• No results found

BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 41a, derde lid van de Elektriciteitswet 1998.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 41a, derde lid van de Elektriciteitswet 1998."

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 41a, derde lid van de Elektriciteitswet 1998.

Nummer 103837 / 160

Betreft zaak: Besluit tot herziening van de vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering en van het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Aanleiding... 2

2 Wettelijke basis en context ... 3

2.1 Wettelijke basis... 3

2.2 Wettelijke context ... 4

3 Wijzigingen als gevolg van de herziening... 9

3.1 Meerkosten... 10 3.2 Indirecte HS-OPEX ...12 3.3 Directe HS-OPEX...19 3.4 Rekenvolumina ... 22 4 Procedure ...25 5 Dictum... 27

Bijlage 1 Overzicht rekenvolumina ... 28

(2)

1

Aanleiding

1. Op 26 september 2008 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) het besluit ter uitvoering van artikel 41a, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) voor TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) vastgesteld (hierna:

x

-factorbesluit van 26 september 2008).1 Op grond van artikel 41a

van de E-wet stelt de Raad voor iedere netbeheerder de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering (hierna:

x

-factor) en het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld (hierna: rekenvolumina2) vast. Kortheidshalve

spreekt de Raad hierna van ‘

x

-factorbesluit’.

2. Voorafgaand aan het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 heeft de Raad het besluit als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de E-wet van 26 september 2008 (hierna:

methodebesluit van 26 september 2008) vastgesteld3, welke is vernietigd door het

College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) in haar uitspraak van

29 juni 2010.4 Het methodebesluit van 26 september 2008 is met inachtneming van de

uitspraak hernieuwd vastgesteld op 28 juni 2011 (hierna: hernieuwde methodebesluit) voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 (hierna: vierde reguleringsperiode).5

3. De wijzigingen die de Raad in het hernieuwde methodebesluit heeft aangebracht ten opzichte van het methodebesluit van 26 september 2008, hebben materiële effecten op de

x

-factor en de rekenvolumina zoals eerder vastgesteld bij het

x

-factorbesluit van 26 september 2008. De Raad herziet daarom op grond van artikel 41a, derde lid van de E-wet het

x

-factorbesluit voor de vierde reguleringsperiode met onderhavig besluit.

1 Besluit van 26 september 2008 met kenmerk 102616/8, zie www.nma.nl.

2 De rekenvolumina representeren de afzet die van de netbeheerder te verwachten is. 3 Besluit van 26 september 2008 met kenmerk 102615/122, zie www.nma.nl.

4 Uitspraak van het CBb van 29 juni 2010 (LJN: BM9471).

(3)

2

Wettelijke basis en context

4. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad eerst de wettelijke basis en vervolgens de bredere wettelijke context van dit besluit.

2.1 Wettelijke basis

5. Met onderhavig besluit herziet de Raad de

x

-factor en de rekenvolumina voor de vierde reguleringsperiode voor TenneT, zoals vastgesteld in het

x

-factorbesluit van

26 september 2008. De Raad doet dit naar aanleiding van het hernieuwde

methodebesluit dat hij heeft vastgesteld met inachtneming van de uitspraak van het CBb van 29 juni 2010, waarbij het methodebesluit van 26 september 2008 is vernietigd.

6. Artikel 41a, derde lid, van de E-wet bepaalt:

“Indien het besluit op grond van artikel 41, eerste lid, bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd of bij een onherroepelijk besluit op bezwaar is herroepen, herziet de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de in het eerste lid vermelde besluiten met

toepassing van de met inachtneming van die uitspraak of dat besluit op bezwaar gecorrigeerde methode.“6

7. De parlementaire geschiedenis bij dit artikel merkt hierover het volgende op:

“Als een belanghebbende geen rechtsmiddelen aanwendt tegen de uitvoeringsbesluiten, krijgen deze formele rechtskracht. Dit betekent dat deze besluiten voor rechtmatig worden gehouden, ook als uit de beslissing op een beroep of een bezwaar tegen het methodebesluit blijkt dat deze uitvoeringsbesluiten onjuist zijn. Om uit dit dilemma te komen, voorziet het wetsvoorstel in een verplichting voor de NMa om, als uit een onherroepelijke rechterlijke uitspraak of uit een onherroepelijk besluit op bezwaar blijkt dat de methode onjuist is vastgesteld, de op deze onjuiste methode gebaseerde uitvoeringsbesluiten dienovereenkomstig aan passen. Dit

verzekert partijen ervan dat een vernietiging van het methodebesluit automatisch zal leiden tot een herziening van de

x

-factor, de

q

-factor en het rekenvolume en tot een herberekening van de tarieven.”7

(4)

2.2 Wettelijke context

8. De wetgever heeft de Raad belast met de taak een reguleringssystematiek vast te stellen waarmee de doelmatigheid van de bedrijfsvoering en de meest doelmatige kwaliteit van het transport worden bevorderd. Jaarlijks stelt de Raad in tarievenbesluiten de maximum transporttarieven vast die TenneT in rekening mag brengen. De Raad vindt het belangrijk om inzichtelijk te maken hoe deze transporttarieven samenhangen met dit besluit en met de methode tot vaststelling van de

x

-factor en van de rekenvolumina voor TenneT8

(hierna: methodebesluit). De Raad hecht hier aan omdat deze begrippen, en de daarbij behorende besluiten van de Raad, onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.

Methodebesluiten

9. De Raad legt de methoden tot vaststelling van de

x

-factor en van de rekenvolumina voor TenneT in een methodebesluit vast. Voor de vierde reguleringsperiode heeft de Raad deze twee (rekenkundige) methoden vastgelegd in het hernieuwde methodebesluit. De wettelijke grondslag hiervoor is artikel 41, eerste en tweede lid, in samenhang gelezen met het derde en vijfde lid, van de E-wet:

“1. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt, met inachtneming van het belang dat door middel van marktwerking ten behoeve van afnemers de doelmatigheid van de bedrijfsvoering en de meest doelmatige kwaliteit van het transport worden bevorderd, voor netbeheerders, met uitzondering van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, de methode tot vaststelling van de korting ter bevordering van de

doelmatige bedrijfsvoering, van de kwaliteitsterm en van het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld, vast. Het besluit tot vaststelling van de methode geldt voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor vaststelling van de methode tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering en van het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

3. De korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering heeft onder meer ten doel te bereiken dat de netbeheerder in ieder geval geen rendement kan behalen dat hoger is dan in het economische verkeer gebruikelijk en dat de gelijkwaardigheid in de doelmatigheid van de netbeheerders wordt bevorderd.

8 De Raad stelt dit besluit vast voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010.

(5)

5. De rekenvolumina die een netbeheerder gebruikt bij het voorstel, bedoeld in artikel 41b, zijn gebaseerd op daadwerkelijk gefactureerde volumina in eerdere jaren, of worden door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit geschat indien deze betrekking hebben op nieuwe tarieven.”

x

-factorbesluit

10. De Raad stelt ten behoeve van het jaarlijkse tarievenvoorstel van TenneT periodiek de

x

-factor en de rekenvolumina voor deze netbeheerder vast. Ook wanneer de Raad artikel 41c, derde lid van de E-wet toepast bij het vaststellen van de tarieven, neemt de Raad de bij onderhavig besluit vastgestelde

x

-factor en rekenvolumina in acht. De Raad stelt met onderhavig besluit de hoogte van de

x

-factor en de rekenvolumina vast door de

methoden uit het hernieuwde methodebesluit toe te passen. De wettelijke grondslag voor het

x

-factorbesluit is artikel 41a, eerste lid, onderdelen a en c, dan wel – zoals in

onderhavig geval – artikel 41a, derde lid, van de E-wet:

“1. Ten behoeve van het voorstel, bedoeld in artikel 41b, stelt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit voor iedere netbeheerder afzonderlijk voor dezelfde periode als waarvoor het besluit geldt op grond van artikel 41, eerste lid, vast:

a. de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, b. […]

c. het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld.

2. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit kan het in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde rekenvolume gedurende de in de aanhef van dat lid bedoelde periode wijzigen 3. Indien het besluit op grond van artikel 41, eerste lid, bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd of bij een onherroepelijk besluit op bezwaar is herroepen, herziet de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de in het eerste lid vermelde besluiten met

toepassing van de met inachtneming van die uitspraak of dat besluit op bezwaar gecorrigeerde methode.”9

Tarievenvoorstel

11. TenneT zendt jaarlijks aan de Raad een voorstel voor de tarieven die deze netbeheerder ten hoogste zal berekenen voor de uitvoering van de taken genoemd in artikel 16, eerste lid van de E-wet (hierna: tarievenvoorstel). Daarbij neemt TenneT de door de Raad vastgestelde

x

-factor en rekenvolumina in acht. In onderhavig geval worden de

x

-factor en rekenvolumina als gevolg van de vernietiging van het methodebesluit van

26 september 2008 achteraf herzien.

(6)

12. De wettelijke grondslag voor het tariefvoorstel is artikel 41b, eerste en tweede lid van de E-wet:

“1. Iedere netbeheerder zendt jaarlijks voor 1 oktober aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel voor de tarieven die deze netbeheerder ten hoogste zal berekenen voor de uitvoering van de taken genoemd in artikel 16, eerste lid, met inachtneming van:

a. het uitgangspunt dat de kosten worden toegerekend aan de tariefdragers betreffende de diensten die deze kosten veroorzaken,

b. de tariefstructuren vastgesteld op grond van artikel 36 of 37, c. het bepaalde bij of krachtens artikel 41a,

d. de formule: 1

100

1

±

+

+

=

t t

TI

q

x

cpi

TI

waarbij:

TIt = de totale inkomsten uit de tarieven in het jaar t, te weten de som van de

vermenigvuldiging van elk tarief in het jaar t en het op basis van artikel 41a, eerste lid, onderdeel c, vastgestelde rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld;

TIt-1 = de totale inkomsten uit de tarieven in het jaar voorafgaande aan het jaar t, te weten de

som van de vermenigvuldiging van elk tarief in het jaar t-1 en het op basis van artikel 41a, eerste lid onderdeel c, vastgestelde rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld;

cpi = de relatieve wijziging van de consumentenprijsinde

x

(alle huishoudens), berekend uit het quotiënt van deze prijsinde

x

, gepubliceerd in de vierde maand voorafgaande aan het jaar t, en van deze prijsinde

x

, gepubliceerd in de zestiende maand voorafgaande aan het jaar t, zoals deze maandelijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek;

x

= de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering;

q

= de kwaliteitsterm, die de aanpassing van de tarieven in verband met de geleverde kwaliteit aangeeft.

e. de gemaakte kosten voor investeringen, bedoeld in artikel 20d of 20e, tweede of derde lid, voor zover de kosten als doelmatig zijn beoordeeld door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit en

(7)

Tarievenbesluit

13. In afwijking van het bepaalde in het voorgaande randnummer heeft de Raad de

bevoegdheid om bij de vaststelling van de transporttarieven aan het begin van de vierde reguleringsperiode te corrigeren voor de gevolgen van de wijziging in het beheer van de HS-netten. De Raad vergoedt de kosten met een uniek, eenmalig karakter die gemaakt worden om de beheeroverdracht van de HS-netten te faciliteren (hierna: meerkosten) ook via deze bevoegdheidsgrondslag. De wettelijke grondslag hiervoor is artikel XA van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (hierna: Won):10

“Bij de vaststelling van de tarieven, bedoeld in artikel 41c, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor het jaar 2008 wordt de formule, vervat in artikel 41b, eerste lid, onderdeel d, van de Elektriciteitswet 1998, toegepast met een zodanige correctie voor de gevolgen van de wijziging in het beheer van de netten met een spanningsniveau van 110 kV of 150 kV door de in artikel I, onderdeel A, voorgestelde wijziging van artikel 10, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, dat deze wijziging geen gevolgen heeft voor de betrokken netbeheerders anders dan voortvloeit uit de wijziging van het beheer.”

14. De Raad stelt jaarlijks de tarieven met betrekking tot het transport van elektriciteit voor TenneT vast (hierna: tarievenbesluit). Dit tarievenbesluit bevat de transporttarieven die bij afnemers van elektriciteit in rekening worden gebracht. Indien bij de eerder

vastgestelde tarieven gebruik is gemaakt van onjuiste of onvolledige gegevens kan de Raad een correctie toepassen. In onderhavig geval worden de

x

-factor en rekenvolumina als gevolg van het hernieuwde methodebesluit herzien. De Raad zal de effecten van de herziening van het

x

-factorbesluit verrekenen in de tarieven bij het eerstvolgende tarievenbesluit waarin dit mogelijk is of in de tarieven van meerdere jaren als dit tot onevenredige tariefeffecten zou leiden. De wettelijke grondslag voor het tarievenbesluit is artikel 41c van de E-wet:

“1. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt de tarieven, die kunnen verschillen voor de verschillende netbeheerders en voor de onderscheiden tariefdragers, jaarlijks vast. 2. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit kan de tarieven die zullen gelden in het jaar t corrigeren, indien de tarieven die golden in dat jaar of de jaren voorafgaand aan het jaar t:

a. bij rechterlijke uitspraak of met toepassing van artikel 6:18 van de Algemene wet bestuursrecht zijn gewijzigd;

b. zijn vastgesteld met inachtneming van onjuiste of onvolledige gegevens en de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit, indien hij de beschikking had over de juiste of volledige gegevens, tarieven zou hebben vastgesteld die in aanmerkelijke mate afwijken van de

vastgestelde tarieven;

c. zijn vastgesteld met gebruikmaking van geschatte gegevens en de feitelijk gegevens daarvan

(8)

afwijken.

d. zijn vastgesteld met gebruikmaking van gegevens omtrent kosten voor bepaalde diensten, terwijl netbeheerders die diensten in het jaar t of een gedeelte van jaar t niet hebben geleverd of voor die diensten geen of minder kosten hebben gemaakt.

3. Indien een voorstel niet binnen de termijn, bedoeld in artikel 41b, eerste lid, aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit is gezonden, stelt deze de tarieven voor de

desbetreffende netbeheerder uit eigen beweging vast met inachtneming van artikel 41b.”11

11 Het vierde en vijfde lid van dit artikel zijn op 1 juli 2011 inwerkinggetreden, zie Stb. 2011, 203,

(9)

3

Wijzigingen als gevolg van de herziening

15. De Raad heeft naar aanleiding van de uitspraak van het CBb van 29 juni 2010 een hernieuwd methodebesluit voor de vierde reguleringsperiode vastgesteld. De vernietiging betrof enkele op zichzelf staande elementen van de methode, die beperkte impact op de reguleringssystematiek hebben. Gelet hierop heeft de Raad zich beperkt tot het herstel van deze punten in het methodebesluit. Voor het overige heeft hij besloten conform het vernietigde methodebesluit van 26 september 2008. Naar aanleiding van dit hernieuwde methodebesluit herziet onderhavig besluit de berekening van de

x

-factor op enkele onderdelen. Deze onderdelen betreffen de periode waarover meerkosten worden vergoed en de vergoeding van indirecte OPEX in verband met de overdracht van het beheer van de HS-netten (hierna: indirecte HS-OPEX), zie paragrafen 3.1 en 3.2.

16. Verder is van belang dat TenneT bezwaar heeft gemaakt tegen het

x

-factorbesluit van 26 september 2008.12 Deze bezwaren zullen op grond van artikel 6:19 van de Algemene

wet bestuursrecht worden geacht mede te zijn gericht tegen onderhavig besluit. De Raad zal deze bezwaren in zijn overwegingen bij onderhavig besluit betrekken.

17. Twee bezwaargronden hebben betrekking op de onderdelen die reeds naar aanleiding van de uitspraak van het CBb van 29 juni 2010 aan de orde komen en tot wijzigingen leiden ten opzichte van het

x

-factorbesluit van 26 september 2008. De Raad zal ingaan op deze bezwaargronden bij het behandelen van de meerkosten en indirecte HS-OPEX naar aanleiding van het hernieuwde methodebesluit, zie paragrafen 3.1 en 3.2. Een derde bezwaargrond is gericht tegen de wijze waarop de Raad de directe operationele kosten in verband met het beheer van de HS-netten (hierna: directe HS-OPEX) heeft vastgesteld. Dit laatste leidt – mede in relatie tot de herziening van de indirecte HS-OPEX – tot het opnemen van het voornemen tot nacalculatie van de vergoeding voor directe HS-OPEX in onderhavig

x

-factorbesluit, zie paragraaf 3.3.

