Keijzer
I
Jan Thonisz Keijser, otr. (1) Amersfoort (gerecht) 21-08-1604 Marritgen Jacobs, dr. van Jacob Henricksz en Anna Thonisdr, otr. (2) (geref.) 16-04-1625 Maeijtgen Roelofs, won.
Amersfoort, van Middelburg
Jan Thonisz, molenaar buite de Slijkpoort, ontboden door de schout om de eed af te leggen geen graan in ontvangst te nemen zonder getekende briefjes door de ontvangers en de pachters van de accijnzen en heeft daarop beraad gevraagd, wat toegestaan is onder voorwaarde ondertussen niet te malen 04-09- 1610 (AE; Stadsbestuur Amersfoort 001.01 nr. 19, blz. 637; 04-09-1610).
Verklaring van Jan Thonisz, molenaar buiten de Slijkpoort, ten huize van de secretaris dat hij noch zijn knecht geen graan buiten de stad naar de molen zullen halen zonder daarover het gemaal te betalen, met uitzondering van de halve schepel die extra wordt bijgeleverd voor hem 05-09-1610 (AE; Stadsbestuur Amersfoort 001.01 nr. 19, blz. 638; 05-09-1610).
Jan Thonisz, molenaer en Marritgen Jacobs zijn huijsfrouw lenen 500 gulden van Goort van Isendoorn en Meijnsgen van Waijenborch zijn huijsfrouw. Onderpand: Zeekere korenmolen, huis en hofstede staande ende gelegen buiten de Slijckpoort (Arnhemsepoort) (AE, Stadsgerecht Amersfoort 436-14, blz.
186; 10-08-1615).
Rentebrief van Jan Thonisz Molenaer en Marritgen Jacobs, zjn vrouw, aan het gasthuis van 12 gulden per jaar, af te lossen met 200 gulden, met als onderpand, huis, hof en hofstede en korenmolen buiten de Slijkpoort, met staat betreffende de verkoop van deze molen, 1618 en 1633. (AE; St. Pieters en Blokland nr. 322; 1618, 1633).
Jan Peters. van Lockhorst krijgt de opdracht van Jan Thonisz. (molenaar) om de molen van een nieuw rad in de molen te voorzien, zoals het huidige rad, met een nieuwe praam en een nieuwe scheij enzovoort. Gespecificeerd in maten en houtsoorten. Te leveren op de Amersfoorder Ossemerckt a.s.
Koopsom: 91 Carolus gulden, betaling 1 maand na levering in de molen als het rad goed funktioneert.
Indien niet, dan moet hij dat terugnemen. Jan Peters. zal voor dat rad leveren 8 eiken steunen. (AE, Notarieel Amersfoort AT003b001; 30-05-1620).
Jan Thonisen, molenaar, voor zichzelf en Looch Woutersz, brouwer en Reyer Thonisen als mombers van de onmondige kinderen van Jan Thonisen en zijn overleden vrouw Marritgen Jacobs lenen 150 gulden van Baetgen Cornelis. En 200 gulden van Jacob Gerritsz van der Borch. En 150 gulden van Henrickgen van Schaeck, wed. Elbert van de Wall. Onderpand: een korenmolen, huis, hofstede en land buiten de Arnhemsepoort [Slijckpoort) Deze akte is geheel doorgehaald. In de marge: juffrouwe Geertruijt van Wijckersloot, weduwe van Cornelis van Gessel, verklaart voor zichzelf en als moeder over haar onmondige kinderen, het recht van magescheid te hebben verkregen tot de voorstaande plechte ten behoeve van Clemens van Gessel, de overleden grootvader van de genoemde kinderen, van de schuldsom te zijn voldaan. Akte 16-08-1695. (AE, Stadsgerecht Amersfoort 436-16; 19-05-1623).
Jan Thoniss Keijser, molenaar voor hemzelf als weduwnaar van Marritgen Jacobs; Looch Woutersz, brouwer en Reyer Thonissz als mombers van onmondige nagelaten kinderen van Marritgen Jacob lenen 600 gulden van Anna Thonis, weduwe van Jacob Henricxz en haar erven met een losrente van 33 gulden per jaar. Onderpand: een korenmolen met huis en land daarbij, buiten de Arnhemsepoort. (AE, Stadsgerecht Amersfoort 436-16; 02-06-1624).
Jan Thonisz, molenaar en zijn vrouw Maijken Roeloffs lenen 150 gulden van Lambert Henricks, wonend te Zwolle en zijn echtgenote juffrouwe Sophia Holts. En 200 gulden van Albert Jansz, bakker als man en voogd van Catharijntgen Thimans, erfgename van Reyer Willemsz, haar overleden oom.
Onderpand: een korenmolen met huis en land daarbij, buiten de Arnhemsepoort. (AE, Stadsgerecht Amersfoort 436-16; 11-04-1627).
Erflater: - Anna Thonisdochter, weduwe van Jacob Henricxz. (overleden: "in haer leven was gerust") Erfgenamen: - haar zoon Anthonis Jacobs. (present en meerderjarig; hij tekent: Anthoni Jacops.); - haar dochter: Aeltgen Jacobs (present en meerderjarig); - de kinderen van haar overleden dochter Marritgen Jacobs bij Jan Thonis Keijser: -- Jacob Jans.; -- Willem Jans.; -- Harmantgen Jansdr. Als mombers van Willem Jans. en Harmantgen Jans (minderjarigen): - Looch Wouters. (tekent: Looech Woutersen); - Reijer Thonis. (tekent: Reyer Thonys). (AE, Notarieel Amersfoort AT006a001, nr. 56; 08-04-1630).
