• No results found

Onderzoek verblijfstoerisme aan de kust 2005

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onderzoek verblijfstoerisme aan de kust 2005"

Copied!
56
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 1

Inhoud

1 Inleiding ... 5

2.2 Verwerking van de gegevens... 8

2.2.1 Datacleaning ... 8

2.2.2 Weging van de resultaten ... 8

2.2.3 Berekening van activiteiten ... 9

2.2.4 Berekening van bestedingen ... 11

2.2.5 Nauwkeurigheid van de resultaten ... 12

3 Profiel- en gedragskarakteristieken... 14

3.1 Belgische markt... 14

3.1.1 Profiel van de Belgische verblijfstoeristen ... 14

3.1.1.1 Regio van herkomst ... 14

3.1.1.2 Sociale klasse... 14

3.1.1.3 Leeftijd en samenstelling van reizend gezelschap... 14

3.1.1.4 Milieuvriendelijke ingesteldheid (2005) ... 15

3.1.1.5 Herhaalbezoek... 15

3.1.2 Karakteristieken van segmenten naar vakantiegedrag ... 15

3.1.2.1 Logiesvorm ... 15

3.1.2.2 Verblijfsduur en type van verblijf ... 16

3.1.2.3 Verblijfsperiode ... 16

3.1.2.4 Gebruikte transportmiddel ... 16

3.1.3 Overwegen van andere bestemmingen ... 17

3.1.4 Evaluatie van verblijf aan de Kust ... 17

3.1.4.1 Algemene tevredenheid (2005) ... 17

3.1.4.2 Positieve of negatieve elementen in tevredenheid ... 17

3.1.4.3 Intentie voor herhaalbezoek... 17

3.1.4.4 Evaluatie prijs/kwaliteitsverhouding (2005)... 18

3.1.5 Informatie- en boekingsgedrag... 18

3.1.5.1 Geraadpleegde diensten voor toerisme ... 18

3.1.5.2 Kennis en gebruik van Kustschatten... 18

3.1.5.3 Geraadpleegde brochures (vooraf en/of ter plaatse)... 18

3.1.5.4 Geraadpleegde websites ... 18

3.1.5.5 Andere geraadpleegde informatiebronnen ... 19

3.1.5.6 Overzicht raadpleging informatiebronnen... 19

3.1.5.7 Kanalen voor boekingen ... 19

3.2 Duitse markt ... 20

3.2.1 Profiel van de Duitse verblijfstoeristen... 20

3.2.1.1 Regio van herkomst ... 20

3.2.1.2 Sociale klasse... 20

3.2.1.3 Leeftijd en samenstelling van reizend gezelschap... 20

3.2.1.4 Milieuvriendelijke ingesteldheid (2005) ... 21

3.2.1.5 Herhaalbezoek... 21

3.2.2 Karakteristieken van segmenten naar vakantiegedrag ... 21

3.2.2.1 Logiesvorm ... 21

3.2.2.2 Verblijfsduur en type van verblijf ... 22

3.2.2.3 Verblijfsperiode ... 22

3.2.2.4 Gebruikte transportmiddel ... 22

(2)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 2

3.2.3 Overwegen van andere bestemmingen ... 23

3.2.4 Evaluatie van verblijf aan de Kust ... 23

3.2.4.1 Algemene tevredenheid (2005) ... 23

3.2.4.2 Positieve of negatieve elementen in tevredenheid ... 23

3.2.4.3 Intentie voor herhaalbezoek... 23

3.2.4.4 Evaluatie prijs/kwaliteitsverhouding (2005)... 23

3.2.5 Informatie- en boekingsgedrag... 24

3.2.5.1 Geraadpleegde diensten voor toerisme ... 24

3.2.5.2 Kennis en gebruik van Kustschatten... 24

3.2.5.3 Geraadpleegde brochures (vooraf en/of ter plaatse)... 24

3.2.5.4 Geraadpleegde websites ... 24

3.2.5.5 Andere geraadpleegde informatiebronnen ... 24

3.2.5.6 Overzicht raadpleging informatiebronnen... 25

3.2.5.7 Kanalen voor boekingen ... 25

3.3 Nederlandse markt... 26

3.3.1 Profiel van de Nederlandse verblijfstoeristen ... 26

3.3.1.1 Regio van herkomst ... 26

3.3.1.2 Sociale klasse... 26

3.3.1.3 Leeftijd en samenstelling van reizend gezelschap... 26

3.3.1.4 Milieuvriendelijke ingesteldheid (2005) ... 27

3.3.1.5 Herhaalbezoek... 27

3.3.2 Karakteristieken van segmenten naar vakantiegedrag ... 27

3.3.2.1 Logiesvorm ... 27

3.3.2.2 Verblijfsduur en type van verblijf ... 28

3.3.2.3 Verblijfsperiode ... 28

3.3.3 Overwegen van andere bestemmingen ... 29

3.3.4 Evaluatie van verblijf aan de Kust ... 29

3.3.4.1 Algemene tevredenheid (2005) ... 29

3.3.4.2 Positieve of negatieve elementen in tevredenheid ... 29

3.3.4.3 Intentie voor herhaalbezoek... 29

3.3.4.4 Evaluatie prijs/kwaliteitsverhouding (2005)... 30

3.3.5 Informatie- en boekingsgedrag... 30

3.3.5.1 Geraadpleegde diensten voor toerisme ... 30

3.3.5.2 Kennis en gebruik van Kustschatten... 30

3.3.5.3 Geraadpleegde brochures (vooraf en/of ter plaatse)... 30

3.3.5.4 Geraadpleegde websites ... 31

3.3.5.5 Andere geraadpleegde informatiebronnen ... 31

3.3.5.6 Overzicht raadpleging informatiebronnen... 31

3.3.5.7 Kanalen voor boekingen ... 31

3.4 Franse markt... 33

3.4.1 Profiel van de Franse verblijfstoeristen ... 33

3.4.1.1 Regio van herkomst ... 33

3.4.1.2 Sociale klasse... 33

3.4.1.3 Leeftijd en samenstelling van reizend gezelschap... 33

3.4.1.4 Milieuvriendelijke ingesteldheid (2005) ... 34

3.4.1.5 Herhaalbezoek... 34

3.4.2 Karakteristieken van segmenten naar vakantiegedrag ... 34

3.4.2.1 Logiesvorm ... 34

3.4.2.2 Verblijfsduur en type van verblijf ... 34

3.4.2.3 Verblijfsperiode ... 35

3.4.2.4 Gebruikte transportmiddel ... 35

(3)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 3

3.4.3 Overwegen van andere bestemmingen ... 35

3.4.4 Evaluatie van verblijf aan de Kust ... 36

3.4.4.1 Algemene tevredenheid (2005) ... 36

3.4.4.2 Intentie voor herhaalbezoek... 36

3.4.4.3 Evaluatie prijs/kwaliteitsverhouding (2005)... 36

3.4.5 Informatie- en boekingsgedrag... 36

3.4.5.1 Geraadpleegde diensten voor toerisme ... 36

3.4.5.2 Kennis en gebruik van Kustschatten... 36

3.4.5.3 Geraadpleegde brochures (vooraf en/of ter plaatse)... 36

3.4.5.4 Geraadpleegde websites ... 37

3.4.5.5 Andere geraadpleegde informatiebronnen ... 37

3.4.5.6 Overzicht raadpleging informatiebronnen... 37

3.4.5.7 Kanalen voor boekingen ... 37

3.5 Luxemburgse markt ... 39

3.5.1 Profiel van de Luxemburgse verblijfstoeristen... 39

3.5.1.1 Sociale klasse... 39

3.5.1.2 Leeftijd en samenstelling van reizend gezelschap... 39

3.5.1.3 Milieuvriendelijke ingesteldheid (2005) ... 39

3.5.1.4 Herhaalbezoek... 40

3.5.2 Karakteristieken van segmenten naar vakantiegedrag ... 40

3.5.2.1 Logiesvorm ... 40

3.5.2.2 Verblijfsduur en type van verblijf ... 40

3.5.2.3 Verblijfsperiode ... 41

3.5.2.4 Gebruikte transportmiddel ... 41

3.5.3 Overwegen van andere bestemmingen ... 41

3.5.4 Evaluatie van verblijf aan de Kust ... 41

3.5.4.1 Algemene tevredenheid (2005) ... 41

3.5.4.2 Intentie voor herhaalbezoek... 41

3.5.4.3 Evaluatie prijs/kwaliteitsverhouding (2005)... 42

3.5.5 Informatie- en boekingsgedrag... 42

3.5.5.1 Geraadpleegde diensten voor toerisme ... 42

3.5.5.2 Kennis en gebruik van Kustschatten... 42

3.5.5.3 Geraadpleegde brochures (vooraf en/of ter plaatse)... 42

3.5.5.4 Geraadpleegde websites ... 42

3.5.5.5 Andere geraadpleegde informatiebronnen ... 43

3.5.5.6 Overzicht raadpleging informatiebronnen... 43

3.5.5.7 Kanalen voor boekingen ... 43

3.6 Britse markt... 44

3.6.1 Profiel van de Britse verblijfstoeristen... 44

3.6.1.1 Regio van herkomst ... 44

3.6.1.2 Sociale klasse... 44

3.6.1.3 Leeftijd en samenstelling van reizend gezelschap... 44

3.6.1.4 Milieuvriendelijke ingesteldheid (2005) ... 45

3.6.1.5 Herhaalbezoek... 45

3.6.2 Karakteristieken van segmenten naar vakantiegedrag ... 45

3.6.2.1 Verblijfsduur en type van verblijf ... 45

3.6.2.2 Verblijfsperiode ... 45

3.6.2.3 Gebruikte transportmiddel ... 46

3.6.3 Overwegen van andere bestemmingen ... 46

3.6.4 Evaluatie van verblijf aan de Kust ... 46

3.6.4.1 Algemene tevredenheid (2005) ... 46

(4)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 4

3.6.4.2 Positieve of negatieve elementen in tevredenheid ... 46

3.6.4.3 Intentie voor herhaalbezoek... 47

3.6.4.4 Evaluatie prijs/kwaliteitsverhouding (2005)... 47

3.6.5 Informatie- en boekingsgedrag... 47