18. Naast de wijzigingen als gevolg van het hernieuwde methodebesluit is er een ontwikkeling die noopt tot aanpassing van de rekenvolumina. Dit vloeit voort uit de uitspraak van het CBb van 27 april 2011 inzake het beroep tegen het tarievenbesluit voor TenneT voor 2007.13 Het punt heeft betrekking op de tariefdrager kWmax per jaar, zie

paragraaf 3.4.

12 Aanvullend bezwaarschrift van 30 september 2010, referentie TenneT M9147173/4/20405359,

geregistreerd met kenmerk 103104_2/9 (hierna: bezwaarschrift). Alle gronden van bezwaar zijn in deze brief vervat.

(10)

3.1 Meerkosten

19. In het hernieuwde methodebesluit heeft de Raad de periode waarover meerkosten kunnen worden vergoed niet langer beperkt tot uiterlijk 30 juni 2008. De Raad heeft daarbij aangegeven dat hij het gelet op het karakter van transactiekosten, redelijk acht dat de periode waarin meerkosten voor het overdragen van het beheer van de HS-netten worden gemaakt, althans in substantiële mate, beperkt is tot enkele maanden na de feitelijke beheeroverdracht van de HS-netten. Naarmate de kosten verder na de datum van overdracht worden gemaakt zal de Raad indringender toetsen of daadwerkelijk sprake is van meerkosten.14

20. Naar aanleiding van een zienswijze op het ontwerp van het hernieuwde methodebesluit heeft de Raad een passage over de wijze waarop hij toetst of de opgegeven kosten aan de definitie van meerkosten voldoen uit het methodebesluit geschrapt, omdat dit eerder betrekking heeft op de daadwerkelijke vaststelling van de

x

-factor in onderhavig besluit dan op de methode.15

21. Inhoudelijk is de Raad onverminderd van oordeel dat het aan de betrokken netbeheerder is om aan te tonen dat opgegeven kosten zich kwalificeren als meerkosten in de zin van het hernieuwde methodebesluit. De Raad gaat er daarbij vanuit dat de netbeheerder in staat is om meerkosten te onderbouwen met originele stukken. De Raad acht dit logisch en redelijk omdat alleen netbeheerders over de informatie waaruit meerkosten blijken kunnen beschikken en omdat, blijkens de historie van de gang van zaken, netbeheerders sinds 2008 en waarschijnlijk eerder wisten of konden weten dat het zorgvuldig en gedetailleerd archiveren van dergelijke informatie van materieel belang zou kunnen zijn op een later moment.

22. In het hernieuwde methodebesluit heeft de Raad daarbij toegelicht dat hij normaliter zal volstaan met een goedkeurende controleverklaring van een accountant, maar niet uitgesloten dat hij naar achterliggende bewijsstukken zal vragen indien daartoe aanleiding is.16

(11)

23. TenneT heeft in haar bezwaar tegen het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 gesteld dat de Raad niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de werkzaamheden van het Beheer en Acquisitieteam niet voor vergoeding als meerkosten in aanmerking komen. TenneT geeft aan dat een aanzienlijk deel van deze kosten een causale relatie heeft met de beheeroverdracht en niet uitsluitend met de acquisitie van HS-netten.17

24. De Raad heeft op 1 juli 2011 een definitief informatieverzoek aan TenneT gestuurd waarin TenneT de meerkosten over de periode 1 juli 2008 tot en met 31 december 2010 diende in te vullen.18 Deze periode is in negen tijdvakken opgedeeld. Deze indeling is gemaakt naar

jaar, en op basis van de data van de feitelijke beheeroverdracht. Verder is aan TenneT gevraagd om aan te geven welk deel van de meerkosten reeds opgenomen is in de productiviteitsdata.

25. De Raad heeft op 13 juli 2011 een definitieve opgave van meerkosten van TenneT

ontvangen voor de periode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2010.19 Het opgegeven

bedrag voor deze periode is 5,4 miljoen euro.20 De opgave is voorzien van een

controleverklaring met beperkingen. De accountant heeft twee bevindingen opgenomen. De bevindingen waren echter van dien aard21 dat Raad geen aanleiding heeft gezien om

naar achterliggende bewijsstukken te vragen.

26. De Raad heeft mede gelet op het bezwaar van TenneT verzocht om opgave van de meerkosten ongeacht in welk organisatie-onderdeel deze kosten zijn gemaakt.

27. De Raad verwerkt de opgegeven meerkosten in de berekening van de

x

-factor op de wijze die in het hernieuwde methodebesluit is beschreven. Zie Bijlage 2 bij dit besluit voor de hoogte van de gehonoreerde meerkosten. De extra vergoeding ten opzichte van het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 bedraagt 5,4 miljoen euro.22

17 Zie randnummer 21 van het bezwaarschrift. 18 Email geregistreerd met kenmerk 103837/21.

19 Emails geregistreerd met kenmerk 103837/39, 103837/40 en 103837/91. 20 Dit is een bedrag exclusief heffingsrente.

21 De bevindingen hadden betrekking op de exacte toewijzing van kosten aan elk tijdvak en een

nacalculatie op de gehanteerde opslag voor werkplek/ICT kosten.

(12)

3.2 Indirecte HS-OPEX

28. In het hernieuwde methodebesluit heeft de Raad ten aanzien van de indirecte HS-OPEX het volgende geconcludeerd:

“De Raad acht het redelijk dat de gerealiseerde indirecte operationele kosten die voortvloeien uit de overdracht van de HS-netten als gevolg van de inwerkingtreding van artikel VIa van de Won worden vergoed. De vergoeding voor indirecte HS-OPEX in het jaar 2010 is gelijk aan de gerealiseerde kosten van dat jaar. De correctie van de begininkomsten is zodanig dat de vergoedingen in de vierde periode in totaal gelijk zijn aan de door de Raad gehonoreerde, indirecte HS-OPEX in die periode.”23

29. In het hernieuwde methodebesluit heeft de Raad naar aanleiding van een zienswijze op het ontwerp-methodebesluit aangegeven dat hij de wijze waarop hij toetst of door TenneT opgegeven indirecte HS-OPEX daadwerkelijk voortvloeien uit de

beheeroverdracht van de HS-netten zal opnemen in het

x

-factorbesluit in plaats van in het methodebesluit, omdat dit eerder betrekking heeft op de daadwerkelijke vaststelling van de

x

-factor in onderhavig besluit dan op de methode.24

30. TenneT heeft in haar bezwaar tegen het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 gesteld dat de Raad alsnog de indirecte HS-OPEX in de berekening ter bepaling van de

x

-factor dient te betrekken.25

31. TenneT heeft op 31 augustus 2011 definitieve opgave gedaan van de indirecte HS-OPEX.26

Het opgegeven bedrag voor de nog niet vergoede indirecte HS-OPEX is 90,7 miljoen euro.27

23 Zie randnummer 77 van het methodebesluit. 24 Zie zienswijze 4 in Bijlage B bij het methodebesluit. 25 Randnummers 9 - 11 van het bezwaarschrift.

26 Brief en bijlagen van 31 augustus 2011, referentie TenneT DIR 11-042, geregistreerd met

kenmerk 103837/100.

27 TenneT heeft op drie manier de indirecte HS-OPEX afgeleid. Het genoemde bedrag is de

(13)

32. De Raad heeft deze opgave beoordeeld aan de hand van twee uitgangspunten, die volgen uit de hierboven aangehaalde tekst uit het hernieuwde methodebesluit. Ten eerste dient de opgave betrekking te hebben op gerealiseerde indirecte operationele kosten. Ten tweede dient de opgave betrekking te hebben op kosten die voortvloeien uit de beheeroverdracht

van de HS-netten. Bij de beoordeling heeft de Raad zich laten bijstaan door Berenschot.

Het advies van Berenschot wordt gelijktijdig met dit besluit gepubliceerd.28

Beoordeling opgave - uitgangspunt: gerealiseerde indirecte operationele kosten

33. De opgave dient betrekking te hebben op gerealiseerde indirecte operationele kosten. Van belang is dus dat de opgave geen betrekking heeft op (gerealiseerde) directe operationele kosten. Voor die operationele kosten is immers al een vergoeding gegeven op basis van het methodebesluit en het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 en de daaruit voortvloeiende tarievenbesluiten (zie ook paragraaf 3.4).