Uit het 1
ehuw.:
1. Jacob Jansz Keijser
2. kind van molenaar Jan Keiser, begr. Amersfoort 07-10-1623
3. Willem Jansz Keijser, 1630 minderjarig 4. Harmantgen Jans Keijser, 1630 minderjarig Uit het 2
ehuw.:
5. Wulfert Jansz Keijser, volgt II
II
Wulfert Jansz Keijser, ov. 1645/1646, tr. NN Uit dit huw.:
1. Jacob Wulfertsz Keijser, volgt III
2. Evert Wulfertsz Keijser, tr. Petertgen Henricks
Petergen Henricx, laatst weduwe van Evert Wulphertsz Keijser verkoopt aan Aert Jacobsz Buijsch een schuur en hof, cum annexis, gelegen buiten de Bloemendalse Poort met een huisje achter in de hof (AE, Stadsgerecht Amersfoort 436-28, fol. 331vo; 19-02-1683).
Petergen Henricx, weduwe van Evert Wulphertsz Keijser verkoopt aan Anthonis Methorst twee huizen annex staande in de Coninckstraat, tegenover de Pot op de hoek van de Teut (AE, Stadsgerecht Amersfoort 436-29, fol. 5; 25-06-1683).
3. Jannetje Wulferts Keijser
Testament op de langstlevende van Gerrit Reijers, voerman en Jannitge Wulpher Keysers, sieckelijk sijnde doch wel opsittende, borgers van Amersfoort. (AE, Notarieel Amersfoort AT015a005, fol. 8; 07- 09-1679).
4. Jan Wulfertsz Keijser, voerman
III
Jacob Wulfertsz Keijser, molenaar op de Wal, ov. voor 1702, tr. (1) Lambertje Hermans, dr.
van Herman Gerritsz en Rutgen Geurts, tr. (2) Geertje Hendricks, tr. (3) Amersfoort (gerecht) 27-01-1674 Marritje Jans, wed. Bastiaen Jansz, tr. (4) Amersfoort (gerecht) 08-10-1675 Dirckje Hendricks Velpman, get. Geertruijt van Lielaer, vrouw van Rutger de Beer
Jan Willems de Groot en Jacob Wulphertsen Keijzer molenaers verhuren aan Cornelis van Asch 1 morgen van de legewegh dit als vermelding ……… (AE, Notarieel Amersfoort AT015b002; 15-03- 1670).
Jacob Wulpherts Keyser, molenaar op de Wal, wonend Amersfoort, is schuldig aan en ten behoeve van de crediteuren van Jan Willems, molenaar en Henrickje Jans, gewesen echtelieden, f 150,-, voor huur van de halve molen, kar en peert en huur van de molen sedert executeren van Jan Jans. Jacob bekent de halve molen, huysinge, schuyr en hoff gehuurd te hebben per 01-08-1677. Bij verkoop door de crediteuren zal hij het ontruimen. (N.B. er staan diverse voorwaarden in de acte) (AE, Notarieel Amersfoort AT015a003; 04-08-1677).
Uit het 1
ehuw.:
1. Gerrit Jacobsz Keijser, volgt IV
2. Peter Jacobsz Keijser/Backer, tr. Amersfoort (gerecht) 02-05-1685 Grietje Thijs, get. moeij Marretje Everts, wed. Jan Geurtsz
Huwelijk. Peter Jacobse Keijzer, j.m., toekomstige bruidegom en Grietgen Thijsen, j.v., toekomstige bruid. Plaats niet genoemd. (AE, Notarieel Amersfoort AT015b010; 13-04-1685).
Andere kinderen:
3. Simon Jacobsz Keijser, tr. (1) Amersfoort (RK Oud Kath. ’t Zand) 04-01-1701 en (gerecht) 04-02-1701 Meijnsje Jans van Westerveld, get. Dirk Boelhouwer , tr. (2) Amersfoort (RK ’t Zand) 24-05-1721 en (gerecht) 24-06-1721 Margaretha van Birckhoven, laatst wed. Jan van Oudendoelen, get. Willebrordus van Bickhoven en Maria van Birckhoven
Uit het 1
ehuw.:
1. Jacob Evertsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 30-04-1703, get. Dirkje Keijser 4. Gerritje Jacobs Keijser, tr. Amersfoort (gerecht) 20-01-1702 Gerrit Jansz van den Posthoorn, won. naast de Calandermolen aan de Singel, zn. van Jan Evertsz, tabaksman 5. Jannetje Jacobs Keijser, tr. Amersfoort (gerecht) 10-12-1706 Wijnand Segersz Prins, zn.
van Seger Prins
6. Evert Jacobsz Keijser, begr. Amersfoort 14-03-1750, bakker, tr. (1) Amersfoort (gerecht) 18-11-1710 Willemijn Everts van de Koedijck, dr. van Evert Willemsz van de Koedijck, genaamd Greeff, tr. (2) Amersfoort (gerecht) 17-11-1714 en (RK ‘t Zand) 27-11-1714 Mechteld Goverts van den Bergh, get. oom Pieter van Bloemhuijsen, tr. (3) Amersfoort (gerecht) 17-02-1722 Maria Jans Keijser, dr. van Jan Wulfertsz en Evertje Hendricks
Kinderen begraven te Amersfoort: 08-07-1718; 25-11-1719; 06-04-1722; 16-08-1730; 25-10-1736 en 03-07-1737.
