• No results found

VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN

VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE

Leudal

Plaats : Heythuysen

Gemeentenummer : 1640 Onderzoeksnummer : 293117 Datum onderzoek : 22 mei 2017 Datum vaststelling : 29 juni 2017

(2)
(3)

VOORWOORD . . . 5

1 INLEIDING . . . 7

2 VVE IN DE GEMEENTE LEUDAL . . . 9

3 CONCLUSIES. . . 17

4 REACTIE VAN DE GEMEENTE. . . 19

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

In de periode 2007-2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs een landelijke bestandsopname uitgevoerd naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (vve). Daarna is het signaalgestuurde toezicht op vve in werking getreden.

Het signaalgestuurde toezicht vve begon eind 2013 met het versturen van digitale vragenlijsten naar de 315 gemeenten. Voor de 37 grote gemeenten is er tot en met 2015 een apart monitortraject. Na de monitor zijn we ook in deze gemeenten gestart met het signaalgestuurd toezicht.

Op basis van een analyse van de digitale vragenlijsten is besloten om in gemeenten waar risico’s ten aanzien van de uitvoering van de wettelijke vve- verplichtingen lijken te bestaan, een onderzoek uit te voeren. Het onderzoek is uitgevoerd in 2017. Dit rapport beschrijft in hoeverre de gemeente Leudal in 2016 voldoet aan de eisen ten aanzien van vve en welke veranderingen hebben plaatsgevonden ten opzichte van de bestandsopname.

De hoofdinspecteur primair onderwijs en speciaal onderwijs, dr. A. Jonk

VOORWOORD

(6)
(7)

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeente Leudal in 2016.

De aanleiding van het onderzoek is het mogelijk bestaan van risico’s ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie in deze gemeente.

De basis van het onderzoek is een digitale vragenlijst die de gemeente heeft ingevuld. Wij hebben deze vragenlijst geverifieerd aan de hand van de aangeleverde documenten en de toelichting daarop in een gesprek met

betrokkenen van de gemeente. Vervolgens hebben wij de eisen met betrekking tot het vve-beleid beoordeeld en de veranderingen ten opzichte van de

bestandsopname in beeld gebracht.

Het signaalgestuurde toezicht op de vve-locaties maakt nog geen deel uit van dit onderzoek. Wij zijn na de zomer van 2015 gestart met het signaalgestuurde toezicht op vve op de locaties. De signalen van de GGD zijn leidend om te bepalen welke peuterspeelzalen en kinderdagverblijven met voorschoolse educatie worden bezocht.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Analyse van de beantwoorde digitale vragenlijst in relatie tot de bevindingen tijdens de bestandsopname.

• Analyse van aanvullend opgevraagde informatie in relevante beleidsdocumenten van de gemeente.

• Intern overleg met het team Kinderopvang over GGD-toezicht in de gemeente.

• Een gesprek met de betrokken beleidsmedewerker en extern deskundige over het vve-beleid van de gemeente.

• Beoordeling van vve-beleid van de gemeente Leudal.

Als basis voor de beoordeling gelden de beoordelingscriteria toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie voor gemeenten, zoals die te vinden zijn op:

www.onderwijsinspectie.nl > onderwijssectoren > voor- en vroegschoolse

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

Toezichtkader

(8)

educatie.

Hoofdstuk 2 geeft een beeld van het vve-beleid op gemeentelijk niveau. Daar wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemeente sinds de bestandsopname (paragraaf 2.1) en op de door de gemeente aangeleverde vve-documenten (paragraaf 2.2). Tenslotte geven wij in dit hoofdstuk een oordeel over het gemeentelijke vve-beleid (paragraaf 2.3). Hoofdstuk 3 bevat de conclusies over het vve-beleid in de gemeente Leudal. In hoofdstuk 4 wordt de gemeente uitgenodigd om kort te reflecteren op onze bevindingen inspectie en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.

Opbouw rapport

(9)

De gemeente Leudal heeft een digitale vragenlijst ingevuld. Op basis van de antwoorden hebben wij mogelijke risico’s gesignaleerd ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen betreffende voor- en vroegschoolse educatie.

