• No results found

ONTWIKKELINGEN IN „INFLATION ACCOUNTING”

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ONTWIKKELINGEN IN „INFLATION ACCOUNTING”"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ONTW IKKELINGEN IN „IN FLA TIO N ACCOUNTING”

door Prof. Drs. R. Burgert

I. Inleiding

De laatste tijd doen zich - waarschijnlijk belangrijke - ontw ikkelingen voor in h et probleem , o f en hoe in de jaarrekening van ondernem ingen m et inflatie rekening gehouden m o et w orden. H et is daarom w ellicht n uttig een korte schets daarvan te geven en deze te enten op de ontw ikkeling, die in de infla­ tietijd na de eerste w ereldoorlog m et name in D uitsland haar sta rtp u n t had. Twee system en hebben sedertdien in een concurrentiepositie tegenover el­ kaar gestaan:

- h et k o o pkrachtcorrectiesysteem , uitgaande van waardering tegen histori­ sche kosten,

- h et vervangingswaardesysteem,

o f onder de in de internationale literatu u r gebruikelijke benam ingen:

- „general price level acco u nting ” o f „cu rren t purchasing power acco u n t­ ing” ,

- „cu rren t value accoun ting ” .

In grove trekk en lijkt bedoelde ontw ikkeling neer te kom en op een ver­ dringing van het aanvankelijk aan de w innende hand lijkende k o o p k rach tco r­ rectiesysteem door h et vervangingswaardesysteem. Wij zullen trachten te de­ m onstreren, dat het hier - zoals zo vaak - n iet gaat om h et een o f het ander, m aar om het een èn het ander: een com binatie van beide system en lijkt ons voorshands verkieslijk. Daarna zullen wij dem onstreren, hoe dit in de door ons in ons praeadvies voor de A ccountantsdag - 1967 gesuggereerde winst- en verliesrekening te verw ezenlijken is.1)

II. Schets van de ontwikkeling

De inflatietijd in D uitsland na de eerste w ereldoorlog leverde de twee in de inleiding genoem de system en op:

- Schm alenbach ontw ikkelde het k o o pkrachtcorrectiesysteem , - Schm idt het vervangingswaardesysteem.

V oor ons land is daaraan toe te voegen, dat Limperg zich bij de lijn- Schm idt heeft aangesloten, getuige zijn opm erking in 1937, dat de theorie van de vervangingswaarde ook kan w orden toegepast op m onetair veroor­ zaakte prijsstijgingen.2 )

H et essentiële verschil tussen beide system en kom t hierop neer, dat men bij het eerste systeem in geld blijft denken en m eten, waarbij men zich echter realiseert, dat het ongecorrigeerde m eetproces to t onjuiste uitko m sten leidt, om dat de gehanteerde m aa tsta f - de nom inale geldeenheid - voortdurend

*) Zie voor d it laatste ook onze bijdrage aan h et sym posium gehouden op 30 jan u ari 1974 ter gele­ genheid van h e t afscheid van Prof. drs. G. L. Groeneveld, opgenom en in De Wet op de jaarrekening in perspectief, Universitaire Pers, Tilburg, 1975.

2 ) Th. Limperg, De gevolgen van de depreciatie van de gulden voor de berekening van waarde en w inst - 1937, opgenom en in 50 jaar MAB, deel I, blz. 1 e.v.

(2)

krim pt, resp. in ko o pkrach t afneem t. Bij het tw eede systeem m aakt het den­ ken in geld in feite plaats voor het denken in goederen d.m.v. het uitd ru kk en van goederen in actuele prijzen. Het verschil tussen beide system en kan men ook via de verschillen in instandhoudingsdoelstelling form uleren, m aar daar­ bij zou m en Schm alenbach enig geweld aandoen, om dat hij bij de opstelling van de jaarrekening geen instandhoudingsdoelstelling postuleert.

Na de w erken van deze pioniers werd het al vrij gauw stil rondom het in- flatieprobleem voor de jaarrekening, verm oedelijk om dat de orde op m one­ tair gebied weer goeddeels werd hersteld, hoewel overeenkom stig het con- ju n ctu urv erlo op perioden van prijsstijging en prijsdaling elkaar opvolgden. „The G reat D epression” m et chronische prijsdaling gaf geen aanleiding to t de opkom st van „deflation-accounting” , hetgeen verm oedelijk toe te schrijven is aan het feit, dat in die situatie niet de substantiehandhaving m aar de vermo- genshandhaving het grote probleem vorm de. Tegen dat probleem was de tra­ ditionele jaarrekening echter dank zij het „N iederstw ertprinzip” wel opge­ wassen. „The G reat D epression” bracht echter ook devaluatie van vele valu­ ta ’s, w aaronder - helaas te laat - ook ten slo tte de N ederlandse gulden. U it die tijd, waarin door devaluatie prijsstijgingen w erden opgeroepen, stam t het be­ kende werk van Sw eeney3 ) waarin de Schm alenbachlijn werd doorgetro k­ ken. Na de tweede w ereldoorlog o n tsto n d al vrij gauw enige hernieuw de b e­ langstelling voor ons probleem , ook al w aren de om standigheden in de mees­ te landen heel w at m üder dan na de eerste wereldoorlog, geen hollende infla­ tie maar kruipende inflatie. H et duidelijkst blijkt de ontw ikkeling van het denken in de Angelsaksische landen, m et name in de U.S.A., waar de „ac­ counting principles” nauwgezet overwogen en geredigeerd worden.