Uit het 1
ehuw.:
1. Marijtje Everts Keijser Uit het 2
ehuw.:
2. Geertje Everts Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 12-03-1716, get. Maria Peters van Blomhuijse
3. Jacob Evertsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 18-05-1718, get. Blomhuijse Uit het 3
ehuw.:
4. Jacob Evertsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 28-03-1722, jong ov.
5. Dirkje Everts Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 24-10-1723, get. Jannetje Keijser
6. Jacob Evertsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 22-09-1725, get. Jannetje Keijser, jong ov.
7. Evertje Everts Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 11-04-1727, get. Jannetje Keijser
8. Jacob Evertsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 17-12-1730, get. Jannetje Keijser
9. Jan Evertsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 10-11-1732, get. Jannetje Keijser, jong ov.
10. Jan Evertsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 01-10-1734, get. Jannetje Keijser
7. Geertje Jacobs Keijser, tr. Amersfoort (gerecht) en (RK Kromme Elleboog) 27-05-1712 Jan Gerritsz Francken, zn. van Gerrit Francken en Annetje Jans
IV
Gerrit Jacobsz Keijser, molenaar op de Sint Annemolen in Amersfoort, begr. Amersfoort 03- 04-1742, tr. Amersfoort (gerecht) 14-05-1686 Elisabeth Willems Hack, ov. voor 1723, dr. van Willem Willemsz en Gerbrecht Gerrits
Kinderen begraven te Amersfoort: 12-09-1735; twee op 17-11-1735; 14-07-1742 en 28-02-1743.
Gerrit Jacobsen Keijser, weduwnaar van Elisabeth Willems Hack, molenaar op de Sint Annemolen alhier als boedelharder, vader en voogd over Francis en Gerbrecht Gerrits Keijser, zijn twee onmondige kinderen, idem van Willem Gerritsen Keijser en zijn vrouw Gerritje Jacobs, wonende op de
Kroontjesmolen buiten de Arnhemsepoort (Slijkpoort); Herman Gerritsen Keijser, molenaar op Kallenbroek onder het ambt van Barneveld gelegen en zijn vrouw Rijkje Lamberts; Gerrit Gerritsen Keijser, Wulphert Gerritsen Keijser, Jacob Gerritsen Keijser en Jan Gerritsen Keijser, meerderjarige jongmans, mede voor hunzelf en de rato caverende voor de voornoemde Francis Gerritsen Keijser en Gerbrecht Gerrits Keijser, hun onmondige broer en zuster, kinderen van Elisabeth Willemse Hack, verkopen aan Henrick Camp, raad van deze stad en Jan van IJseldijk, burger een half vierendeel land, groot omtrent twee morgen met de tabaksschuur tussen de Hogeweg en Lageweg buiten de Kamppoort in de vrijheid van deze stad. Belast met een kapitaal van 750 gulden; possesseurs zijn de regenten van het Bloklands Gasthuis, die daartoe bij cessie het recht verkregen hebben van de erfgenamen van Dirck van Ommeren (AE; Stadsarchief Amersfoort 436-32, fol. 178; 02-02-1723).
Willem Keijser, voor zichzelf en als voogd over het onmondige nagelaten dochtertje van zijn broer Wulphert Keijser, tevens als gemachtigde van Gerrit Keijser mede voor zichzelf en als medevoogd van voornoemd kind en van Herman, Jacob, Bregje en Jan Keijser, tezamen kinderen van Gerrit Jacobse Keijser en Elisabeth Willems in haar leven echtelieden verkopen aan Jan Otten Karman een huis
bestaande in vier woningen met een schuur of stal en een grote tabakshof daarachter in de Sogstraat (Pothstraat) (AE; Stadsarchief Amersfoort 436-34, fol. 103; 18-04-1732).
Uit dit huw.:
1. Herman Gerritsz Keijser, volgt Va 2. Willem Gerritsen Keijser, volgt Vb
3. Gerrit Gerritsz Keijser, tr. Amersfoort (gerecht) en (RK Elleboog) 10-10-1724 Adriana van Bemmel
4. Wulphert Gerritsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 04-09-1692, get. Gerritje
Hermens, tr. Amersfoort (geref.) 06-05-1725 Lambertje Willems, wed. Wouter Woutersz den Bosch, van Amersfoort
5. Jacob Gerritsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 13-09-1694, get. Dirkje Hendriks, jong ov.
6. Jacob Gerritsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 28-10-1695, get. Dirkje Hendriks 7. Jan Gerritsz Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 12-02-1697, get. Dirkje Jans
8. Francis Gerrits Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 06-01-1700, get. Grietje Thijssen 9. Gerbrecht Gerrits Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 07-01-1702, get. Grietje Thijssen 10. Lammertje Gerrits Keijser, ged. Amersfoort (RK ’t Zand) 03-02-1706, get. Dirkje Jans, jong ov.