De digitale vragenlijst levert informatie over:

• wel of geen afspraken van de gemeente met de schoolbesturen en de houders over de doelgroepdefinitie, toeleiding, doorgaande lijn en resultaatafspraken;

• het bereik;

• de veranderingen bij de aspecten ouderbeleid, integraal vve-programma, externe zorg en interne kwaliteitszorg;

De beoordeling van het gemeentelijke beleid is gebaseerd op de digitale vragenlijst, opgevraagde gemeentelijke beleidsdocumenten, eventuele aanvullende informatie en het gesprek met de gemeente (zie paragraaf 2.3).

Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig.

Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen.

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.

in 2012 heeft een bestandsopname van de uitvoering van de vve

plaatsgevonden. Hieruit bleek dat de uitvoering van de vve risicovol was. Eén van de aspecten met een herstelopdracht was het formuleren en afspreken van resultaatafspraken met de houders van de voorscholen.

De vragenlijst van 2016 was aanleiding om in gesprek te gaan met de gemeente en de stand van zaken in de ontwikkeling van vve door te spreken. In korte tijd heeft de gemeente deze ontwikkeling aangepakt en is er flink gewerkt. Er zijn zichtbare verbeteringen gaande.

De gemeente Leudal heeft voor het totale gemeentelijk vve beleid verbeteracties ingezet. De indicering en de toeleiding is met de partners en de

jeugdgezondheidszorg vastgelegd in samenwerkingsafspraken.

VVE IN DE GEMEENTE LEUDAL 2

Ontwikkeling van vve in de gemeente Leudal sinds de bestandsopname 2.1

(10)

Er is een regelmatig overleg van de vve-werkgroep, er ligt een vve-convenant en het peuterbeleid gaat integraal herzien worden.

Ook is het aantal vve-locaties gegroeid en de voorscholen hebben te maken met richtinggevende afspraken vanuit de gemeente voor de invulling van hun vve- werkplan. De gemeente Leudal is dan ook duidelijk gegroeid in haar regierol, maar kan dit op enkele onderdelen nog versterken. Niet alleen betrokkenen, maar ook de gemeentelijke politiek is tevreden over deze ontwikkeling.

Convenant VVE 2015-2016.

In deze paragraaf geven wij onze bevindingen weer over het gemeentelijke vve- beleid. Per domein is beschreven op welke punten wij het gemeentelijk beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordelen, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder (‘2’) als met (‘1’) afspraken en op welke punten wij de gemeente als een voorbeeld voor anderen zien (‘4’).

Wij baseren onze bevindingen op de uitkomsten van de verificatie van de digitale vragenlijst door middel van documentenanalyse en gesprekken met vertegenwoordigers van de gemeente. Waar de bevindingen van de inspectie afwijken van het beeld uit de digitale vragenlijst van de gemeente wordt dit vermeld en onderbouwd.

Lijst met de vve-documenten die de gemeente Leudal heeft aangeleverd 2.2

Het gemeentelijk vve-beleid 2.3

HET GEMEENTELIJK VVE-BELEID 1 2 3 4

• 1A1 Definitie doelgroepkind

1A2 Bereik 1A3 Toeleiding

1A4 Ouders

1A5 Integraal vve-programma 1A6 Externe zorg

1A7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen 1A8 Doorgaande lijn

1A9 Resultaten

1B Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau

1C Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau

(11)

De inspectie publiceert jaarlijks ook een oordeel over het toezicht dat door de gemeenten op de kinderopvang en peuterspeelzalen wordt uitgevoerd. Voor meer informatie hierover ziewww.onderwijsinspectie.nl >onderwijssectoren >

Kinderopvang.

Toelichting:

‘2’ Verbeterpunten

1a3 Toeleiding

Bij de toeleiding wordt gewaardeerd óf die op gemeentelijk niveau geregeld is en of daar een verantwoording bij wordt gegeven, met name hoe wordt geprobeerd het non-bereik aan te pakken.

De gemeente geeft aan zicht te hebben op het non-bereik van de doelgroepkinderen.

Een aantal doelgroepkinderen maakt echter geen gebruik van het vve-aanbod.