Eerst w ordt daar in A ccounting Research Bulletin Nr. 29 over „Inventory Pricing” het lifostelsel voor voorraden aanvaard. Bulletin Nr. 33 over „D epre- ciation and High C osts” (1947) handhaaft weliswaar de afschrijvingen op ba­ sis van historische uitgaafprijzen, m aar bepleit daarnaast de publicatie van „supplem entary financial schedules, explanations or foo tn o tes by which m anagem ent may explain the need for reten tio n o f earnings” . De wenselijk­ heid van het nastreven van een zekere substantiehandhaving w ordt derhalve onderkend; de realisering daarvan b eh o o rt echter niet via de w instbereke- ning, m aar via de w instbestem m ing door reservering plaats te vinden. In 1953 w ordt deze uitspraak door het „C om m ittee on A ccounting Procedure” h er­ haald, evenals in 1965 in „O pinion Nr. 6 ” door de „A ccounting Principles B oard” . D it stand pu nt heeft m eer gemeen m et de Schm idt/Lim perg-lijn dan m et de Schm alenbach-lijn, daar het voor de hand ligt te denken, dat de nood ­ zakelijke reserveringen eerder op veranderingen in specifieke prijzen dan op veranderingen in het algemeen prijsniveau zullen berusten. In de „Recom - m end atio n s” van het „ In stitu te o f C hartered A ccountants in England and Wales” w ordt hetzelfde stan d p u n t ingenom en. A fzondering van bedragen uit de winst o.m. wegens stijging van de vervangingskosten h o o rt thuis onder de „m atters o f financial pru den ce” . Dergelijke afzonderingen „are in the nature o f reserves and should be treated as such in the accounts” .

3) H. W. Sweeney - Stabilized A ccounting 1936.

(3)

Volledigheidshalve zij verm eld, dat in die jaren O. B akker4 ) m et zijn krui­ sing tussen de beide stelsels, bestem d voor tijden van geldontw aarding, een roepende in de w oestijn bleef. Zijn stelsel k o m t neer op handhaving van de algemene k o o p kracht van het beginvermogen, w aartoe de winst- en verliesre­ kening belast m oet w orden voor het verschil tussen h et bedrag in nom inale geldeenheden, waarm ee het eigen vermogen vergroot m oet w orden teneinde de k o o p kracht daarvan in stand te ho uden en h et bedrag aan specifieke w aar­ destijgingen waaraan de m ateriële activa in de betreffen de periode onderhe­ vig zijn geweest. O vertreft het laatstgenoem de bedrag het eerstgenoem de, dan blijft het w instcijfer op nom inalistische grondslag ongewijzigd.

De ontw ikkeling in de U.S.A. verder vervolgend, m oet gesignaleerd w or­ den, dat in 1963 de „A ccounting Research Study No. 6: R eporting the effects o f price level changes” was verschenen. Daarin werd de Schmalen- bach-lijn weer opgenom en. Een en ander resulteerde ten slo tte in „S tatem en t No. 3 ” van de „A ccounting Principles B oard” , getiteld „Financial S ta te ­ m ents restated for general price-level changes” . Daarin w erd aanbevolen om bij wijze van „S u p p lem entary -statem ent” een voor inflatie gecorrigeerde winst- en verliesrekening en balans te publiceren. V oor de kennisnem ing van de techniek der correctie is dit een zeer bruikbare tekst, verlicht m et cijfer­ voorbeelden. Een „E xposure D ra ft” d.d. 31 dec. 1974: „Financial R eporting in U nits o f General Purchasing Pow er” van de „Financial A ccounting S tan­ dards B oard” kan in hoofdzaak als een bevestiging van S tatem en t No. 3 - hierboven genoem d - w orden beschouw d.

De Schm alenbach-lijn leek geheel te overw innen, toen de Engelse accoun­ tants zich in 1973 in „E xposure D raft No. 8 ” bij hun A m erikaanse collega’s aansloten. H et is vooral „ED 8 ” geweest, die vele pennen in beweging heeft gebracht, verm oedelijk m eer pennen contra dan pro. De belangrijkste punten van critiek zijn:

- De door ko op krachtcorrectie van de historische uitgaafprijzen verkregen balansw aarden voor m ateriële activa kunnen aanm erkelijk van hun w erke­ lijke waarde - welke dat ook moge zijn - afwijken.

- H et to t uitdrukking brengen van inflatiew insten op schulden is niet verant­ w oord, w ant deze winsten zijn niet gerealiseerd en derhalve niet uitkeer- baar.

H et spreekt vanzelf, dat de invloed van de koopkrachtcorrecties op de winst in zeer belangrijke m ate afhangt van de financiële stru ctu u r, m et name van de verhouding tussen eigen en vreem d verm ogen. Zo kan zich de situatie voordoen, dat een ondernem ing die niet goed gaat en daardoor van lieverlede een zwakke financiële stru ctu u r heeft gekregen, een belangrijke verhoging van de voor inflatie gecorrigeerde winst t.o.v. de op traditionele wijze bere­ kende winst kan vertonen.

Wat er van deze m eningsverschillen ook zij, de verwarring werd zo groot, dat de Engelse regering in septem ber 1974 een Staatscom m issie aan het werk zette om het to tale probleem te bestuderen en aanbevelingen te doen. H et in

4 ) O. Bakker, B edrijfshuishoudkunde - deel III - 1947, blz. 192 e.v.

(4)

ju n i 1975 - derhalve m et grote voortvarendheid - uitgebrachte zeer gedegen en omvangrijke rap p o rt (364 p.) van het Sandilands-C om m ittee kan als een com plete verrassing w orden beschouw d. „Going D u tc h ” , aanbevolen w ordt „C urrent Cost A ccounting” , de Schm idt/Lim perg-lijn.