Va
Hermen Gerritsz Keijser, molenaar op de Kallenbroeker molen, ov. voor 1757, tr. Amersfoort (gerecht) (otr. Barneveld) 23-04-1720 en Achterveld (RK) 27-04-1720 Rijkje Lammerts, won.
Groote Hof in Kallenbroekov. na 1762
Hermen Gerritsen Keijser en Rijkje Lamberts woonende in Callenbroek sijn schuldig aen Wilhelm Johan Baron van Dedem Heere van Hoevelaeken Maurick, den Berg, Oudenaller &&. een capitaele somma van een duijsent gulden. Onderpand: de Callenbroeker wind koornmoolen, mitsgaders de landerijen huijsinge en verdere opstal soodaenigh als 't selve bij ons gebruijkt word en in eijgendom toebehoord,staende en gelegen in Callenbroek. Geroijeert den 23 maart 1768 (ORA Barneveld 836, buurtschap Kallenbroek,fol. 428°, 429; 28-02-1736).
Mr. Hendrick Brantsen onder Burgermeester der stad Arnhem en Mr. Gijsbert Opten Noordth, substituut Momber deser landschap en secretaris der stad Arnhem. Gedeputeerde Staeten van Ridderschap en Steeden des Quartiers van Veluwe hebben publicqu vercoft en getransporteert aen Hermen Gerritsen Keijser en Riekje Lamberts en haere erven. De Callenbroeker Coorn Windmolen in den ampte van Barnevelt gelegen, soodanig als desselve bij voornoemde kopers in pagt gebruijkt word.
Voor de somma van twee duijsent vier hondert en tien gulden. Actum binnen Arnhem den 28 januari 1736 (ORA Barneveld 836, buurtschap Kallenbroek,fol. 449; 08-12-1738).
Rijkje Lammers weduwe van Hermen Garritse Keijser geassisteert met Cornelis Jordense hebben getransporteert aan en ten erffelijken behoeve van Jacob Nienhuijs en Gerritje Havekes en haare erven de Callenbroeker wind koornmoolen met desselfs huijs hoff en landerien en verdere opstal soo en in diervoegen de comparanten gemelte koornwindmoolen van de Heeren Gedeputeerde Staten des
Quartiers van Veluwen heeft aangecoft en thans de cooperen bewoonen en gebruijken. En sulks voor de somma van twee duijsend ses hondert guldens. (ORA Barneveld 836, buurtschap Kallenbroek, fol. 508;
21-09-1757).
Uit dit huw.:
1. Elisabeth Hermens Keijser, geb. Kallenbroek, ged. Achterveld (RK) 01-05-1721 2. Lambert Hermensz Keijser, geb. Kallenbroek, ged. Achterveld (RK) 03-11-1722 3. Anna Hermens Keijser, geb. Kallenbroek, ged. Achterveld (RK) 11-08-1724, get.
Gijsbertje, zus van de moeder
4. Lamberta Hermens Keijser, geb. op de molen, ged. Achterveld (RK) 25-09-1726, get.
Gijsbertje Lammerts
5 Evertje Hermens Keijser, geb. op de molen, ged. Achterveld (RK) 01-12-1727, get.
Gijsbertje Lammerts, won. Asschat, tr. Asschat (gerecht) 05-05-1760 en Achterveld (RK) 06-
05-1760 Evert Brandsz, won. Asschat, ged. Amersfoort (RK Kromme Elleboog) 26-09-1724,
ov. Klein Zandbrink 05-02-1792, zn. van Brand Evertsz en Willemijntje Willems
6. Gerardus Hermensz Keijser, geb. Kallenbroek, ged. Achterveld (RK) 28/10of11-1730, get.
Gijsbertje Lammerts, zus van de moeder, jong ov.
7. Gerardus Hermensz Keijser, geb. Kallenbroeker molen, ged. Achterveld (RK) 20-02-1732, get. Gijsbertje Lammerts
8. Wouter Hermensz Keijser, ged. Achterveld (RK) 20-02-1732, get. Gijsbertje, zus van de moeder, volgt VIa
VIa
Wouter Hermensz Keijser, ged. Achterveld (RK) 20-02-1732, won. Snorrenhoef, knecht op Zandbrink, begr. Leusden 17-11-1798, otr. (1) Leusden (gerecht) 08-09-1762 en tr.
Achterveld (RK) 29-09-1762 Elisabeth Hermsen van Loenen, won. Snorrenhoef, meid op de Grote Riet (ouderloos), dr. van Hermen van Loenen, tr. won. Stoutenburg (2) Leusden (gerecht) (otr. Stoutenburg gerecht) 06-10-1766 Geertje Dirks van Druten, ged. Hamersveld (RK) en Amersfoort (RK ’t Zand) 30-06-1738, dr. van Dirk Jans van Druten en Jannetje Hendriks, tr. won. Hamersveld (3) Leusden (gerecht) en Hamersveld (RK) 06-02-1792 Angenietje Peters van Westerlok, wed. Wouter Petersz, won. Hamersveld, geb. 1748, ov.