Volgens de gemeente wordt dit veroorzaakt door het geringe ‘aanbod’ van doelgroepkinderen in enkele kleine kernen binnen de gemeente. Daar komt bij dat er door de verschillende houders wisselend gedacht wordt over het

aanbieden van vve-programma’s in diezelfde kleine kernen. Tevens zijn een aantal van deze ouders niet geneigd hun kind buiten het dorp op de

kinderopvang/peuterprogramma te doen. Hoewel ouders van doelgroepkinderen informatiefolders ontvangen, er gesprekken tussen ouders en JGZ-

verpleegkundige plaatsvinden en er gesprekken met de houders gevoerd worden om meer lijn in het vve-aanbod te krijgen, zijn er nog steeds een aantal

doelgroepkinderen die het benodigde vve-aanbod niet ontvangen. Hier ligt een voortdurende inspanningsverplichting van de gemeente om er zorg voor te dragen dat álle doelgroepkinderen het vve-aanbod dat zij nodig hebben, ook gaan krijgen.

1a4 Ouders

Het is van belang dat een gemeente actieve participatie van ouders van doelgroeppeuters inzet als instrument om ontwikkelingsachterstanden van peuters te voorkomen of te verminderen.

DE VVE-CONDITIES 1 2 3 4

• 2A GGD-rapport

2B Gemeentelijk subsidiekader

(12)

Hiervoor is het belangrijk dat de gemeente concreet beleid ontwikkelt, waarin is aangegeven welke doelen de gemeente nastreeft op het gebied van

ouderparticipatie, op welke wijze de gemeente deze doelen wil verwezenlijken, welke instellingen hierbij betrokken zijn en welke concrete resultaten de gemeente verwacht te behalen. Het gaat hier expliciet om gemeentelijk beleid.

Ouderactiviteiten die door een gemeente worden geïnitieerd, dienen onderdeel uit te maken van het beleid en op die manier de doelen van dat beleid te realiseren.

De gemeente Leudal heeft met de kinderopvangorganisaties afgesproken dat er ouderbeleid in het vve-werkplan dient te zijn opgenomen. Daarin moet er aandacht zijn voor zaken als vve-thuis programma’s en de wijze waarop ouders betrokken worden bij de taalontwikkeling van hun kind. In het gemeentelijk beleid ontbreekt het nog aan een bovenliggende visie, waarin ook een analyse van de ouderpopulatie en beschrijving van concrete doelen zijn opgenomen.

‘3’ Voldoende

1a1 Definitie doelgroepkind

Gemeenten krijgen geld van het rijk om de benodigde vve-voorzieningen in de voorscholen te bekostigen op basis van schoolgewichten in een gemeente.

Daarbij wordt een vuistregel gehanteerd: het aantal doelgroep peuters is driekwart van het aantal kleuters van een gemeente met een leerling-gewicht.

Gemeenten hebben nadrukkelijk de ruimte om hun definitie van ‘doelgroepkind’

nader in te vullen door aanvullende criteria te benoemen door bijvoorbeeld de taalachterstand van kinderen mee te nemen.

De gemeente Leudal hanteert een brede doelgroepdefinitie. Hierin worden ook sociaal-economische achtergronden en gedragscomponenten van het kind meegenomen. De JGZ is verantwoordelijk voor de aanlevering en eventuele bijstelling van de criteria rondom de doelgroepdefinitie. Een definitie van een doelgroepkleuter is nog niet afgesproken. Indien een kind geen vve-indicatie heeft en de school vermoedt taal- of ontwikkelingsachterstanden, dan treedt de school in overleg met gemeente en JGZ hierover.

1a2 Het bereik (peuters)

Dit betreft zowel het aantal aangeboden kindplaatsen (voor hoeveel doelgroepkinderen zijn er ‘plaatsen’ gecreëerd) als het aantal bezette vve- kindplaatsen (hoeveel vve-kindplaatsen worden ook daadwerkelijk 'bezet' door doelgroepkinderen).