H et h oofdargum ent voor deze „volte face” is evenzeer verrassend: de on­ m eetbaarheid van inflatie: „The concept o f ,general price changes’ in the abstract, unrelated to the purchasing p attern o f any class o f individuals or entities, is unquantifiable. Price changes can only be m easured by reference to the purchasing p attern o f some class o f individuals or e n titie s ’ . . .” .5 ) Een ieder beleeft derhalve zijn eigen inflatie; de inflatie, die de een ond er­ vindt verschilt van die van de ander naar de m ate waarin de beide kooppatro- nen naar goederensoorten en de daarbij behorende kw antiteiten verschillen en naar de m ate w aarin de prijsstijgingen van de in die k o o ppatro nen voor­ kom ende goederen uiteenlopen. H et Sandilands-Com m ittee heeft m et de b o ­ vengegeven stelling de geldtheoretici en de statistici een belangrijk probleem voorgelegd.6 ) H et valt voorshands echter niet weg te cijferen, dat inflatie in feite thans gem eten w o rd t ten behoeve bijv. van zeer belangrijke m acro eco­ nom ische inform atie zoals het berekenen van het nationaal inkom en, de be­ rekening van de zgn. voor bestedingen beschikbare ruim te, terwijl inflatie­ correcties ook een grote rol spelen bij de loononderhandelingen en reeds hun weg gevonden hebben in vele con tracten , handelende over prestaties in geld gedurende een langere periode.

H et thans in Engeland aanbevolen stelsel kom t zoals gezegd in h o o fd tre k ­ ken overeen m et het N ederlandse vervangingswaardestelsel. Als bijzonderheid m oet daarbij wel verm eld w orden, dat naast de gebruikelijke winst- en ver­ liesrekening en de balans nog het navolgende „Sum m ary sta te m e n t” gepubli­ ceerd m oet w orden:

Sum m ary sta tem en t o f total gains or losses fo r the year

C urrent cost profit after tax —

E xtraordinary item s less tax —

N et p ro fit after tax and extra ordinary item s — M ovements on reserves net o f tax:

- Stock adjustm ent reserve —

- R evaluation reserves:

- gain/loss due to changes in the basis

o f valuation o f assets —

- O ther gains losses —

T otal gain/loss for the year after tax

s ) Inflation Accounting, R ep o rt o f the Inflation A ccounting C om m ittee - 1975, blz. 12.

6 ) Op blz. 228 van h e t Sandilands R eport krijgt de lezer de indruk dat dit C om m ittee m eent op grond van van h et N.I.v.R.A. ontvangen inform atie, dat h et C.B.S. ons op bevredigende wijze van spe­ cifieke indexcijfers voorziet. Wij betw ijfelen, o f deze m ening ju ist is.

(5)

O pgem erkt moge w orden, dat de Engelse winst- en verliesrekening tesa- men m et dit ,,Sum m ary S ta te m e n t” in wezen dezelfde inform atie geeft als de winst- en verliesrekening gesuggereerd in ons praeadvies voor de A ccoun- tantsdag-1967.

Als laatste stap in de ontw ikkeling is te verm elden, dat inm iddels ook van de zijde van het D uitse In stitu t der W irtschaftsprüfer een „ E n tw u rf einer V erlautbarung” : „Z ur Berücksichtigung der Substanzerhaltung bei der R echnungslegung” is versehenen. O ok hier b lijkt duidelijk voorkeur voor het vervangingswaardestelsel, ook al blijft de aan w ettelijke voorschriften be­ antw oordende jaarrekening onaangetast. Aanbevolen w ord t nl. dat daarbij

een „N ebenrechnung” van de volgende vorm gepubliceerd w ordt: - Zusätzliche A bschreibungen a u f abnutzbare

Sachanlagen

- zur S ubstanzerhaltung beim Vorratsverm ögen

erforderlicher Betrag —

Summe der notw endigen Ergebniskorrekturen (Scheingewinne)

Bij deze „N ebenrechnung” gaat h e t om „N etto-S ub stanzerhaltun g ” , d.w.z. om de instandhouding van d at gedeelte van de m ateriële activa, dat m et eigen verm ogen w ordt gefinancierd. Bovendien w o rd t m et de belastbaarheid van de „schijnw insten” geen rekening gehouden. U iteraard heeft de „H auptfachaus­ schuss” deze belastbaarheid wel onderkend, m aar m eent, dat elke o n d ern e­ ming zelf maar m oet bepalen welk deel van de w inst zij ter realisering van de substantiehandhaving wil inhouden.

De hierboven geschetste ontw ikkeling o n d erstreep t de grote betekenis van de keuzevraag, de vraag derhalve, welk systeem de voorkeur verdient. M et die vraag zullen wij ons - binnen het bestek dat een tijdschriftartikel oplegt - be­ zig houden.

III. Specifieke of algemene koopkrachtcorrecties?

V oor de beantw oording van deze vraag ku nnen wij een n u ttig gebruik m aken van een interessant artikel van R. S. Sterling: „R elevant financial reporting in an age o f price changes” , gepubliceerd in het Jo u rn al o f A ccountancy, febr. 1975. V oor het onderhavige vraagstuk b ehandelt Sterling een bijzonder een­ voudige casus, er van uitgaande, d at w anneer wij geen goede oplossing voor dergelijke eenvoudige gevallen kunnen vinden, het zoeken naar een goede op ­ lossing voor gecom pliceerde situaties wel achterw ege kan blijven. Hij stelt verder, dat alvorens te m eten steeds duidelijk vastgesteld m o et w orden, welke eigenschap gem eten m oet worden. De te m eten eigenschap m o et ener­ zijds relevant o f n u ttig zijn en anderzijds vatbaar zijn voor interp retatie. De te m eten eigenschap is relevant w anneer zij een rol kan vervullen in een be­ slissingsmodel. In terpretatie is alleen mogelijk w anneer de te m eten eigen­ schap kan w orden opgenom en in een „als . . . dan . . .” redenering. V oor de inform atie, te ontlenen aan winst- en verliesrekeningen en balansen kom en slechts twee te m eten eigenschappen in aanm erking:

(6)

- het aantal nom inale geldeenheden, - de beschikkingsm acht over goederen.