3.6.5.1 Geraadpleegde diensten voor toerisme ... 47

3.6.5.2 Geraadpleegde brochures (vooraf en/of ter plaatse)... 47

3.6.5.3 Geraadpleegde websites ... 47

3.6.5.4 Andere geraadpleegde informatiebronnen ... 48

3.6.5.5 Overzicht raadpleging informatiebronnen... 48

3.6.5.6 Kanalen voor boekingen ... 48

3.7 Vergelijking diverse markten en logiesvormen ... 49

4 Activiteiten ... 50

4.1 Raming aantal ondernomen activiteiten ... 50

4.1.1 Excursies naar andere kustgemeenten... 50

4.1.2 Rondritten weg van de Kust ... 50

4.1.3 Stads- en dorpsbezoeken weg van de Kust ... 51

4.1.4 Fietstochten van meer dan één uur ... 51

4.1.5 Bezoek aan musea, evenementen en attractiepunten ... 51

4.2 Overzicht bruto participatiegraad diverse activiteiten... 52

4.3 Activiteiten van de vorige dag ... 52

5 Bestedingen... 53

5.1 Gemiddelde bestedingen... 53

5.2 Raming van de bestedingen ... 54

6 Bijlagen ... 56

(5)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 5

1 Inleiding

Westtoer organiseerde in 2005 in samenwerking met Toerisme Vlaanderen een

grootschalige enquête bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust. Dit onderzoek heeft als doel het verblijfstoerisme in commerciële logiesvormen aan de Vlaamse Kust in kaart te brengen voor de belangrijkste herkomstmarkten (België, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Groothertogdom Luxemburg).

Daarbij wordt gepeild naar:

• het profiel van de verblijfstoeristen;

• de karakteristieken van verschillende segmenten naar vakantiegedrag;

• het overwegen van andere bestemmingen naast de Vlaamse Kust;

• de evaluatie door de verblijfstoeristen van hun verblijf aan de Kust;

• het informatie- en boekingsgedrag;

• de activiteiten;

• de bestedingen.

De meest recente gegevens hierover dateren momenteel van 1999, toen een gelijkaardig onderzoek werd uitgevoerd. Het huidige onderzoek laat toe deze gegevens te actualiseren.

De rapportering van het onderzoek wordt opgesplitst in één tekstrapport (deel 1), waarin de resultaten van het onderzoek worden besproken, en acht tabellenrapporten (deel 2 tot en met 9).

In dit tekstrapport (deel 1) beschrijven we eerst de gevolgde onderzoeksmethodologie (punt 2). Vervolgens komen de profiel- en gedragskarakteristieken van de verblijfs- toeristen aan bod (punt 3). Tenslotte komen de activiteiten (punt 4) en de bestedingen (punt 5) aan bod.

De tabellenrapporten zijn als volgt opgesplitst. Deel 2 bevat de tabellen met betrekking tot de profiel- en gedragskarakteristieken van de Belgische markt. Deel 3 bevat dezelfde tabellen voor de Duitse markt, deel 4 voor de Nederlandse markt, deel 5 voor de Franse markt, deel 6 voor de Luxemburgse markt en deel 7 voor de Britse markt. Deel 8 bevat de tabellen met de globale profiel- en gedragskarakteristieken over de markten heen, met een vergelijking naar markt en naar logiestype. Deel 9 bevat de tabellen met betrekking tot de activiteiten en bestedingen.

(6)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 6

2 Onderzoeksmethodologie 2.1 Steekproef

We willen in dit onderzoek uitspraken kunnen doen over de verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Vlaamse Kust. Om pragmatische redenen werd de bevraging beperkt tot de belangrijkste combinaties van markten en logiesvormen. Tabel 1.1 geeft het aantal aankomsten weer in 2003 voor de in het onderzoek opgenomen combinaties van nationaliteit en logiesvorm. De bevraagde combinaties vertegenwoordigen 91 % van alle aankomsten.

Tabel 1.1

Aantal aankomsten aan de Vlaamse Kust vanuit België en de buurlanden in huurvakantiewoningen, hotels, campings, vakantiecentra en vakantiedorpen in 1998, gecorrigeerde NIS-cijfers

LOGIESVORM

België Duits-

land Neder-

land Frank- rijk

G.H.

Luxem- burg

Verenigd Konink-

rijk Totaal

Huurwoning 753 61 33 42 14 903 Hotel 830 85 80 73 29 150 1247 Camping 146 22 36 204 Vakantiecentra 252 252 Vakantiedorp 77 31 48 156 Totaal 2057 199 197 115 43 150 2761

Er werd geopteerd voor een quotasteekproef, zodanig dat binnen elke combinatie van nationaliteit en logiestype voldoende respondenten werden bevraagd om er uitspraken te kunnen over doen. Tabel 1.2 geeft de quota naar logiesvorm en land van herkomst weer die werden gehanteerd om de steekproef samen te stellen.

Tabel 1.2

Quota gehanteerd bij het onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005, naar logiesvorm en land van herkomst.

LOGIESVORM

België Duits-

land Neder-

land Frank- rijk

G.H.

Luxem- burg

Verenigd Konink-

rijk Totaal

Huurwoning 300 200 100 100 100 800 Hotel 300 200 200 200 100 200 1200 Camping 200 100 100 400 Vakantiecentra 250 250 Vakantiedorp 150 100 100 350 Totaal 1200 600 500 300 200 200 3000

Naast de quota op nationaliteit en logiesvorm, werden tijdens het veldwerk ook quota met betrekking tot de verblijfsperiode gehanteerd, gebaseerd op de spreiding van de

aankomsten voor elk logiestype in de gecorrigeerde NIS-cijfers van 2003. Tabel 1.3 toont de quota naar periode en land van herkomst.

(7)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 7 Tabel 1.3

Quota gehanteerd bij het onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005, naar periode en land van herkomst.

LOGIESVORM

België Duits-

land Neder-

land Frank- rijk

G.H.

Luxem- burg

Verenigd Konink-

rijk Totaal

Mei-juni 313 167 130 101 51 51 813 Juli-augustus 598 305 269 100 105 52 1429 September-

november 289 128 101 99 44 97 758 Totaal 1200 600 500 300 200 200 3000

Bij de organisatie van het veldwerk werd daarnaast ook rekening gehouden met de

spreiding van de aankomsten over de verschillende kustgemeenten. Er werden binnen elke combinatie nationaliteit – logiestype quota naar kustgemeente opgesteld1. Deze quota naar kustgemeente werden echter louter als richtlijn gehanteerd, aangezien we uitspraken wensen te doen op kustniveau en niet zozeer voor de kustgemeenten afzonderlijk. Gezien de grote concentratie van de Britse verblijfstoeristen in Oostende, werden zij enkel in deze kustgemeente bevraagd.

Bij de selectie van respondenten voor het onderzoek werden volgende criteria gehanteerd:

• verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen;

• reeds minimum 2 overnachtingen achter de rug;

• 18 jaar of ouder.

Volgende categorieën werden bijgevolg uitgesloten:

• personen die gratis logeren bij vrienden of familie, die in een tweede verblijf logeren, in gastenkamers, op een vaste standplaats op een camping (seizoens- of jaarplaats), in een mobilhome die niet op een camping staat of in jeugdlogies;

• zakentoeristen en deelnemers aan congressen of seminaries;

• dagtoeristen;

• verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen die slechts één nacht verblijven.

Het selectiecriterium dat respondenten reeds 2 nachten hebben verbleven, is noodzakelijk voor een correcte inschatting van de bestedingen. Om de gemiddelde besteding per persoon per nacht te kunnen inschatten, dient immers informatie te worden verzameld over de bestedingen tijdens één volledige dag, namelijk de dag voorafgaand aan het interview. Maar dit is slechts een volledige dag wanneer de respondent reeds minimum 2 nachten ter plaatse is.

De ondervraging gebeurde ‘face to face’ van mei tot en met november 2005. Een exemplaar van de vragenlijst is opgenomen in bijlage. De enquêteurs werden van nabij opgevolgd door Westtoer. Een steekproef van ondervraagde respondenten werd door Westtoer achteraf telefonisch gecontacteerd om na te gaan of de bevraging door de enquêteurs correct was verlopen.