De gemeente Leudal heeft zicht op het aantal kinderen die binnen de

(13)

doelgroepdefinitie vallen en een indicatie hebben. In 2015 betrof dit 25 kinderen en in 2016 44. De toename is toe te schrijven aan de vaststelling van het nieuwe peuterbeleid, de groei van het aantal locaties dat vve aanbiedt en de verbeterde afspraken tussen de gemeente en JGZ. Hierdoor is er nu beter zicht op de aantallen doelgroepkinderen. JGZ ziet alle peuters op het 18-maanden- consult, waardoor er volledig zicht is op het bereik. De gemeente geeft aan dat er voldoende vve-plaatsen zijn, ook voor de kinderen die wel een indicatie hebben, maar geen vve-kindplaats hebben. De gemeente weet van deze ouders waarom zij geen gebruik maken van het vve-aanbod.

1a5 Integraal vve-programma

Gemeenten dienen er voor te zorgen dat voorscholen gebruik maken van een integraal programma dat voldoet aan Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Dat betekent dat het gaat om een programma waarmee de ontwikkeling van peuters op de vier ontwikkelingsgebieden (taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotioneel) wordt gestimuleerd. Gemeenten dienen bovendien afspraken te maken over het gebruik van een observatiesysteem in de voorscholen voor het volgen van de brede ontwikkeling van peuters.

De gemeente Leudal heeft met de instellingen afspraken gemaakt over de vve- programma’s. Alle vve-locaties gebruiken hetzelfde, gecertificeerde programma en tevens is er op alle locaties eenzelfde observatie- en registratiesysteem in gebruik. De gemeente is nog niet zover dat er ook afspraken met de

vroegscholen in dit kader gemaakt zijn.

1a6 Externe zorg

Gemeenten zijn, in het kader van integraal jeugdbeleid, verantwoordelijk voor een sluitend netwerk van zorgverleners, zodat kinderen op effectieve en efficiënte wijze de zorg en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Voor vve is het van belang dat de gemeente een dergelijke zorgstructuur ook in het leven heeft geroepen voor peuters, zodat voorscholen en ouders van peuters hier gebruik van kunnen maken als dit nodig is.

Vanuit de werkgroep "Passend Onderwijs" wordt met één en dezelfde

zorgstructuur gewerkt. Hierin staat een onderverdeling in zorgniveaus en staan de afspraken met de externe partners. Iedere voorschool (met vve) werkt met deze zorgstructuur. De pedagogisch medewerkers weten welke instellingen ze moeten inschakelen als de ontwikkeling van de peuter stagneert. De gemeente voert hier duidelijk regie op.

(14)

1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen

Effecten van vve zijn mede afhankelijk van de kwaliteit van de vve die geleverd wordt door de voorscholen. Het gaat dan om de pedagogische en educatieve vaardigheden van de pedagogisch medewerkers, de wijze waarop het vve- programma wordt gebruikt, de zorg en begeleiding die aan peuters geboden wordt, de inrichting van de ruimtes, enz. Van vve-instellingen wordt verwacht dat ze deze kwaliteit regelmatig evalueren, verbeteren en borgen. Gemeenten dienen met vve-instellingen afspraken te maken over de wijze waarop ze dit doen en hoe ze zich over deze kwaliteit verantwoorden aan de gemeente.

De houders van voorscholen dienen bij een subsidieaanvraag een vve-werkplan aan te leveren. In dat vve-werkplan dient opgenomen te zijn hoe de

kwaliteitszorg is ingericht. Vervolgens dienen de voorscholen te evalueren en te rapporteren naar de gemeente toe.

Gelet op het feit dat dit voor een eerste keer is gedaan en deze rapporten nog nader bestudeerd moeten worden, kan over de inhoudelijke kwaliteit nu nog niet veel gezegd worden.

1a8 Doorgaande lijn

Gemeenten dienen minimaal afspraken gemaakt te hebben met vve-instellingen en schoolbesturen over de overdracht van kindgegevens van voor- naar

vroegschool, waarbij gegevens over de ontwikkeling van het kind een onderdeel zijn van deze gegevens. Daarnaast is het een vereiste dat er een warme

overdracht voor zorgkinderen plaatsvindt voor de continuïteit van de zorg.

De wijze waarop de overdracht van gegevens plaatsvindt dient onderdeel te zijn van het vve-werkplan. Dit heeft de gemeente als zodanig afgesproken met de voorscholen. De wijze waarop dit gebeurt zal ook in nabije toekomst, net als de andere onderdelen van het vve-beleid getoetst worden in een vve-monitor.

