Utrecht, 8 maart 2016
Geachte woordvoerders,
Vorig jaar kondigde minister Asscher aan voornemens te zijn om de
kinderopvangtoeslag op een andere manier te gaan betalen. Niet meer aan de ouders, maar rechtstreeks aan de kinderopvangaanbieder. Hiervoor voert de minister twee belangrijke argumenten aan. Het wordt eenvoudiger voor
ouders en op deze wijze kan fraude met de eigen bijdrage worden voorkomen.
Wij juichen deze systeemwijziging op zich toe. Meer dan 80% van de ouders wordt ieder jaar geconfronteerd met extra bijbetalingen of heeL juist geld van de fiscus tegoed. Door naar het inkomen van twee jaar geleden te kijken, het zogenaamde T-‐2 principe, komt hier voor het overgrote deel van de ouders een eind aan.
Ook met de inning van de eigen bijdrage gaat het nu veel te vaak mis. Jaarlijks kan er minimaal 40 miljoen niet door de fiscus worden teruggevorderd. Dit wordt gemakshalve onder de noemer fraude geplaatst, in werkelijkheid gaat het maar al te vaak over slechte contracten en het niet of onvolledig innen van de eigen bijdrage door ondernemers. In nagenoeg alle gevallen is de ouder vervolgens de dupe en moet vaak over meerdere jaren grote bedragen aan kinderopvangtoeslag terugbetalen. Dit terwijl de toeslag wel degelijk is gebruikt om de kinderopvang te betalen. Er kan wat ons betreL niet snel genoeg een eind komen aan dit ondoorzichVge systeem. Wij staan dan ook posiVef tegenover de uitgangspunten van het nieuwe systeem en de uitvoering door DUO. Onze voorkeur gaat uit naar een zachte landing met 2018 als
overgangsjaar en invoering per 2019.
Inmiddels zijn de contouren van het nieuwe stelsel duidelijk, maar bestaan er bij ons een aantal belangrijke vragen over de uitvoering. Ook willen wij nog
een aantal kriVsche kanXekeningen plaatsen bij bepaalde onderdelen van het voorgestelde systeem.
Juridische verhoudingen
Hoe de juridische verhoudingen liggen is op dit moment niet duidelijk. Ouders gaan net als in de huidige situaVe een contract aan met een
kinderopvangorganisaVe. Het gaat hier om een privaatrechtelijke relaVe. De relaVe met DUO die bij de ouder de eigen bijdrage int, heeL echter een publiekrechtelijk karakter. Hoe deze twee zich tot elkaar verhouden is onduidelijk. Het moet voor ouders volstrekt duidelijk zijn wat in geval van problemen hun posiVe hierin is.
Debiteuren
Er bestaat een direct verband tussen bovenstaande vraag over juridische verhoudingen en debiteurenbeheer en -‐risico. De wijze waarop dit nu in het wetsvoorstel geregeld is, is onduidelijk en gaat onzes inziens tot problemen leiden. Het is absoluut niet wenselijk dat nadat eerst DUO de eigen bijdrage bij de ouder int, er in het geval van problemen rondom deze betaling, opeens het debiteurenbeheer naar de kinderopvangorganisaVe verschuiL. Het gaat
weliswaar maar om twee of drie procent van alle ouders, maar de ervaring leert dat het van het grootste belang is om betalingsproblemen in het vroegste stadium te voorkomen. Wij pleiten daarom voor een eenduidige regeling, die voor iedereen helder is en het systeem daadwerkelijk eenvoudiger maakt voor ouders. Het overdragen van het debiteurenbeheer naar de
kinderopvangondernemers tast de privacy van ouders aan en dat is voor ons niet bespreekbaar.
Wij pleiten er voor om het gehele debiteurenbeheer bij DUO te beleggen.
