• No results found

Analyse Biggensterfte en Ethiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Analyse Biggensterfte en Ethiek"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Analyse Biggensterfte en Ethiek

Jamal Roskam*, Karel de Greef**, Jan ten Napel** en Geert van der Peet**

* Wageningen Economic Research ** Wageningen Livestock Research

Context

Deze notitie is onderdeel van het project Bigvitaliteit. Het doel van dit project is minimale uitval door goed uitgangsmateriaal en optimale zorg rond het werpen en de eerste levensweken van de geboren biggen. Het project bestaat uit de verschillende deelprojecten, te weten: A) Meetbaar maken in de stal; B) Fokkerij en ethiek bigvitaliteit en C) Voeding. Deze notitie komt voort uit het deelproject Fokkerij en ethiek bigvitaliteit.

Aanleiding en Doelstelling van de notitie

In deze notitie ligt de nadruk op ethiek, ingevuld vanuit maatschappelijke aspecten, waarbij ethische noties, zoals waarden, een rol spelen. Hierbij is bewust gekozen voor het aanbrengen van een contrast tussen ‘binnen’ (de sector) en ‘buiten’ (media, overheid). Verschillen in definiëring of waardering van biggensterfte tussen die twee groepen kunnen namelijk leiden tot mogelijke ineffectiviteit van maatregelen of gebrek aan draagvlak daarvoor.

Het thema ‘biggensterfte’ heeft al meerjarig de aandacht in de varkenshouderij, en wordt voortdurend van buiten geagendeerd. Omdat biggensterfte vanuit maatschappelijk oogpunt als belangrijk wordt gezien, en de agendering plaatsvindt buiten de directe actorgroep (oftewel de varkenshouders) zijn er enkele belangrijke vragen die enige reflectie verdienen:

▪ Komt de oplossing, zowel technisch als communicatief, tegemoet aan de geuite zorgen?

▪ Hebben de betrokken actoren het over hetzelfde? Ofwel: is er sprake van een gedeelde probleemdefinitie. En daarbij: wie wordt gezien als

probleemeigenaar?

Aanpak

De vraagstelling is vanuit het project benaderd met een korte serie activiteiten. Een opsomming van de uitgevoerde activiteiten is gepresenteerd in onderstaande tekst:

▪ Er is een media-analyse gedaan om te achterhalen hoe het thema biggensterfte wordt gepresenteerd vanuit media, politiek en beleid. Voor de media-analyse is gebruik gemaakt van database LexisNexis en is gezocht naar artikelen in de Nederlandse media omtrent biggensterfte en bigvitaliteit.

(2)

2 ▪ Met twee beleidsambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is een diepte-interview gehouden over dit onderwerp.

▪ Met een ethicus is verkend in hoeverre aandacht voor onderliggende waarden bij kan dragen aan het project, en vooral ook wat het kan betekenen als de waarden tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ uiteenlopen.

▪ In een boerenbijeenkomst van PigBusiness is het probleem van biggensterfte op interactieve wijze verkend met varkenshouders. Zo is onder andere besproken wat varkenshouders zien als de kern van het probleem en wie er verantwoordelijk is. Tevens zijn de resultaten van de media-analyse aan hen getoetst.

▪ De reacties van de varkenshouders zijn op hoofdlijnen besproken met een agrarisch journalist, die de bijeenkomst bijgewoond had.

Resultaten en Bevindingen

Het probleem biggensterfte wordt van buiten geagendeerd. In de media zijn herhalende agenderingsinitiatieven van NGO’s te onderkennen, met name in de jaren 2009, 2014, 2016, en 2018/2019. Hierbij is een wisselwerking tussen NGO’s (via de media), de politiek en de overheid zichtbaar.

Het Ministerie van LNV lijkt te mediëren tussen de sector en andere partijen, en brengt qua oplossing eigen normen in de discussie. Bijvoorbeeld door te praten in termen van vitaliteit in plaats van sterfte, maar ook door eisen te stellen aan de oplossingsrichting middels de stelling dat iedere zeug haar eigen biggen groot moet kunnen brengen en terughoudendheid in te brengen qua instrumenten (zoals het aanpassen van de moederdieren via genetische selectie)

Het project werkt vanuit de door de opdrachtgever gehanteerde definitie “minimale uitval door goed uitgangsmateriaal en optimale zorg rond het werpen en de eerste levensweken van de geboren biggen”. Er bestaat echter een verschillende invulling over de definitie en terminologie bij de verschillende actoren waarbij termen als vitaliteit, sterfte, overleving, (absolute) aantallen en percentages door elkaar heen gebruikt worden in de discussie. De gehanteerde terminologie heeft te maken met de actor-positie: de aanklagende NGO praat in termen van sterfte en absolute aantallen; de aangeklaagde actor praat in termen van overleving en percentages; en de mediërende overheid praat over vitaliteit. Een gevolgtrekking hieruit is dat bij voortgaande verhoging van de productiviteit en stabilisering of verlaging van de sterfte het probleem in absolute aantallen nog steeds kan toenemen. Een oplossing voor de sector is daarom niet per definitie een oplossing voor de buitenwacht.