Leusden 16-10-1812 (geen kinderen) Uit het 1
ehuw.:
1. Hermanus Woutersz Keijzer, geb. Stoutenburg 1763, winkelier, won. Leusden, otr.
Leusden (gerecht) 08-01-1801 en tr. Hamersveld (RK) 24-01-1808 Dirkje Dirks van Latum, geb. en won. Leusden, tr. (2) Leusden 18-10-1816 Maria van Asch, geb. op de Rosmolen tegenover de kerk, ged. Hamersveld (RK) 30-10-1768, ov. Leusden 11-12-1823, dr. van Abraham Jacobsz van Asch en Teuntje Jans
Huwelijkse voorwaarde tussen Hermanus Keijzer en Maria Abrahamse van Asch onder Leusden (AE, Notarieel Amersfoort AT056b001; 04-10-1816).
Testament Maria Abramse van Asch, echtgenote van Hermanus Keijzer. Testatrice overleden 11 dec 1823. (AE, Notarieel Leusden LE0604, nr. 981; 13-10-1823).
Uit het 2
ehuw.:
2. Rijkje Wouters Keijzer, geb. aan de Swarteweg, ged. Hamersveld (RK) 15-09-1767, get.
Jannetje Hendriks
3. Jannetje Wouters Keijzer, geb. aan de Swarteweg bij het Vliet, ged. Hamersveld (RK) 05- 10-1768, get. Jannetje Hendriks
4. Dirk Woutersz Keijzer, geb. bij het Vliet onder Stoutenburg, ged. Hamersveld (RK) 03-02- 1770, get. Jannetje Hendriks
5. Lambert Woutersz Keijzer, geb. Stoutenburg, ged. Amersfoort (RK Kromme Elleboog) 13- 01-1773, get. Jannetje Hendriks, begr. Leusden 31-05-1804, won. Stoutenburg, tr.
Stoutenburg (gerecht) 03-07-1801 en tr. Achterveld (RK) 20-07-1801 Berendina van Wijk, won. Stoutenburg, geb. Amersfoort. Berendina/Bernardina van Wijk, otr. won. Stoutenburg (2) Stoutenburg (gerecht) 03-05-1805 en tr. Achterveld (RK) 19-05-1805 Bernardus
Weijtenberg, won. Barneveld, geb. Raaij in de heerlijkheid Limbeck Uit dit huw.:
1. Geertje Keijzer, geb. Achterveld, ged. Achterveld (RK) 02-04-1803, get. Agnes Peters, moeder van de vader, tr. Leusden 02-12-1825 IJsenbrand van der Heijden, geb.
Hoogland 1801, zn. van Paul van der Heijden en Lijsje Hannissen
6. Hendrik Woutersz Keijzer, geb. aan de Swarteweg, ged. Hamersveld (RK) 21-05-1776, get.
Barbara Tonen
7. Dirk Woutersz Keijzer, geb. Stoutenburg, won. Leusden, tr. Stoutenburg (gerecht) (otr.
Leusden gerecht) 12-02-1810 Marritje Arissen van Steenbeek
Dirk Wouterse Keijzer, landbouwer, wonende in Barneveld, houd publieke verkoping van rogge en wijt, staande op de hofst. Gr. Steenbeek. (AE, Notarieel Leusden LE0604, nr. 978; 15-07-1815).
Vb
Willem Gerritsen Keijser, molenaar op de Kroontjesmolen buiten de Arnhemsepoort
(Slijkpoort), tr. Amersfoort (gerecht) en (RK Elleboog) 25-06-1709 Gerritje/Gerarda Jacobs de Croon, ov. voor 1767, dr. van Jacob van Overhorst
Het gerecht van Leusden taxeert de tiend, grof en smal gaande uit Groot en Klijn Zandbrink, in Snorrenhoef, onder Leusden. Geschat op 4000 gulden. Nagelaten door Willem Keijser.
(Dorpsgerecht Leusden 1056; 28-12-1805).
Uit dit huw.:
1. Elisabeth Willems Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 11-02-1710, get. Geurtje Overhorst
2. Jacob Willemsz Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 19-04-1711, get. Geurtje Overhorst 3. Willempje Willems Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 17-07-1712, get. Geurtje Overhorst
4. Jacob Willemsz Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 19-11-1713, get. Willempje Aris, vrouw van Frans Cornelisz
5. Willem Willemsz Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 12-03-1715 get. Jannetje Drevens 6. Cornelis Willemsz Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 09-03-1716, get. Frans Cornelisz 7. Geertje Willems Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 08-06-1718, get. Trijntje Geerlofs, vrouw van Steven Jansz en Jannetje Jacobs
8. Aaltje Willems Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 30-12-1720, get. Jannetje Jacobs 9. Gerrit Willemsz Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 22-03-1722, volgt VIb
10. Jan Willemsz Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 16-10-1723, get. Frans Cornelisz
VIb
Gerrit Willemsz Keizer, ged. Amersfoort (RK ´t Zand) 22-03-1722, ov. Scherpenzeel 30-10- 1805, begr. Scherpenzeel 06-11-1805 ‘in Mulders graf’, won. Groot Zandbrink, tr.
Scherpenzeel (1
egebod gerecht Amersfoort) 02-05-1756 Willemijntje Bloemendal, ov.
Scherpenzeel (genoemd ov. Renswoude RK) 22-06-1776, dr. van Cornelis Jansen Bloemendael en Teuntje Gerrits
Geen kinderen
In 1762 kopen Gerrit Keijser x Willemijntje van Bloemendal kopen f 370,= van Aaltje Havercamps, wed. Aert van Lambalgen en haar dochter Geurtje Aertse van Lambalgen, ongehuwd, won. Amsterdam, huis en hof aan het westeinde van het dorp bij de Holevoet. Het huis wordt al door de kopers bewoond.
