persoonlijkheidseigenschappen als de interactie met de omgeving zijn mede bepalend voor de mate waarin het aanwezige potentieel tot zijn recht komt (Mönks, Heller en Gagné)
Creatief denkvermogen Een (hoog)begaafde leerling beschikt over een hoge intelligentie in combinatie met een creatief denkvermogen (Renzulli, Mönks, Sternberg)
Intrinsieke motivatie
Daarnaast is er sprake van een intrinsieke motivatie (doorzettingsvermogen) om een taak te volbrengen wat zich onder andere uit in een sterke gedrevenheid wanneer iets hun interesse heeft (Renzulli, Mönks)
Domein-
specifiek (Hoog)begaafdheid is domeinspecifiek (Gardner, Heller en Gagné)
Meer-
dimensioneel
(Hoog)begaafdheid is geen eendimensionaal begrip dat is uit te drukken in een criterium als een IQ "score" > 130. Een hoge score is wel een sterke indicatie van een hoge intelligentie, maar een lagere score sluit dit niet uit. (Hoog)begaafdheid omvat in ieder geval meer dan een hoge intelligentie en intelligentie omvat meer dan een IQ test meet (Gardner, Sternberg)
Kenmerken begaafdheid
Op een gemiddelde populatie heeft 10% van de leerlingen kenmerken die kunnen duiden op (hoog)begaafdheid (Mönks, 1995), waaronder indicaties die duiden op een hoge intelligentie
Zijnskenmerken
De kenmerken die het zijn van een begaafd kind bepalen, zijn: de lat automatisch hoog leggen, kritische instelling, groot rechtvaardigheidsgevoel en gevoeligheid (Kieboom, 2016).
Leerlingprofiel Betts& Neihart (1988;2010)
HB en nu?
14
Hoe om te buigen naar onderwijsbehoeften? Een voorbeeld…..
Bron: Talent 3XL
ASS en nu?
Hoe om te buigen naar onderwijsbehoeften?
zo zien wij het onderwijs
Ik blijf binnenboord in het onderwijs als:
Ik een veilige en gevarieerde omgeving heb waar ik mezelf mag zijn en ik me goed voel
Ik en mijn omgeving een talent ontdekken waarin ik mag
floreren
Dubbelbijzonder/2E
16
Bron: NRO rapportage, 2018; Burger-Veltmeijer, Kroegbergen, Minnaert & Hoogeveen
Dubbel-bijzondere ofwel twice-exceptional (2E) leerlingen hebben enerzijds (kenmerken van) zeer hoge intellectuele capaciteiten en
anderzijds (kenmerken van) leer- of ontwikkelingsproblemen; dit wordt zichtbaar in een ontwikkelingsprofiel met intra-individuele
discrepanties tussen sterktes en (relatieve) zwaktes, die speciale
psychoeducatieve behoeften met zich mee kunnen brengen; deze
profielen verschillen sterk tussen individuen.
Beeldvorming
Wat weten we van deze leerling?
Wat weten we nog niet?
Waar hebben we vragen over?
Welke informatiebronnen heb je nodig?
Beeldvorming S&Z heuristiek
18
Hoe sluit je aan bij de onderwijsbehoefte?
Maatwerk
Enerzijds aanpassen bij sterke kanten, meer uitdaging bieden, rekening houden met andere manier van denken en leren leren- vaardigheden, passende leermethode kiezen.
Anderzijds rekening houden met beperkte TOM, CC, EF , moeilijke momenten en situaties.
Vaardigheden aanleren:
https://www.autismesteunpunt.nl/kennisbank/competentielijst-
Wat is er nodig?
20
Breed kijken
Sterktes en zwaktes signaleren
Onderwijsbehoeften samen beschrijven
Vertaalslag maken in een handelingsplan waarin afgestemd wordt op sterktes en zwaktes worden gecompenseerd en/of worden
opgerekt
Casus leerkracht
Pietje is 11 jaar. ASS. Uit mijn hoofd: TIQ 132, verbaal een stuk hoger dan performaal en een lage verwerkingssnelheid (uit mijn hoofd 105)Pietje deed van kleins af aan alles pas als hij het kon. Kon ineens lopen, fietsen maar ook ineens lezen toen hij net 5 jaar was. Pietje is van januari maar heeft 2,5 jaar gekleuterd omdat er nog veel te leren was op sociaal- emotioneel gebied. Hij heeft zichzelf leren lezen en kwam met M5 leesniveau groep 3
binnen. Op school is Pietje nooit echt uitgedaagd. Hij lijkt het ook wel prima te vinden, lekker meehobbelen met de klas en vooral niets aan hoeven gaan wat niet bekend is en waarin hij misschien zou kunnen falen. Alles wat nieuw is is eng en geeft spanning en zal hij uit de weg gaan als hij de keus heeft.
Pietje zit nu in groep 7 en is net voor de kerst doorgetoetst. Hij kwam op bijna alles op eind groep 8-niveau uit. Versnellen is geen optie ivm zijn sociaal-emotionele functioneren.
Pietje heeft zelf in zijn hoofd om naar de HAVO te gaan na groep 8. Mijn angst is dat dat best
een dobber zal worden. Daar zal hij zaken tegen gaan komen die hij niet zomaar weet of
kan. Omdat hij die tot op de dag van vandaag altijd uit de weg gegaan is wordt dat best een
dingetje vrees ik.
Afsluiting
Vragen en opmerkingen
22