• No results found

Projectplan (Hoog)begaafdheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Projectplan (Hoog)begaafdheid"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Projectplan

(Hoog)begaafdheid

Ontwerp van een passend aanbod voor

cognitieve talenten

(2)

1. Inleiding: werkwijze en samenwerkingspartners in ons plan

Aanleiding

Dit projectvoorstel is geschreven naar aanleiding van de subsidie die beschikbaar is gesteld door minister Slob in december 2018 voor de ondersteuning van leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid. Met dit voorstel willen we een dekkend aanbod realiseren voor ondersteuningsvragen van kinderen met kenmerken van(hoog)begaafdheid.

Proces

Gezien de doorlooptijd van het subsidievoorstel, komen we nu tot een procesaanpak. De wijze waarop we een aantal activiteiten aanpakken moet in een later stadium verder worden geoperationaliseerd. Dit proces sturen we aan vanuit de werkgroep hoogbegaafdheid (HB).

Er gebeurt al veel op het gebied van (hoog) begaafdheid: op het niveau van de basis en aanvullende ondersteuning is zicht op de ondersteuningsvragen. We streven ernaar om vlot over te gaan tot het inrichten van een scholingsplan en een systeem van onderlinge

expertisevergroting op deze niveaus.

Het niveau van de zwaardere ondersteuningsvragen vraagt meer onderzoek naar exacte behoeften en onze aansluiting in aanbod, ofwel het realiseren van een dekkend aanbod voor deze groep. Dit pakken we gezamenlijk op met twee andere samenwerkingsverbanden. Dit staat omschreven in een aparte projectbeschrijving (bijlage2).

Ons samenwerkingsverband, het samenwerkingsverband VO in de regio en de

kinderopvangpartners hebben afgesproken de komende vier jaar draagvlak te creëren, richting te bepalen en zorg te dragen voor benodigde expertise om antwoord te kunnen geven op de ondersteuningsvragen van (hoog)begaafde leerlingen. Doorontwikkelen op wat er al is, is hierbij de koers.

Voor het samenwerkingsverband betekent dit:

1. Dat we in beeld krijgen wat er op de verschillende niveaus specifiek nodig is om

hoogbegaafde leerlingen passende ondersteuning te bieden. Vervolgens de betrokkenen in het (dekkend) netwerk verbinden (Wie kan daar wat in betekenen? Is dit breed

toegankelijk?).

2. Op momenten evalueren of voeren van een monitor waaruit blijkt in hoeverre het lukt door betrokkenen om invulling te geven aan de ondersteuningsvragen;

3. Dat we de samenwerking tussen betrokkenen ondersteunen en faciliteren middels (gezamenlijke) scholing, kennisuitwisseling, afstemming en een lichte vorm van

procesbegeleiding voor en tussen partijen en experts ten aanzien van het realiseren van aanbod voor hoogbegaafden;

4. Dat we afstemmen met de gemeenten over de inrichting en organisatie van de aansluiting van jeugdhulp en (passend) onderwijs in en om de school;

5. Afstemming met kinderopvang/voorschool in het kader van de vroeg signalering;

6. Afstemming met SWO VO in verband met de doorgaande lijn.

(3)

Eindresultaat

Eindresultaat van het plan moet zijn dat we beschikken over een dekkend netwerk voor alle ondersteuningsvragen. In het kader van (hoog)begaafdheid betekent dit dat we in de breedte de expertise en het handelingsrepertoire vergroten. Dat we voor zware ondersteuningsvragen komen tot doorontwikkeling, indeling (verbinding van de voorzieningen) en invulling van aanbod.

Het voornaamste is dat de mensen op de werkvloer de kennis, vaardigheden, competenties en ondersteuning krijgen om deze ondersteuningsvragen te beantwoorden. Daarom gaan we ons sterk richten op scholing en expertisevergroting, gericht op het niveau van de mensen die het in de praktijk moeten doen.

Samenwerking

Deze ambitie kunnen we uiteraard niet alleen waarmaken. Daarom zetten we in op

samenwerking. De samenwerking binnen het samenwerkingsverband met de verschillende besturen die daar deel van uitmaken, samenwerking met de gemeenten die binnen ons samenwerkingsverband vallen, samenwerking met de specialistische jeugdhulp en samenwerking op de doorgaande lijn vanaf de voorschool via PO naar het VO/MBO en lerend van en met andere samenwerkingsverbanden om ons heen en in het land.

De samenwerkende partijen in dit voorstel zijn:

 Een van de thema’s is aansluiting PO-VO. Hiertoe wordt samengewerkt met Samenwerkingsverband VO/VSO Midden Holland en Rijnstreek.

 Een ander thema is de vroeg signalering. Hiertoe wordt samenwerking gezocht met de organisaties voor de kinderopvang.

Bovenstaande betreft beleidsmatige afstemming over doorgaande lijn van ondersteuning en afstemming met betrekking tot inzet en (vergroten van) expertise van uitvoerend

professionals.

 De besturen binnen het samenwerkingsverband die gezamenlijk kiezen voor voorliggend project zijn:

 Stichting voor christelijk onderwijs te Alphen aan den Rijn en omstreken (SCOPE- scholengroep (12 scholen)

 Stichting Morgenwijzer (23 scholen)

 Stichting WIJ de Venen (16 scholen)

 De Groeiling, Stichting voor katholiek en interconfessioneel onderwijs (1 school)

 Stichting Montessori-Onderwijs Zuid-Holland (1 school)

 Stichting Vrije Scholen Rijnstreek (1 school)

 Stichting Islamitische Scholen Rijn en Gouwe (1 school)

 Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs West Nederland (GPOWN) (1 school)

 Stichting Protestants Christelijk Onderwijs Groene Hart (1 school)

(4)

Met de drie eerst genoemde grotere besturen is de projectaanvraag tot stand gekomen. De overige kleinere besturen zijn geïnformeerd. De besturen zijn betrokken vanuit hun rol als uitvoerder. Zij faciliteren en financieren aanbod in de vorm van medewerkers en

voorzieningen.

De kengetallen van ons samenwerkingsverband en het samenwerkingsverband VO Midden Holland en Rijnstreek zijn als volgt:

SWV Rijnstreek

VO Midden Holland – Rijstreek

PO/VO PO VO

Aantal leerlingen 11381 18288

Aantal scholen 57 24

Aantal besturen 13 12

 Stichting Speciaal Onderwijs Leiden (SOL)

 Stichting Professor Dokter Leo Kanner Onderwijs Groep

 Stichting PROO Leiden

Deze besturen hebben geen school in ons SWV maar verzorgen wel onderwijs voor een deel van onze leerlingen.