34. TenneT leidt haar opgave af uit de gerealiseerde operationele kosten conform de regulatorisch productiviteitsdata die TenneT jaarlijks aan de Raad verstrekt. Daarbij worden onder meer de regulatorische kostengegevens opgenomen overeenkomstig de Regulatorische Accounting Regels (hierna: RAR). Het gebruik van deze gegevens is van belang voor de consistentie met de overige onderdelen van de reguleringsmethodiek waarbij eveneens gebruik wordt gemaakt van regulatorische productiviteitsdata.

35. De kostengegevens die TenneT gebruikt betreffen de totale operationele kosten voor de EHS- en HS-netten voor de jaren 2008 tot en met 2010. Deze zijn niet onderverdeeld in directe en indirecte operationele kosten. Die toerekening is onder normale

omstandigheden niet van belang door de zogenoemde ‘TOTEX’-benadering waarbij de Raad de vergoeding voor TenneT baseert op de totale efficiënte kosten, dus ongeacht of het om directe of indirecte kosten gaat. Nu voor de indirecte operationele kosten een vergoeding van de werkelijke kosten is opgenomen in het hernieuwde methodebesluit is deze uitsplitsing in dit specifieke geval wel van belang. De inkoopkosten voor energie en vermogen en de kosten voor Cross Border Tariffs zijn buiten beschouwing gelaten aangezien deze kosten al volledig worden vergoed door middel van een jaarlijkse

nacalculatie. Deze kosten worden bovendien aangemerkt als directe operationele kosten.

36. Bij het toerekenen van de gerealiseerde operationele kosten naar directe of indirecte operationele kosten gaat TenneT bij haar opgave samengevat als volgt te werk. TenneT neemt de totale operationele kosten voor HS-netten voor de jaren 2008-2010 en haalt daar de kosten vanaf die zij als direct aanmerkt. Het resultaat is volgens TenneT de indirecte HS-OPEX.

(14)

37. De operationele kosten zijn in drie categorieën onderverdeeld. Van de categorie

'personeelskosten' merkt TenneT de directe uren vermenigvuldigd met een uurtarief aan als directe kosten en de rest als indirecte kosten. De categorie ‘kosten algemeen beheer‘ merkt TenneT volledig aan als indirecte kosten. De categorie 'kosten transportnetten en transportsystemen' merkt TenneT volledig aan als directe kosten. Hieronder is per categorie de beoordeling weergegeven.

Categorie: personeelskosten

38. Uit de opgave van TenneT volgt een aandeel indirecte uren voor de jaren 2008 - 2010 van respectievelijk 53%, 72%, 65%. Berenschot vindt deze percentages onrealistisch hoog op op basis van gegevens van 1500 organisaties die zij monitort. Berenschot is van oordeel dat TenneT met haar werkwijze te veel kosten classificeert als indirect. Wat betreft de categorie personeelskosten leidt de indeling op basis van uren tot een te enge weergave van de directe kosten en daarmee tot een te ruime weergave van de indirecte kosten. Immers, wanneer alleen de feitelijk geschreven uren worden toegerekend, dan worden de uren besteed aan opleidingen, vakantie-uren en uren ziekte van het directe personeel niet meegerekend bij de directe kosten (en dus aangemerkt als indirecte kosten). Volgens Berenschot zouden deze kosten als direct moeten worden aangemerkt. De Raad neemt deze conclusie over.

39. Voor TenneT zou volgens Berenschot een referentiewaarde van tussen de 27% en 33% indirecte personeelskosten te verwachten zijn. De waarde van 27% ziet Berenschot als representatief voor energiebedrijven zonder marketing en sales zoals in de retail. Indien er wel (enigszins) sprake is van sales en marketing loopt de referentiewaarde op tot 33%.

Categorie: kosten algemeen beheer

40. In de opgave van TenneT worden deze kosten voor 100% als indirect aangemerkt. Over de werkwijze van TenneT met betrekking tot de kosten algemeen beheer (waaronder de kosten voor inhuur van personeel) is dit volgens Berenschot onterecht. Berenschot meent dat van deze kosten kan worden aangenomen dat deze (voor een groot deel) één op één voortkomen uit de netwerkactiviteiten en daarmee zijn aan te merken als directe kosten, ook binnen de definities van de RAR. Het is aannemelijk dat ook advieskosten en reis- en verblijfkosten voor een groot deel zijn aan te merken als directe kosten.

Berenschot concludeert dat het percentage indirect van TenneT (100%) voor kosten algemeen beheer te hoog is. Tot slot concludeert Berenschot dat de wijze van

(15)

Categorie: kosten transportnetten en transportsystemen

41. De Raad is tot slot van mening dat TenneT de categorie kosten transportnetten en transportsystemen terecht volledig aanmerkt als directe kosten. Dit is ook niet ter discussies gesteld door de Raad noch door Berenschot.

Conclusie

42. De Raad concludeert dat de percentages die TenneT hanteert bij het bepalen van de indirecte kosten in sterke mate afwijken van de referentiewaardes van Berenschot. Dit geldt voor zowel de percentages bij de categorie personeelskosten (53%, 72%, 65%) als voor het percentage bij de categorie kosten algemeen beheer (100%). De Raad ziet in bovengenoemde constateringen voldoende aanleiding om de opgave van TenneT niet over te nemen bij de verdeling van de gerealiseerde operationele kosten in indirecte en directe kosten, omdat aannemelijk is dat dit tot een overschatting leidt van de

gerealiseerde indirecte operationele kosten als gevolg van de beheeroverdracht. Indien de Raad de vergoeding zou baseren op deze overschatting leidt dit tot een te hoge

vergoeding.

Beoordeling opgave - uitgangspunt: kosten die voortvloeien uit de beheeroverdracht van de HS-netten

43. De opgave dient betrekking te hebben op kosten die voortvloeien uit de beheeroverdracht van de HS-netten.29 Van belang is dus dat de claim geen vergoeding van kosten bevat die

betrekking hebben op middelen die al waren aangetrokken voor de overdracht of die het gevolg zijn van andere ontwikkelingen dan de beheeroverdracht. Hieronder wordt eerst de context van dit uitgangspunt geschetst.

44. Voor de vergoeding voor kosten die betrekking hebben op de inzet van middelen van vóór de overdracht voorziet de reguleringsmethodiek al in een vergoeding voor de efficiënt veronderstelde kosten. De gerealiseerde directe operationele kosten voor het jaar 2006 zijn de basis voor die vergoeding. Als gevolg van de beheeroverdracht moet TenneT extra middelen aantrekken voor het beheer van de HS-netten. Indien echter een deel van de bestaande middelen wordt ingezet voor het beheer van de HS-netten geldt niet dat deze kosten voortvloeien uit de beheeroverdracht van de HS-netten. Om dubbele

vergoedingen te voorkomen is het daarom van belang deze kosten niet te betrekken in de vergoeding van gerealiseerde indirecte operationele kosten.

(16)

45. Tijdens de klankbordgroep30 van 23 november 2010 heeft de Raad het belang benadrukt

van “transparantie over de herkomst van kosten. De behandeling van indirecte HS-OPEX

moet goed worden ingepast in de rest van de reguleringssystematiek, om dubbelingen te voorkomen.” In een e-mail van de Raad van 6 december 201031 aan TenneT geeft de Raad

ook aan: “De Energiekamer hanteert in de regulering een TOTEX benadering en daarom

verdient het bijzondere aandacht wanneer één onderdeel (de indirecte HS-OPEX) mogelijk apart wordt vergoed. [...] Maar daarnaast geldt impliciet ook dat rekening is gehouden met de bestaande indirecte EHS-OPEX die wellicht heden deels als indirecte HS-OPEX worden gezien. Voorzover deze indirecte EHS-OPEX in de nieuwe productiviteitsgegevens dus zijn toegerekend aan HS-netten geldt dat de regulering al voorziet in vergoeding daarvoor. Op basis van de accountantsverklaring bij de CODATA-gegevens over de verdeelsleutel van OPEX over netvlakken vermoedt de Energiekamer dat het door TenneT afgeleide bedrag geen rekening houdt met dit laatste punt. Het enige waar het methodebesluit niet in voorziet is een

vergoeding voor de additionele indirecte HS-OPEX voorzover deze uitstijgen boven het bedrag voor indirecte HS-OPEX van TZH.” Tijdens de klankbordgroep van 11 januari 2011 herhaalt

de Raad “dat het essentieel is om dubbeltellingen te voorkomen. [...] Liander geeft aan dat een

discussie over verdeelsleutels weinig oplevert, omdat daarmee niet de stijging van indirecte kosten die voortvloeit uit de HS-overdracht kan worden bepaald, maar vooral sprake is van een herverdeling van reeds bestaande kosten.” In het informatieverzoek van de Raad van 21

februari 201132 geeft de Raad ook aan dat: “Om te kunnen vaststellen of de door TenneT

gerapporteerde indirecte HS-OPEX juist of tenminste redelijk/aannemelijk zijn, vindt de Energiekamer het noodzakelijk voldoende inzicht te krijgen, niet zozeer in de verdeling van kosten, maar in het ontstaan ervan […].”