Na datacontrole bleven er 2774 bruikbare gerealiseerde enquêtes over. Daarmee werd informatie verzameld met betrekking tot ruim 8900 verblijfstoeristen aan de Kust,

1 Voor hotels en huurvakantiewoningen werd dit gebaseerd op NIS-cijfers per kustgemeente van 2003, voor campings op NIS-cijfers van 1999, voor vakantiecentra en vakantiedorpen op STER- gegevens van 2004 met betrekking tot de verdeling van het aanbod (beddencapaciteit) over de kustgemeenten.

(8)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 8

aangezien de bevraging grotendeels betrekking had op het reisgezelschap in haar geheel.

Het gemiddelde reisgezelschap bestond uit 3 personen. Tabel 1.4 toont het aantal

gerealiseerde enquêtes binnen elke combinatie van nationaliteit en logiestype. Vooral voor de Franse en Luxemburgse toeristen bleken de vooropgestelde quota moeilijk haalbaar.

Toch is het gerealiseerde aantal enquêtes voldoende om uitspraken te doen over alle herkomstmarkten en alle logiesvormen.

Tabel 1.4

Aantal gerealiseerde enquêtes bij het onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005, naar logiesvorm en land van herkomst.

LOGIESVORM

België Duits-

land Neder-

land Frank- rijk

G.H.

Luxem- burg

Verenigd Konink-

rijk Totaal

Huurwoning 334 152 90 57 32 665 Hotel 295 183 180 97 103 225 1083 Camping 218 66 125 409 Vakantiecentra 277 277 Vakantiedorp 146 95 99 340 Totaal 1270 496 494 154 135 225 2774

2.2 Verwerking van de gegevens 2.2.1 Datacleaning

Na het invoeren van de gegevens in het dataverwerkingsprogramma, werd de datafile aan een zeer uitgebreide controle onderworpen. In geval van ontbrekende antwoorden,

extreme waarden of inconsistente antwoordpatronen werd teruggegrepen naar de oorspronkelijke vragenlijst, ten einde fouten bij het invoeren van de gegevens te kunnen uitsluiten.

2.2.2 Weging van de resultaten

De quotasteekproef werd zodanig opgesteld, dat voor elke combinatie van nationaliteit en logiesvorm voldoende respondenten werden bevraagd om uitspraken mogelijk te maken.

Uiteraard is dit aantal bevraagde respondenten per nationaliteit en logiestype niet

proportioneel met het aandeel van elke combinatie in de populatie. Om globale uitspraken mogelijk te maken over alle nationaliteiten en logiestypes heen, moeten de data worden gewogen.

Afhankelijk van het voorwerp van de analyse, wordt de weging gebaseerd op het aantal aankomsten of het aantal overnachtingen in de populatie:

voor alle tabellen, uitgezonderd de tabellen met betrekking tot de bestedingen, is de weging gebaseerd op de aankomsten;

voor de tabellen met betrekking tot de bestedingen is de weging gebaseerd op de overnachtingen. De reden hiervoor is, dat we de gemiddelde besteding per persoon per nacht inschatten, zodat het aantal overnachtingen van elke groep van

doorslaggevend belang is.

(9)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 9

Het berekenen van de wegingscoëfficiënten gebeurde in drie stappen:

Het aandeel van de verschillende combinaties nationaliteit/logiestype in onze steekproef werd vergeleken met de gecorrigeerde NIS-cijfers van 20032. Er werd een eerste wegingsvariabele geconstrueerd om de steekproef in overeenstemming te brengen met de NIS-cijfers met betrekking tot de aankomsten of overnachtingen.

Vervolgens werd per nationaliteit, over alle logiesvormen heen, de verdeling over de kustgemeenten bekeken, waarbij de in stap 1 berekende weging reeds werd

toegepast. Voor elke nationaliteit werd het gewogen aandeel van de kustgemeenten in de steekproef vergeleken met het aandeel van de kustgemeenten in de NIS-cijfers, wat betreft aankomsten of overnachtingen. Er werden bijkomende wegingscoëfficiënten berekend om de steekproef in overeenstemming te brengen met de NIS-cijfers.

Vermenigvuldiging van de in stap 1 berekende wegingsvariabelen met deze bijkomende wegingscoëfficiënten, levert de totale wegingsvariabele op. Deze tweede stap gebeurde uiteraard niet voor de Britten, aangezien zij enkel in Oostende werden bevraagd.

Tenslotte werd bekeken of de in stap 2 uitgevoerde herweging op kustgemeente geen negatieve invloed heeft op de in stap 1 gemaakte herweging op nationaliteit en logiestype. Het is immers mogelijk dat beide wegingen elkaar tegenwerken. Voor de Belgen, Duitsers en Nederlanders bleek dit geen problemen op te leveren. Voor de Fransen en Luxemburgers bleek echter, dat de bijkomende weging op kustgemeente de verhouding tussen de logiestypes opnieuw vertekende. Bij deze nationaliteiten is

Oostende namelijk enigszins oververtegenwoordigd in de steekproef, maar wanneer men hierop corrigeert, wordt het aandeel van de hotels teveel naar beneden getrokken, omdat in Oostende net veel hotelgasten werden bevraagd. Het is voor deze

nationaliteiten bijgevolg onmogelijk om tegelijkertijd logiestype en kustgemeente onder controle te houden. Omdat een correct aandeel van de logiestypes belangrijker is voor de resultaten dan het aandeel van de kustgemeente , werd de weging op

kustgemeente voor deze nationaliteiten opnieuw achterwege gelaten.

2.2.3 Berekening van activiteiten

Bij de verwerking van de resultaten met betrekking tot de activiteiten dienen een aantal opmerkingen te worden gemaakt:

• Allereerst dient in het achterhoofd te worden gehouden, dat de vragen met betrekking tot de activiteiten werden voorgelegd aan de persoon van het aanwezige

reisgezelschap die het eerst verjaarde vanaf de datum van ondervraging en die

minstens 12 jaar oud was. Dit kan dus een andere persoon zijn dan degene die de rest van de vragenlijst beantwoordde. De bedoeling van deze regel is, ervoor te zorgen dat we, over alle interviews heen, een beeld krijgen van de activiteiten van de diverse leden van de reisgezelschappen, niet enkel van de ‘woordvoerders’ van de

gezelschappen. Op deze manier komen ook de leeftijdsgebonden activiteiten van min 18-jarigen aan bod.

• Verder dient te worden opgemerkt dat de vragenlijst slechts het aantal excursies, fietstochten en bezoeken aan musea, attractiepunten en evenementen nagaat tot op

2 Op het moment van bevraging waren de cijfers van 2003 de meest recente bruikbare

gegevens. De cijfers van 2004 waren niet bruikbaar wegens de aanpassing van de definitie van een aantal logiestypes.

(10)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 10

het ogenblik van ondervraging. Om de frequentie van deze activiteiten gedurende het volledige verblijf in te schatten, werd een correctiefactor toegepast. Voor elke categorie van respondenten waarover we een uitspraak willen doen (bvb. totaalresultaat, Belgen, hotelgasten, gezinnen met kinderen...) werd deze correctiefactor op geaggregeerd niveau berekend als de verhouding tussen het gemiddeld aantal nachten van de volledige verblijfsduur tegenover het gemiddeld aantal nachten tot op het moment van ondervraging. Voor het totaalresultaat, over alle nationaliteiten en logiestypes heen, bedraagt deze correctiefactor 2,2. Deze correctiefactor wordt toegepast op de

brutoparticipatiegraad: het aantal ondernomen excursies, fietstochten of bezoeken per 100 verblijfstoeristen.

Toepassing van deze correctiefactor houdt in dat we veronderstellen dat, wanneer iemand bvb. halverwege zijn verblijf een bepaald aantal excursies heeft ondernomen, hij tijdens de tweede helft van zijn verblijf nog eens precies evenveel excursies zal ondernemen.

Deze correctiefactor heeft echter geen invloed op respondenten die een bepaalde activiteit op het moment van ondervraging nog niet hebben ondernomen: er wordt van uitgegaan dat zij dit na de ondervraging evenmin zullen doen. Dit zorgt voor een zekere onderschatting van het aantal ondernomen activiteiten per verblijfstoerist. Dit impliceert ook dat de correctie geen enkele invloed heeft op de nettoparticipatiegraad:

het percentage van de verblijfstoeristen dat een bepaalde activiteit minstens één keer heeft ondernomen. Deze nettoparticipatiegraad wordt daarom niet gerapporteerd.

• Het aantal ondernomen activiteiten per verblijfstoerist wordt anderzijds ook overschat, omdat de gemiddelde verblijfsduur in de bevraging een stuk hoger ligt dan in de populatie. Verblijfstoeristen die slechts voor één nacht aan de Kust verbleven werden immers uitgesloten uit het onderzoek. Bovendien hebben verblijfstoeristen met een langere verblijfsduur meer kans om opgenomen te worden in het onderzoek, aangezien ze langer ter plaatse zijn en dus meer kans maken om een enquêteur te kruisen.

We gaan ervan uit dat deze overschatting gecompenseerd wordt door de hierboven vermelde onderschatting.

• De gecorrigeerde brutoparticipatiegraad wordt toegepast op het aantal aankomsten van verblijfstoeristen, om het totaal aantal ondernomen excursies, fietstochten en bezoeken in de populatie te ramen. Hiervoor werden de gecorrigeerde NIS-cijfers van de aankomsten in 2005 gebruikt3. Deze raming is beperkt tot de in het onderzoek bevraagde combinaties van nationaliteit en logiesvorm.