Betrokken gemeenten:

 gemeente Alphen a/d Rijn* (m.u.v. Boskoop)

 gemeente Kaag en Braassem*

 gemeente Nieuwkoop

Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem hebben de organisatie en uitvoering van jeugdhulp belegd bij Go! voor jeugd. In de praktijk zal afstemming vooral met Go! voor jeugd

plaatsvinden.

Andere samenwerkingsverbanden (regio Holland-Rijnland):

 SWV PPO Leiden

 SWV Duin en Bollenstreek

Onder de titel ‘Innovatie dekkend netwerk’ wordt met deze partners invulling gegeven aan het leerrecht van kinderen en het ontwikkelen van individuele maatwerktrajecten. Daartoe zal een deel van het activiteitenplan gezamenlijk worden vormgegeven en uitgevoerd. Dit betreft die onderdelen die zijn gericht op de leerlingen waarbij de ondersteuningsvraag dusdanig complex is dat het logischer is om het probleem gezamenlijk op te pakken.

We committeren ons aan een evaluatie over 2 en 4 jaar, waarin we een werkend convenant in onze regio hebben waarbij alle ondersteuningsvragen een plek hebben.

(zie bijlage 2 voor verdere beschrijving)

(5)

2. Het plan in relatie tot de huidige werkwijze van ons samenwerkingsverband (Wat hebben we, wat willen we, wat is nodig en hoe houden we het vast)

Uitgangspunten / visie:

In bestaande ontwikkelingen en in dit projectplan hanteren we de volgende uitgangspunten en visie:

● We gaan expliciet uit van ondersteuningsvragen. We proberen weg te blijven bij een indicatiestelsel. Ook willen we niet bij voorbaat uitgaan van voorzieningen.

● We willen streven naar maximale autonomie van een school, bestuur en samenwerking binnen (een deel) van een gemeente/kring om zelf invulling te geven aan deze

ondersteuningsbehoefte.

● We gaan we uit van het principe dat leerlingen er recht op hebben om zo thuisnabij mogelijk onderwijs te genieten. Dit betekent dat we moeten nadenken over welke ondersteuningsvragen op schoolniveau worden ingevuld, welke op gemeente- of kringniveau en voor welke vragen er met hulp van het samenwerkingsverband naar elders moet worden verwezen.

Deze principes zijn gestoeld op de uitgangspunten zoals deze zijn geformuleerd in ons ondersteuningsplan:

Uitgangspunt 1:

Een passende plek voor elk kind, liefst zo thuisnabij mogelijk.

Uitgangspunt 2:

Separaat gespecialiseerd onderwijs blijft ook in de toekomst beschikbaar voor kinderen die dat nodig hebben.

Uitgangspunt 3:

Plaatsing in een separaat georganiseerde specialistische voorziening gebeurt op basis van solidariteit.

Uitgangspunt 4:

Toeleiding naar separaat georganiseerde specialistische voorzieningen wordt, op basis van solidariteit en zo efficiënt mogelijk, centraal georganiseerd vanuit het

samenwerkingsverband.

Uitgangspunt 5:

Expertise op de route is voor alle kinderen binnen het samenwerkingsverband toegankelijk en beschikbaar, ongeacht op welke school de leerling zit of bij welk schoolbestuur de leerling hoort.

(6)

inrichting

In het ondersteuningsplan schetsen wij de inrichting van ondersteuningsvragen en aanbod aan de hand van onderstaand model.

- Basisondersteuning - extra ondersteuning - speciale lesplaatsen Inrichting passende ondersteuning voor hoogbegaafden

In overeenstemming met het gekozen model richten wij het aanbod voor leerlingen met hoogbegaafdheid als volgt in:

Ondersteunings- Behoefte

Interventies Invulling

basisondersteuning

extra

ondersteuning

speciale lesplaatsen

Structurele signalering Kernvakken: Structurele differentiatie

Begeleiding op 3 niveaus Verrijking o.b.v. structureel (Vaardigheden)model

Basisondersteuning Op alle reguliere scholen

Verdergaande diagnostiek Begeleiding op 3+ niveau (extra compact + verrijking) Begeleiding van hiaten in kennis en vaardigheden

Lichte Extra Ondersteuning

Scholen met thema ‘hoogbegaafdheid’ in SOP

(Bovenschoolse) plusklassen en deeltijd HB voorziening

Begaafdheid Voorliggend Begeleiding van dubbel bijzondere leerlingen Begeleiding van leerlingen met trauma

(Bovenschoolse) plusklassen en deeltijd HB voorziening binnen meerdere besturen 3 voltijds (hoog)begaafdenvoorziening (Bestuur Morgenwijzer)

4 bovenbestuurlijke plusklassen SWV Beperking Voorliggend -

Onderwijsvraag primair Begeleiding van dubbel bijzondere leerlingen Begeleiding van leerlingen met trauma

3 voltijds (hoog)begaafdenvoorziening 4 bovenbestuurlijke plusklassen SWV

Beperking Voorliggend - Zorgvraag primair Begeleiding van dubbel bijzondere leerlingen Begeleiding van leerlingen met trauma

Gezamenlijke (doorontwikkeling) bestaande voorzieningen binnen de 3 samenwerkingsverbanden

(7)

Doelgroep

Met dit plan richten we ons op de groep 10% (in potentie) getalenteerde leerlingen.

Daarbinnen gaan we uit van onderstaande statische verdeling in ondersteuningsvragen die deze leerlingen kunnen hebben.

Totaal aantal leerlingen

samenwerkingsverband 11.381

Lichte extra ondersteuning o.b.v. 10% 1138 Zware extra ondersteuning o.b.v. 2% 23

Zorgondersteuning o.b.v. 0,4% 5

Realiseren eindresultaat per niveau

Zoals staat beschreven bij ‘eindresultaat’ willen we antwoord geven op alle

ondersteuningsvragen. Met dit projectplan realiseren we dit als volgt op de verschillende niveaus:

Niveau 1 en 2:

Versterking basiskwaliteit en handelingsrepertoire om te differentiëren. Versterking vaardigheden en samenwerking op scholen en met samenwerkingspartners om passend aanbod te realiseren (integraal arrangeren). Met daarbij accenten op benoemde thema’s.

We richten daartoe netwerken in om te leren van en met elkaar (zie hierna: “wat gaan we aanvullend doen met dit plan’).