46. De opgave van TenneT is gebaseerd op een verdeling van de totale operationele kosten over EHS en HS en in direct en indirect op basis van de inzet van alle middelen, ongeacht of het gaat om bestaande middelen of nieuwe middelen. De Raad meent dat deze aanpak het risico heeft dat kosten die betrekking hebben op bestaande middelen worden aangemerkt als indirecte operationele kosten en zo opnieuw voor vergoeding in aanmerking komen, terwijl deze niet voortvloeien uit de beheeroverdracht van de HS-netten. Om die reden heeft de Raad steeds benadrukt dat TenneT als vertrekpunt de stijging van de operationele kosten dient te nemen en die stijging vervolgens te verdelen in directe en indirecte kosten wordt voorkomen dat bestaande kosten opnieuw worden vergoed.33

30 Zie voor verslagen van klankbordgroepen www.nma.nl. 31 Email geregistreerd met kenmerk 103837/45.E1360. 32 Email geregistreerd met kenmerk 103837/55.E1360.

(17)

47. Berenschot illustreert het risico op dubbele vergoedingen bij de werkwijze van TenneT, die zich richt op de inzet van middelen, aan de hand van een voorbeeld, zie pagina 9 van het Berenschot rapport. Hierin wordt aangetoond dat wanneer er geen toename in de kosten zou zijn geweest als gevolg van de beheeroverdracht de werkwijze van TenneT toch tot een bedrag aan onvergoedde indirecte HS-OPEX leidt. Berenschot concludeert:

“deze methode sluit niet uit dat kosten die voorheen bijvoorbeeld voor EHS doeleinden werden ingezet, nu voor HS worden gemaakt.”

48. De Raad constateert dat de werkwijze van TenneT ertoe kan leiden dat kosten waarvoor reeds een vergoeding is gegeven, worden aangemerkt als indrecte operationele kosten die voortvloeien uit de beheeroverdracht. De Raad ziet voldoende aanleiding om de opgave van TenneT daarom niet over te nemen bij de bepaling van de gerealiseerde indirecte operationele kosten die voortvloeien uit de beheeroverdracht.

Conclusie beoordeling opgave TenneT

49. De Raad concludeert ten eerste dat de opgave van TenneT is gebaseerd op een te hoge toerekening aan gerealiseerde indirecte operationele kosten en ten tweede dat de claim is gebaseerd op een werkwijze waarbij ook kosten van bestaande middelen (van voor de beheeroverdracht) als gerealiseerde indirecte operationele kosten kunnen worden aangemerkt. De opgave van TenneT is daarom geen bruikbare basis voor een vergoeding van gerealiseerde indirecte operationele kosten die voortvloeien uit de beheeroverdracht.

50. TenneT heeft voorts aangegeven dat zij de gegevens die nodig zijn voor de werkwijze die de Raad voor ogen heeft (zie het navolgende) niet aan kan leveren, omdat de

administratie daar niet op is ingericht. TenneT kan enkel rapporteren over de inzet van middelen en niet over de toename van de middelen als gevolg van de beheeroverdracht. Bovendien ontbreekt bij de gegevens die TenneT over de jaren 2008 tot en met 2010 heeft aangeleverd, een vergelijkbaar overzicht voor het jaar 2007, hetgeen op zijn minst nodig is om vanuit de toename van kosten een indeling te maken in directe en indirecte kosten (op basis van uren).

Bepaling indirecte HS-OPEX

(18)

52. De Raad hanteert bij de bepaling van de indirecte HS-OPEX dezelfde uitgangspunten op basis van het hernieuwde methodebesluit als bij de beoordeling van de opgave van TenneT. Ten eerste dient het te gaan om de gerealiseerde indirecte operationele kosten. Hiertoe maakt de Raad gebruik van de gerealiseerde operationele kosten die TenneT aan de Raad heeft verstrekt bij de regulatorische productiviteitsgegevens. Voor het bepalen van het indirecte deel van deze kosten gebruikt de Raad de meest objectieve gegevens die beschikbaar zijn. Ten tweede dient het te gaan om kosten die voortvloeien uit de beheeroverdracht van de HS-netten. De Raad geeft hier invulling aan door uit te gaan van de toename van operationele kosten sinds de beheeroverdracht en deze te corrigeren voor de kosten die voortvloeien uit autonome groei van de netten. Hieronder is de bepaling van de indirecte HS-OPEX nader uitgewerkt.

Gerealiseerde indirecte operationele kosten

53. De Raad gebruikt, net als bij de werkwijze van TenneT, de gerealiseerde operationele kosten voor de EHS- en HS-netten conform de regulatorisch productiviteitsdata die TenneT jaarlijks aan de Raad verstrekt. Ook hier worden de inkoopkosten voor energie en vermogen en de kosten voor Cross Border Tariffs buiten beschouwing gelaten aangezien die kosten via nacalculatie al volledig worden vergoed.

54. Naast de kostengegevens voor de jaren 2008 tot en met 2010 maakt de Raad ook gebruik van de kostengegevens voor het jaar 2007 voor het beheer van de EHS-netten. Met die gegevens is voor elk van de jaren 2008 tot en met 2010 af te leiden wat de toename is van de operationele kosten sinds de beheeroverdracht van de HS-netten vanaf 1 januari 2008. De gerealiseerde kosten die als meerkosten worden vergoed worden hierbij buiten beschouwing gelaten om dubbeltellingen te voorkomen.

Kosten die voortvloeien uit de beheeroverdracht van de HS-netten

55. De toename van de operationele kosten sinds de beheeroverdracht is enerzijds toe te rekenen aan de beheeroverdracht van de HS-netten, anderzijds leidt autonome groei van de EHS- en HS-netten ook tot een toename van de operationele kosten. Deze kosten vloeien niet voort uit de beheeroverdracht. Derhalve wordt de toename van de

operationele kosten gecorrigeerd voor het effect van autonome groei. Uitgangspunt is dat met de gerealiseerde toename van de GAW circa 1% operationele kosten zijn gemoeid. Dit uitgangspunt wordt door TenneT ook gehanteerd bij onderbouwing van

uitbreidingsinvesteringen en is door de Raad overgenomen in de tarievenbesluiten bij het beoordeling van de effecten van aanmerkelijke investeringen.34

34 Zie randnummer 38 in bijlage 3 en randnummer 36 in bijlage 4 bij het tariefbesluit

(19)

Indirecte operationele kosten

56. De aldus resterende toename van de gerealiseerde operationele kosten voor de jaren 2008 tot en met 2010 ten opzichte van het jaar 2007 vloeien voort uit de

beheeroverdracht van de HS-netten. Het betreft het totaal van zowel de directe als indirecte operationele kosten. De Raad acht de referentiewaardes van Berenschot de meest objectieve waarde om te bepalen welk deel van de operationele kosten is aan te merken als indirecte operationele kosten. De Raad bepaalt per kostenpost welk percentage indirect hij redelijk acht. Voor de personeelkosten, advieskosten, inhuur personeel, reis- en verblijfkosten en overige bedrijfskosten gaat hij hierbij uit van 30%, het midden van de bandbreedte uit het advies van Berenschot. TenneT doet namelijk, zij het in beperkte mate, aan marketingactiviteiten. De huisvestigingskosten, kantoorkosten en onderzoekskosten merkt de Raad volledig aan als indirect. Voor de kosten

transportnetten en transportsystemen sluit de Raad aan bij de methode van TenneT en beschouwt hij deze kosten als direct.