• Bij de bevraging van de excursies naar andere kustgemeenten werd niet nagegaan hoeveel keer elke kustgemeente werd aangedaan. Het is dan ook niet mogelijk om een brutoparticipatie per kustgemeente te berekenen (het aantal bezoeken per 100

verblijfstoeristen). De analyse is hier beperkt tot het weergeven van de kustgemeenten die werden aangedaan door de respondenten die op het moment van bevraging een excursie naar een andere kustgemeente hebben ondernomen.

3 In de NIS-cijfers van 2005 worden de logiesvormen anders gedefineerd. De in het onderzoek gehanteerde categorieën ‘vakantiedorpen’ en ‘vakantiecentra’ worden niet langer gehanteerd.

Om het aantal aankomsten in deze categorieën in 2005 in te schatten, werden de verhoudingen tussen de logiesvormen in 2003 toegepast op de cijfers van 2005.

(11)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 11

• Ook bij de verschillende musea, attractiepunten en evenementen werd niet nagegaan hoeveel keer deze individuele punten werden bezocht. Voor de berekening van de brutoparticipatie gaan we ervan uit dat de ondervraagde personen de individuele musea, attractiepunten en evenementen maximaal één keer bezoeken.

2.2.4 Berekening van bestedingen

Bij de verwerking van de resultaten met betrekking tot de bestedingen dienen volgende opmerkingen te worden gemaakt:

• De inschatting van gemiddelde bestedingen wordt gemakkelijk vertekend door de invloed van extreme waarden. Om dit te vermijden, werd bij de berekening van de gemiddelde uitgaven voor het logies gebruik gemaakt van de ‘trimmed mean’-techniek.

Binnen elke combinatie van land van herkomst en logiesvorm werden de respondenten met de 5% hoogste en 5% laagste waarden buiten beschouwing gelaten, met

betrekking tot hun uitgave per persoon per nacht aan het logies (exclusief maaltijden in half/vol pension).

• Om dezelfde reden werden ook voor de inschatting van de overige bestedingen de respondenten met de 2,5% hoogste en de 2,5% laagste waarden buiten beschouwing gelaten, met betrekking tot hun totale variabele uitgaven aan de kust en in het hinterland.

• Respondenten die in een hotel of vakantiecentrum logeren in een formule met half of vol pension, weten niet hoeveel ze betalen voor het logies afzonderlijk. Ook

respondenten die een arrangementsprijs betaald hebben waarin onder meer half of vol pension is inbegrepen, kennen de afzonderlijke prijs van deze component niet. We gaan uit van volgende veronderstellingen over de prijs van half en vol pension, gebaseerd op brochures van en navraag bij hotels en vakantiecentra:

− hotelverblijf, half pension: 17,93 euro per persoon per nacht;

− hotelverblijf, half pension in arrangement: 14,34 euro per persoon per nacht;

− hotelverblijf, vol pension: 30,76 euro per persoon per nacht;

− hotelverblijf, vol pension in arrangement: 24,61 euro per persoon per nacht;

− vakantiecentrum, half pension: 12,00 euro per persoon per nacht;

− vakantiecentrum, half pension in arrangement: 9,60 euro per persoon per nacht;

− vakantiecentrum, vol pension: 20,00 euro per persoon per nacht;

− vakantiecentrum, vol pension in arrangement: 16,00 euro per persoon per nacht;

− drank aan de bar inbegrepen in arrangement: 8,00 euro per persoon per nacht.

• Een aantal respondenten boekten een arrangement waarin transport inbegrepen is. We gaan uit van de volgende transportkosten binnen deze arrangementen4:

− Britten op coach holiday:

◦ 15% van het arrangement als touroperatorcommissie;

◦ £390 per dag per bus met gemiddeld 38 personen;

◦ £449 per bus voor de ferry, met gemiddeld 38 personen per bus.

− Britten in een selfdrive formule:

4 Gebaseerd op een bevraging van de Britse touroperators via het buitenlandkantoor van Toerisme Vlaanderen voor de Britse verblijfstoeristen, en op een bevraging van de Belgische autocar sector voor de overige verblijfstoeristen.

(12)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 12

◦ 15% van het arrangement als touroperatorcommissie;

◦ £60 per wagen voor de ferry.

− Belgen in autocar: 320 euro per dag + 0,6 euro per km, voor een bus met gemiddeld 38 personen.

− Andere nationaliteiten in autocar: 340 euro per dag + 0,6 euro per km, voor een bus met gemiddeld 38 personen.

• De gemiddelde bestedingen per persoon per nacht worden gerapporteerd naar land van herkomst, logiesvorm en de combinatie van beide. Voor de gemiddelde bestedingen naar de diverse andere variabelen tonen we geen absolute bedragen, maar indexcijfers als indicator. De reden hiertoe is dat alhoewel het databestand de structuur van de overnachtingen met betrekking tot land van herkomst en logiesvorm weergeeft, dit niet noodzakelijk het geval is voor de afzonderlijke waarden van een variabele (bvb voor elke leeftijdscategorie apart). Bovendien treden naarmate men meer variabelen

combineert meer en meer ontbrekende waarden op, waardoor men van het gemiddelde kan afwijken.

• Om de geraamde bestedingen te berekenen, maakten we gebruik van de gecorrigeerde NIS-cijfers met betrekking tot de overnachtingen in 20055. Voor de combinaties van nationaliteit en logiestype die niet bevraagd werden in het onderzoek, gingen we uit van de volgende veronderstellingen:

− logies voor specifieke doelgroepen: 32 euro per persoon, per nacht, ongeacht de nationaliteit6;

− Duitsland (vakantiecentra), Nederland (vakantiecentra), Frankrijk (vakantiedorpen, vakantiecentra, campings), G.H.-Luxemburg (vakantiedorpen, vakantiecentra en campings), Verenigd Koninkrijk (vakantiedorpen, vakantiecentra, individuele huurvakantiewoningen en campings): de verhouding van de bestedingen van de hotelgasten uit de betreffende buitenlandse markt tegenover de bestedingen van de Belgische hotelgasten overnemen;

− andere markten dan België, Duitsland, Nederland, Frankrijk, G.H.-Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk: per logiesvorm de gemiddelde bestedingen van de vijf

onderzochte buitenlandse markten overnemen.

Merk wel op dat deze niet bevraagde combinaties van nationaliteit en logiestype slechts 7% uitmaken van het totaal aantal overnachtingen in 2005.

2.2.5 Nauwkeurigheid van de resultaten

Bij de interpretatie van de resultaten dient men rekening te houden met de statistische nauwkeurigheid van de resultaten. Percentages die gemeten worden in een steekproef, kunnen in bepaalde mate afwijken van de werkelijke percentages in de populatie. De nauwkeurigheid hangt in de eerste plaats af van de steekproefgrootte. In de tweede plaats hangt de nauwkeurigheid ook af van de grootte van de percentages: de meetfout op

5 In de NIS-cijfers van 2005 worden de logiesvormen anders gedefineerd. De in het onderzoek gehanteerde categorieën ‘vakantiedorpen’ en ‘vakantiecentra’ worden niet langer gehanteerd.

Om het aantal aankomsten in deze categorieën in 2005 in te schatten, werden de verhoudingen tussen de logiesvormen in 2003 toegepast op de cijfers van 2005.

6 Op basis van brochures en bevraging van logies voor doelgroepen.

(13)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 13

percentages rond 50% is groter dan de meetfout op percentages in de buurt van 0% of 100%.

Tabel 1.5 toont het betrouwbaarheidsinterval voor verschillende steekproefgroottes en percentages, bij een betrouwbaarheidsniveau van 95%. Deze tabel dient als volgt te worden geïnterpreteerd. Wanneer in een steekproef van 100 mensen een percentage van 50% wordt gemeten, dan hebben we 95% zekerheid dat de werkelijke waarde in de populatie binnen het interval ligt van 50% ± 9,8%, dus tussen 40,2% en 59,8%.

Tabel 1.5

N ± %

bij 50%

± % bij 30% of

70%

± % bij 10% of

90%

± % bij 5% of

95%

± % bij 1% of

99%

50 13,9 12,7 8,3 6,0 2,8 100 9,8 9,0 5,9 4,3 2,0 200 6,9 6,4 4,2 3,0 1,4 300 5,7 5,2 3,4 2,5 1,1 400 4,9 4,5 2,9 2,1 1,0 500 4,4 4,0 2,6 1,9 0,9 750 3,6 3,3 2,1 1,6 0,7 1000 3,1 2,8 1,9 1,4 0,6 1500 2,5 2,3 1,5 1,1 0,5 2000 2,2 2,0 1,3 1,0 0,4 2500 2,0 1,8 1,2 0,9 0,4 2774 1,9 1,7 1,1 0,8 0,4 Bij de aanmaak van de tabellen is ervoor gekozen, om bepaalde categorieën die slechts

een beperkt aantal respondenten bevatten, toch te behouden, en ze niet toe te voegen aan een grotere groep, zodat de betekenis van de categorieën duidelijk blijft. Stel bijvoorbeeld dat de steekproef 74 gezelschappen telt waarvan het jongste kind tussen 12 tot 17 jaar is, en 35 gezelschappen waarvan het jongste kind 18-24 jaar is. In een dergelijk geval geven we er de voorkeur aan beide groepen afzonderlijk te rapporteren, liever dan een

‘verwaterde’ categorie van 109 gezelschappen met kinderen tussen 12 en 24 jaar te creëren, waarvan de betekenis minder duidelijk is.