Niveau 3:

Inrichting van een passend werkproces (aansluitend op de werkwijze om integraal te arrangeren) en realiseren van aanbod voor complexe ondersteuningsvragen deels in samenwerking met andere samenwerkingsverbanden (bijlage 2).

Wat doen we al?

Binnen onze regio is in de afgelopen periode stevig geïnvesteerd in ons onderwijs voor (hoog)begaafde leerlingen. Dit is in eerste instantie zichtbaar in de basisondersteuning en de extra ondersteuning van de scholen. Uiteraard zijn er verschillen tussen de scholen en blijft het verdiepen en verbreden van expertise op deze niveaus een belangrijk fundament van onze ontwikkeling in passend onderwijs voor (hoog)begaafde leerlingen.

In het kader van de extra ondersteuning is er voor de scholen kennis en expertise

beschikbaar. De scholen kunnen een beroep doen op experts werkzaam op de school, bij hetzelfde bestuur of het samenwerkingsverband. Binnen Wij de Venen heeft iedere school een parttime plusklas c.q. 0.1 fte extra formatie voor een HB aanbod. Binnen Morgenwijzer zijn er ook binnen diverse scholen plusklassen (dagdeel), soms in samenwerking met een school van Wij de Venen. Binnen schoolbestuur Scope zijn er bovenschoolse plusklassen (deeltijd). Het schoolbestuur Morgenwijzer heeft op drie scholen HB onderwijs voltijd ingericht.

(8)

De inrichting van ondersteuningsvragen rondom zware extra ondersteuningsvragen wordt boven bestuurlijk door het samenwerkingsverband vormgeven. In 2004 is gestart met een boven bestuurlijke plusklas, inmiddels uitgegroeid tot structureel vier bovenbestuurlijke deeltijd (een dagdeel per week) HB groepen.

In de voltijd HB groepen binnen Morgenwijzer wordt ook aanbod verzorgd voor dubbel bijzondere kinderen.

Voor de zomervakantie 2018 is er een werkgroep HB/HS ingesteld (bestaande uit een beleidsmedewerker van Morgenwijzer, een cluster-directeur van Scope-scholengroep en 2 onderwijsspecialisten vanuit het SWV). In november 2018 is de werkgroep uitgebreid met de beleidsmedewerker van Wij de Venen en een aantal HB specialisten uit de betreffende besturen en het SWV Rijnstreek.

Gesignaleerde aandachtspunten door de werkgroep HB/HS: Wat gaan we aanvullend doen met dit plan?

Ondanks alle initiatieven en inspanningen heeft de werkgroep geconstateerd dat er verbetering nodig is ten aanzien van de volgende thema’s:

1. Vroegsignalering

minder uitval in onderbouw en middenbouw. Passender onderwijs in onderbouwgroepen aan HB leerlingen

2. Expertisevergroting en (psycho)educatie onderwijspersoneel / ouders / mindset leerlingen

3. Aansluiting PO VO: Afstemming van aanpak en aanbod; doorgaande lijn 4. Transfer van HB groepen naar reguliere groep.

Een meer overkoepelend thema is het onderzoeken van de gewenste ingrediënten in alternatieve onderwijsconcepten die het meer inclusief denken en handelen meer mogelijk maken.

Gestoeld op de visie en uitgangspunten streeft het samenwerkingsverband er in eerste instantie naar om zoveel mogelijk passend te differentiëren en te arrangeren in de reguliere context. Het vergroten van expertise (verdiepen en verbreden) is fundamenteel

uitgangspunt in de voorliggende ontwikkeling.

Wij willen daarom de komende 4 jaar met name inzetten op bovengenoemde thema’s:

Ad 1. Meest voorliggend themagebied betreft jongere leerlingen en vroegsignalering.

Betrokkenen vinden dat we beter en eerder ondersteuningsbehoeften moeten signaleren, liefst al in de voorschoolse periode. Met dit project verbeteren we de kennis en

vaardigheden om snel te signaleren, zodat er sprake is van minder uitval in de onder- en middenbouw en er een passender aanbod is in onderbouwgroepen voor de HB leerlingen.

Ad 2. Als tweede themagebied willen we hier noemen de expertisevergroting in brede zin.

We doelen op verbreding en verdieping van kennis voor zowel leerling, ouder als

onderwijspersoneel. Met betrekking tot de leerling betreft het met name het vormgeven van pyscho-educatie. Voor leerkrachten, ouders en leerlingen betreft het kennis over brein, executieve functies en leervaardigheden (leren leren) en dubbel bijzondere leerlingen.

(9)

We zetten sterk in op de ontwikkeling van leerkringen, zodat expertise duurzaam bestendigd wordt in de breedte van het samenwerkingsverband.

Ad 3. Een derde themagebied betreft de aansluiting tussen PO en VO. In de beleving komen leerlingen nogal eens in een vacuüm terecht wanneer er passend wordt gearrangeerd in de basisschool en daarna aanbod en aanpak niet gecontinueerd kunnen worden in het VO.

We streven naar een verbeterde doorgaande lijn in aanbod en aanpak tussen PO en VO voor HB leerlingen. Deels zal dit ook gaan over expertisevergroting, maar vooral over verbinding tussen betrokkenen in PO en VO; opdat zij een afgestemde aanpak hebben.

Ad 4. Tenslotte willen we een slag maken in de duurzaamheid van geboden ondersteuning.

Concreet willen we ons richten op het faciliteren van transfermedewerkers. We streven ernaar dat kennis en expertise wordt verbreed naar alle scholen en dat er wordt verdiept naar onderwijsmedewerkers die werken met jonge leerlingen.

Waar het de doorontwikkeling, indeling (verbinding van de voorzieningen) en invulling van aanbod voor de zware ondersteuningsvragen betreft, wordt samengewerkt met 2 collega- samenwerkingsverbanden aan een bovenregionale invulling. De beschrijving hiervan treft u aan in bijlage 2.

(10)

3. Projectstructuur en randvoorwaarden

Coördinatie en procesgang

We realiseren een zorgvuldig, gezamenlijk proces dat draagvlak kent bij direct betrokken partners. De bestaande werkgroep werkt de processtappen verder uit, coördineert en evalueert het proces. In deze groep komt door samenstelling beleid en expertise bij elkaar.

Deze groep krijgt een combinatie van procesbegeleiding en desgewenst professionalisering om gezamenlijk op hetzelfde kennisniveau te komen en gecoördineerd te werken aan de gezamenlijke doelstellingen.

Evaluatie en voortgang van het proces

We kiezen er voor om niet te starten met een nulmeting, maar aan te sluiten bij wat we er al is en wat we al weten. Halverwege de projectperiode onderzoeken we waar we staan.

