BIJLAGE 1: ZEN-ERFGOED MET AANDUIDING OP KAART

(1)

BIJLAGE 1:

ZEN-ERFGOED MET AANDUIDING OP KAART

(2)

Het beschermingsbesluit vermeldt over de onmiddellijke omgeving van de hoeve het volgende: “De restanten van de historische percelering met onder meer een ligusterhaag en gesnoeide bomen op de zuidelijke perceelsgrens, de meidoornhaag en gesnoeide haagbeuken langs de straatzijde, de langs de straatzijde gelegen kippenren met een oude notenboom, alsook het achtergelegen weiland met moestuin vormen een belangrijke ondersteuning van de agrarische erfgoedwaarden van het hoevecomplex.”

Om die reden werd volgend houtig erfgoed op 11 maart 2020 erkend als ZEN-erfgoed:

1. Gemengde haag van meidoorn en haagbeuk met twee groter uitgegroeide exemplaren haagbeuk 2. Haagbeuk - 260 cm stamomtrek

3. Taxus - stamomtrek niet te meten 4. Ligusterhaag

5. Okkernoot - 145 cm stamomtrek

Bron: www.geopount.be

1.

2.

3.

5.

4.

(3)

Erfgoedwaarde:

De haag en de twee uitgegroeide exemplaren van haagbeuk worden in het beschermingsbesluit vermeld, als “meidoornhaag en gesnoeide haagbeuken langs de straatzijde”.

Economisch nut:

De haag heeft geen afsluitfunctie: ze omsluit het perceel niet. Ze is vergroeid met de schermboom. Als dusdanig maakt de haag deel uit van de schermbeplanting aan de westzijde van het perceel. Daarnaast werd het hout van de hakstoof gebruikt voor geriefhout en brandhout - een voorbijgestreefd gebruik- maar niet in die mate dat het economisch rendabel kan zijn.

Beheer:

De haagbeuken en de gemengde haag moeten twee maal per jaar geknot en gesnoeid worden. Het verderzetten van het traditioneel beheer is noodzakelijk voor het behoud van de erfgoedwaarde.

(4)

Erfgoedwaarde:

De beuk wordt in het beschermingsbesluit vermeld en de erfgoedwaarde wordt duidelijk beschreven in het onroerenderfgoedbeheersplan.

Economisch nut:

Noch de beuk noch het beheer ervan heeft een doorslaggevend economisch nut.

Beheer:

De schermboom werd in het verleden gekandelaberd en geleid on functie van gevelbescherming tegen extreme weersinvloeden. Deze toepassing is niet meer aan de orde maar het verderzetten van het traditionele beheer en een jaarlijkse snoeibeurt zijn noodzakelijk voor het behoud van de erfgoedwaarde.

(5)

Erfgoedwaarde:

De taxus wordt in het beschermingsbesluit vermeld als één van de “gesnoeide bomen op de zuidelijke perceelsgrens” en de erfgoedwaarde wordt beschreven in het onroerenderfgoedbeheersplan. De snoeivorm is een overgebleven traditioneel sierelement van de voormalige nutstuin.

Economisch nut:

Noch de taxus noch het beheer ervan heeft een doorslaggevend economisch nut.

Beheer:

Eén à twee maal per jaar snoeien is noodzakelijk voor het behoud van de erfgoedwaarde.

(6)

Erfgoedwaarde:

De ligusterhaag wordt in het beschermingsbesluit vermeld - “ligusterhaag (…) op de zuidelijke perceelsgrens” - en de erfgoedwaarde wordt beschreven in het onroerenderfgoedbeheersplan.

De ligusterhaag markeert de plaats van de voormalige nutstuin.

Economisch nut:

De haag heeft geen afsluitfunctie - ze omsluit het perceel niet - en heeft geen doorslaggevend economisch nut.

Beheer:

Eén à twee maal per jaar snoeien is noodzakelijk voor het behoud van de erfgoedwaarde.

(7)

Erfgoedwaarde:

De okkernoot wordt in het beschermingsbesluit vermeld als “de langs de straat gelegen (…) oude notenboom”. De boom is als erfgoedelement opgenomen in het onroerenderfgoedbeheersplan, als nutsboom en getuige van het historisch grondgebruik en omwille van de beeldbepalende waarde.

Economisch nut:

De opbrengst van de notenboom is onvoldoende om inkomsten te genereren. Er is met andere woorden geen economische rendabiliteit.

Beheer:

Een jaarlijkse snoeibeurt is noodzakelijk voor het behoud van de erfgoedwaarde.

(8)

BIJLAGE 2:

LIJST VAN WERKEN AAN BOMEN EN STRUIKEN WAARVOOR TOELATING NODIG IS

(9)

© HEKATE erfgoedonderzoek – www.hekate.be Bijlage 2 – Toelatingsplichtige werken aan bomen en struiken Voor de uitvoering van volgende werken aan bomen, hagen en struiken opgenomen als erfgoedkenmerk in hoofdstuk 2 van dit beheersplan en als ZEN-erfgoed erkend (zie bijlage 1), moet voorafgaand toelating gevraagd worden volgens de geldende regelgeving:

- Vellen van bomen, hagen en struiken¹;

- Wijziging van de groeiplaats van bomen, hagen en struiken²; - Wijziging van de groeivorm van bomen, hagen en struiken³.

De beheersmaatregelen voor de bomen, hagen en struiken zijn terug te vinden in hoofdstuk 6 van het beheersplan.

1 Onroerenderfgoedbesluit, art. 6.2.4., 5° d) en art. 6.2.5., 4° d)

2 Idem.

3Idem.