Het gevolg van deze keuze is wel, dat bepaalde tabellen percentages tonen die gebaseerd zijn op een beperkt aantal respondenten. Bij de interpretatie hiervan moet rekening gehouden worden met de hierboven omschreven nauwkeurigheid.

(14)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 14

3 Profiel- en gedragskarakteristieken 3.1 Belgische markt

3.1.1 Profiel van de Belgische verblijfstoeristen

3.1.1.1 Regio van herkomst

Iets meer dan een vijfde van de Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Vlaamse Kust is afkomstig van de provincie Antwerpen (zie tabel 2.1).

Oost-Vlaanderen, Limburg, Vlaams-Brabant en Luik leveren elk tussen 10 en 15% van de verblijfstoeristen.

De regio van herkomst van de Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen in 2005 is grotendeels hetzelfde als in 1999.

3.1.1.2 Sociale klasse

Tabel 2.2 toont het huidige beroep van de Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Vlaamse Kust, in tabel 2.3 wordt voor de gepensioneerden het vroeger beroep vermeld.

In 2005 is bij 43% van de Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen het gezinshoofd gepensioneerd. Dit is iets meer dan in 1999 (tabel 2.3).

Ongeveer een derde is (of was) bediende, iets meer dan een kwart is arbeider, ongeveer een tiende is zelfstandig handelaar of oefent een ambacht uit, ongeveer een tiende is kaderpersoneel. Ondernemers en vrije beroepen vertegenwoordigen bijna 6% van de Belgische verblijfstoeristen, onderwijzend personeel iets meer dan 7%. In vergelijking met 1999 zijn er iets meer arbeiders, en minder ondernemers en vrije beroepen. De

beroepscategorie wordt opgesplitst naar regio van herkomst in tabel 2.4.

Ongeveer een kwart heeft hoger niet-universitair onderwijs genoten, ongeveer een zevende volgde universitair onderwijs (tabel 2.5).

3.1.1.3 Leeftijd en samenstelling van reizend gezelschap

De ondervraagde Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen zijn gemiddeld iets ouder dan 53 jaar (tabel 2.7), hun gezinshoofd is gemiddeld twee jaar ouder (tabel 2.8).

Ongeveer 15% van de ondervraagde toeristen is jonger dan 35; ongeveer een vierde is tussen 35 en 49 jaar. De medioren (50-64 jaar) maken iets meer dan een vierde uit. Bijna één derde van de Belgische verblijfstoeristen is ouder dan 65, waarvan ongeveer 12%

ouder dan 75 (tabel 2.7). Deze laatste groep is ruim dubbel zo belangrijk geworden in vergelijking met 1999 (tabel 2.6).

(15)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 15

Tabellen 2.9 tot 2.11 tonen de samenstelling van het reizende gezin (exclusief familie, vrienden, lief) en het reizende gezelschap (inclusief familie, vrienden, lief). In ongeveer 4 op 10 van de Belgische reisgezelschappen aan de Kust zijn er kinderen aanwezig (tabel 2.11). Het zwaartepunt ligt daarbij bij kinderen onder de 12 jaar (29%). Gezelschappen met kinderen vanaf 12 jaar komen weinig voor (7,8%). Bijna één derde van de

gezelschappen bestaat uit gezelschappen van 65-plussers zonder kinderen.

Kijken we naar de samenstelling van het reizende gezin, in plaats van het reizende

gezelschap, dan zien we een lager percentage met kinderen (31,7%). De reden hiervoor is, dat heel wat kinderen vergezeld worden door volwassenen tot wiens gezin zij niet behoren (bvb grootouders).

3.1.1.4 Milieuvriendelijke ingesteldheid (2005)

Bijna de helft (46%) van de Belgische verblijfstoeristen geeft aan, dat de invoering van een keurmerk dat garanties biedt voor het milieuvriendelijk beheer, hun keuze van het logies ‘zeker of wellicht’ zou beïnvloeden (tabel 2.12).

Ongeveer eenzelfde percentage (48%) van de Belgische verblijfstoeristen zou ‘zeker of wellicht’ bereid zijn tot het betalen van een extra financiële bijdrage voor het in stand houden en verbeteren van de natuur, het landschap en het cultureel erfgoed van de vakantiebestemming. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 2.12 tot 2.14.

3.1.1.5 Herhaalbezoek

Voor 85,2 % van de Belgische verblijfstoeristen is het huidige verblijf aan de Kust een herhaalbezoek. Dit betekent dat zij in de periode van 2003 tot en met 2005, reeds minstens één ander verblijf doorbrachten aan de Vlaamse Kust in een commerciële logiesvorm (tabel 2.15).

Ongeveer 66% van deze herhaalbezoekers verbleef daarbij telkens in dezelfde badplaats.

Voor meer details verwijzen we naar tabellen 2.16 tot en met 2.20.

3.1.2 Karakteristieken van segmenten naar vakantie- gedrag

3.1.2.1 Logiesvorm

Hotels (38,3%) en individuele huurvakantiewoningen (38,6%) zijn de belangrijkste

commerciële logiesvormen voor Belgen aan de Kust, gevolgd door vakantiecentra (12,6%), campings (6,0%) en vakantiedorpen (4,4%). Deze verhoudingen zijn grotendeels

ongewijzigd sinds 1999. Opgelet: deze verdeling is geen rechtstreeks resultaat uit de bevraging, maar vloeit voort uit de weging van de steekproef naar logiestype, op basis van de NIS-cijfers met betrekking tot de aankomsten van 2005 (tabel 2.21).

Ruim 90% van de verblijven in een individuele huurvakantiewoning betreft een

appartement of studio. Meer dan de helft (57%) van de verhuur verloopt rechtstreeks via de eigenaar, ongeveer een derde (34,3%) via het verhuurkantoor, in de resterende 8%

van de gevallen via een andere derde.

(16)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 16

Bijna de helft (45,3%) van de kampeerverblijven gebeuren met een toercaravan, ongeveer een vijfde huurt een stacaravan, en ongeveer 15% slaapt in een tent. Verder huurt 8,7%

een chalet of bungalow, en brengt respectievelijk 5,2% en 6,1% een campingcar of mobilhome mee. In vergelijking met 1999 is het belang van de tent als slaapplaats op campings afgenomen.

Een beschrijving van de profielkenmerken binnen elke logiesvorm is opgenomen in de tabellen 2.22 tot en met 2.25.

3.1.2.2 Verblijfsduur en type van verblijf

Opgelet: de verblijfsduur wordt in deze studie enigszins overschat. Verblijfstoeristen die slechts voor één nacht aan de Kust verbleven werden immers uitgesloten uit het

onderzoek. Bovendien hebben verblijfstoeristen met een langere verblijfsduur meer kans om opgenomen te worden in het onderzoek, aangezien ze langer ter plaatse zijn en dus meer kans maken om aangesproken te worden door een enquêteur.

De gemiddelde Belgische verblijfstoerist in een commerciële logiesvorm blijft volgens onze resultaten 9,6 nachten aan de Kust. Dit is iets minder lang dan het gemiddelde in 1999 (10,8). Meer dan een vierde (27,5%) blijft minder dan 4 nachten (tabel 2.26).

Eén vierde van de verblijven betreft een weekend of verlengd weekend: een overnachting op zaterdag + maximum 3 nachten ervoor of erna (tabel 2.27). Midweeks (maximum 5 nachten, geen overnachting op vrijdag of zaterdag) vertegenwoordigen 13% van de verblijven. Ruim de helft van de verblijven (51%) duurt minimum een week, ruim een vijfde (22,3%) duurt minimum 2 weken. Voor een beschrijving van de profielkenmerken naar type van verblijf verwijzen we naar tabellen 2.28 tot en met 2.31.

3.1.2.3 Verblijfsperiode

Opgelet: onderstaande cijfers vormen slechts een ruwe indicatie van de spreiding van het verblijfstoerisme over de seizoenen, aangezien zij mede beïnvloed worden door het verloop van het veldwerk.

Ongeveer 44% van de ondervraagde personen kwam in juli naar de Kust, bijna een derde tijdens het voorseizoen (mei-juni) en ongeveer een vierde tijdens het naseizoen

(september – november) (tabel 2.32). De concentratie binnen het hoogseizoen is in 2005 minder groot dan in 1999. Voor een beschrijving van de profielkenmerken naar

verblijfsperiode verwijzen we naar tabellen 2.33 tot en met 2.37.

3.1.2.4 Gebruikte transportmiddel

De auto blijft het belangrijkste vervoermiddel naar de Kust (82%), gevolgd door de trein (15,5%) (tabel 2,38). Toch heeft de trein sinds 1999 (10,3%) aan belang gewonnen.

De auto wordt in het merendeel van de gevallen bovengronds op de parking van het logies geparkeerd (45,1%), en in ongeveer 30% langs de openbare weg. Ongeveer 16% van de auto’s wordt ondergronds geparkeerd, wat een stuk meer is dan in 1999 (9%).