Hiertoe gebruiken we schoolassessments. De assessments van reguliere scholen zonder specifiek profiel worden alleen op papier gedaan als zelfevaluatie. De scholen die lichte of zware extra ondersteuning bieden worden door een expert bezocht. Er wordt hiervan een meta-analyse gemaakt.

Voor de uitvoering worden assessoren opgeleid. Ook in het laatste jaar gaan we middels een eindevaluatie de stand van zaken opnemen. Dat doen we op dezelfde wijze als bij de

tussenevaluatie. Bevindingen worden komen in beheer van de werkgroep. Zij zullen benodigde bijstellingen in plan en uitvoering initiëren en coördineren.

Inrichting, invulling en bekostiging

Uit de geschetste opzet en inrichting in dit projectplan volgt de volgende matrix. De onderstaande invulling is een samenvatting van hoe we er op dit moment naar kijken.

Niveau Ingevuld door Gefinancierd middels

Basiskwaliteit Besturen Reguliere lumpsum

Lichte extra ondersteuning Besturen Gedecentraliseerde middelen Samenwerkingsverband

Talent voorliggend

Zware extra ondersteuning

Uitzoeken in proces Deel centraal, deels decentraal

Onderwijs ondersteuning voorliggend

Zware extra ondersteuning

Uitzoeken in proces Uitzoeken in proces Samen met:

PPO Leiden

SWV Duin en Bollenstreek Zorgvraag voorliggend

Zware extra ondersteuning

Uitzoeken in proces Uitzoeken in proces

Met gemeenten (en Go voor jeugd) en de andere

samenwerkingsverbanden

(11)

We gaan als onderdeel van dit proces onderzoek doen naar de wijze waarop de resultaten geborgd kunnen worden in beleidsplannen. Dit gebeurt voor het grootste deel in

samenwerking met de twee andere samenwerkingsverbanden in de regio (zie bijlage 2).

Professionalisering en gezamenlijk leren

De professionalisering moet aansluiten op wat er al is in aanbod en expertise. De professionalisering richt zich individueel en collectief op de thema’s die naar voren zijn gekomen in de voorfase en zoals benoemd in het plan bij hoofdstuk 2.

Het samenwerkingsverband is deels centraal en deels decentraal ingericht. In dit project en in het professionaliseringsplan kiest het SWV voor een actieve regie. Er wordt een

scholingsplan ingericht waarbij de bekostiging plaats vindt vanuit middelen van het SWV deels afkomstig uit de subsidieaanvraag. Het samenwerkingsverband neemt hierin verantwoordelijkheid.

Naast professionalisering door scholing en opleiding zullen we gedurende het traject steeds meer nadruk leggen op het opzetten van leerkringen en professionele leergemeenschappen.

Hierin kunnen professionals met en van elkaar leren, zowel in intervisie setting (met collega’s met een gelijk kennisniveau) als in de setting van supervisie (minder ervaren leerkrachten leren van experts). Dit helpt in het verbreden van kennis en expertise. Waar nodig en mogelijk organiseren we scholing in samenwerking met gemeenten/

jeugdhulppartners in de regio en zorgen we dat zowel onderwijs- als jeugdhulpondersteuning goed toegankelijk is.

Het opzetten van leerkringen maakt dat we de ontwikkeling voor het

samenwerkingsverband duurzaam inrichten en ook na de projectperiode kunnen voortzetten. Besturen continueren net als nu de formatieve facilitering.

transfermedewerkers

Er vindt allerlei begeleiding plaats in de scholen en in bovenschoolse voorzieningen binnen het samenwerkingsverband. Vanuit de praktijk wordt veel kennis en ervaring opgedaan op casusniveau en op abstracter niveau. We positioneren graag transfermedewerkers in ons netwerk. Dit zorgt voor kennis en expertiseoverdracht naar groepsleerkrachten wanneer leerlingen deeltijd in plusklassen onderwijs volgen. Dit zorgt voor kennis en

expertiseoverdracht in het netwerk. We faciliteren de transfermedewerkers in het

ontwerpen van een werkwijze, in het leren van benodigde vaardigheden en in de uitvoering.

In de projectplanperiode en ook daarna zal de formatieve facilitering onderdeel zijn in de begroting van het samenwerkingsverband.

We sluiten vanuit elk niveau aan bij een landelijk netwerk van passend onderwijs voor cognitief talent om good practices uit te wisselen.

(12)

Specifieke onderwerpen

Doorlopende lijn Voorschool - PO

Het is van belang om een doorgaande lijn tussen de voorschool en het primair onderwijs te realiseren. Er bestaat al warme dossieroverdracht. We willen samen met de voorschoolse voorzieningen blijven werken aan vroegsignalering en goede overdracht. Hiermee realiseren we voor de kinderen dat de inhoud van het onderwijs bij de start op de bassischool goed aansluit op het ontwikkelingsniveau van de leerling. We willen dat ook hoogbegaafde leerlingen zich vanaf de start gehoord en gezien voelen.

Wij initiëren een begeleidingstraject om de aansluiting tussen de voorschool en het primair onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen en daar gezamenlijk afspraken over te maken.

Doorlopende lijn PO-VO

We hebben een sterke wens om een doorgaande lijn te hebben tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. Hierbij is van belang dat er een warme dossieroverdracht is waarbij de kennis en kunde die opgedaan is in het primair onderwijs en het beeld van de leerling en interventies die in de praktijk werken, overgedragen worden op het voortgezet onderwijs, op de teamleider en op de mentor. Leerlingen die bijvoorbeeld al begonnen zijn met versterkt Engels Frans/ Duits of wiskundeprojecten zouden moeten kunnen verdergaan op het behaalde niveau in plaats van weer teruggezet te worden op hun eerste niveau. Wij initiëren een begeleidingstraject om deze aansluiting mogelijk te maken en gezamenlijke afspraken te maken over deze begeleiding.

Financiering en financiële duurzaamheid

Het SWV betaalt en co-financiert middels eigen activiteiten en eigen middelen. We zetten in op doorontwikkeling en borging van bestaand beleid. Het samenwerkingsverband voert de regie op dit project.

Naast middelen en activiteiten vanuit het samenwerkingsverband worden er ook middelen (in toenemende mate) gedecentraliseerd. Voorzieningen zijn reeds bestaand en hebben hun plek in aanbod op niveau 2 en 3. Subsidiegelden worden dus vooral ingezet voor

doorontwikkeling.