(Recht. Arch. Scherpenzeel 5; 08-01-1762).
Van 1762-1809 woont Gerrit Keijser in huis (1832) sectie D 255,256,257. Westeinde zuidzijde. Groot 0.16.10 ha. Hofpacht f 6,25.
Het gerecht van Leusden taxeert de helft van de tiend uit hofsteden Groot en Kleijn Zandbrink, in Snorrenhoef, onder Leusden. Geschat op 1900 gulden. Nagelaten door Willemijntje van Bloemendal, in leven getrouwd met Gerrit Keijser.(Dorpsgerecht Leusden 1054, fol. 204vo-205; 29-08-1776).
In 1776 worden Willem Geurtzen Renez en Gerrit Keijzer beleend (door opdracht van n.n.) met huis, hof, berg en schuur aan het westeinde van het dorp (=Lindenboom), gekocht "aen de banck" voor f 468,=. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 117; 09-07-1776).
In 1777 koop Hendrik van Voorst, smid te Renswoude voor f 600,= van Willem van Renes x Cilia Bosch en Gerrit Keijser, wed. Willemijntje van Bloemendal ieder voor de helft eigenaar van een huis en hof aan het westeinde van het dorp vanouds genaamd De Lindeboom (Recht. Arch. Scherpenzeel 7, fol.
120; 31-07-1777).
In 1777 wordt Hendrick van Voorst, smid te Renswoude beleend door opdracht van Willem Geurtsen Renes en Gerrit Keijzer met huis, hof, berg en schuur genaamd den Lindeboom, aan het westeinde van het dorp, gekocht op 31-07-1777 voor f 600,=. Dit bedrag wordt van de verkopers geleend. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 127; 08-09-1777).
In 1777 worden Willem Geurtsen Renes en Gerrit Keizer beleend door opdracht van Hendrik van Voorst met den Lindeboom, aan het westeinde van het dorp, belast met een tins van vier stuivers.
(Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 131; 08-06-1780).
In 1786 laat Gerrit Keijser, wed. Willemijntje Bloemdaal zijn testament maken. Zijn dienstmeisje Jannetje van Iperenburg krijgt 600 gl. Getuigen: Melis van Sprakelaar als voogd van de kinderen van
zijn zus Jannetje van Sprakelaar en namens zijn zuster Hendrina van Sprakelaar en Maria van Bloemendaal, zus van Willemijntje (Recht. Arch. Scherpenzeel 14, nr. 30; 1786)
Gerrit Keijzer, borgen: Hendrik van Davelaar en Jan Hoomoed, koopt voor f 720,= van Cornelis Slok en Gijsbert van Appeldoorn, namens de erfgenamen van Aris Hendrikse Verbrugge x Hendrikje Methorst twee morgen bouwland, genaamd de Leege Camp of Coudijs, gelegen in Glashorst, gepacht door Melgerd Jansen van Brienen, (en de Hooge Kamp), een slag in de beek en in de wetering, tiendplichtig met een uitweg op de Glashorsterdijk. (Beleningen Huis Scherpenzeel 146, fol. 64vo; 21-08-1788).
Gerrit Keijzer koopt op 21-08-1788 voor 720 gulden van de erfgenamen Arris Hendriksz Verbrugge x Hendrikje Jans Methorst een kamp, genaamd Laag Coudijs in Glashorst (Westerholt 277; ontvangst 40e en 50e penning; 04-11-1788).
In 1789 wordt een premie van f 25,= uitgeloofd voor de aangever van degene die de ruiten bij Gerrit Keijser heeft ingegooid (Recht. Arch. Scherpenzeel 10, nr. 10; 08-02-1789).
Gerrit Keijzer beleend door opdracht van Cornelis Slok en Gijsbert van Apeldoorn, namens de erfgenamen van Arris Hendrikse Verbrugge x Hendrikje Methorst met Laag Coudijs, gelegen in Glashorst; oost: de wed. Tijs Jansen van Ginkel, noord: de Glashorsterdijk, west: de erfgenamen van Gijsbertje van Landaas en Aaltje Lamberts Outhof, zuid: Jan Jansen van Lambalgen. Vorige belening 21-10-1788. (Beleningen Huis Scherpenzeel 146, fol. 65vo; 12-03-1789).
In 1791 kopen Ernst Kloos x Eva Velderman voor f 720,= van Willem Geurt van Renes en Gerrit Keijzer een huis, smidswinkel, noodstal en hof genaamd de Lindeboom, gelegen in Glashorst. Om te kunnen betalen lenen zij het geld van de verkopers. Voorwaarde: kopers mogen geen fruitbomen planten, niets bouwen, en de zuidheg mag niet hoger zijn dan vijf voeten, omdat "Willem Geurt van Renes zijn vrije gezigt uit de oostzijde van zijn huijs op den Holivoet" wil behouden. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol. 136vo; 07-04-1791).