57. Over de aanpak die de Raad hierboven beschrijft merkt Berenschot op dat volgens haar hiermee “voor alle bekende relevante factoren is gecorrigeerd om de groei in indirecte HS opex

die samenhangt met de beheeroverdracht in beeld te brengen.”

Conclusie

58. De Raad concludeert dat hij de indirecte HS-OPEX kan bepalen op een wijze die aansluit bij de uitgangspunten die in het hernieuwde methodebesluit zijn beschreven en verwerkt dit in de berekening van de

x

-factor. Zie Bijlage 2 bij dit besluit voor de hoogte van de indirecte HS-OPEX. De extra vergoeding ten opzichte van het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 bedraagt 35,8 miljoen euro.35

3.3 Directe HS-OPEX

59. Op basis van het hernieuwde methodebesluit, dat op dit punt gelijk is aan het methodebesluit van 26 september 2008, bepaalt de Raad de directe HS-OPEX aan de hand van het gemiddelde van de HS-OPEX van 2005 en 2006 van de desbetreffende regionale netbeheerders.36 TenneT heeft dit onderdeel van de methodiek in beroep tegen

het methodebesluit van 26 september 2008 bestreden. Het CBb heeft bij de behandeling van de beroepsgronden van TenneT gesteld dat een deel van de gronden in het kader van de vaststelling van het

x

-factorbesluit aan de orde dient te worden gesteld.37

35 Exclusief heffingsrente.

36 Randnummer 67 van het methodebesluit en randnummer 198 van het methodebesluit van

26 september 2008.

(20)

60. In het bezwaarschrift tegen het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 betoogt TenneT opnieuw dat de directe HS-OPEX te laag zijn ingeschat. TenneT ondersteunt dit betoog met een vergelijking tussen de gegevens uit het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 en gegevens uit haar eigen administratie met betrekking tot het jaar 2009. TenneT stelt dat daaruit volgt dat de wijze waarop de Raad de directe HS-OPEX heeft geschat niet voldoet aan minimale eisen van procedurele zorgvuldigheid. TenneT stelt voorts evenals in het beroep tegen het methodebesluit van 26 september 2008 dat het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 had moeten voorzien in nacalculatie en dat het besluit niet in stand kan blijven, omdat de kosten waarvoor de tarieven dekking moeten bieden, onder meer op grond van artikel 3.2.1 van de Tarievencode Elektriciteit, zoveel mogelijk moeten aansluiten bij de werkelijkheid.

61. Voor wat betreft kostendekkendheid van de tarieven verwijst de Raad kortheidshalve naar de uitspraak van het CBb van 29 juni 2010. De Raad ziet niet in waarom het oordeel over dit element van het bezwaarschrift tegen het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 anders zou moeten luiden dan het oordeel van het CBb bij het beroep tegen het methodebesluit van 26 september 2008.

62. De Raad constateert voorts dat TenneT in haar bezwaarschrift op geen enkele wijze heeft onderbouwd waarom de bepaling van de directe HS-OPEX in het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 procedureel onzorgvuldig zou zijn gebeurd. De enkele stelling dat de kosten te laag zouden zijn ingeschat, kan niet leiden tot het oordeel dat de werkwijze van de Raad procedureeI onzorgvuldig is geweest. Ook kan de Raad uit de enkele stelling dat de kosten volgens de administratie van TenneT hoger uitvallen, niet afleiden dat de schatting op basis van de gegevens van regionale netbeheerders niet representatief is. Aan het hoger (of lager) uitvallen van directe HS-OPEX kunnen immers ook andere oorzaken ten grondslag liggen. De Raad ziet hierin op zichzelf dan ook geen aanleiding om bij onderhavige herziening van het besluit van 26 september 2008 wijzigingen aan te brengen ten aanzien van de directe HS-OPEX.

(21)

64. Bij de voorbereiding van het hernieuwde methodebesluit en onderhavig x-factorbesluit heeft de Raad gesteld: “De behandeling van indirecte HS-OPEX moet goed worden ingepast

in de rest van de reguleringssystematiek, om dubbelingen te voorkomen.”38 Uiteraard geldt

ook het omgekeerde; voorkomen moet worden dat door inconsistenties in de reguleringssystematiek ten onrechte een te lage vergoeding voor kosten wordt toegekend. De Raad neemt dus in ogenschouw dat enerzijds de vergoeding voor de indirecte operationele kosten thans met het herziene methodebesluit is gebaseerd op de gerealiseerde kosten van TenneT en anderzijds de vergoeding voor de directe

operationele kosten is gebaseerd op een vooraf vastgesteld bedrag op basis van gerealiseerde kosten van de betrokken regionale netbeheerders uit het verleden met toepassing van een efficiëntieparameter (hierna: ex ante vergoeding).

65. De Raad heeft met het onderzoek van Berenschot beter inzicht verkregen in hoe

operationele kosten kunnen worden onderscheiden in indirecte kosten en directe kosten. Daarbij geldt dat bij het maken van dit onderscheid een zekere mate van

interpretatieruimte bestaat, ook binnen de RAR.

66. De vergoeding voor directe HS-OPEX is gebaseerd op het totaal van de kosten dat ieder van de betrokken regionale netbeheerders als directe operationele kosten voor het beheer van de HS-netten heeft aangemerkt op basis van realisaties uit het verleden. De

vergoeding voor indirecte HS-OPEX is daarentegen thans gebaseerd op de toepassing van het percentage van Berenschot (30%) op de toename van de gerealiseerde operationele kosten van TenneT als gevolg van de beheeroverdracht. De Raad is van oordeel dat de combinatie van deze twee systemen van ex ante vergoeding en vergoeding van gerealiseerde kosten niet zonder meer tot redelijke uitkomsten leiden. Dat geldt temeer in de complexe situatie waar bij het onderscheiden van directe en indirecte operationele kosten enige interpretatieruimte is.

67. Bij nadere bestudering van de gegevens op basis waarvan de ex ante vergoeding voor directe HS-OPEX is vastgesteld, ziet de Raad aanleiding om aan de consistentie tussen tenminste een deel van de gegevens van de RNB’s met de referentiewaarde van Berenschot te twijfelen. Bovendien constateert de Raad dat de vergoeding voor directe HS-OPEX zodanig afwijkt van de gerealiseerde toename van de directe HS-OPEX, wanneer dit op dezelfde wijze wordt bepaald als hierboven de indirecte HS-OPEX, dat de Raad geen ander conclusie kan trekken dan dat het combineren van deze twee systemen in onderhavig geval niet tot redelijke uitkomsten leidt. De Raad zal derhalve in de transporttarieven tot nacalculatie overgaan van het verschil tussen gerealiseerde directe HS-OPEX en de ex ante vergoeding. Concreet is de Raad voornemens dit als volgt uit te voeren.

(22)

68. Voor de bepaling van de gerealiseerde directe operationele kosten als gevolg van de beheeroverdracht hanteert de Raad dezelfde werkwijze als voor de indirecte operationele kosten. Daar waar de Raad een deel van de toename van de gerealiseerde kosten als gevolg van de beheeroverdracht aanmerkt als indirect (op basis van het advies van Berenschot) merkt de Raad het andere deel aan als directe operationele kosten. De Raad verrekent vervolgens het verschil tussen de uitkomsten van deze bepaling van de directe operationele kosten en de reeds vergoede directe operationele kosten.

69. Tot slot heeft de Raad geconstateerd dat het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 enkele onjuiste gegevens bevatte ten aanzien van de directe HS-OPEX voor de jaren 2005 en 2006. De gegevens betreffen de totalen van door regionale netbeheerders verstrekte gegevens die op onjuiste wijze waren verwerkt. In onderhavig besluit zijn de correcte gegevens opgenomen.

