Vraag nr. 19
van 26 oktober 2001
van de heer FRANCIS VERMEIREN VHM – Aankoopbeleid
De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) heeft dit jaar één miljard extra uitgetrokken voor de aankoop van "onmiddellijk bewoonbare private w o n i n g e n " , dit in het kader van de in het regeerak-koord vermelde aankoop van 15.000 bijkomende huurwoningen tegen 2005, of circa 3.000 woningen per jaar. In de afgelopen vijf jaar werden aldus door de VHM circa 9.300 nieuwe sociale woningen a a n g e k o c h t . Met de helft van het extra miljard konden slechts 142 woningen worden aangekocht op de private markt van "bestaande kwaliteitsvolle woongelegenheden".
Men kan anderzijds wel vaststellen dat het aantal k a n d i d a a t-huurders van een sociale woning via de VHM met iets minder dan 12.000 is gedaald in 2000 ten opzichte van het jaar voordien.
Met de aankoop van "onmiddellijk bewoonbare private woningen" dreigt echter kandidaatkopers voor dergelijke woongelegenheden de mogelijk-heid te worden ontnomen hun droom te verwezen-l i j k e n . Het in de Wooncode vermeverwezen-lde voorkoop-recht voor de socialehuisvestingsmaatschappijen, alsmede de OCMW's om bij de verkoop van een woning een prioriteitsregeling te genieten, kan nu reeds de plannen dwarsbomen van privé-kopers. Bij de recente tweejaarlijkse actualisatie werden bovendien "betere verdieners" van de lijsten ge-s c h r a p t . Zij worden verwezen naar de privé-m a r k t en dreigen daar geconfronteerd te worden met het streven van de VHM om de haar opgedragen doel-stellingen te halen.
1. In dit verband zou ik graag vernemen hoeveel huurders van sociale woningen zich kandidaat hebben gesteld voor de aankoop van hun woon-gelegenheid in de afgelopen vijf jaar ?
Wat was de gemiddelde prijs die bij de verkoop werd vooropgesteld en aanvaard, dit uiteraard volgens de aard van de woongelegenheid (ap-partement, huis of flat) ?
2. Streeft de VHM naar een bepaald percentage van het globale woningpark in de verschillende regio's in Vlaanderen ? Zijn hierover gegevens beschikbaar ?
Antwoord
1. Door socialehuisvestingsmaatschappijen ( S H M ' s ) werden in de afgelopen vijf jaar 1.295 sociale huurwoningen verkocht aan de zittende sociale huurders.
De gemiddelde verkoopprijs van die woningen bedroeg 2.250.137 frank, zij het dat dit gegeven relatief is, omdat er zowel oude woningen (op-gebouwd vóór 1940) als nieuwe woningen ver-kocht werden. Er werden in die periode enkel huizen verkocht en geen appartementen.
Omtrent het aantal huurders dat zich in de loop van die periode van vijf jaar kandidaat heeft ge-steld voor de aankoop van hun woning, kan ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger helaas geen informatie verstrekken. Hiervoor zou im-mers een rondvraag moeten worden georgani-seerd bij de lokale SHM's.
2. In mijn antwoord op een vraag van de collega van de Vlaamse volksvertegenwoordiger A n n De Martelaer, eveneens van 26 oktober jongst-l e d e n , ga ik ook dieper in op de vraag in wejongst-lke mate rekening wordt gehouden met de woonbe-hoefteonderzoeken bij de spreiding van de in-vesteringen (vraag nr. 13 ; blz. 857 – red.). In dit verband kan ik de Vlaamse volksverte-genwoordiger melden dat er momenteel niet wordt gestreefd naar een minimaal percentage sociale woningen in elke regio in V l a a n d e r e n , z i j het dat in de toekomst bij de planning van de sociale woonprojecten toch meer dan vroeger rekening zal moeten worden gehouden met de lokale woonbehoeften. In mijn beleidsbrief stel-de ik trouwens reeds dat een programmatie die zich baseert op een geïntegreerd woonbeleid, rekening zal moeten houden met de ontwikke-lingen van de woningvoorraad, de huisvesting van relevante groepen bewoners en zicht moet krijgen op vraag en aanbod op middellange ter-mijn (Beleidsbrief Vlaams Wo o n b e l e i d , Stuk 908 (2001-2002) – Nr. 1 – red.).