Zorgkinderen krijgen in ieder geval allemaal een ‘warme’ overdracht, ook de kinderen die wel zorg behoeven, maar geen vve-indicatie hebben. Daar waar de voor- en vroegschool in eenzelfde gebouw gehuisvest zijn, vindt de warme overdracht als bijna vanzelfsprekend plaats.

1a9 Resultaten

Op gemeentelijk niveau dienen afspraken gemaakt te worden over de resultaten van vve. Volgens de WPO, artikel 167 moet de gemeente met de schoolbesturen afspraken maken over wat de resultaten van de voor- en vroegscholen zijn. De resultaten moeten meetbaar en voldoende ambitieus zijn en daarmee passen bij wat er van de kindpopulatie verwacht mag worden. Resultaten kunnen

(15)

bijvoorbeeld geformuleerd worden in termen van toetsresultaten, resultaten uit het observatiesysteem of leerwinst.

De gemeente heeft beleid ontwikkeld op de resultaten van de vve. Deze afspraken zijn weergegeven in het Convenant vve. Jaarlijks worden deze resultaten door de schoolbesturen aangeleverd. Het beleid zit nu in de fase waarin ook afspraken met de voorscholen gemaakt gaan worden. In de vve- monitor die uitgevoerd gaat worden zullen er naast kwantitatieve resultaten ook meer kwalitatieve resultaatverwachtingen opgenomen worden.

1b Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau

Bij de vve-coördinatie op gemeentelijk niveau gaat het zowel om de sturing als om de uitvoerende coördinatie.

De coördinatie en uitvoering van het vve-beleid is binnen de gemeente Leudal belegd bij een beleidsmedewerker en een extern adviseur. De gemeente Leudal heeft in de afgelopen jaren het vve-beleid op de kaart weten te zetten en groeit meer en meer in haar regierol. Deze tendens zal zich komende tijd voortzetten.

Er is een vve-werkgroep, met alle partijen uit onderwijs, opvang en zorg. De extern adviseur is hierin voorzitter. Uit deze overleggen komen steeds vaker actiepunten die kunnen leiden tot nieuw vve-beleid. Langzaam maar zeker ontstaat er binnen het vve-beleid van de gemeente Leudal meer dynamiek, die steeds beter aansluit op wat de doelgroepkinderen nodig hebben.

1c Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau

De gemeente dient het eigen vve-beleid, de afspraken, de uitvoering en de resultaten regelmatig (jaarlijks) te evalueren. Deze jaarlijkse evaluatie wordt vastgelegd en kan leiden tot conclusies voor verbeteringen of aanpassingen van het beleid.

In de gemeente Leudal zal het peuterbeleid opnieuw worden vastgesteld.

Recentelijk zijn alle ontwikkelingen tegen het licht gehouden en is geconcludeerd om te komen tot één gezamenlijk beleid op het gebied van de kinderopvang, peuterprogramma’s en dergelijke.

Er wordt gerapporteerd over het vve-beleid richting de gemeenteraad in het kader van de integrale begroting, die ook inhoudelijk onderbouwd is.

De cyclische aanpak en op welke onderdelen er bijstelling nodig is kunnen echter explicieter gemaakt worden.

(16)

2a GGD rapport

De gemeente Leudal heeft geregeld dat alle (vve-)locaties door de GGD beoordeeld worden op de basiskwaliteit en de kwaliteit van de voorschoolse educatie. Rapporten hiervan zijn beschikbaar.

2b Gemeentelijk subsidiekader

De gemeente Leudal beschikt over een subsidiekader waarin de voorwaarden conform de wet op de Kinderopvang en het besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie zijn opgenomen. In het nieuwe beleid zullen de

wijzigingen in het besluit basisvoorwaarden van afgelopen maand, zijn opgenomen.

(17)

De inspectie heeft op het niveau van de gemeente het beleid voor de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Leudal beoordeeld. Dit vanwege

mogelijke risico’s ten aanzien van de uitvoering van wettelijke eisen betreffende voor- en vroegschoolse educatie.