Ouders betalen alVjd hun eigen bijdrage aan DUO, waarbij wij benadrukken dat het belangrijk is dat er in het vroegste stadium duidelijke afspraken worden gemaakt wanneer de ouder problemen ondervind bij het betalen van de eigen bijdrage. Ook in het nieuwe stelsel is het volledig betaald hebben van de eigen bijdrage een voorwaarden voor het recht op kinderopvangtoeslag. Door DUO als enige verantwoordelijk te maken voor de inning van de eigen bijdrage worden drama’s zoals die zich nu jaarlijks bij duizenden ouders voordoen als het gevolg van het moeten terugbetalen van de kinderopvangtoeslag,
voorkomen.
DoorloopVjd
Ook willen wij onze zorgen uiten over de doorloopVjd. In het wetsvoorstel staat dat DUO 13 weken de Vjd krijgt om een beschikking af te geven aan de kinderopvangorganisaVe. Mochten zich er problemen voor doen dan krijgt DUO zelfs nog 13 weken extra de Vjd om een uitspraak te doen over de rijksbijdrage. Dit impliceert dat ouders 26 weken lang de factuur van de kinderopvang in zijn geheel zelf moeten bekosVgen. Zeker voor de lage inkomens is dit niet mogelijk. De rekening kan zo oplopen tot € 2.000 per maand, een onoverkomelijk bedrag voor veel Nederlandse huishoudens. Ook al geeL DUO aan dat deze termijn naar alle waarschijnlijkheid korter is, ze kunnen zich alVjd beroepen op deze weXelijke termijn met alle gevolgen van dien voor ouders. Dit kan zelfs de toegankelijkheid van de kinderopvang voor ouders beïnvloeden.
Vangnetregeling
De voorgestelde vangnetregeling suggereert dat ouders alVjd ergens op terug kunnen vallen terwijl de regeling zo opgesteld is, dat veel ouders in de prakVjk hierop geen beroep zullen kunnen doen. Dit is mits ze hem al begrijpen.
Wij juichen de mogelijkheid toe dat ouders bij grote inkomensverschillen een oplossing geboden wordt. Echter moet deze toegankelijk en begrijpelijk zijn.
1 Factuur
Bij het betalen van de factuur wordt een diffuus beeld opgeroepen. Enerzijds kan de facturering van het gehele uurtarief, ook het gedeelte van het uurtarief dat boven de maximaal door de overheid te vergoeden uurtarief ligt door DUO worden verzorgd. Anderzijds kunnen zogenaamd extra diensten niet via DUO gefactureerd worden. Op dit moment worden in sommige gevallen luiers en voeding in de dagopvang apart gefactureerd en wordt in de BSO het vervoer van school naar BSO apart in rekening gebracht. Dit zijn naar onze mening zaken die in de reguliere uurprijs thuis horen en waardoor prijzen voor ouders ook beter vergelijkbaar zijn. Juist een digitaal loket met één factuur en één uurprijs biedt ouders een goed overzicht. Wij pleiten voor een helder
onderscheid over hetgeen wat wel en wat niet onder de uurprijs valt, waarbij het uitgangspunt moet zijn zoveel mogelijk diensten onder de uurprijs te laten vallen. Wanneer ondernemers diensten willen aanbieden die zij toch niet onder de uurprijs willen laten vallen, moeten zij deze apart factureren en buiten DUO om rechtstreeks bij de ouders in rekening brengen.
Gewerkte uren
De gewerkte uren regeling, beter bekend als 70-‐140% regeling, zorgt voor de nodige problemen in het huidige en in het nieuwe systeem.
Wij stellen voor om deze regeling beter op de prakVjk te laten aansluiten of in zijn geheel te schrappen. Nu zorgt de regeling bij ouders voor veel ongemak omdat deze niet aansluit bij de wijze waarop zij arbeid en zorg moeten combineren. Een voorbeeld: ouders hebben een contract bij de
kinderopvangorganisaVe waarbij 11 uur opvang wordt gefactureerd terwijl zij in werkelijkheid slechts 6 uur werken. Hierdoor komen zij snel in problemen met het maximale percentage uren waarvoor zij in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.
Ouders de regie
Ander belangrijk aandachtspunt is dat ouders graag de regie moeten kunnen houden. Geef ouders de mogelijkheid zelf een account te kunnen openen zonder daarbij aeankelijk te zijn van de kinderopvangaanbieder.