Formatie en organisatie worden reeds bestuurlijk en bovenbestuurlijk gedragen. Dit maakt dat we ons (doorontwikkelde) aanbod na de projectperiode kunnen continueren.

Zoals gezegd willen we kennis en expertise verduurzamen door middel van het opzetten van leerkringen en professionele leergemeenschappen.

De begroting per kalenderjaar treft u aan in het bijgevoegde Dus-i format.

(13)

Procesplanning

Fase 1: Intentie en subsidieaanvraag

SWV VO Midden Holland en Rijnstreek en SWV PO Rijnstreek hebben zich in hun reeds bestaande samenwerking gecommitteerd aan het thema van de doorgaande lijn PO-VO.

De schoolbesturen hebben zich aan het projectplan en subsidieaanvraag gecommitteerd. Zij zijn vertegenwoordigd in de werkgroep HB.

Fase 2: – zomer 2019

Starten met het verder inrichten van de werkwijze van de geïnstalleerde werkgroep. Voor de zomer 2019 willen we starten met het operationaliseren van de activiteiten.

Fase 3: zomer 2019 – eind 2019

In het najaar 2019 organiseren we een conferentie als kick off met de hele regio zodat iedereen geïnformeerd wordt over de aanpak en daarvoor aanvullende input kan leveren.

De werkgroep start met het vertalen van de ondersteuningsvragen naar aanbod,

scholingsbehoefte, samenwerkingsmogelijkheden etc. Waar het kan starten van activiteiten.

Fase 4: Begin 2020 – zomer 2020

We doen een meting van vraag en aanbod om voor de zomer 2020 te komen tot een goed overzicht in de regio van vraag, aanbod en eventuele hiaten.

Het proces, in gang gezet in fase 3, wordt in deze fase voortgezet.

Fase 5: Zomer 2020-zomer 2021

Activiteiten van scholing, beleidsontwikkeling en procesbegeleiding voortzetten.

Fase 5: zomer 2021

Halverwege de vier jaar die deze projectperiode beslaat, gaan we opnieuw meten om vast te stellen waar we ten aanzien van het ondersteunen van de (hoog)begaafde leerlingen staan.

We passen het plan van aanpak aan op de laatste twee jaar.

Fase 6: zomer 2021- zomer 2022

De activiteiten worden, volgens plan van aanpak, voortgezet, bijgesteld etc.

Fase 9: eindconferentie eind 2022

Eind 2022 doen we een gezamenlijke eindevaluatie, vieren we de behaalde resultaten en zorgen dat we alles weer bij elkaar brengen en presenteren zowel binnen als buiten de regio.

UItgangspunt is dat alle ontplooide initiatieven structureel zijn ingebed in de activiteiten van de partners en binnen de reguliere bekostiging kunnen worden voortgezet.

(14)

Bijlage 1 Activiteiten eigen werkgebied 1. Ontwerp

1.1 Schrijven projectvoorstel, activiteitenplan en subsidieaanvraag 1.2 invulling, scholing en procesbegeleiding werkgroep

1.3 Opstellen sociale kaart van de regio en jaarlijks bijwerken

1.4 Kickoff dag om draagvlak te creëren - midden bijeenkomst om af te stemmen- eindbijeenkomst om te vieren

2. evaluatie en voortgang

2.1 Ontwerp assessment door expert aansluitend op assessment systematiek SWV 2.2 Uitvoeren evaluatie na 2 jaar

2.3 Uitvoeren eindevaluatie na 4 jaar

2.4 Training van mensen die namens SWV assessments afnemen (coördinatoren, collegiale consultatie)

3. Begeleiding bij Inrichting dekkend netwerk

3.1 Scholing en procesbegeleiding beleid basisondersteuning bij besturen 3.2 Scholing en procesbegeleiding beleid (lichte) extra ondersteuning 3.3.1 Opleiden transfermedewerkers

3.3.2 Uitvoering formatief transfermedewerkers 3.4 Deelnemen aan landelijk netwerk

3.5 scholing en procesbegeleiding leerkringen en netwerken 4. Specifieke onderwerpen

4.1 begeleidingstraject doorgaande lijn PO-VO 4.2 begeleidingstraject voorschool - PO

(15)

Bijlage 2 Gezamenlijk deel projectplan

Passend Alternatief PO

Gezamenlijk Projectplan (Hoog)begaafdheid

Inrichting van gezamenlijke werkwijze voor complexe ondersteuningsvragen rondom

cognitief talent voor de samenwerkingsverbanden

PPO regio Leiden Rijnstreek

Duin- en Bollenstreek

26 maart 2019

(16)

Introductie

De samenwerkingsverbanden Leiden e.o., Rijnstreek en Duin- en Bollenstreek hebben in het kader van hun aanpak voor leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid besloten samen op te trekken ten aanzien van wat ze het ‘topje van de ijsberg’ zijn gaan noemen. Dit zijn de leerlingen waarbij de ondersteuningsvraag dusdanig complex is, dat het logischer is om het vraagstuk gezamenlijk op te pakken. Dit door schaalgrootte en de benodigde expertise.

Er is nu gekozen voor de naam Passend Alternatief PO, in lijn met Passend Alternatief in het VO Leiden.

Het voornemen van de samenwerkingsverbanden is om de te ontwikkelen werkwijze aan te laten sluiten op de aanbevelingen van Innovatie Dekkend Netwerk. Met Innovatie Dekkend Netwerk onderzoeken de samenwerkingsverbanden met de gemeenten uit de regio, wat nodig is om tegemoet te komen aan het recht op onderwijs voor leerlingen met complexe ondersteuningsvragen (waaronder (hoog) begaafdheid) De tussenresultaten laten zien dat het ten eerste van belang is dat een passend programma start met een schoolinschrijving, waarbij elke school zich inspant om, waar nodig, maatwerk te bieden. Anderzijds is de constatering dat de kennis en faciliteiten om maatwerktrajecten te organiseren voor leerlingen met complexe problematiek op regionaal niveau beter gebundeld kunnen worden. Voor de aanpak van het ‘passend alternatief PO’ wordt aangesloten op deze aanbevelingen.

Inhoudelijk staat deze aanvraag los van de bestaande opdracht voor de Stuurgroep Innovatie Dekkend Netwerk.

Doelgroep

Als algemeen uitgangspunt hebben alle drie de samenwerkingsverbanden een focus op een sterke basis in de vorm van een brede gedecentraliseerde invulling van de

basisondersteuning. Kijken naar de ondersteuningsbehoeften verwachten we dan ook van de scholen dat de eerste twee niveaus van interventies in die basis opgelost worden.