Aangezien geld om zich zelfs wil niet begeerlijk is, m aar wel de beschik­ kingsm acht over goederen die via geld kan w orden uitgeoefend, is de beschik­ kingsm acht over goederen de relevante eigenschap. O ok de bedoelde beschik­ kingsm acht alleen kan een functie vervullen in een beslissingsmodel. Sterling laat nu zien in zijn simpele casus, o f op verschillende grondslagen opgestelde balansen en winst- en verliesrekeningen op de juiste wijze de beschikkings­ m acht over goederen alsm ede de daarin gedurende een periode opgetreden verandering weergeven. Hij doet dit achtereenvolgens voor twee gevallen: 1 het geval waarin in de verslagperiode alleen com plete transacties voorko­

m en (inkoop in hoeveelheden = verkopen in hoeveelheden);

2 h et geval van onvolledige transacties, m et nam e het geval waarin slechts een inkoop a co n ta n t voorkom t.

Twee algemene opm erkingen m oeten aan de hierna volgende weergave en evaluatie van de verkregen uitkom sten voorafgaan. Daar valt soms het oor­ deel: correct o f n iet correct, ju ist o f onjuist. De lezer m oet zich daarbij reali­ seren, dat deze oordelen geen absolute oordelen, doch slechts betrekkelijke zijn. De oordelen zijn aan één bepaald criterium ontleend, nl. aan de vraag, o f de bij de verschillende stelsels verkregen cijfers voor verm ogen en w inst de werkelijke beschikkingsm acht over goederen en de daarin opgetreden veran­ dering ju ist weergeven. Een systeem , waarbij dit oordeel negatief uitvalt, be­ h o eft daarom , getoetst aan andere criteria, nog niet op zich zelf onjuist te zijn. B eoordeelt m en bijv. de in de verschillende gevallen weergegeven u it­ kom sten aan bepaalde daaraan soms ten grondslag liggende instandhoudings- doelstellingen dan kan het oordeel geheel anders uitvallen. In de tweede plaats de opm erking, dat de ervaring leert, dat het uitw erken van dergelijke eenvoudige gevallen, hoewel bijna triviaal lijkende, toch n u ttig is. Wij gaan daartoe derhalve over, zelfs het verwijt riskerende, soms to t goochelaars ge­ richt, dat konijnen u it een hoed getoverd w orden, die daar v o o raf ingestopt zijn.

Geval 1

De casus is die van een effectenhandelaar, die op 1 jan. beschikt over ƒ 1 0 00 .— en daarm ee op 1 jan. 100 aandelen van een bepaalde soort k o o p t voor ƒ 10.— per stu k, die op 1 febr. voor ƒ 15.— verkocht w orden. De trans­ acties w orden co n tan t afgerekend. De balansen per 1 jan en 1 febr. en w inst­ en verliesrekening over januari w orden opgegesteld overeenkom stig de vol­ gende grondslagen:

1 h et zuiver nom inalistisch systeem , m eting aantal nom inale geldeenheden; 2 als 1, m aar gecorrigeerd voor koopkrachtveranderingen van het geld, m e­ ting van de beschikkingsm acht over goederen, waarbij gerekend w ordt in geldeenheden van de k o o pk racht per balansdatum .

Hier zou als derde geval de vervangingswaardegedachte kunnen worden toegevoegd, m aar deze is in het geval van het ontbreken van begin- en eind- voorraad niet anders dan de opstelling sub 1.

(7)

beschikken over een feilloze m aatstaf voor het m eten van de beschikkings­ m acht over goederen, w o rd t aangenom en, dat de effectenhandelaar slechts één soort goed in zijn k o o p p a tro o n heeft opgenom en nl. broden; de prijs is op 1 jan. ƒ 0,50, op 1 febr. ƒ 0,60, de prijsindex is derhalve op 1 jan. = 1, op 15 jan. = 1,1 en op 1 febr. = 1,2. Tabel I Nom inalistisch stelsel K oopkracht correctiestelsel Balansen per 1 jan. 1 febr. Balansen 1 jan. per 1 febr. Kas E ffecten ƒ 1000 ƒ 1 5 0 0 ƒ 12 0 0 1) ƒ 1500 ƒ 1000 ƒ 1 5 0 0 ƒ 1200 ƒ 1500 Verm ogen Winst ƒ 1000 ƒ 1000 - ƒ 500 ƒ 1200 ƒ 1200 ƒ 300 ƒ 1000 ƒ 1 5 0 0 ƒ 1200 ƒ 1500 Winst- en verlies­ rekening over jan.

Winst- en rekening verlies- o v erjan . V erkopen K osten verkopen ƒ 1500 ƒ 1000 (1000 X 1,2) ƒ 1500 = ƒ 1 2 0 0 Winst ƒ 500 ƒ 300

) cijfer op 1 jan . vermenigvuldigd m et de prijsindex 1,2

De in terp retatie lu idt als volgt: 1 Nom inalism e:

a. de gem eten eigenschap b e tre ft de aantallen nom inale geldeenheden. De

beide balansen geven correct het aantal nom inale geldeenheden weer, de winst- en verliesrekening evenzo de daarin opgetreden verandering;

b. de beschikkingsm acht over goederen was

op 1 jan. ƒ 1 0 0 0.— : 0,50 = 2000 bro d en en op 1 febr. ƒ 1 500.— : 0,60 = 2500 broden

toenem ing (winst) 500 broden

welk aantal niet equivalent is m et het w instcijfer ad ƒ 50 0.—.