Conclusies gemeentelijk vve-beleid

De gemeente Leudal heeft in het algemeen voldoende zicht op de

ontwikkelingen binnen de vve. Waar in 2014 nog aanleiding was om aan te nemen dat zich op dit terrein grote risico’s voordeden, heeft de gemeente hier duidelijk een inhaalslag weten te maken. Uit dit onderzoek komen enkele verbeterpunten naar voren, maar zijn de overige indicatoren als voldoende beoordeeld. De kwaliteitsslag zal zich komende jaren door gaan zetten, onder meer door de inzet van een vve-monitor, die op ontbrekende onderdelen het beleid verder invulling zal gaan geven.

CONCLUSIES

3

(18)
(19)

Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van de voor en vroegschoolse educatie in gemeente Leudal.

Daarnaast hebben wij de gemeente gevraagd haar eigen kwaliteit te beoordelen en dat samen met de oordelen van de inspectie te vertalen naar de

ontwikkelingsrichting van het vve-beleid.

Hieronder geeft de gemeente haar reactie:

In 2014 vond in de gemeente Leudal een bestandsopname van de uitvoering van VVE inclusief het beleid plaats. Na deze bestandsopname heeft de gemeente het beleid verder geïmplementeerd en verbeteracties doorgevoerd.

Bestandopname VVE 2014

In de bestandsopname 2014 werd geconstateerd dat het gemeentelijk VVE beleid op het merendeel van de onderzochte aspecten nog (door-)ontwikkeld moest worden.

Een verbeterpunt met afspraak was er voor het item 1A9 resultaten. De gemeente moest voor 1 jan 2015 afspraken maken met de bevoegde gezagen van de vroegscholen over de resultaten van de vroegschoolse educatie. Het GGD onderdeel was voldoende en de overige onderdelen waren onvoldoende in ontwikkeling.

Verbeteracties

De gemeente Leudal heeft voor het totale gemeentelijk VVE beleid

verbeteracties ingezet. Het VVE beleid is door de gemeenteraad vastgesteld in dec. 2014. In het VVE beleid is de financiering van VVE herzien, er zijn criteria vastgelegd voor de kinderopvang voor het aanbieden van VVE. De indicering en de toeleiding is met de partners en de jeugdgezondheidszorg vastgelegd in samenwerkingsafspraken.

De resultaatafspraken (verbeterpunt met afspraak) werden vastgelegd in een

“Convenant Voor- en Vroegschool Educatie 2015-2016”. De basis voor een nieuwe convenant is inmiddels ook vastgelegd in een VVE Convenant 2017.

Overige acties die de gemeente Leudal inzetten of nog gaat inzetten.

• De observatie-/registratiemethode “Kijk” voor het volgen en registreren van de kinderen.

• Organisaties voor kinderopvang die peuterprogramma en VVE willen

REACTIE VAN DE GEMEENTE

4

(20)

aanbieden hebben hun VVE certificering op orde gebracht.

• Er is start gemaakt met het traject taaltoets 3F. In juni en oktober 2017 vindt de daadwerkelijke toets plaats voor de pedagogisch medewerkers die nog niet aan het taalniveau 3F voldoen. Voor de kandidaten die niet voor de taaltoets slagen wordt een taalscholing ingezet.

• In het najaar van 2017 wordt een monitor Voor- en vroegschoolse

educatie (toeleiding en bereik, kwaliteitsaspecten zoals warme overdracht, samenwerking, doorgaande leerlijn en zorg, ouderbetrokkenheid)

uitgevoerd. De kwalitatieve en kwantitatieve gegevens worden digitaal verzameld en vastgelegd in een rapport met conclusies. Dit rapport wordt besproken in de VVE coördinatiegroep. Daar worden dan weer nieuwe actiepunten uitgehaald om het VVE beleid te verbeteren.

Gemeente Leudal, 26 juni 2017

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeente

De inspectie heeft op het niveau van de gemeente het beleid voor de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Gouda beoordeeld.

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de

De inspectie heeft op het niveau van de gemeente het beleid voor de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Nieuwkoop beoordeeld. Dit vanwege mogelijke risico’s ten aanzien

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeente

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijk beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de