In 1794 laat Gerrit Keijzer, wed. Willemijntje Bloemdal zijn testament maken. F 500,= aan de armen van de RK-kerk aan de Nieuweweg te Renswoude. F 500,= aan de RK-kerk te Amersfoort. Gerrit en Willemijntje van Kessel, kinderen van Fredrik van Kessel en Johanna de Bouter of aan hun zus Maria van Kessel: het huis aan het westeinde naast de Branderij Hof bij de Holevoet en een kamp in Laag Coudeijs in het gehucht van Glashorst (Recht. Arch. Scherpenzeel 14, nr. 8; 02-12-1794).
Gerrit Keijzer, wed. Willemijntje van Bloemendal, wonende te Scherpenzeel beleend met een kamp land genaamd Laag Coudeijs, gelegen in Glashorst, volgens testament, gepasseerd op 02-12-1794 voor het gerecht van Scherpenzeel. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol. 196vo; 13-12-1794).
Gerrit Keijzer, wed. Willemijntje van Bloemendal, testament. Enige erfgenamen: Jan, Willem en Gerarda Keijzer, de drie kinderen van zijn overleden broer Jan Keijzer x Grietje van Leenweinbergh (lees: Leeuwenberg) en Gerarda van Veen, de dochter van zijn overleden zuster Elisabeth Keijzer x Jacob van Veen. Gerarda van Veen krijgt boven haar erfdeel nog eens f 1000,=. De R.K.-armen van de Nieuweweg onder Renswoude krijgen f 500,=. Achterneef Gerrit van Kessel, zoon van Fredrik van Kessel x Johanna de Bouter krijgt een hoek land genaamd Laag Coudijs gelegen in Glashorst. Maria en Willemijntje van Kessel, dochters van Fredrik van Kessel x Johanna de Bouter het huis aan het
westeinde van het dorp, waar hij in woont. De halve kroonse korenmolen (buiten de Slijkpoort te Amersfoort) met het huis, hof en land, voor zo verre het zijn eigendom is, gaat naar zijn neef Willem Keijzer, tegen een betaling van f 1300,= aan de boedel. Executeurs: Willem Keijzer en Jan de Heer, wonende te Amersfoort. Testament geroyeerd. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol. 206vo; 01-12- 1796).
Gerrit Keijser, wed. Willemijntje van Bloemendaal, testament. Erfgenamen als boven. Testament hetzelfde m.u.v. neef en nicht Gerrit en Willemijntje van Kessel, kinderen van Fredrik van Kessel x Johanna de Bouter, zij krijgen zijn huis aan het westeinde van Scherpenzeel en Laag Coudijs aan de Glashorsterdijk. Neef Willem Keijser krijgt de molen zonder betaling. Dienstmeisje Jannetje van Iperenburg krijgt f 200,=. Mocht Jan Keijser overlijden, dan gaat zijn erfdeel voor de helft naar zijn dochter Metje Keijser, de andere helft naar Willem en Gerrarda Keijser en Gerrarda van Veen.
Testament geroyeerd 18-08-1802. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol. 226vo; 25-02-1802).
Gerrit Keijser, wed. Willemijntje van Bloemendaal, testament. Erfgenamen als boven. Testament hetzelfde als 01-12-1796 m.u.v. Gerrarda Keijser krijgt, i.p.v. Gerrarda van Veen, boven haar erfdeel nog eens f 1000,=. Neef Willem Keijser krijgt de molen zonder betaling. Mocht Jan Keijser overlijden, dan gaat zijn erfdeel voor de helft naar zijn dochter Metje Keijser, de andere helft naar Willem en Gerrarda Keijser. Testament geroyeerd 07-06-1803. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol. 229; 18-08- 1802).
Gerrit Keijser, wed. Willemijntje van Bloemendaal, benoemd i.p.v. Jan de Heer, Johannes van Kessel, wonende Stichts Veenendaal, tot executeur testamentair. Geroyeerd 07-06-1803. (146:231) 20-10-1802.
Gerrit Keijser, wed. Willemijntje van Bloemendaal, testament. Erfgenamen als boven. Testament hetzelfde als 01-12-1796 m.u.v. Gerrarda Keijser krijgt, i.p.v. Gerrarda van Veen, boven haar erfdeel
nog eens f 1000,=. De R.K.-armen van de Nieuweweg onder Renswoude krijgen f 250,=. Mocht Jan Keijser overlijden, dan gaat zijn erfdeel voor de helft naar zijn dochter Metje Keijser, de andere helft naar Willem en Gerrarda Keijser. Testament geroyeerd 26-05-1805. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol. 233; 07-06-1803).
Gerrit Keijser, wed. Willemijntje van Bloemendaal, testament. Erfgenamen als boven. Testament hetzelfde als 01-12-1796 m.u.v. Gerrarda Keijser krijgt, i.p.v. Gerrarda van Veen, boven haar erfdeel nog eens f 1000,=. De R.K.-armen van de Nieuweweg onder Renswoude krijgen f 250,=. Na zijn overlijden zal zijn broer Willem Keijser het beheer over de nalatenschap krijgen. Na het overlijden van Gerrarda van Veen zal haar erfdeel gaan naar Willem, Jan en Gerrarda Keijser. Mocht Jan Keijser overlijden, dan gaat zijn erfdeel voor de helft naar zijn dochter Metje Keijser, de andere helft naar Willem en Gerrarda Keijser. Testament geroyeerd 07-08-1805. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol.