(8)

2 K oopkrachtcorrectiesysteem :

a. de gem eten eigenschap b etreft m ede beschikkingsm acht over goederen b. deze was

op 1 jan . ƒ 1200 : 0,60 = 2000 broden op 1 febr. ƒ 1500 : 0,60 = 2500 broden toenem ing (winst) 500 broden

welk aantal equivalent is m et een w inst van ƒ 3 0 0 .— (guldens van de k o o p ­ kracht van 1 febr.). Bij het koopkrachtcorrectiesysteem w orden derhalve alle geldcijfers geconverteerd in een fysieke m aatstaf (hoeveelheden goederen).

Geval 2

De casus is nu:

1 jan. - beginvermogen ƒ 1 0 0 0 .— 1 jan. - aankoop 70 aandelen ad ƒ 10.— overige gegevens als in geval 1.

Nu zijn vier stelsels in aanm erking te nem en: 1 waardering tegen historische aankoopprijs,

2 voor koopkrachtverandering gecorrigeerde historische aankoopprijs, 3 waardering tegen huidige w aarde,

4 voor koopkrachtveranderingen gecorrigeerde huidige waarde. De uitk o m sten zijn in de volgende tabel II weergegeven.

Tabel II

1 2 3 4

hist, aankoopprijs idem gecorrigeerd

voor koopkracht­ verandering

huidige waarde3) idem gecorrigeerd

voor koopkracht­ verandering

Balansen per 1 jan. 1 febr. 1 jan. 1 febr. 1 jan. 1 febr. 1 jan. 1 febr.

Kas ƒ 300 ƒ 300 ƒ 3 6 0 ') ƒ 300 ƒ 300 ƒ 300 ƒ 360‘ ) ƒ 300 Effecten ƒ 700 ƒ 700 ƒ 8 4 0 ') ƒ 840 ƒ 700 ƒ 1050 ƒ 840') ƒ 1050 f 1000 ƒ 1000 ƒ 1200 ƒ 1140 ƒ 1000 ƒ 1350 ƒ 1200 ƒ 1350 Vermogen ƒ 1000 ƒ 1000 ƒ 1200') 1 1200 ƒ 1000 ƒ 1000 ƒ 1200') ƒ 1200 Winst — — — ƒ -6 0 - ƒ 350 - ƒ 150 ƒ 1000 ƒ 1000— ƒ 1200----:---- ƒ 1140— ƒ 1000— ƒ 1350--- = ƒ 1200 ƒ 1350 Winst- en VerliesrekeningEü Verkopen - _ _ Kosten verkopen — ___________ -Koopkrachtverlies ■ — monetair actief - (360-300) = ƒ - 6 0 (360-300) = ƒ -6 0ƒ - 6 0 Waardestijging effecten - - (1050-700) = ƒ 350 (1050-840) = ƒ 210 ===== ƒ - 6 0 ƒ 350 ƒ 150

*) cyfera 1 jan. vermenigvuldigd met 1,2.

3) waardeveranderingen komen t.g.v. de wimt- en verliesrekening.

(9)

Overgaande to t in terp retatie van de in tabel II verkregen u itko m sten, kom en wij to t h et volgende:

1 Historische aankoopprijs: hoewel de specifieke prijs van de aandelen en

de k o o p k rach t van het geld gewijzigd zijn, zijn de balanscijfers ongewijzigd en blijkt de w inst nihil te zijn. Deze cijfers zijn niet op zinvolle wijze te in ter­ preteren.

2 Voor koopkrachtverandering gecorrigeerde historische aankoopprijs

a. De getallen voor kas zijn interpreteerbaar, zij stellen op 1 jan. en op 1

febr. de beschikkingsm acht over resp. 600 en 500 broden voor; deze ach ter­ uitgang in de beschikkingsm acht over goederen is in de winst- en verliesreke­ ning weergegeven.

b. T.a.v. de post effecten ontstaan m oeilijkheden. H et balanscijfer op 1 febr.

is onbruikbaar in de verklaring: als de effecten verkocht w orden, dan w orden daarvoor geen 840 geldeenheden ontvangen; in d at geval w orden 1050 geld- eenheden ontvangen. Dit getal ad ƒ 8 4 0 ,— stelt u iteraard evenm in de juiste beschikkingsm acht over goederen voor.

c. De cijfers voor het verm ogen zijn derhalve evenm in interpreteerbaar.

3 Huidige waarde

a. Hier kunnen de cijfers voor de individuele activa en het totaal verm ogen

geïnterpreteerd w orden als aangevende de beschikkingsm acht over goederen.

b. H et w instcijfer correspondeert echter niet m et de toenem ing in de b e­

schikkingsm acht over goederen.

1 jan. ƒ 1 0 0 0,—is a 0,50 equivalent m et 2000 broden 1 febr. ƒ 1 3 50,— is a 0,60 equivalent m et 2250 broden

T oenem ing 250 broden

Noch tegen de broodprijs per 1 jan. noch tegen die per 1 febr. levert het w instcijfer, ƒ 3 5 0 ,— bedragende, 250 broden op.

4 Huidige waarde plus koopkrachtcorrectie a. Zie 3a.

b. De onder 3b gesignaleerde interpretatiem oeilijkheid is nu opgeheven: het

w instcijfer ad ƒ 1 5 0 ,— correspondeert nu wel m et de uit de balanscijfers afge­ leide toenem ing in de beschikkingsm acht over goederen: ƒ 150,— is a ƒ 0,60 equivalent m et de reeds onder 3 aangegeven toenem ing in de beschikkings­ m acht over broden.