(17)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 17

Voor een beschrijving van de profielkenmerken naar het gebruikte transportmiddel verwijzen we naar tabellen 2.39 tot en met 2.44.

3.1.3 Overwegen van andere bestemmingen

Slechts 8,7% van de Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen heeft een alternatieve bestemming overwogen voor hun weekend of vakantie (tabel 2.45). Deze twijfelaars dachten dan vooral aan een zonnige bestemming (38,5%), gevolgd door de Ardennen (16,1%) en de Noord-Franse kust (11,9%) (tabel 2.46).

De belangrijkste aangehaalde sterke punten van de Vlaamse Kust tegenover deze

alternatieve bestemmingen zijn de gemakkelijke bereikbaarheid (33,5%) en de positieve beleving van het Vlaamse kustlandschap (17,6%) (tabel 2.47). De belangrijkste negatieve aangehaalde aspecten zijn slechte weersomstandigheden (24,6%) en een te hoog

prijsniveau (11,8%) (tabel 2.48).

Voor meer details over het overwegen van andere bestemmingen verwijzen we naar tabellen 2.49 tot en met 2.53.

3.1.4 Evaluatie van verblijf aan de Kust

3.1.4.1 Algemene tevredenheid (2005)

Bijna drie kwart (73,8%) van de Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen geeft aan dat hun verblijf aan de Kust gewoon beantwoordt aan hun verwachtingen (tabel 2.54) Voor 4,5% was het verblijf beter dan verwacht, voor 3,5% zelfs veel beter. Voor 7,9% was het verblijf minder dan verwacht, vrijwel niemand (0,2%) vond het veel minder dan verwacht. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 2.54 tot en met 2.59.

3.1.4.2 Positieve of negatieve elementen in tevredenheid

Wanneer het verblijf beter is dan verwacht, is het weer de belangrijkste meevaller (38,4%), gevolgd door de logiesaccommodatie (18,4%), de gezellige sfeer (7,5%) en de positieve beleving van het kustlandschap (6,8%) (tabel 2.60).

Een gelijkaardig beeld zien we wanneer het verblijf slechter is dan verwacht: in dat geval is het weer veruit de belangrijkste tegenvaller (67,8%), gevolgd door de logiesaccommodatie (11,5%) (tabel 2.61).

3.1.4.3 Intentie voor herhaalbezoek

De intentie voor herhaalbezoek bij de Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Vlaamse Kust is zeer hoog: maar liefst 94% is geneigd er in de komende 3 jaar opnieuw een vakantie of weekend door te brengen, waarvan 63,8% ‘zeker’

en 31,2% ‘wellicht’ (tabel 2.62). Bij de verblijfstoeristen met een intentie tot

herhaalbezoek is de trouw aan de badplaats zeer hoog: 86,2 % zou opnieuw voor de badplaats kiezen waar ze op het moment van de bevraging verbleven. Voor meer details over de intentie tot herhaalbezoek verwijzen we naar tabellen 2.62 tot en met 2.67.

(18)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 18

3.1.4.4 Evaluatie prijs/kwaliteitsverhouding (2005)

De meerderheid van de Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen (60,8%) schatten de prijs/kwaliteitsverhouding van hun verblijf aan de Kust in als goed zonder meer (tabel 2.68). Meer dan een vierde vindt de prijs/kwaliteitsverhouding zeer goed (21,5%) tot uitstekend (6,4%). Iets meer dan 1 op 10 vindt de verhouding minder goed (10,3%) tot slecht (1.1%). Voor meer details verwijzen we naar tabellen 2.68 tot en met 2.73.

3.1.5 Informatie- en boekingsgedrag

3.1.5.1 Geraadpleegde diensten voor toerisme

De Belgische verblijfstoerist in een commerciële logiesvorm aan de Kust maakt voor zijn afreis vrij weinig gebruik van toeristische diensten. Nauwelijks 1 op 10 (9,8%) van de verblijfstoeristen heeft voor afreis een dienst voor toerisme geraadpleegd (tabel 2.74).

Daarbij gaat het voornamelijk om de gemeentelijke diensten voor toerisme (7,2%) en in veel mindere mate om Toerisme Vlaanderen (2,9%) of Westtoer (0,8%). Voor meer details verwijzen we naar tabellen 2.75 tot en met 2.79.

3.1.5.2 Kennis en gebruik van Kustschatten

Bijna 3 op 10 Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen is op de hoogte van het bestaan van de regiopocket ‘Kustschatten’, bijna 1 op 5 (18,1%) heeft bovendien een exemplaar in zijn bezit. De brochure is het best gekend bij verblijfstoeristen die in een vakantiedorp of een individuele vakantiewoning logeren. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 2.80 en 2.81.

Van de verblijfstoeristen die een exemplaar van ‘Kustschatten’ in hun bezit hebben, geeft ongeveer 45% aan dat ze dankzij deze brochure nieuwe dingen hebben ontdekt aan de Kust, waardoor hun verblijf extra boeiend is geworden (tabel 2.82).

3.1.5.3 Geraadpleegde brochures (vooraf en/of ter plaatse)

Ongeveer 4 op 10 (39,9%) Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen heeft voor of tijdens zijn verblijf een brochure geraadpleegd (tabel 2.83). Ruim 1 op 4 (26,9%) raadpleegde een bovengemeentelijke brochures, waarbinnen ‘Vlaanderen Vakantieland’ de belangrijkste plaats inneemt (13,5%), gevolgd door ‘Kustschatten’ (9,9%) en de ‘Gids Toeristische Attracties en Musea van België (6,0%). Ongeveer 1 op vijf (21,7%) raadpleegde een gemeentelijke brochure. Vlaanderen Vakantieland wordt vrijwel

uitsluitend vooraf geraadpleegd, terwijl Kustschatten en de gemeentelijke brochures meer ter plaatse worden geraadpleegd dan vooraf. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 2.84 tot en met 2.88.

3.1.5.4 Geraadpleegde websites

Ruim één vierde van de Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen heeft minstens 1 website geraadpleegd om informatie te verzamelen voor zijn verblijf aan de Kust. De meest geraadpleegde websites zijn deze van de kustgemeente (12,8%) en van de logiesaccommodatie (11,7%). De websites van Toerisme Vlaanderen (5,3%) en de

(19)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 19

Kustwebsite (5,6%) trekken minder bezoekers aan onder de verblijfstoeristen. Voor meer details, zie tabellen 2.89 tot en met 2.93.

3.1.5.5 Andere geraadpleegde informatiebronnen

Bij de overige door de Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen geraadpleegde media neemt televisie de belangrijkste plaats in vooral dankzij het tv- programma ‘Vlaanderen Vakantieland’. De krant bekleedt een tweede plaats met 5,5%, waarbinnen betaalde advertenties (3,6%) iets belangrijker zijn dan artikels (2,2%).

Magazines worden geraadpleegd door 3,2% van de verblijfstoeristen. Slechts 1,1% geeft de radio aan als informatiebron (tabel 2.94).

Veel belangrijker dan deze media, zijn de informatie die men krijgt van familie en vrienden (25,4%) en de eigen ervaring van vorige bezoeken (42,7%).

Een reisbureau wordt door 2,6% aangehaald als een bron van informatie voor het verblijf.

Het belang van brochures van touroperators (0,7%), vakantiebeurzen (1,0%) en reisgidsen (1,0%) is zeer beperkt voor de Belgische verblijfstoerist. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 2.94 tot en met 2.98.

3.1.5.6 Overzicht raadpleging informatiebronnen

Het gebruik van de hierboven besproken informatiebronnen wordt samengevat in tabel 2.103. Van alle Belgische verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen heeft 70,8%

minstens 1 informatiebron geraadpleegd, 29,2% raadpleegden geen informatiebron of baseerden zich uitsluitend op eigen ervaringen (tabel 2.99). Bij de verblijfstoeristen die minstens 1 informatiebron raadpleegden, bekleden de toeristische brochures de

belangrijkste plaats (56,2%), gevolgd door het internet (37,6%), vrienden, familie en kennissen (36,1%), de diverse massamedia (22,4%) en de toeristische diensten (13,6%).

Meer details hierover staan in tabellen 2.99 tot en met 2.103.

3.1.5.7 Kanalen voor boekingen

Naast de hierboven besproken informatieverzameling, werd ook nagegaan of de

verblijfstoeristen ook echt de boeking van hun logies hebben gebaseerd op informatie uit brochures of websites. In totaal heeft bijna 1 op 5 Belgische verblijfstoeristen in

commerciële logiesvormen (18,1%) zijn boeking gebaseerd op informatie uit een brochure of website (tabel 2.104). Daarbij zijn de websites (12,7%) een belangrijkere bron van boekingsinformatie dan brochures (6,7%).

Binnen de websites zijn vooral de website van de logiesaccommodatie belangrijk (7,8%), gevolgd door de website van de kustgemeente (4,4%). Het belang van de websites van Toerisme Vlaanderen als boekingsbasis (1,8%) is ongeveer even groot als dat van de Kustwebsite (1,8%).

Binnen de brochures speelt ‘Vlaanderen Vakantieland’ veruit de belangrijkste rol als basis voor boekingen (3,4%), gevolgd door gemeentelijke brochures (1,7%) en touroperator- brochures (1,2%). Het belang van de brochure ‘Logies Vlaamse Kust’ als boekingsbasis is zeer beperkt (0,9%). Verdere details hierover zijn te vinden in tabellen 2.104 tot en met 2.108.