Ondersteunings- Behoefte

Interventies Invulling

Minst Complex Structurele signalering

Kernvakken: Structurele differentiatie Begeleiding op 3 niveaus (ook omhoog) Verrijking o.b.v. structureel

(Vaardigheden)model

Basisondersteuning middels schoolmodel met vaste afspraken over expertise in kringen en (delen van) gemeenten (Werkgebied) Deelplannen Verdergaande diagnostiek

Begeleiding op 3+ niveau (extra compact + verrijking)

Begeleiding van hiaten in kennis en vaardigheden

(17)

Meest complex

Talentondersteuningsvraag voorliggend Begeleiding van dubbel bijzondere leerlingen, waarbij een ononderbroken onderwijsloopbaan niet bedreigd wordt Begeleiding van leerlingen met trauma

Wordt in elk van de

samenwerkingsverbanden zelf ingevuld

Complexe

Onderwijsondersteuningsvraag voorliggend

Begeleiding van dubbel bijzondere leerlingen

Begeleiding van leerlingen met trauma

Focus van onze samenwerking:

Invulling i.s.m. gemeente,

gespecialiseerd onderwijs en hun besturen

Complexe Zorgondersteuningsvraag voorliggend

Begeleiding van dubbel bijzondere leerlingen

Begeleiding van leerlingen met trauma

Het is moeilijk om de precieze grens voor het niveau ‘Talentondersteuning voorliggend’

vooraf vast te leggen. Bovendien verschuift deze grens ook gedurende het traject.

Voor nu laat dat nog de laatste twee categorieën. Dubbel bijzondere leerlingen waarbij er naast hun begaafdheid complexe ondersteuningsvragen leven. Het is moeilijk een

inschatting te maken, maar naar schatting komen we ongeveer voor onze regio op de volgende aantallen.

Hierbij gaan we uit van de totale groep getalenteerden van 10% in lijn met gangbare definities zoals die van Gagné en Heller. Daarbinnen gaan we uit van een vergelijkbare incidentie van zware ondersteuningsbehoefte als bij de gehele populatie (2% over de hele linie, waarvan 20% met complexe onderwijs-zorgvragen).

Totaal

PO Duin- en

Bollenstreek Rijnstreek

Passend PO regio Leiden Totaal aantal leerlingen

samenwerkingsverband 47261 15992 11381 19888

Deel Cognitief talent 10% 4726 1599 1138 1989

Zware extra ondersteuning o.b.v. 2% 95 32 23 40

Zorgondersteuning o.b.v. 0,4% 19 6 5 8

Bij het definiëren van de ondersteuningsvragen lopen we ertegenaan dat we op dit moment nog niet volledig helder hebben wat deze ondersteuningsvragen zijn. We stellen vast dat deze leerlingen op dit moment dan wel:

 Onderwijs vrijgesteld zijn;

(18)

 in particuliere begeleidingsvormen terechtkomen.

Hiervoor hebben we als samenwerkingsverbanden een opdracht om hier invulling aan te geven. Onze aanname is dat deze leerlingen ondersteuning nodig hebben bij het:

 opbouwen van leerbereidheid en vermogen;

 het opbouwen van zelfregulatievaardigheden;

 begrijpen van hun eigen situatie middels psycho-educatie;

 opbouwen van conditie om hele dagen aan onderwijsprocessen deel te nemen;

 het oplossen van traumatische ervaringen binnen en buiten school en

 het helen in de thuissituatie middels systeemtherapie.

In sommige gevallen is er ook een kort- of langdurig noodzaak tot een prikkelarmere omgeving om overbelasting te verminderen of voorkomen.

Eindresultaat

De drie samenwerkingsverbanden hebben afgesproken voor deze laatste groepen gezamenlijk iets op te zetten, dan wel te continueren. Hierbij volgen we graag de uitgangspunten van Passend Onderwijs:

● Adequaat

● Thuisnabij

● Zo licht mogelijk

In dit geval merken we op dit moment nog een frictie tussen adequaat en thuisnabij zo snel mogelijk. Vanuit onze visie is de wens deze leerlingen in een reguliere setting te begeleiden.

De tussenresultaten van Innovatie Dekkend Netwerk leren echter dat de

ondersteuningsvragen te complex zijn om dit (op dit moment) van de scholen te verwachten. Om deze reden definiëren we gezamenlijk drie doelen:

1. Het ontwikkelen van een gezamenlijke werkwijze/aanbod waarmee de leerlingen die nu niet voldoende ondersteuning krijgen een passend programma krijgen

aangeboden. Daarvoor wordt gekozen voor een werkwijze waarbij de regie voor deze individuele programma’s op een of enkele plekken in de regio wordt belegd, waarbij de scholen van herkomst of de scholen waar de leerlingen moeten instromen nauw worden betrokken. In de tussenrapportage van Innovatie Dekkend Netwerk wordt gesproken over een ‘virtuele klas’ als mogelijke oplossing.

2. Het delen van en overdragen van kennis en expertise tussen de samenwerkingsverbanden en naar scholen en hun besturen, over hoe maatwerktrajecten voor leerlingen vormgegeven kunnen worden. Dit wordt gefaciliteerd door de samenwerkingsverbanden, met de kanttekening dat de schoolbesturen verantwoordelijk zijn voor het aanbieden van maatwerk.

3. Het analyseren welke ondersteuningsvragen hier terechtkomen die in de

basisondersteuning of het gespecialiseerd onderwijs opgevangen horen te worden en dit faciliteren;

4. In de brede zin onderwijsinnovatie stimuleren om te komen tot een breder onderwijspalet

(19)

Breder onderwijspallet

Met name dit laatste willen de samenwerkingsverbanden als belangrijk aanmerken. We willen benadrukken is dat de leerlingen niet 'kapot' zijn. We hebben het in deze groep over een groep getalenteerde leerlingen die een fantastische bijdrage aan de maatschappij kan leveren. Het zijn wel leerlingen die zich geregeld niet op een gemiddelde manier

ontwikkelen. Aangezien ons onderwijssysteem uiteindelijk een soort ‘mal’ is waarbinnen wij proberen leerlingen te begeleiden, passen deze getalenteerde leerlingen niet altijd binnen deze mal. Dat betekent niet dat er iets mis is met de leerlingen maar dat er een mismatch is tussen leerling en ons huidige onderwijs en ondersteuningsaanbod. De vraag die we dan moeten stellen is: Klopt het aanbod en is er iets mis met de leerlingen? Wij denken van niet.