De conclusie u it deze casus is derhalve, dat alleen h et huidige waardesysteem aangevuld m et k oo pk rachtcorrectie to t goed interp reteerbare u itkom sten leidt. De beschikkingsm acht over goederen alsmede de daarin volgens het w instcijfer opgetreden wijziging w o rd t correct weergegeven. Duidelijk blijkt ook, w at aan het ongecorrigeerde huidige w aardestelsel (stelsel 3) on tb reek t. Daarin w ordt ten onrechte

- geen rekening gehouden m et koopkrachtw inst/verlies in de m onetaire sfeer;

(10)

- h et zgn. fictieve gedeelte van de waardestijging van de m ateriëie goederen w ordt ten onrechte niet van de winst afgetrokken.

In de ogen van Nederlandse aanhangers van het vervangingswaardestelsel zal de casus van Sterling verm oedelijk niet overtuigend zijn:

1 het gaat niet om een bedrijf, dat to t taak heeft - zoals dat heet - goederen in de bedrijfskolom voort te stuw en van o erproducent naar consum ent, m aar om zelfstandige inkom ensdragers, waarvoor inkoopm arkt en ver- koo pm ark t samenvallen;

2 er is geen transactiew inst door het o n tbrek en van een verkooptransactie; 3 de waardestijging w ordt to t de w inst gerekend, zodat de co n tin u ïte it niet

- althans niet d.m.v. de w instberekening - gehandhaafd w ordt.

Het lijkt daarom n u ttig de casus zodanig te veranderen, dat aan de eerste twee bezw aren tegem oet gekomen w ordt; op het derde bezwaar kom en wij later terug. In plaats van effecten w orden nu gewone handelsgoederen ge­ kocht op 1 jan . (70 stuks ä ƒ 10,—) waarvan op 15 jan. 35 stuks verkocht w orden voor ƒ 13,— terwijl op dat tijdstip de vervangingswaarde ƒ 12,50 b e­ draagt; op 1 februari is de vervangingswaarde ƒ 16,—. Deze casus is in de vol­ gende tabel III uitgew erkt.

Tabel III

hist, aankoopprijs idem met

koopkracht correctie vervangingswaarde3) idem metkoopkrachtcorrectie

Balansen per 1 jan. 1 febr. 1 jan. 1 febr. 1 jan. 1 febr. 1 jan. 1 febr.

Kas Goederen ƒ 300 ƒ 700 ƒ 755 ƒ 350 ƒ 3 6 0 ') ƒ 8 4 0 ') ƒ 755 ƒ 420 I 300 ƒ 700 ƒ 755 ƒ 560 ƒ 8401)ƒ 3 6 0 ') ƒ 755 ƒ 560 ƒ 1000 ƒ 1105 ƒ 1200 ƒ 1175 ƒ 1000 ƒ 1315 ƒ 1200 ƒ 1315 Vermogen Winst ƒ 1000 ƒ 1000 ƒ 105 ƒ 1200') ƒ 1200 ƒ - 2 5 ƒ 1000 ƒ 1000 ƒ 315 ƒ 1200') ƒ 1200 ƒ 115 ƒ 1000 ƒ1105 ƒ 1200 ƒ 1175 ƒ 1000 ƒ1315 ƒ 1200 ƒ 1315 Winst- en verliesrekeningen Verkoop 35 a 13 = Kosten verkopen 35 X 10 = ƒ 455 ƒ 350 X 1,2/1,1 = X 1,2 = ƒ 496,36 I 4 2 0 ,- 35 X 12,50=/ 437,50„ 1 *55 X 1,2/1,1 X 1,2/1,1 = ƒ 496,36 = ƒ 477,27 Koopkrachtverlies kas ƒ 105 ƒ 76,36 ƒ 101,361;) ƒ 17,50 ƒ ƒ—101,36*)19,09 Waardestijging goederen in voorTaad in verkopen ƒ 105 ƒ - 2 5 , - ƒ 17,50 35X6= ƒ 2 1 0 ,- 35X2,50=ƒ g750 ƒ -82,27 35(16-10X1,2)= = ƒ 1 4 0 ,-ƒ 105 ƒ -2 5 , ƒ 297,50 ƒ 3 1 5 ,-35(12,50X 1,2/1,1- 10X 1,2) = ƒ 57,27 ƒ 197,27 ƒ 11 5 ,-*) Cijfer» op 1 januari vermenigvuldigd met prijsindex 1,2.

2) Koopkrachtverlies: Begin saldo = 300 X 1,2 = ƒ 3 6 0 ,-Ontvangen op 15 jan. = 455 X 1,2/1,1 = ƒ496,36 Nominaal aanwezig Koopkrachtverlies ƒ 856,36 ƒ 7 5 5 ,-ƒ 101,36 9 ) Waardestijgingen komen t.g.v. de winst- en verliewekening.

(11)

De aansluiting tussen de ongecorrigeerde en de gecorrigeerde w inst op basis van vervangingswaarde is nu:

Ongecorrigeerde w inst ƒ 3 1 5 ,—

+ koopkrach tcorrectie transactiew inst

17,50 X ( 1 ,2 /1 ,1 - 1 ) = ƒ 1,59

ƒ 316,59 - fictief gedeelte waardestijging goederen

in voorraad (1,2—1) X ƒ 3 5 0 ,— = ƒ 7 0 ,— in verkoop (1 ,1 —1) X ƒ 350 X 1,2/1,1= ƒ 30,23

ƒ 100,23 ƒ 216,36 - koopkrachtverlies m onetair a c tief (zie berekening) ƒ 101,36

gecorrigeerde winst ƒ 115,—

Wanneer wij nu nogmaals de cijfers voorzover de vervangingswaarde-rekening betreffende interp reteren , kom en wij to t h et volgende.