(20)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 20

3.2 Duitse markt

3.2.1 Profiel van de Duitse verblijfstoeristen

3.2.1.1 Regio van herkomst

Bijna 6 op 10 (57,9%) Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Vlaamse Kust is afkomstig uit de regio Nordrhein-Westfalen (tabel 3.1). Ongeveer een vijfde (19,5%) is afkomstig uit Rheinland-Pfalz of Saarland. De länder Hessen, Baden- Württemberg en Bayern zijn samen goed voor 14% van de Duitse verblijfstoerisen. De overige 10 länder leveren samen slechts 8,6% van de Duitse verblijfstoeristen.

In vergelijking met 1999 is het belang van de regio Nordrhein-Westfalen lichtjes gedaald.

3.2.1.2 Sociale klasse

Tabel 3.2 toont het huidige beroep van de Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Vlaamse Kust, in tabel 3.3 wordt voor de gepensioneerden het vroeger beroep vermeld.

In 2005 is iets meer dan een kwart (27,3%) van de gezinshoofden van de Duitse

verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen gepensioneerd. Dit is iets meer dan in 1999 (tabel 3.3).

Ongeveer een derde (34%) is (of was) bediende, 15,7% is arbeider, 14,5% is kaderlid.

Ondernemers en vrije beroepen vertegenwoordigen 14,3% van de Duitse verblijfstoeristen, ongeveer 1 op 10 is zelfstandige handelaar of ambachtsman. Het onderwijzend personeel vertegenwoordigt 8,1%.

Ongeveer een vijfde (21,4%) van de Duitse verblijfstoeristen heeft hoger niet-universitair onderwijs genoten, ongeveer een vijfde (21,7%) volgde universitair onderwijs (tabel 3.5).

3.2.1.3 Leeftijd en samenstelling van reizend gezelschap

De ondervraagde Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen zijn gemiddeld iets ouder dan 48 jaar (tabel 3.7), hun gezinshoofd is gemiddeld ongeveer twee jaar ouder (tabel 3.8).

Bijna 14% van de ondervraagde Duitse verblijfstoeristen is jonger dan 35; ruim twee vijfde is tussen 35 en 49 jaar. De medioren (50-64 jaar) maken bijna een derde (30,2%) uit.

Slechts ongeveer 14% van de Duitse verblijfstoeristen is ouder dan 65, waarvan slechts 2,4% ouder dan 75 (tabel 3.7). In vergelijking met 1999 is het belang van de

leeftijdscategorie 55-64 sterk gestegen, terwijl de categorie 25-34 jaar bijna is gehalveerd (tabel 3.6).

Tabellen 3.9 tot 3.11 tonen de samenstelling van het reizende gezin (exclusief familie, vrienden, lief) en het reizende gezelschap (inclusief familie, vrienden, lief). In ongeveer 4 op 10 (41,7%) Duitse reisgezelschappen aan de Kust zijn er kinderen aanwezig (tabel 3.11). Het zwaartepunt ligt daarbij bij kinderen onder de 6 jaar (23,6%). Gezelschappen

(21)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 21

met kinderen ouder dan 12 jaar komen weinig voor (6,3%). Binnen de gezelschappen zonder kinderen ligt het zwaartepunt bij de medioren (23,2%).

3.2.1.4 Milieuvriendelijke ingesteldheid (2005)

Ongeveer de helft (50,8%) van de Duitse verblijfstoeristen geeft aan, dat de invoering van en keurmerk dat garanties biedt voor het milieuvriendelijk beheer, hun keuze van het logies ‘zeker of wellicht’ zou beïnvloeden (tabel 3.12).

Iets meer dan de helft (55,8%) van de Duitse verblijfstoeristen zou ‘zeker of wellicht’

bereid zijn tot het betalen van een extra financiële bijdrage voor het in stand houden en verbeteren van de natuur, het landschap en het cultureel erfgoed van de

vakantiebestemming. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 3.12 tot 3.14.

3.2.1.5 Herhaalbezoek

Voor bijna twee derde (63,5%) van de Duitse verblijfstoeristen is het huidige verblijf aan de Kust een herhaalbezoek. Dit betekent dat zij in de periode van 2003 tot en met 2005, reeds minstens één ander verblijf doorbrachten aan de Vlaamse Kust in een commerciële logiesvorm (tabel 3.15).

De Duitse verblijfstoeristen zijn zeer trouw aan hun badplaats: ongeveer drie kwart

(75,4%) van de herhaalbezoekers verbleef telkens in dezelfde badplaats. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 3.16 tot en met 3.20.

3.2.2 Karakteristieken van segmenten naar vakantie- gedrag

3.2.2.1 Logiesvorm

Ongeveer twee vijfde (39,9%) van de Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen verblijven in hotels, bijna één derde huurt een individuele huur-

vakantiewoning. De vakantiedorpen ontvangen 17,5% van de Duitse verblijfstoeristen, de overige 10,9 % zit op camping (tabel 3.21). Deze verhoudingen tussen de logiestypes verschillen weinig van in 1999, zij het dat de vakantiedorpen lichtjes terrein verliezen ten voordele van de individuele huurvakantiewoningen. Opgelet: deze verdeling is geen rechtstreeks resultaat uit de bevraging, maar vloeit voort uit de weging van de steekproef naar logiestype, op basis van de NIS-cijfers met betrekking tot de aankomsten van 2005.

Binnen de individuele huurvakantiewoningen hebben de appartementen en studio’s een aandeel van 70,8%, tegenover 29,2% villa’s, bungalows en huisjes. Het merendeel van de verhuur (62,3%) verloopt rechtstreeks via de eigenaar, daarnaast gebeurt ruim twee derde (36,3%) via een verhuurkantoor.

Voor de Duitse kampeerder aan de Kust is de tent (27,9%) nog steeds de belangrijkste slaapplaats, gevolgd door drie ongeveer even belangrijke kampeervormen: de campingcar (21,3%), de mobilhome (18,9%) en de toercaravan (18,8%). Daarnaast huurt ongeveer 1 op 8 Duitse kampeerders een chalet of bungalow op de camping. In vergelijking met 1999 is het belang van de campingcar sterk toegenomen, ten nadele van de toercaravan.

(22)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 22

Een beschrijving van de profielkenmerken binnen elke logiesvorm is opgenomen in de tabellen 3.22 tot en met 3.25.

3.2.2.2 Verblijfsduur en type van verblijf

Opgelet: de verblijfsduur wordt in deze studie enigszins overschat. Verblijfstoeristen die slechts voor één nacht aan de Kust verbleven werden immers uitgesloten uit het

onderzoek. Bovendien hebben verblijfstoeristen met een langere verblijfsduur meer kans om opgenomen te worden in het onderzoek, aangezien ze langer ter plaatse zijn en dus meer kans maken om aangesproken te worden door een enquêteur.

De gemiddelde Duitse verblijfstoerist in een commerciële logiesvorm blijft volgens onze resultaten 8,5 nachten aan de Kust, wat een stuk minder lang is dan het gemiddelde in 1999 (9,9). In vergelijking met 1999 zijn de Duitse verblijfstoeristen aan de Kust minder geneigd om 2 weken of langer te blijven (tabel 3.26).

Weekends of verlengde weekends (een overnachting op zaterdag + maximum 3 nachten ervoor of erna) vertegenwoordigen 17,6% van de verblijven (tabel 3.27). Ongeveer 1 op 10 verblijven is een midweek (maximum 5 nachten, geen overnachting op vrijdag of zaterdag). Bijna 6 op 10 (57,4%) van de verblijven (51,6%) duurt minimum een week, ongeveer een vijfde (19,7%) duurt minimum 2 weken. Voor een beschrijving van de profielkenmerken naar type van verblijf verwijzen we naar tabellen 3.28 tot en met 3.31.

3.2.2.3 Verblijfsperiode

Opgelet: onderstaande cijfers vormen slechts een ruwe indicatie van de spreiding van het verblijfstoerisme over de seizoenen, aangezien zij mede beïnvloed worden door het verloop van het veldwerk.

Van de ondervraagde Duitse verblijfstoeristen kwam 46,8% in juli en augustus naar de Kust, ongeveer een vierde tijdens het voorseizoen (mei-juni) en 28,1% tijdens het naseizoen (september – november) (tabel 3.32). De concentratie binnen het hoogseizoen in 2005 verschilt niet van deze in 1999. Voor een beschrijving van de profielkenmerken naar verblijfsperiode verwijzen we naar tabellen 3.33 tot en met 3.37.

3.2.2.4 Gebruikte transportmiddel

Meer dan 9 op 10 (91,5%) Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust verplaatst zich per auto. Trein en touringcar vertegenwoordigen respectievelijk 6,8%

en 1,3% (tabel 3.38).

Van de Duitse verblijfstoeristen die per auto naar de Kust komen, parkeert iets meer dan de helft (55,8%) de auto bovengronds op de parking van het logies. Ruim een kwart (27,2%) parkeert langs de openbare weg.

Meer details hierover vindt u in tabel 3.39.

(23)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 23

3.2.3 Overwegen van andere bestemmingen

Van de Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust heeft slechts 8,4% op voorhand een alternatieve bestemming overwogen voor hun weekend of vakantie (tabel 3.40).