Concreet hebben we het over een serie ontwikkelingen die we op dit moment zien in het onderwijs die hoop geven op inclusiever onderwijs dat meer ontwikkelingsgericht is, ongeacht het profiel van de leerling. Hierbij kun je denken aan:

● gepersonaliseerd leren

● leren met digitale hulpmiddelen

● ‘Blended learning’ tussen fysiek aanwezig en online

● het vervagen van grenzen tussen “school als leerplek” en de maatschappij als lerend ecosysteem

● het vervagen van grenzen tussen ‘regulier’ en ‘speciaal’ onderwijs door

gespecialiseerd onderwijs, het clusteren van ondersteuningsvragen en die een plek geven in verschillende settings

● het aanpassen van curricula voorbij het jaar-klas-methode systeem gericht op

eindtermen VO naar een ontwikkeling van de (meta)vaardigheden, levenshouding en het zelfbewustzijn van leerlingen en

● ’strength-based’ aanpak die minder gericht is op het oplossen van deficiënties en meer gericht is op het versterken van talenten en het bijdragen in de maatschappij

Elk van deze factoren apart, en zeker in samenhang, gaat het vermogen van het onderwijssysteem als geheel om, om te gaan met ondersteuningsvragen significant

verhogen. Dit start met een ander gezichtspunt. Vanuit het implementeren en uitrollen van het jaar-klas-methode-systeem naar het vanuit de vragen van leerlingen constant

herontwerpen van je aanpak.

Inrichting

Dat betekent dat er op dit moment twee opdrachten voor ons liggen. Het nu opvangen van deze leerlingen en tegelijkertijd een appel blijven doen op alle scholen om deze leerlingen te voorzien van passend onderwijs.

Over de concrete vorm zijn nu nog geen harde uitspraken te doen maar we committeren ons eraan om ten aanzien van de tijdelijke constructie:

● te onderzoeken in de individuele casuïstiek van Innovatie Dekkend Netwerk welk

(20)

van de maken en

● een centrale plek binnen onze drie samenwerkingsverbanden vinden om deze leerlingen op te vangen;

We willen deze omgevingen faciliteren met professionalisering, beleidsondersteuning en toeleiding en we maken afspraken met besturen en gemeenten om dit concreet vorm te geven.

Ten aanzien van de complexe ondersteuningsvragen sluiten we, zoals eerder beschreven, aan bij de aanbevelingen van Innovatie in het Dekkend Netwerk met de opdracht om halfjaarlijks de ondersteuningsvragen te volgen waaraan in de tijdelijk constructie beantwoord wordt. Aan de hand van deze vragen wordt vervolgens gekeken naar:

 welke ondersteuningsvragen in de basisondersteuning of eigen subregio ingevuld kunnen worden;

 welke ondersteuningsvragen wel op deze plek horen maar hoe deze met kortdurende interventies op te lossen zijn en

 welke ondersteuningsvragen nog niet beantwoord kunnen worden.

We willen hierbij benadrukken dat het de wens is om een dergelijke oplossing in, of aansluitend bij huidige oplossingen vorm te geven.

Ten aanzien van de innovatie brengen we een gezamenlijke werkgroep bij elkaar (of maken we een combinatie van de bestaande stuur- en werkgroep voor de innovatie van het

dekkend netwerk) die voorbeelden van andere onderwijsvormen gaat bekijken in binnen- en buitenland om inspiratie op te doen die tweejaarlijks op een conferentie gedeeld worden met bestuurders, directeuren en IB’ers. Hiertoe laten we ons op proces en inhoud

begeleiden door experts.

Concrete afspraken

In de bijgaande begroting staan de geschatte kosten voor deze specifieke groep. De

samenwerkingsverbanden committeren zich eraan om deze begrotingen op te nemen in drie projectplannen behorende bij de aanvraag voor subsidie (hoog)begaafdheid .

Overkoepelende afspraken die we maken hieromtrent zijn:

● we onderzoeken regionaal met de drie samenwerkingsvragen het cluster van ondersteuningsvragen;

● we organiseren gezamenlijk de oplossing voor deze ondersteuningsvragen ;

● we spreken de intentie uit dat we dit (bij voorkeur tijdelijk) aanbod constant evalueren;

● de projectleider van de stuurgroep innovatie dekkend netwerk treedt op als penvoerder;

● we maken hierbij een gezamenlijke begroting gericht op de extern te maken kosten;

● we verdelen de kosten naar rato van het aantal leerlingen in het samenwerkingsverband;

(21)

● elke twee jaar evalueren we of dit een reële verdeling van kosten is, of dat we over moeten gaan op een verdeling van kosten naar rato van het gebruik van het aanbod.

Tot slot,

● elk samenwerkingsverband committeert zich aan een proces van het versterken van de basis met de intentie om de voorziening overbodig te maken.

Benodigde begeleiding

Om te komen tot een dekkend antwoord via een ondersteuningsvraag gaan we de volgende fases inrichten:

Ontwerpfase

1. Onderzoeken welke complexe ondersteuningsvragen zich lenen tot bovenregionale clustering

2. Het ontwerpen van een aanbod wat aan die ondersteuningsvragen voldoet:

a. inhoudelijk ontwerp door experts van het type begeleiding;

b. aansluiting van dat inhoudelijk ontwerp op wat er beschikbaar is in de regio;

c. ontwerpen van de aansluiting tussen onderwijs en zorg;

d. beleidsmatig ontwerpen van een concrete oplossing binnen wet- en regelgeving en

e. het onderzoeken van een passende financieringsvorm en die bij de passende partij beleggen.

Opstartfase

3. Het starten van het aanbod in deze oplossing:

a. scholing van de begeleiders in dit aanbod en;

b. Scholing van de toeleiders in het (h)erkennen van de ondersteuningsvragen die passen bij deze oplossing.

Doorontwikkelfase

4. Het doorlopend aanpassen van het aanbod in deze oplossing:

a. evaluatie verschuiving in ondersteuningsvragen

b. professionalisering van de voorziening om om te gaan met deze vragen en c. bekijken of integratie van deze ondersteuningsvragen binnen regulier

mogelijk is.