3.4 Rekenvolumina

70. De Raad is na het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 tot het oordeel gekomen dat er geen grondslag is voor de tariefdrager kWmax per jaar en daarom geen tarief in de zin van artikel 41c van de E-wet kan worden vastgesteld voor kWmax per jaar.De Raad concludeerde dat het tarief voor de tariefdrager kWmax per jaar onverbindend was en heeft dit tarief geschrapt van het tariefblad voor het jaar 2007.39 In de tarievenbesluiten

voor latere jaren heeft de Raad aan deze conclusie gevolgen verbonden door geen tarief voor een tariefdrager kWmax per jaar vast te stellen en de rekenvolumina te wijzigen op basis van schattingen aan de hand van gegevens uit het verleden.40

39 Besluit van de Raad tot wijziging van de beslissing op bezwaar van 6 november 2008, met

kenmerk 102699_1/37, tot vaststelling van de maximumtarieven voor TenneT TSO B.V. voor het jaar 2007 voor het transport op het e

x

tra hoogspanningsnetwerk (220/380 kV), voor het verrichten van systeemdiensten en voor de regeling uitgespaarde netverliezen, van 3 december 2009 met kenmerk 102699_1/44.

40 Zie met betrekking tot de tarieven 2008 de herziene beslissing op bezwaar van de Raad van

(23)

71. Het CBb heeft in zijn uitspraak van 27 april 2011 inzake het beroep tegen het

tarievenbesluit voor TenneT voor 200741 overwogen dat voor de tariefdrager kWmax per

jaar geen grondslag bestaat en dat voor een tarief hiervoor geen plaats is in het tarievenbesluit.

72. In onderhavig besluit kan de Raad daarom geen rekenvolumina vaststellen voor de tariefdrager kWmax per jaar, nu een grondslag daarvoor ontbreekt. De rekenvolumina voor de tariefdrager ‘kW gecontracteerd per jaar’ worden geschat door de rekenvolumina voor de tariefdrager ‘kW max per jaar’ bij de oorspronkelijke waarde op te tellen. De rekenvolumina voor ‘kW max per maand’ worden geschat door de rekenvolumina voor de tariefdrager ‘kWmax per jaar’ er, na vermenigvuldiging met een factor 10, bij op te tellen. Deze berekeningswijze is ook toegepast bij de vaststelling van de tarieven voor TenneT voor het jaar 2009.42

73. Het CBb heeft in zijn uitspraak van 27 april 2011 overwogen dat het onderscheid in tarieven naar bedrijfstijd gebaseerd op artikel 3.7.5.A van de TarievenCode in strijd is met artikel 29, tweede lid, van de E-wet en op grond daarvan geoordeeld dat artikel 3.7.5.A onverbindend is.43 In dit artikel zijn afwijkende tariefdragers vastgesteld voor verbruikers

met een bedrijfstijd van maximaal 600 uur per jaar in de tariefcategorieën EHS, HS, TS en Trafo HS+TS/MS.

41 LJN: BQ3069.

42 Besluit van 31 december 2010 met kenmerk 103062/24, gewijzigd bij besluit op bezwaar van

2 februari 2010 met kenmerk 103161_1/31 e.v.

(24)

74. In beginsel leidt de onverbindend-verklaring door het CBb ertoe dat bij het vaststellen van de tarieven het onderscheid tussen afnemers met een bedrijfstijd van maximaal 600 uur en de overige afnemers dient te vervallen. Inmiddels is in een wettelijke grondslag voor het onderscheid in tarieven voor afnemers met een bedrijfstijd van maximaal 600 uur voorzien door de vaststelling van het Besluit differentiatie tarieven transport elektriciteit, dat op 1 november 2011 in werking is getreden.44 Hoewel de

tarievenbesluiten voor TenneT van de onderhavige periode 2008 – 2010 worden aangevochten in bezwaar dan wel beroep, zijn deze vooralsnog niet aangetast in hun rechtsgeldigheid. In deze tarievenbesluiten komt het betreffende tariefonderscheid voor en ingevolge de inwerkingtreding van het Besluit differentiatie tarieven transport

elektriciteit is dit tariefonderscheid niet (langer) zonder grondslag. Dit overwegende stelt de Raad in onderhavig besluit de rekenvolumina voor afnemers met een bedrijfstijd van maximaal 600 uur vast.

Conclusie

75. De Raad stelt in onderhavig besluit geen rekenvolumina vast voor de tariefdrager kWmax per jaar en verrekent dit op de hierboven beschreven wijze met de overige

rekenvolumina.

44 Besluit van 28 september 2011, houdende een mogelijkheid tot tariefdifferentiatie ter zake van

(25)

4

Procedure

76. Voorafgaand aan dit besluit heeft de Raad, bij hernieuwd methodebesluit van

28 juni 2011, de methoden vastgesteld, als bedoeld in artikel 41, eerste en tweede lid van de E-wet. De Raad herziet het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 en berekent de in dit besluit opgenomen

x

-factor en de rekenvolumina zijn met toepassing van het hernieuwde methodebesluit van 28 juni 2011.

77. De Raad heeft TenneT op 3 december 201045, 21 februari 201146, 28 april 201147 en 1 juli

201148 in de gelegenheid gesteld om eventuele gerealiseerde meerkosten in verband met

de beheeroverdracht van de HS-netten, waarvan zij van mening zijn dat deze ingevolge de Won voor vergoeding in aanmerking komen, bij de Raad in te dienen. TenneT heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en een finale opgave gedaan op 31 augustus 2011.49 De Raad heeft de ontvangen claims van TenneT beoordeeld. Het resultaat van

deze beoordeling is dat de Raad de ingediende claim van TenneT van 13 juli 201150 zal

honoreren, zie paragraaf 3.1.

45 Email geregistreerd met kenmerk 103837/43.E1148. 46 Email geregistreerd met kenmerk 103837/55.E1360.

47 Brief met kenmerk 103837/60.B1360 en email geregistreerd met kenmerk 103837/70.E1360. 48 Email geregistreerd met kenmerk 103837/21.E1148.

49 Brief en bijlagen van 31 augustus 2011, referentie TenneT DIR 11-042, geregistreerd met

kenmerk 103837/100.

(26)

78. De Raad heeft TenneT op 6 december 201051, 21 februari 201152, 17 mei 201153 en 15 juni

201154 in de gelegenheid gesteld om eventuele gerealiseerde indirecte HS-OPEX

voortvloeiend uit de beheeroverdracht van de HS-netten, waarvan zij van mening zijn dat deze ingevolge de Won voor vergoeding in aanmerking komen, bij de Raad in te dienen. TenneT heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De Raad heeft de ontvangen claims van TenneT beoordeeld. Daarbij heeft de Raad gebruik gemaakt van een advies van Berenschot. Het advies is met TenneT besproken en op 5 oktober 2011 is een eindconcept voor commentaar aan TenneT toegestuurd.55 TenneT heeft hierop

gereageerd op 7 oktober 201156, waarna het commentaar is toegevoegd aan het dossier.

79. De gevolgde procedure bij dit besluit betreft niet de uniforme openbare

voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen dit besluit staan derhalve zowel bezwaar als beroep open.

80. De gehanteerde data ter berekening van de herziene

x

-factor (zie bijlage 2) zijn op 3 november 2011 aan TenneT voorgelegd. De Raad heeft van TenneT op 7 november 2011 per email een reactie van TenneT ontvangen.57 TenneT heeft geen feitelijke onjuistheden

geconstateerd in de gehanteerde data die van TenneT afkomstig zijn. De opmerkingen van TenneT daarbij over toepassing van het hernieuwde methodebesluit zijn aan het dossier toegevoegd.

81. Aan de hand van bovenstaande procedure heeft de Raad de

x

-factor en rekenvolumina voor TenneT bepaald.

51 Email geregistreerd met kenmerk 103837/45.E1360. 52 Email geregistreerd met kenmerk 103837/55.E1360.

53 Brief met kenmerk 103837/62.B1360, nadere toegelicht met email van 31 mei 2011, geregistreerd

met kenmerk 103837/27.E1464.

54 Brief met kenmerk 103837/24.B235.

55 Email geregistreerd met kenmerk 103837/98.E1360.

56 Reactie TenneT van 7 oktober 2011 met referentie RGE 11-219, geregistreerd met kenmerk

103837/153.

(27)

5

Dictum

82. De Raad herziet het

x

-factorbesluit van 26 september 2008 met kenmerk 102616/8 en stelt de

x

-factor als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onderdeel a van de E-wet voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 voor TenneT vast op 1,3.

