• No results found

50) kenbaar gemaakt dat het ontwerp-methodebesluit ter inzage is gelegd voor belanghebbenden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "50) kenbaar gemaakt dat het ontwerp-methodebesluit ter inzage is gelegd voor belanghebbenden"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1. Ingevolge artikel 41, tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 stelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) de methode vast voor de vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering en van het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld voor de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet (hierna: methodebesluit).

2. De Raad heeft besloten om op het methodebesluit de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing te verklaren. Deze procedure kent geen bezwaarfase; na vaststelling van het methodebesluit kan beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven worden ingesteld.

3. Op 10 maart 2006 heeft de Raad via de melding “ Terinzagelegging ontwerp-methodebesluit” (Stcrt. 2006, nr.

50) kenbaar gemaakt dat het ontwerp-methodebesluit ter inzage is gelegd voor belanghebbenden. De Raad heeft echter gemeend het ontwerp-methodebesluit in verband met een redactionele fout te moeten aanpassen. Om een zorgvuldig proces te garanderen, legt de Raad het aangepaste ontwerp-methodebesluit opnieuw ter inzage en trekt het op 10 maart gepubliceerde ontwerp-methodebesluit in.

4. Op grond van artikel 3:11 Awb ligt het ontwerp-methodebesluit voor een periode van zes weken na de datum van deze publicatie voor belanghebbenden ter inzage. Dit betekent dat het aangepaste ontwerp-methodebesluit tot en met 8 mei 2006 ter inzage ligt bij de Directie Toezicht Energie van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: DTe), Muzenstraat 81, Den Haag, en op de Internetpagina van DTe (www.dte.nl). Indien u het ontwerp- methodebesluit wilt inzien, dan kunt u hiervoor een afspraak maken met de griffier, mevrouw H.L. Lucas (telefoon 070-330 1943).

5. Op grond van artikel 3:16 Awb kunnen belanghebbenden binnen een periode van zes weken na de datum van deze publicatie hun zienswijze over het ontwerp-methodebesluit schriftelijk naar voren brengen. Uw schriftelijke zienswijze kunt u, onder vermelding van kenmerk 102135, richten aan de Raad, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag. U wordt verzocht uw reactie ook per e-mail te sturen naar: DTederdereguleringsperiode@nmanet.nl.

6. Op 6 april 2006 zal van 14.30 uur tot 16.00 uur een hoorzitting over dit ontwerp-methodebesluit plaatsvinden ten kantore van de Raad. Indien u hierbij aanwezig wilt zijn, kunt u contact opnemen met mevrouw M. Jhanjan (telefoon 070-330 1362). U dient daarbij aan te geven of u tijdens deze hoorzitting uw zienswijze mondeling wilt toelichten.

Mw. ir. M. Huussen MBA Clustermanager Netbedrijven

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ingevolge artikel 41, eerste en tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 stelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) de methode vast tot

Omdat het net in feite geen onderscheid ziet tussen blindenergie die wordt opgenomen (of geleverd) door aangeslotenen die verbruiken of leveren, veronderstelt de Raad dat de

Naar het oordeel van de Raad is sedert de vaststelling van de Gebiedsindeling de inhoud daarvan bepalend voor beantwoording van de vraag welke netbeheerder in welk gebied

De Raad stelt de methode tot vaststelling van de x -factor en van de rekenvolumina als bedoeld in artikel 41, eerste en tweede lid, van de E-wet vast voor het jaar 2008 tot en met

Op grond van artikel 3:11 Awb liggen de ontwerpbesluiten en onderliggende documenten voor een periode van zes weken na de datum van deze publicatie voor belanghebbenden ter inzage

De tarieven welke netbeheerders voor het jaar 2009 in rekening brengen voor de meting van elektriciteit als bedoeld in artikel 30a van de Elektriciteitswet 1998 voor afnemers

genoegzaam heeft aangetoond te beschikken over de benodigde organisatorische, financiele en technische kwaliteiten voor de goede uitvoering van zijn taak, alsmede redelijkerwijs

Ingevolge artikel 41, eerste en tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 stelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) de methode vast tot