De maatschappelijke kosten en baten van overstromingsbescherming:
Natuurlijk overstromingsgebied versus wachtbekkens in de Dijlevallei
Deze studie werd uitgevoerd door het Instituut voor Natuur- en Bos Onderzoek (INBO), op vraag van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB).
Wanneer er natuurlijke rampen dreigden of natuurlijke ecosysteemdiensten (ESD) niet meer naar behoren functioneerden, werd lange tijd vooral naar technologische oplossingen gezocht. De laatste jaren vraagt men zich echter af of de natuur het werk voor ons kan doen.
Ecologische (of ‘groene’) oplossingen benutten de capaciteit van de natuur, al is bepaalde menselijke inbreng steeds aanwezig. Bij biologische plaagbestrijding gaat het bijvoorbeeld om een natuurlijk proces, maar de mens kan dit proces optimaliseren naar zijn wensen.
Een technologische (of ‘grijze’) oplossing is daarentegen gebaseerd op door mensen ontwikkelde concepten, met een minimale inbreng van biologische processen. Voorbeelden hiervan zijn chemische gewasbeschermingsmiddelen, waterzuiveringsstations,…
Als we een maatschappelijk relevante vergelijking willen maken tussen groene en grijze oplossingen, moeten we rekening houden met alle kosten en baten voor de maatschappij, dus ook bijvoorbeeld met de kosten van ruimtegebruik en de baten van de geleverde ecosysteemdiensten. De vergelijkende maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) focust dan op de verschillen tussen beide oplossingen.
Gevalstudie: Bescherming tegen overstromingen in de Dijlevallei ten zuiden van Leuven
In de Dijlevallei is een sterk meanderende rivier prominent aanwezig. Bewoning en akkerlanden concentreren zich eerder op de hoger gelegen plateaus. De vallei is niet alleen een uniek natuurlandschap, maar speelt een belangrijke rol in de bescherming tegen overstromingen van de stad Leuven.
De groene oplossing (tevens de huidige situatie) is een natuurlijk overstromingsgebied, waarbij de volledige overstromingscapaciteit van de vallei wordt aangesproken bij hoogwaterstanden. Er is ook een wachtbekken voorzien in Egenhoven, als laatste noodbescherming om overstromingen te vermijden in Leuven. De technologische oplossing is gebaseerd op de constructie van drie wachtbekkens in de vallei. Cruciaal is dat beide scenario’s evenveel beschermen tegen overstromingen die eens in de 100 jaar zouden voorkomen.
De groene oplossing scoort beter op de meeste ecosysteemdiensten (zie tabel). De technologische oplossing heeft enkel een hogere waarde voor de ecosysteemdienst koolstofopslag in vegetatie. Hoewel er over de exacte waarde van bepaalde cijfers onvermijdelijke onzekerheden zijn, is het duidelijk dat de groene oplossing in deze gevalstudie significant lagere investeringen vergt dan de technologische variant (ongeveer 2.500.000 € minder kosten over 30 jaar), en bovendien heel wat meer ecosysteemdiensten oplevert (tussen 32.000.000 en 100.000.000 € over 30 jaar).
Tabel: Overzicht van monetaire waarde van de kosten en de verschillende ESD voor de twee scenario’s. Enkel de verschillen tussen beide zijn weergegeven, en berekend over een periode van 30 jaar
Technologische oplossing Ecologische oplossing
Lage schatting Hoge schatting Lage schatting Hoge schatting
Koolstof-vastlegging in vegetatie X 1000 € 346 in bodem X 1000 € 2.011 2.328 Denitrificatie X 1000 € 951 14.075 Luchtkwaliteit X 1000 € 271 1.020
Recreatie & beleving X 1000 € 29.044 83.390
Totaal ESD X 1000 € 31.931 100.467
Bouw- en onderhoudskosten X 1000 € -2.470 -2.540
Reflectie
De vergelijking tussen een groene en grijze oplossing is niet altijd zwart-wit. In een groene oplossing kan een aantal technologische ingrepen aanwezig zijn, zoals hier bijvoorbeeld in het natuurontwikkelingsscenario ook één wachtbekken is opgenomen. Ook een technologische oplossing kan op een “groenere” manier worden aangepakt waardoor er minder ecosysteemdiensten verdwijnen, bijvoorbeeld door de wachtbekkens zoveel mogelijk te integreren in het valleisysteem. De context is ook belangrijk. De Dijlevallei is een gebied dat is aangeduid als habitat- en vogelrichtlijngebied o.w.v. zijn unieke natuurwaarde. Het is ook één van de zeldzame valleibodems in Vlaanderen waarin weinig landbouw en bewoning aanwezig is. In een streek waar men binnen de valleigronden wél aan intensieve landbouw doet en/of een dichte bevolking aanwezig is, kost een natuurontwikkelingsscenario veel meer door de ruimtelijke opportuniteitskosten aangezien wachtbekkens minder ruimte verbruiken dan natuurlijke overstromingsgebieden.
Men kan op basis van deze gevalstudie dan ook niet algemeen stellen dat groene oplossingen altijd “beter” zijn dan technologische oplossingen. Veel hangt af van de invulling van de scenario’s en de locatie.