83. De Raad herziet het

x

-factorbesluit (met rekenvolumina) van 26 september 2008 met kenmerk 102616/8 en stelt de rekenvolumina als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onderdeel c, van de E-wet voor het jaar 2008 tot en met het jaar 2010 voor TenneT vast overeenkomstig Bijlage 1 bij dit besluit.

84. Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Voorts publiceert de Raad dit besluit op de internetpagina van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

(www.nma.nl).

Den Haag,

Datum: 9 november 2011

De Raad van Bestuur van de NMa, namens deze

w.g.

Geert Moelker

Clustermanager Handel en Transport Elektriciteit Directie Regulering Energie & Vervoer

(28)

Bijlage 1 Overzicht rekenvolumina

Bijlage 1 Overzicht rekenvolumina

Bijlage 1 Overzicht rekenvolumina

Bijlage 1 Overzicht rekenvolumina

In onderstaande tabel staan de rekenvolumina voor TenneT voor de vierde reguleringsperiode, de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010, uitgesplitst naar afnemersdeelmarkt.

Afnemers EHS (220 Afnemers EHS (220 Afnemers EHS (220

Afnemers EHS (220----380 kV)380 kV)380 kV)380 kV) RekenvolumeRekenvolumeRekenvolumeRekenvolume

Vastrecht transportdienst per jaar 4

kW gecontracteerd per jaar 821.452

kW max per maand 8.761.560

kVArh blindvermogen 0

Afnemers EHS (220 Afnemers EHS (220 Afnemers EHS (220

Afnemers EHS (220----380 kV) maximaal 600 uur380 kV) maximaal 600 uur380 kV) maximaal 600 uur380 kV) maximaal 600 uur RekenvolumeRekenvolumeRekenvolumeRekenvolume

Vastrecht transportdienst per jaar 14

kW gecontracteerd per jaar 77.840

kW max per week 1.872.176

kVArh blindvermogen 0

Afnemers HS Afnemers HS Afnemers HS

Afnemers HS (110 (110 (110 (110----150 kV)150 kV)150 kV)150 kV) RekenvolumeRekenvolumeRekenvolumeRekenvolume

Vastrecht transportdienst 86

kW gecontracteerd per jaar 15.080.739

kW max per maand 150.638.868

kVArh blindvermogen 0

Afnemers HS (110 Afnemers HS (110 Afnemers HS (110

Afnemers HS (110----150 kV) maximaal 600 uur150 kV) maximaal 600 uur150 kV) maximaal 600 uur150 kV) maximaal 600 uur RekenvolumeRekenvolumeRekenvolumeRekenvolume

Vastrecht transportdienst 60

kW gecontracteerd per jaar 298.976

kW max per week 2.956.958

(29)

Bijlage

Bijlage

Bijlage

Bijlage 2

22

2

Overzicht parameters

Overzicht parameters

Overzicht parameters

Overzicht parameters

x

----factor en resultaten

factor en resultaten

factor en resultaten

factor en resultaten

In onderstaande tabel staan de parameters die ten grondslag liggen aan de x-factor. De

parameters zijn geordend overeenkomstig de formules uit Bijlage A, Bijlage 1 van het besluit van 28 juni 2011 met kenmerk 103584_1/62.BT1082.

2 Toegestane Totale Inkomsten

2 Toegestane Totale Inkomsten

2 Toegestane Totale Inkomsten

2 Toegestane Totale Inkomsten

Parameter Waarde Parameter Waarde

2007

BI

EUR 376.041.678 HS XA

TI

EUR 175.546.160 2008

TI

EUR 375.289.594 HSindirect OK MK XA

TI

+ EUR 19.756.985 2009

TI

EUR 382.420.097

x

2008,...,2010 1,3% 2010

TI

EUR 378.595.896

cpi

2008 1,1% 2007

TI

EUR 180.738.532

cpi

2009 3,2% XA

TI

EUR 195.303.145

cpi

2010 0,3%

3 Vermogenskostenvergoeding

3 Vermogenskostenvergoeding

3 Vermogenskostenvergoeding

3 Vermogenskostenvergoeding

Parameter Waarde Parameter Waarde

reëel

WACC

2008,...,2010 5,4%

k

VV 4,8%

inaal nom

WACC

2008,...,2010 (hier afgerond) 7,24%

k

EV (hier afgerond) 8,1%

2010 ,..., 2008

ˆi

p

c

1,75%

β

e (hier afgerond) 0,83

4 EHS

4 EHS

4 EHS

4 EHS----netten

netten

netten

netten

Parameter Waarde Parameter Waarde

oud EHS

KK

2010 EUR 80.834.543 nieuw EHS

Afs

2006 EUR 3.234.098 nieuw EHS

KK

2010 EUR 7.061.993

OK

2010EHSdeelI EUR 21.345.748

ultimo totaal EHS

GAW

2006 EUR 777.752.660 II deel EHS

OK

2006 EUR 12.739.960 ultimo oud EHS

GAW

2006 EUR 714.399.934 OT

K

O

ˆ

2010 EUR 62.246.040 ultimo nieuw EHS

GAW

2006 EUR 63.352.726

TK

2010EHS EUR 174.951.239

totaal EHS

Afs

2006 EUR 40.834.095

c

p

ˆi

2007,...,2010 (hier afgerond) 1,49%

oud EHS

(30)

5 HS

5 HS

5 HS

5 HS----netten

netten

netten

netten

Parameter Waarde Parameter Waarde

oud HS

KK

2007 EUR 85.280.516

Afs

2007HSoud EUR 40.242.355

oud HS

KK

2010 EUR 89.244.530 nieuw HS

Afs

2007 EUR 5.582.816 nieuw HS

KK

2007 EUR 15.798.397

OK

2007HSdirect EUR 74.467.247

nieuw HS

KK

2010 EUR 16.532.739 V E HS

OK

2007& EUR 33.778.403 ultimo totaal HS

GAW

2007 EUR 1.023.217.450 direct HS

OK

2010 EUR 77.928.638 ultimo oud HS

GAW

2007 EUR 834.040.018 HSE V

K

O

ˆ

2010& EUR 35.348.493 ultimo nieuw HS

GAW

2007 EUR 189.177.432

TK

2010HS EUR 172.902.530

totaal HS

Afs

2007 EUR 45.825.171

6 Aanmerkelijke investeringen

6 Aanmerkelijke investeringen

6 Aanmerkelijke investeringen

6 Aanmerkelijke investeringen

Parameter Waarde Parameter Waarde

AI

KK

2010 EUR 4.867.972

TK

2010AI EUR 5.625.513 AI

OK

2010 EUR 757.542

7 Bepalen van de x

7 Bepalen van de x

7 Bepalen van de x

7 Bepalen van de x----factor

factor

factor

factor

Parameter Waarde Parameter Waarde

2007

BI

(excl. MK) EUR 356.284.693 MK OKHSindirect XA

TI

+ EUR 19.756.985

2007

BI

(incl. MK) EUR 376.041.678

x

2008,...,2010 (excl.

MK) (hier afgerond)

1,8%

2010

EI

=

TK

2010+

OK

2010HSindirect EUR 378.245.014

x

2008,...,2010 (incl.

MK)

1,3%

MK EUR 9.221.658

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In hoofdstuk 3 van deze bijlage heeft de Raad bepaald dat er alleen voor meerkosten als gevolg van de beheersoverdracht wordt gecorrigeerd indien het effect hiervan in voldoende

2.4.5.2 Indien de netbeheerder het bericht, bedoeld in 2.4.4.2, niet ontvangt, stelt de netbeheerder zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk de zeventiende werkdag na de

“De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zendt jaarlijks voor 1 oktober aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel voor de tarieven voor

introductie van op afstand uitleesbare meetinrichtingen voor kleinverbruikers. De Raad constateert dat deze zienswijze betrekking heeft op de plaats van de meetinrichting bij

Uit de toelichting op de MR meettarieven elektriciteit 2009 blijkt voorts dat de tarieven die op grond van artikel 40a en de MR meettarieven elektriciteit 2009 door de Raad zullen

Indien binnen de markt voor isolatiediensten een nader onderscheid wordt gemaakt naar projectgrootte, kan worden opgemerkt dat partijen de totale omvang van het segment grote

De Raad heeft reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie tussen GGZ Oost Brabant en Reinier van Arkel de daadwerkelijke mededinging op de markten voor (i) klinische GGZ

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin