Vraag nr. 89 van 8 januari 1997
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Referendum – Wettelijke basis
In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 42 van 16 oktober 1996 stelde de minister-president dat er voor het houden van volksraadplegingen op het Vlaamse beleidsniveau geen wettelijke basis bestaat (Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 5 van 29 november 1996, b l z . 480 – red.). Graag had ik van de minister-president een antwoord op vol-gende bijkomende vragen.
1. Betekent de ontstentenis van een "wettelijke basis" dat een dergelijke volksraadpleging juri-disch uitgesloten is ? Zo ja, betekent zulks dat ook volksraadplegingen op het federale beleids-niveau juridisch onmogelijk zijn ?
2. Zijn volksraadplegingen op het V l a a m s e beleidsniveau daarentegen wel mogelijk mits inachtname van enkele criteria, zoals die voor gemeentelijke raadplegingen gesteld door de Raad van State voor de wet van 10 april 1995 ?
Antwoord
1. Het ontbreken van een wettelijke basis voor het houden van een consultatief referendum op Vlaams niveau doet in elk geval vragen rijzen over de grondwettigheid ervan. Het houden van een dergelijk referendum, zonder dat hiervoor een wettelijke basis aanwezig is, ligt dan ook niet voor de hand.
Ook op het federale niveau bestaat twijfel over de grondwettigheid van een referendum ; alles-zins werd er na 12 maart 1950 geen gebruik meer van gemaakt.
2. Gemeentelijke referenda en de criteria die hier-voor gelden, kunnen niet zomaar op één lijn worden geplaatst met referenda op V l a a m s n i v e a u . Aangelegenheden van gemeentelijk belang zijn te onderscheiden van aangelegenhe-den van Vlaams belang.