241vo; 26-05-1805).
Gerrit Keijser, wed. Willemijntje van Bloemendaal, testament. Erfgenamen als boven. Testament hetzelfde als 26-05-1805 m.u.v. de helft van de Kroonse molen met het huis buiten de Slijkpoort te Amersfoort gaat naar de R.K.-kerk in de Kromme Elleboog en aan de R.K.-kerk op het Sand te Amersfoort. Executeur testamentair Willem Keijser. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol. 243vo; 07- 08-1805).
De erfgenamen van Gerrit Keijser, ov. Scherpenzeel 30-10-1805 brengen o.a. aan:
De helft van 6 dammaten wei- en hooiland, in de polder de Duijst, gebruikt door Lammert Woutersz Koller, onder Duist, de Haar en Zevenhuizen. Geschat op 250 gulden.
De helft van 4 dammaten wei- en hooiland, in de polder de Duijst, gebruikt door Cornelis Tonen, onder Duist, de Haar en Zevenhuizen. Geschat op 220 gulden.
Een tiend, grof en smal, gaande uit de hofsteden Groot en Klein Zandbrink, in Snorrenhoef, onder Leusden. Geschat op 4000 gulden.
De helft van ca. 2 morgen bouwland, op de Langenoordschen Eng, gebruikt door Hr. Huurdeman voor 42 gulden per jaar, onder Hoogland. Geschat op 350 gulden.
Wordt geërfd binnen de 4e graad.
(AE; BNR 0001.01 Stadsarchief 1567; 24-03-1806).
Registratie van de boedelscheiding van de nalatenschap van Gerrit Keijser en Willemijntje van Bloemendal, beiden overleden te Scherpenzeel. Erfgenamen: Willem Keijser en Petronella de Wit; Jan Keijser en zijn vrouw Cornelia van Birkhoven en Gerarda Keijser, nagelaten kinderen van Jan Keijser en Grietje van Leeuwenberg; Gerarda van Veen, enige nagelaten dochter van Elizabet Keijser en Jacob van Veen. Willem, Jan en Elizabet zijn broers en zuster van Gerrit. Allen erfgenaam voor de helft.
Meelis van Sprakelaar, nagelaten zoon van Rijkje van Bloemendal en Hijmen van Sprakelaar, voor een achtste deel; Engeltje Boman, nagelaten dochter van Hendrikje van Sprakelaar en Hendrik Boman, voor een achtste deel; Hendrik Hoogland en Johannes van Kessel namens Anthonij Lindeboom, getrouwd met Rijkje Hoogland, kinderen van Jannigje van Sprakelaar en Teunis Hoogland, voor een achtste deel;
Hendrikje en Jannigje van Sprakelaar waren kinderen van Rijkje van Bloemendal, de zuster van
Willemijntje; Anthonius van Kessel, Willemijntje van Kessel, Johannes van Kessel, Cornelis van Kessel en zijn vrouw Anthonia van Sprakelaar, Evert van de Geer en zijn vrouw Anthonia van Kessel,
Gijsbertus van Kessel, Gerrit van Kessel en zijn vrouw Hendrikje van Sprakelaar, kinderen van Frederik van Kessel en Johanna Bouter, voor een achtste deel; Jan Brink en zijn vrouw Maria Bouter, Jan Bouter en zijn vrouw Maria Klumper, Joseph Breusiker en zijn vrouw Geertruid Bouter, kinderen van Cornelis Bouter en Aaltje Kalewij, voor een achtste deel; Jan Gantijn en zijn vrouw Maria Tusschenbroek, Anthonia Tusschenbroek, wed. Albert Smit, kinderen van Neeltje Bouter en Hendrik Tusschenbroek, voor een achtste deel; Arien Bouter, Maria Bouter, Harmanus Schreders en zijn vrouw Johanna Bouter, kinderen uit het eerste huwelijk van Jan Bouter en Johanna Kerkhoff, Magtilda Takken, wed. Jan Bouter namens haar minderjarige dochter Maria Bouter, voor een achtste deel; Johannes van Kessel en Cornelis van Kessel, voogden van Maria en Hijmen Hoogland, kinderen van Jannigje Bouter en Teunis Hoogland, voor een achtste deel. Johanna, Cornelis, Neeltje, Jan en Jannigje Bouter waren kinderen van Maria Bloemendal en Jan Bouter. Maria was een zuster van Willemijntje. Er bestond een overeenkomst tussen de kinderen van wijlen Maria van Bloemendal en Rijkje van Bloemendal voor not. Cornelis Suijck te Amersfoort d.d. 2/15-05-1774, waarbij zij elkaar tot erfgenaam maken bij overlijden van een Bloemendal. Te verdelen: o.a. de tiend, grof en smal, gaande uit Groot en Klijn Zandbrink, in
Snorrenhoef, onder Leusden. Toegescheiden aan Gerrit van Kessel voor 4000 gulden. Totaal te verdelen: 7855 gulden. Procuratie op Hendrik Hoogland en Johannes van Kessel voor not. Jan Smith te Veenendaal d.d. 15-04-1806. (AE, Notarieel Amersfoort AT015b010 en Dorpsgerecht Leusden 1056; 03- 10-1806).
Samengesteld door:
Henk van Woudenberg, november 2020