We verdelen binnen de begroting de bovenstaande stappen als volgt:

Onderzoek-, beleidswerk, wet- en regelgeving

In het bovenstaande traject wordt er gevraagd om onderzoek van ondersteuningsvragen die niet in het reguliere systeem passen en gevraagd om oplossingen die op dit moment niet voorhanden zijn. Dit betekent dat er een rol is weggelegd voor experts om:

● complexe Ondersteuningsvragen in kaart te brengen en te clusteren;

(22)

totaaloplossing;

● het invullen van een (nieuwe) interpretatie van wet- en regelgeving om dit mogelijk te maken;

● het afstemmen met stelselpartijen om deze oplossingen te toetsen en

● het doorlopend volgen van het proces om te zorgen dat enerzijds geen leerlingen tussen wal en schip vallen en anderzijds dat aanbod geen vraag creëert en er voldoende geïnvesteerd blijft worden in de basis.

Ontwerpen aanbod voor cluster vragen

Wanneer het cluster van ondersteuningsvragen helder is moet met een multidisciplinair team van experts uit onderwijs, jeugdhulp en zorg een aanbod ontwerpen voor deze verschillende vragen. Hierbij is duurzaamheid één van de criteria. Duurzaamheid door uiteindelijk de ondersteuningsvragen binnen de basisvoorziening een plek te geven, dan wel en wanneer is vastgesteld dat dit niet mogelijk is, de gekozen tijdelijke invulling van deze ondersteuningsvragen, permanent te maken.

Er is expliciet gekozen de uitvoeringskosten geen deel van de subsidie te maken maar een plek te geven in onze reguliere begroting.

Begeleiding & professionalisering voorziening

De professionals uit onderwijs en zorg die deze leerlingen begeleiden moeten ondersteund worden met kennis, procesbegeleiding en casuïstiek supervisie om de begeleiding in de praktijk mogelijk te maken. We creëren een netwerk met experts uit binnen- en buitenland om deze ondersteuning te bieden.

Naar het einde van de projectperiode zal het zwaartepunt verschuiven van het ondersteunen van deze professionals naar het delen van de opgedane kennis met de settings binnen het reguliere systeem die deze leerlingen opvangen.

Begeleiding & professionalisering Toeleiders

Het is complex om te besluiten of de ondersteuningsvraag van een leerling passend is. Om deze reden zullen de toeleiders (‘op de route’) in deze regio nauw betrokken zijn bij het type oplossing wat er geboden wordt om te zorgen dat ze passend doorverwijzen. Hiertoe

hebben zij begeleiding en professionalisering nodig.

Oriëntatie en scholing richting innovatie onderwijspalet

Voor de regio breed organiseren we een jaarlijkse bijeenkomst om enerzijds good-practices te presenteren van binnen en buiten de regio. Daarnaast zetten we een lerend netwerk op van professionals uit de drie samenwerkingsverbanden die willen werken aan innovatie in het onderwijspalet om ze te voorzien van inspiratie, training door (onderwijs)innovators welke ook de kans krijgen om naar verschillende settings elders te gaan kijken.

Delen van geleerde lessen met de regio’s

Elk van de betrokken samenwerkingsverbanden neemt in haar eigen plan een paragraaf op over de kennisdeling binnen de regio en aansluiting op het landelijke netwerk.

(23)

Begroting

Verdeling naar leerlingaantal levert de volgende verdeling op:

PO Duin- en Bollenstreek Rijnstreek Passend PO regio Leiden

Leerlingaantal 1-1-2017 15992 11381 19888

% van de kosten 33,8% 24,1% 42,1%

Kostenbasis Kosten per jaar Totaal

Onderzoek-, beleidswerk, wet- en regelgeving

Relevante beleidsexperts

en procesbegeleiders € 32.670,00 € 130.680,00

Ontwerpen aanbod voor cluster vragen Expert (hoog)begaafdheid € 8.000

Begeleiding & professionalisering voorziening

Begeleiding door

scholingsinstituut € 12.000 € 48.000

Begeleiding & professionalisering Toeleiders

Begeleiding door

scholingsinstituut € 3.000 € 12.000

Orientatie en scholing richting innovatie onderwijspalet

Procesbegeleiding, bijeenkomst en invulling

door experts € 14.000 € 56.000

Totaal € 61.670,00 € 254.680,00

PO Duin- en Bollenstreek 33,8% € 20.868 € 86.178

Rijnstreek 24,1% € 14.851 €61.330

.Passend PO regio Leiden 42,1% € 25.951 € 107.172

(24)

2019 2020 2021 2022 2023 Onderzoek-, beleidswerk, wet- en

regelgeving € 13.612,50 € 32.670,00 € 32.670,00 € 32.670,00 € 19.057,50

0 0 0 0 0

Ontwerpen aanbod voor cluster

vragen € 3.333 € 4.667 0 0 0

Begeleiding & professionalisering

voorziening € 5.000 € 12.000 € 12.000 € 12.000 € 7.000

Begeleiding & professionalisering

Toeleiders € 1.250 € 3.000 € 3.000 € 3.000 € 1.750

Orientatie en scholing richting

innovatie onderwijspalet € 5.833 € 14.000 € 14.000 € 14.000 € 8.167 Totaal € 29.029,17 € 66.336,67 € 61.670,00 € 61.670,00 € 35.974,17

PO Duin- en Bollenstreek € 9.823 € 22.447 € 20.868 € 20.868 € 12.173

Rijnstreek € 6.991 € 15.975 € 14.851 € 14.851 € 8.663

Passend PO regio Leiden € 12.216 € 27.915 € 25.951 € 25.951 € 15.138

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Samenwerkingsverbanden met meer dan 50 deelnemers zijn niet zichbaar in de visualisatie

Visualisatie van relaties tussen decentrale overheden die vallen onder het beleidsveld Economie.. Er is sprake van een relatie wanneer twee decentrale overheden deelnemen in

Visualisatie van relaties tussen decentrale overheden die vallen onder het beleidsveld Fysiek.. Er is sprake van

Visualisatie van relaties tussen decentrale overheden die vallen onder het beleidsveld Sociaal.. Er is sprake van een relatie wanneer twee decentrale overheden deelnemen in hetzelfde

In het nieuwe systeem stem je óf op een partij óf op één persoon van die partij. Als de helft van de mensen op de partij heeft gestemd en de andere helft heeft gestemd op een

Het is cruciaal dat er meer inhoude- lijke expertise wordt ingebracht in de top van ministerie VWS, wat overigens ook voor andere departementen geldt, waardoor er niet alleen

• Samenwerkingsverbanden die drie aansluitende jaren geen risico laten zien komen in het vierde jaar ook in aanmerking voor een expertanalyse.. Risicogestuurd onderzoek –

Door vanuit een gezamenlijke visie op jeugdhulp en passend onderwijs te kijken naar de samenwerking die er al is en naar de hoofdlijnen vanuit de verschillende plannen, dan komen