Voor meer details over het overwegen van andere bestemmingen verwijzen we naar tabellen 3.41 tot en met 3.45.

3.2.4 Evaluatie van verblijf aan de Kust

3.2.4.1 Algemene tevredenheid (2005)

Drie kwart van de Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen geeft aan dat hun verblijf aan de Kust gewoon voldoet aan de verwachtingen (tabel 3.46). Voor 18,9% valt het verblijf (veel) beter mee dan verwacht. Voor 5,1% was het verblijf minder dan verwacht, vrijwel niemand (0,2%) vond het veel minder dan verwacht. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 3.46 tot en met 3.50.

3.2.4.2 Positieve of negatieve elementen in tevredenheid

Wanneer het verblijf beter is dan verwacht, is het weer de belangrijkste meevaller (45,4%), gevolgd door de rust (16,9%), de positieve beleving van het kustlandschap (13,0%) en een goede logiesaccommodatie (10,6%) (tabel 3.51).

3.2.4.3 Intentie voor herhaalbezoek

De intentie voor herhaalbezoek bij de Duitse verblijfstoeristen in commerciële

logiesvormen aan de Vlaamse Kust is hoog: 89,8% is geneigd er in de komende 3 jaar opnieuw een vakantie of weekend door te brengen, waarvan 53,2% ‘zeker’ en 36,6%

‘wellicht’ wel (tabel 3.52). Bij de verblijfstoeristen met een intentie tot herhaalbezoek is ook de trouw aan de badplaats hoog: 79,8% zou opnieuw voor de badplaats kiezen waar ze op het moment van de bevraging verbleven. Voor meer details over de intentie tot herhaalbezoek verwijzen we naar tabellen 3.52 tot en met 3.56.

3.2.4.4 Evaluatie prijs/kwaliteitsverhouding (2005)

Ongeveer twee derde van de Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen (66,3%) schatten de prijs/kwaliteitsverhouding van hun verblijf aan de Kust in als goed zonder meer (tabel 3.57). Ongeveer 15% vindt de prijs/kwaliteitsverhouding zeer goed (11,6%) tot uitstekend (3,7%). De verhouding wordt als minder goed ervaren door 17,4%

van de Duitse verblijfstoeristen, en als slecht door 1,1%. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 3.57 tot en met 3.61.

(24)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 24

3.2.5 Informatie- en boekingsgedrag

3.2.5.1 Geraadpleegde diensten voor toerisme

Van de Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust maakt ongeveer 1 op 8 (12,8%) voor zijn afreis gebruik van toeristische diensten (tabel 3.62). Daarbij gaat het voornamelijk om de gemeentelijke diensten voor toerisme (6,3%) en het Duitse

buitenlandkantoor van Toerisme Vlaanderen (6,0%). Het kantoor van Toerisme Vlaanderen in Brussel (1,2%) en Westtoer (0,6%) worden in veel mindere mate geraadpleegd. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 3.63 tot en met 3.66.

3.2.5.2 Kennis en gebruik van Kustschatten

Van de Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen is 29,4% op de hoogte van het bestaan van de regiopocket ‘Kustschatten’, 16,6% heeft bovendien een exemplaar in zijn bezit. De brochure is het best gekend bij Duitse verblijfstoeristen die in een

vakantiedorp of een individuele huurvakantiewoning logeren. Voor meer details verwijzen we naar tabellen 3.67 en 3.68.

Van de Duitse verblijfstoeristen die een exemplaar van ‘Kustschatten’ in hun bezit hebben, geeft de meerderheid (63,9%) aan dat ze dankzij deze brochure nieuwe dingen hebben ontdekt aan de Kust, waardoor hun verblijf extra boeiend is geworden (tabel 3.69).

3.2.5.3 Geraadpleegde brochures (vooraf en/of ter plaatse)

Iets minder dan twee vijfde (37,3%) van de Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen heeft voor of tijdens zijn verblijf een brochure geraadpleegd (tabel 3.70), waarbij bovengemeentelijke brochures (24,9%) ongeveer even belangrijk zijn als gemeentelijke brochures (23,0%). Binnen de bovengemeentelijke brochures wordt de brochure ‘Kustschatten’ (12,4%) het meest geraadpleegd, gevolgd door de brochure

‘Logies Vlaamse Kust’ (8,1%) en de ‘Gids Toeristische Attracties en Musea van België (7,4%). Meer details hierover staan in tabellen 3.70 tot en met 3.75.

3.2.5.4 Geraadpleegde websites

Van de Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen heeft 37,2% minstens 1 website geraadpleegd om informatie te verzamelen voor zijn verblijf aan de Kust (tabel 3.76). De meest geraadpleegde website is deze van de kustgemeente (23,5%), gevolgd door de website van de logiesaccommodatie (13,7%). De websites van Toerisme

Vlaanderen (7,0%) en de Kustwebsite (6,8%) worden ongeveer evenveel geraadpleegd door Duitse verblijfstoeristen. Voor meer details, zie tabellen 3.76 tot en met 3.80.

3.2.5.5 Andere geraadpleegde informatiebronnen

Naast de hierboven besproken brochures en websites, steunen de Duitse verblijfstoeristen in de eerste plaats op vrienden, familie en kennissen (26,8%) en de eigen ervaring

(35,8%) als bron van informatie (tabel 3.81).

Bij de overige, meer formele informatiekanalen is het reisbureau de belangrijkste

informatiebron (6,6%) gevolgd door reisgidsen (5,2%). Daarna volgen televisie (3,7%);

(25)

Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust in 2005 25

kranten (3,6%), brochures van touroperators (3,3%) en magazines (2,5%). Het belang van de radio (0,8%) en vakantiebeurzen (0,4%) als informatiebron voor Duitse

verblijfstoeristen aan de Kust is vrijwel nihil.

Voor meer details verwijzen we naar tabellen 3.81 tot en met 3.85.

3.2.5.6 Overzicht raadpleging informatiebronnen

Het gebruik van de hierboven besproken informatiebronnen wordt samengevat in tabel 3.86. Van alle Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen heeft 77,6% minstens 1 informatiebron geraadpleegd, 22,4% raadpleegde geen informatiebron of baseerde zich uitsluitend op eigen ervaringen. Bij de verblijfstoeristen die minstens 1 informatiebron raadpleegden, zijn het internet (48,3%) en de toeristische brochures (48,5%) de twee belangrijkste bronnen, gevolgd door vrienden, familie en kennissen (35,1%), de

toeristische diensten (16,6%) en de massamedia (12,5%). Meer details hierover staan in tabellen 3.86 tot en met 3.90.

3.2.5.7 Kanalen voor boekingen

Naast de hierboven besproken informatieverzameling, werd ook nagegaan of de

verblijfstoeristen ook echt de boeking van hun logies hebben gebaseerd op informatie uit brochures of websites. In totaal heeft minder dan een vierde (22,5%) van de Duitse verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen zijn boeking gebaseerd op informatie uit een brochure of website (tabel 3.91). Daarbij zijn de websites (13,9%) iets belangrijker dan de brochures (10,5%).

Binnen de websites zijn vooral de website van de logiesaccommodatie (8,2%) en de website van de kustgemeente (7,7%) belangrijk. De websites van Toerisme Vlaanderen (2,4%) en de Kustwebsite (1,6%) zijn relatief onbelangrijk als boekingskanaal voor de Duitse verblijfstoeristen.

Binnen de brochures zijn de touroperator-brochures veruit de belangrijkste bron van boekingen (7,6%) , gevolgd door de brochure ‘Logies Vlaamse Kust’ (1,6%) en de gemeentelijke brochures (1,3%). Verdere details hierover zijn te vinden in tabellen 3.91 tot en met 3.95.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Belangrijke plaatsen aan het strand voor wat betreft grote drukte (concentraties) en heel weinig bezoek:.. Kilometerpaal 1-2,

Verhulst: ‘Dat is werk voor tien jaar, en ook daarna zal het onderhoud ervan en de verdere innovaties die ermee zijn gemoeid veel werk opleveren.’ Maar anders dan in de tijd van

Voor de inschatting van de vraag bij de langetermijnkampeerplaatsen werd vanaf 2016 gebruik gemaakt van recente resultaten van een onderzoek van Westtoer uit 2015 (update van

Monet groeide op in Le Havre, verhuisde later naar Parijs, maar bracht toch heel wat tijd door aan de Normandische Kust die hij dan ook tientallen, misschien zelfs honderden, keren

We stappen langs de baai van de Somme, flaneren door de Middeleeuwse smalle steegjes en genieten van een spectaculair uitzicht over één van de mooiste baaien van

“goede balans tussen bescherming en behoud van de kernkwaliteiten en collectieve waarden* van de kustzone enerzijds en de ontwikkeling van de kustzone anderzijds”;.. • Natuur

Deze operatie werd herhaald tot het schip ver genoeg was weggezakt om geen gevaar meer voor de scheepvaart te betekenen.. De ploeg startte in het voorjaar

TABEL 57: REDENEN OM VAKANTIE IN VLAAMSE REGIO DOOR TE BRENGEN TOTAAL EN VOLGENS NATIONALITEIT (ANTWOORDEN DIE MEEST FREQUENT GEGEVEN WERDEN)