Vraag nr. 366 van 3 juni 1997
van de heer PIETER HUYBRECHTS Bebossing baggerstorten – Proefprojecten
Om een veilige scheepvaart te garanderen en het overstromingsgevaar onder controle te houden, wordt er jaarlijks in Vlaanderen 4 miljoen m3s l i b
w e g g e b a g g e r d , dat grotendeels op het land terecht-k o m t . Naast de moeilijterecht-kheid om nieuwe stortplaat-sen voor baggerspecie te vinden, zijn er ook nog de eventuele gevolgen van het licht tot zwaar veront-reinigd slib voor het leefmilieu.
Ook rijst het probleem van de nabestemming. I n dit kader heeft de minister een overeenkomst afge-sloten met het laboratorium voor bosbouw van de Universiteit Gent (UG) om de bebossingstechnie-ken op baggerstorten te onderzoebebossingstechnie-ken.
Wanneer zullen de gegevens van dit onderzoek beschikbaar zijn ?
Wat is de kostprijs van dit onderzoek ?
Antwoord
Proefproject voor het baggeren, reinigen en revalo-riseren van baggerspecie op de Leie in Menen. In de periode 1992-1995 is er in Menen een project uitgevoerd rond de bebossing van stortterreinen. De bebossing zelf was echter niet het uitgangspunt. bedoeling was een project op te zetten rond het reinigen van baggerspecie. Door de evolutie van het project is evenwel het hoofdaccent verschoven van de reiniging naar het beplantingsonderdeel van het project.
Het proefproject werd uitgevoerd door de NV Ja n De Nul uit Aalst – onderhandse overeenkomst van 13 december 1991. Het project had tot doel een programma uit te werken voor het reinigen van baggerspecie waarvan de fracties kunnen wor-den gerecycleerd voor nuttige toepassingen. H e t project werd gestart op 4 februari 1992 en beëin-digd op 30 juni 1995. In het project werden 48.523 m3 baggerspecie uit de Leie tussen Menen en
Wevelgem verwerkt.
Meer concreet werd op de licht verontreinigde spe-cie uit de Leie flotatieafscheiding toegepast als rei-nigingstechniek.
Hierdoor wordt de specie verdeeld in twee deel-stromen ; één met gereinigde specie en één met
specie waarin de verontreiniging wordt geconcen-t r e e r d . De gereinigde specie wordgeconcen-t geborgen in monostortbekkens en de verontreinigde deel-stroom wordt in de kleinere, afgeschermde bek-kens geborgen. Op de bekbek-kens en de monostorten werd een experimenteel bebossingsproject uitge-v o e r d , in samenwerking met het labo uitge-voor bos-bouw van de Universiteit van Gent. De kostprijs van het totale proefproject bedroeg 47.304.000 frank, BTW inbegrepen.
De resultaten van het proefproject werden ver-werkt in deelrapporten en in een eindrapport. Voor het project van de firma De Nul kan als con-clusie gelden dat voor de licht verontreinigde spe-cie uit de Leie de flotatiescheidingstechniek zoals toegepast op projectschaal in Menen niet beant-woordt aan de resultaten die op grond van de proe-ven op laboschaal mochten worden verwacht. Reden hiervoor is dat het slib van de Leie te fijn-korrelig is, zonder duidelijke scheiding tussen de zand- en de slibfractie, en dat de specie licht ver-ontreinigd is zodat het moeilijker is om een relatief zwaar verontreinigde fractie af te scheiden van de rest.
Een positieve ontwikkeling uit het luik bosbouw van het proefproject is de ontwikkeling van het Salimatprocédé.
Hierbij worden direct na de opspuitfase, w a a r b i j het terrein over geen enkele draagkracht beschikt, rollen gevlochten wilgenmatten uitgerold over het t e r r e i n . Vanuit de wilgenmatten krijgt men direct een grote opslag van jonge wilgen, waarbij in korte tijd een dichte en gesloten pioniersvegetatie op het stortterrein ontstaat.
In het onderzoek werd ook de geschiktheid van de verschillende plantenvariëteiten naar hun groei op baggerslib en opname van de verontreiniging bestudeerd.
Uit economisch oogpunt kan worden gesteld dat de reinigings- en behandelingstechnieken zoals ze werden toegepast in Menen slechts geschikt zijn voor kleine hoeveelheden zwaar verontreinigde s p e c i e, en binnen bepaalde randvoorwaarden van korrelverdeling en samenstelling van de specie. D e bebossingstechniek van het Salimatprocédé is eco-nomisch toepasselijk voor natter berging aan wal in bovengrondse depots met de nabestemming bos. De kosten voor het Salimatprocédé liggen rond de 450.000 fr/ha. Deze techniek moet op termijn toela-ten de klassieke afdeklaag (7.000.000 fr./ha) die in de milieuvergunning is voorgeschreven, te vervan-gen.
Het gedeelte van het stortterrein in Menen ingeno-men door het proefproject van de firma De Nul, blijft voorlopig in zijn toestand behouden. Het labo voor bosbouw van de Universiteit Gent heeft de wens uitgedrukt het project nog een aantal jaren wetenschappelijk op te volgen.
Door de firma De Nul zal, in samenwerking met het labo voor bosbouw van de Universiteit Gent en de afdeling Bovenschelde en met subsidiëring van het Wetenschappelijk Technologisch Onderzoek in de Industrie, een verder proefproject worden uitge-werkt op dit terrein. Dit project heeft tot doel : – de hypothetische mogelijkheid van étagebouw
uit te testen. Hierbij zou tussen het bestaande wilgenbestand een nieuwe laag slib worden opgespoten in de winter 97-98 ;
– de sanering van verontreinigde bodems op basis van fyto-extractie verder te onderzoeken. Het onderzoeksproject "Groei van bomen op bag-gerslib met hoge PAK-gehaltes" (polyaromatische koolwaterstoffen) zal worden beëindigd op 31 augustus 1998. De kostprijs van het onderzoek bedraagt 5.989.306 frank.