Ongecorrigeerde rekening:

a. Beginvermogen ƒ 1 0 0 0,—, a ƒ 0,50 equivalent m et 2000 broden Eindverm ogen ƒ 1 315,—, a ƒ 0,60 equivalent m et 2192 b roden

Toenem ing (winst) 192 broden

hetgeen overeenstem t m et de werkelijke beschikkingsm acht over goederen.

b. Winst ƒ 3 1 5 ,—, a ƒ 0,50 equivalent m et 630 broden

ƒ 315 ,—, a ƒ 0,60 equivalent m et 525 b roden hetgeen niet overeenstem t m et de w erkelijke toenem ing in de beschikkings­ m acht over goederen; de winst- en verliesrekening is derhalve vanuit d it oog­ p u n t bezien onjuist.

G ecorrigeerde rekening:

a. Beginvermogen ƒ 1 2 00,—, a ƒ 0,60 equivalent m et 2000 broden Eindverm ogen ƒ 1 315,—, a ƒ 0,60 equivalent m et 2192 broden

Toenem ing (winst) 192 broden

hetgeen overeenstem t m et de werkelijke beschikkingsm acht over goederen.

b. Winst ƒ 1 15,—, a ƒ 0,60 equivalent m et 192 broden

hetgeen wel overeenstem t m et de werkelijke toenem ing in de beschikkings­ m acht over goederen, de gecorrigeerde winst- en verliesrekening is derhalve interpreteerbaar.

(12)

De hierboven geconstateerde interpretatiem oeilijkheid in het ongecorri­ geerde vervangingswaardestelsel treed t dus ook in dit geval, waarin transactie - winst on tstaat, ongewijzigd aan de dag. Dat zich daarbij een nieuw verschil voegt, nl. de k oopkrachtcorrectie van deze transactiew inst, spreekt vanzelf. Deze w ordt nl. uitgedrukt in geldeenheden van de koopkracht op 1 febr., evenals alle andere cijfers in deze rekening.

Er blijft nu echter nog het op blz. 361 genoem de derde bezwaar over. In het geval van het effectenvoorbeeld was het een vaststaand feit, dat men de voorraad effecten - afgezien van de kosten van de transactie - kon o m zetten in het aangegeven aantal concrete goederen. Vervangingswaarde en directe opbrengstw aarde vielen immers samen. D at is in het geval van de handelsgoe­ deren niet h et geval, daar bestaan gescheiden m arkten (inkoop en verkoop) w aarop verschillende prijzen gelden, terwijl veelal bovendien onze handelaar niet als verkoper op de inkoopm arkt kan opereren. Valt daarm ee de gehele constructie in elkaar? H et kom t ons voor van niet. Men kan immers - aanne­ m ende dat de vervangingswaarde ju ist kan w orden bepaald - stellen, dat de aanwezigheid van de voorraad bij v o o rtzettin g van het bedrijf b etekent, dat een uitgave to t het in de balans verm elde bedrag achterw ege kan blijven. Het achterw ege blijven van een uitgave is uiteraard gelijk te stellen aan het reali­ seren van een even grote ontvangst in geld.

Hierm ede is het continufteitsgezichtspunt binnengehaald. Aanhangers van de leer van Limperg (o f Schm idt) zullen nu onm iddellijk m et het argum ent kom en, dat handhaving van de co n tin u ïte it vereist, dat de waardestijging zo­ wel van de voorraad7) als van de verkochte goederen niet als w inst kan w or­ den beschouw d, daar deze nodig is voor het nakom en van de vervangings- plicht. Zij zouden derhalve m enen, dat de winst van de ongecorrigeerde reke­ ning slechts ƒ 17,50 bedraagt en van de gecorrigeerde rekening ƒ 19,09. De waardestijgingen van resp. ƒ 87,50 + ƒ 2 1 0 ,— = ƒ 297,50 en

ƒ 57,27 + ƒ 140,— = ƒ 197,27 zullen b uiten de winst- en verliesrekening m oe­ ten blijven en onder het eigen verm ogen verantw oord m oeten worden. Daar­ mee blijft uiteraard het vermogen de beschikkingsm acht over goederen op dezelfde - dus correcte - wijze weergeven. De winst- en verliesrekening onder­ gaat echter zulke ingrijpende veranderingen (ƒ 3 1 5 ,— winst w ordt ƒ 17,50 winst resp. ƒ 115,— winst w ordt ƒ 82,27 verlies), dat men nog verder verwij­ derd raakt van het weergeven van de toenem ing in de beschikkingsm acht over goederen in het geval van de ongecorrigeerde rekening, terwijl in de ge­ corrigeerde rekening in deze casus de in feite te constateren toenem ing als een afnem ing w ordt voorgesteld.

Wat m oet nu op dit tegenargum ent het antw oord zijn? Wij kunnen hier u iter­ aard niet op alle p ro ’s en co n’s van het in ons land voorgestane vervangings­ waardestelsel ingaan en zullen dus m oeten trach ten een in dit kader passend antw oord te vinden. D at antw oord kan dan luiden, dat bedoelde aanhangers van het vervangingswaardestelsel reeds binnen het kader van de winstbepaling aan de geconstateerde verm ogenstoenem ing een bepaalde bestem m ing geven en het m et die bestem m ing gemoeide bedrag ten laste van de winst brengen.

7 ) Aangenom en w ordt, dat de w erkelijke voorraad overeenkom t m et de norm ale voorraad.

(13)

H et spreekt vanzelf, dat het w instcijfer dan niet m eer de verm ogenstoene- ming w eergeeft, hetzij gerekend in nom inale geldeenheden, hetzij gerekend in de beschikkingsm acht over goederen. Wij kunnen dan hier in het m idden laten o f deze bestem m ing al o f niet doelm atig kan w orden geacht; dat onder­ zoeken zou inderdaad het herhalen van de gehele discussie over de m erites van het vervangingswaardestelsel nodig m aken.