Kosten
In het wetsvoorstel geeL de minister aan welke kosten eenmalig en structureel met de invoering van het nieuwe systeem gepaard gaan. Het gaat om een eenmalig bedrag van €25 miljoen en een jaarlijks bedrag van € 10 miljoen. Wij gaan ervan uit dat de invoering van de directe financiering voor ouders
kostenneutraal verloopt. De belasVngdienst brengt nu ook al kosten in
rekening voor de uitvoering van de uitbetaling van de kinderopvangtoeslag en er mag worden verwacht dat door de voorgestelde T-‐2 regeling er sprake zal zijn van een sterke reducVe van het aantal jaarlijkse mutaVes waardoor de uitvoering goedkoper wordt. Wij begrijpen het uitgangspunt van de minister om te streven naar budgetneutraliteit, maar het is naar ons idee heel goed mogelijk om de kosten die gepaard gaan met de zogenaamde
peiljaarverlegging te vereffenen met de bovengenoemde besparing op de uitvoeringskosten. Het wijzigen van inkomensgrenzen en toeslagpercentages ten nadele van ouders is onzes inziens onnodig en zal, zo laten de afgelopen jaren zien, weer tot nieuwe vraaguitval leiden.
Terminologie
Zoals wij reeds eerder hebben aangegeven willen wij benadrukken dat de
terminologie in dit traject zorgvuldig moet worden gekozen. Termen als digitale portemonnee, peiljaarverlegging en vangnetregeling wijzen wij daarom af. Zo zou bijvoorbeeld de term ‘digitale portemonnee’ heel goed door de term ‘mijn kinderopvang’ kunnen worden vervangen. Ook wordt er gesuggereerd dat
ouders niets meer terug hoeven te betalen door de voorgestelde T-‐2 regeling terwijl er bij een te hoog aantal opgegeven uren wel degelijk sprake zal zijn van terugbetaling. Een heldere communicaVe is de sleutel bij de implementaVe en uitvoering van een dergelijk groot traject.
Tot slot
Zoals ook al in de inleiding hebben aangegeven steunen wij op zich de transiVe naar het nieuwe systeem. DUO heeL een open houding naar ouders en wij kijken dan ook uit naar een goede samenwerking in de komende jaren. Wij bepleiten dat er een speciale afdeling komt waar ouders terecht kunnen voor complexe zaken. Ook stellen wij voor dat er in het eerste jaar, goed geografisch verspreid, de mogelijkheid bestaat om daadwerkelijk fysieke afspraken met medewerkers van DUO te kunnen maken. Van deze zogenaamde pop-‐up DUO’s moeten zowel ouders als aanbieders van kinderopvang gebruik kunnen maken.
Deze laagdrempelige voorzieningen zullen een goede implementaVe ten goede komen.
Wij willen benadrukken dat wij blij zijn met de inzet van de minister voor het daadwerkelijk beschermen van de (financiële) privacy van ouders. Uit eerder onderzoek van Voor Werkende Ouders blijkt dat maar liefst 60% van de ouders hieraan grote waarde hecht. Wij herhalen in ons pleidooi het huidige proces niet te verstoren door al in een te vroeg stadium naar de uitvoeringsfase over te gaan. Inmiddels vindt internetconsultaVe van het conceptwetsvoorstel al plaats terwijl er over een aantal belangrijke onderdelen van de uitvoering nog volop discussie plaatsvindt. Wanneer deze discussie niet goed wordt afgerond zal dit in de uitvoeringsfase een belemmering vormen. Wij vragen de minister om zorgvuldigheid en voldoende Vjd om stakeholders, SZW en DUO tot een goed onderbouwd en gedragen wetsvoorstel te kunnen laten komen. Door nu wat extra Vjd in deze besluitvorming te investeren wordt er in het verdere proces Vjd en geld bespaard.
Met vriendelijke groet,
Gjalt Jellesma Marjet Winsemius
VoorziXer BOinK Directeur Voor Werkende Ouders