Uit het gesprek met de ethicus kwam voort dat vanuit maatschappelijk oogpunt vooral wordt gesproken over een zorgplicht en verantwoordelijkheid van varkenshouders om biggen groot te brengen. Op het moment dat biggen doodgaan, faalt de varkenshouder vanuit maatschappelijk oogpunt. Vanuit de varkenshouders zelf is sterfte een onvermijdelijk gegeven, zij het dat de mate

(3)

3 waarin dit optreedt er uitdrukkelijk wel toe doet – verhoogde uitval wordt door de varkenshouder naast economisch ook emotioneel als onwenselijk gezien

De boerenbijeenkomst laat zien dat de focus van de varkenshouder vooral ligt op de bedrijfseconomische aspecten van biggensterfte waarbij er sprake is van een gedeelde aversie van dode biggen. Tijdsbesteding wordt door de varkenshouders niet primair als oorzaak genoemd, wel wordt gewezen naar externe factoren, waaronder de voeding van de zeug. Reflectie over de bijeenkomst gaf aan dat vooral de blik van buiten (‘miljoenen dode biggen’) een eye opener was voor de aanwezigen.

Conclusies en aanbevelingen

Het probleem biggensterfte is duidelijk en gedeeld: er gaan te veel biggen dood. Alle betrokken actoren wijzen hierbij naar de varkenshouder. Hierbij worden ‘de veehouderij’, ‘het systeem’, ‘de productieverhoging’ als factoren en oorzaken aangeduid. Tekortschietende zorg is geen factor of oorzaak die vaak genoemd wordt. De varkenshouder ziet zijn rol en verantwoordelijkheid, maar verwijst ook naar externe factoren, waaronder voeding voor de zeug.

In dit onderzoek is geen expliciete aandacht besteed aan de acceptatie van uiteenlopende oplossingsrichtingen. Wel zijn er aanwijzingen dat hierin de beelden en normen uiteenlopen tussen de betrokken partijen. Een voorbeeld hiervan is of het inzetten van apparatuur om biggen van (extra) melk te voorzien een acceptabele oplossing/mitigatie is.

Het verschillend benoemen en definiëren van biggensterfte levert risico’s op bij de oplossingsrichtingen en dit heeft gevolgen voor het succes van de ingezette maatregelen (inclusief de acceptatierichting en de acceptatie van het bereikte resultaat). Succes voor de sector (zoals een lager percentage biggensterfte) neemt het probleem voor de agendeerders niet per definitie weg. Buiten de sector wordt immer anders tegen het probleem aangekeken (geïllustreerd door het verschil in focus op aantallen versus percentage: “het aantal doodgeboren biggen moet omlaag”). Het advies is om de sectorstrategie hierop af te stemmen.

De belangenposities en betrokken waarden rond ‘biggensterfte’ zijn al met al vrij helder, en de voor de hand liggende oplossingen zijn vooral technisch van aard (de sleutel ligt bij de varkenshouder en haar adviseurs en toeleveranciers). Primair zijn technische oplossingen dus nodig. Het advies vanuit het onderzoek is daarom om vanuit het huidige deelproject ’Fokkerij en ethiek bigvitaliteit’ niet verder te investeren in het verkennen en uitdiepen van het maatschappelijke en ethische aspecten van biggensterfte, maar te focussen op de technische mogelijkheden die vanuit de fokkerij voorhanden zijn (zie voorstel benchmarking in de notitie Bigoverleving vanuit Fokkerijperspectief).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

CAS Computer Aided Synthesis DPD Digital Product Development CAD Computer Aided Design CAE Computer Aided Engineering FEA Finite Element Analysis CFD Computational Fluid Dynamics

Het aantal NDT-doelsoorten aangetroffen per locatie is zodanig laag nooit meer dan twee soorten per plas, dat hieruit geen verschillen in ecologisch potentieel tussen de

The Court reached its conclusion in the light of the factors generally listed in section 33 of the Restitution Act and specifically focussed on the four questions formulated during

It found that a child's claim following the wrongful death of his or her parent is not limited to the common law claim for loss of support but indeed extends to claims for

Als we er klakkeloos van uitgaan dat gezondheid voor iedereen het belangrijkste is, dan gaan we voorbij aan een andere belangrijke waarde in onze samenleving, namelijk die van

Om de excretie in de stal tijdens de weideperiode van melkkoeien in een ligboxenstal te bepalen, is de verdeling van de beweidingssystemen gecorrigeerd voor het aandeel grupstallen

Dikke fractie: de dikke fractie na de mestscheiding wordt door enkele pilotbedrijven verder be- werkt voor het wordt afgezet.. Bij afzet zonder verdere bewerking wordt vaak

In order to find out what roles gender and age fulfil in the perception of (un)equal career opportunities in WXYZ, the following sensitizing concepts