Het is nog wel de m oeite w aard te verm elden, dat het inbrengen tegen het betoog van Sterling van het argum ent, d at de waardestijging geen w inst is, geheel langs dat b etoog heen gaat. V oor hem is immers alleen die inform atie relevant, die een functie kan vervullen in beslissingsmodellen. De relevante inform atie, die winst- en verliesrekening en balans leveren, is dan juist de grootte van de verm ogenstoenem ing en de gro otte van het verm ogen zelf. Ge­ bruik m akende van die inform atie zou m en willen beslissen over de bestem ­ m ing van de verm ogenstoenem ing - sparen o f consum eren? - en over een eventuele reallocatie van het totale verm ogen - eventueel na aftrek van het spaargedeelte - o f van bepaalde bestanddelen van het verm ogen. De „ in p u t” in een dergelijk beslissingsmodel m oet dan uiteraard neutraal zijn en mag niet reeds in gro otte beïnvloed zijn do o r een in de winst- en verliesrekening „ver­ s to p te ” allocatiebeslissing. Hij heeft niet willen nadenken (bij voorbaat) over toekom stige mogelijke bestem m ingen van verm ogenstoenem ing en to taal ver­ mogen. Hij heeft slechts willen aanto n en, en daarin is hij naar onze m ening geslaagd, dat m en w anneer m en de beschikkingsm acht over goederen en de opgetreden verandering daarin in een balans en een winst- en verliesrekening to t u itdrukking wil brengen noch het (ongecorrigeerde) vervangingswaarde­ stelsel, noch het „adjusted historical co st” -stelsel to t goede resultaten leidt. Een kruising van beide system en is dan nodig. D aaruit is ook a f te leiden, dat h et Sandilands R ep o rt verm oedelijk niet het verlossende w oord inhoudt.

De bedoelde com binatie van het vervangingswaardestelsel m et het stelsel van k oopkrachtcorrecties is niet nieuw. Zij is ook o.m. te vinden in h et stel­ sel - O. Bakker en bij Edw ards Sc Bell.8 ) Als wij in ons prae-advies voor de A ccountantsdag 1967 ook m et inflatie rekening hadden gehouden, dan had de daarin gesuggereerde „ideale” winst- en verliesrekening er als volgt uitge­ zien.9 )

8 ) Edgar O. Edw ards & Philip W. Bell - The T heory and M easurem ent o f Business Incom e - 1964. 9) Zie De jaarrekening in perspectief, t.a.p. blz. 4 3/44.

(14)

Winst- en verliesrekening - V erkopen

- Kosten verkopen tegen lopende m arktprijzen - Transactiew inst

- Gerealiseerde prijsstijging op m ateriële activa - Winst op nom inalistische grondslag

- N iet gerealiseerde prijsstijging op m ateriële activa - Vermogensaccres

- Gevolgen van inflatie

- fictief g e d e e lte ') van de gerealiseerde prijsstijging op m ateriële activa - idem niet gerealiseerde prijsstijging - koopkrachtverlies m onetaire activa

gerealiseerd —

niet gerealiseerd —

- koopkrachtw inst schulden niet gerealiseerd

gerealiseerd

- Instandhoudingsreservering —

N etto winst ___ —

*) H et fictief gedeelte van de geconstateerde w aardestijging is dat gedeelte dat overeenkom t m et de stijging van h et algemeen prijsniveau resp. m et de daling van de k o o p k rach t van het geld.

In deze winst- en verliesrekening zijn onder het h oofd „gevolgen van infla­ tie ” alle posten opgenom en, die noodzakelijk zijn om er voor te zorgen, dat het getoonde verm ogensaccres overeenstem t m et de werkelijke toenem ing in de beschikkingsm acht over goederen, en die in het ongecorrigeerde vervan- gingswaardestelsel ontbreken. Men zou uiteraard kunnen overwegen om deze vrij omvangrijke winst- en verliesrekening te b ek orten door de fictieve gedeel­ ten van de geconstateerde waardestijgingen onm iddellijk op die w aardestij­ gingen in m indering te brengen. De gegeven vorm heeft echter het voordeel, dat duidelijk blijkt welke de essentiële elem enten van een voor inflatie gecor­ rigeerde w instberekening zijn.

Terugkerende naar ons beeld van de evolutie in „inflation acco un ting ” : het lijkt er wel op, dat de twee tegenover elkaar staande strom ingen, de Schm alenbach-lijn t.o. de Schm idt-Lim perg-lijn, zullen m oeten samenvloeien om to t goede oplossingen te kom en.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel er voor de glooiing slikken liggen, is er voor het werk voor zover dat die slikken raakt, geen aanlegvergunning vereist; zo'n vergunning is ter plaatse slechts vereist voor

For the purpose of obtaining the exact distributions of the AoI and PAoI processes in this system, we construct a GMFQ process X (t) by which we have a single fluid level trajectory

In deze technische omschrijving is omschreven op welke wijze uw woning standaard wordt samengesteld en afgewerkt.. Afhankelijk van de door u gekozen koperswijziging kan hiervan

Afgelopen week heeft de fractie van Inwonersbelangen kennis genomen van een interpellatiedebat in Oudewater, waar de gemeenteraad het college aan een groot aantal vragen onderwierp

- mag niet meer dan 30 dagen per kalenderjaar de Belgische grensstreek verlaten in de uitoefening van zijn bezoldigde werkzaamheid. Het niet naleven van één van

Totaalbereik HAH-kranten: Alle personen die in het afgelopen jaar (12 maanden) één of meer van de 312 gemeten huis-aan-huiskranten hebben gelezen of ingezien.. Gemiddeld

frouw Huising zeide ronduit dat zij wel den naam van den heer D’Ablaing door den predikant had hoo- ren noemen, maar niet wist wat deze omtrent den eerste had gezegd, want zij was

In verband met maatregelen door de corona-epidemie is het belangrijk om vooraf te controleren óf een activiteit doorgaat en in welke vorm... Pagina 2