• No results found

„ACCOUNTING FOR INFLATION"

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "„ACCOUNTING FOR INFLATION""

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

„ACCOUNTING FOR INFLATION"

a study of techniques under condition of changing price levels by

The Taxation and Research Committee of the Association of Certified and Corporate Accountants

door Drs R. Heyligers

De huidige afschrijvingsmethode t.w. op basis van de historische kostprijs wordt bij voortdurende prijsstijging niet bevredigend geacht, gezien de financiële moeilijkheden die zich voordoen bij de vervanging en omdat de administratie haar informatieve waarde voor het beheer verliest. In de resultaten rekeningen raken de „inventory profits on stocks and similar Capital gains" verward met de „operating profits”.

Door de commissie wordt, in verband met de financiële moeilijkheden voorgesteld om bij de bepaling van de fiscale winst de extra afschrijving (additional depreciation pro­ vision) te beschouwen als een aftrekpost en niet als een besteding van die winst.De commissie staat een afschrijvingstechniek voor, die wel verband houdt met de leer van de vervangingswaarde maar in hoofdzaak is gebaseerd op financieringsoverwegingen. Wanneer er afgeschreven wordt volgens een percentage van de vervangingswaarde ont­ staat er, volgens de commissie een nadelig verschil tussen het totaal der afschrijvingen en de waarde op het moment van de vervanging. Dit tekort is echter volgens de commissie niet reëel omdat de geaccumuleerde afschrijvingen niet in de vorm van kasgelden zich in het bedrijf bevinden doch als activa zijn geinvesteerd en de waarde van deze activa overeenkomstig de algehele prijsstijging eveneens is toegenomen. Bovendien geschiedt de vervanging der activa niet simultaan.

Hoewel de commissie in haar voorgesteld systeem een correctie toepast op de nog niet verbruikte werkeenheden wordt zulks nagelaten ten aanzien van de reeds ver­ bruikte.De aanvulling van de vermogensintering, ontstaan door de stijging van de vervan­ gingswaarde der reeds verbruikte werkeenheden wordt door de Commissie niet nader onderzocht.Deze intering dient te worden aangemerkt als een verlies, niet van dit jaar, doch van afgelopen jaren, dat op dit moment wordt geconstateerd en ook op dit moment moet worden aanvaard. (Zie prof. Van der Schroeff).

Door de commissie wordt verder de ontwikkeling van de afschrijvingstheorie in en­ kele landen, met uitzondering van Nederland, nagegaan.

Hoewel „Accounting for Inflation” zeker een nadere bestudering waard is, openen de beschouwingen van de commissie geen nieuwe gezichtspunten. De ontwikkelde theorie is meer in overeenstemming met die van Schmidt dan met de leer van de vervangings­ waarde.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De manier waarop het college hier medewerking aan heeft verleend: zonder de raad erbij te betrekken is een besluit genomen voor een proef van maar liefst 3 jaar1. We hebben totaal

indien een harmonisatie zich immers slechts tot de accijnzen zou beperken, worden de landen die het zwaartepunt op de indirecte belastingen leggen, dubbel bevoorbeeld; de

Naast de relatief kleine krimp in de werkzame beroepsbevolking is een ander opmerkelijk verschil tussen Nederland en veel andere landen dat deze zich hier beperkt heeft vertaald in

This demonstrates that investors recover inflation under the utilities regime assuming that inflation used to index assets (Table 4.1) equals inflation embedded in the required

Publiciteit van privaatrechtelijke erfdienstbaarheden ontstaan door verkrijgende verjaring.. Verkrijgende verjaring van erfdienstbaarheden

Door de auteur is er sinds 1987 onderzoek gedaan naar de waarde van merken.* Hierbij lag het accent niet alleen op de componenten die kunnen bijdragen aan een

De terughoudendheid die in het algemeen aan de dag wordt gelegd als immateriële activa aan de orde komen hangt samen met het niet-stoffelijke karakter, de mate van

1 h et zuiver nom inalistisch systeem , m eting aantal nom inale geldeenheden; 2 als 1, m aar gecorrigeerd voor koopkrachtveranderingen van het geld, m e­ ting van de